SPORT I Scheidsrech ters als doelpalen dags Bijvoegsel I I Til 1^1 1B r MEER BEWEGINGSRUIMTE NODIG VOOR KINDEREN Uitslapen door Dick Loman I Bruiloften i Kwartje knikkeren I ordt I de tot Gymleraren slaan alarm )ij r n ,t aan A'eek. Scheidsrechter Corver STOPPPER n de der ito )aar an at Een vogel die wil uitvliegen maar dat niet kan, want hij is gekooid. Een veelzeggend beeld dat de omslag siert van de onlangs verschenen nota „Bewegingsarmoedig onderwijs”. „Het doet je denken aan strafmaatregelen die landen in Azië toepassen. Ik geef toe dat het een erg cru voorbeeld is, maar het is niet zo moeilijk om hier dagelijks om je heen de voorbeelden te zien van mensen, kinderen ook, met een heel slechte houding. Een slecht ontwikkelde motoriek. Je hebt soms de neiging om ze aan te schieten en ze erop te wijzen, te .revalideren”. „Weet je dat het werkelijk voorkomt dat kinderen een kwartje in de parkeerautomaat stoppen om een tijdje rustig te kunnen Een opgave die de leraar lichamelijke opvoeding zichzelf stelt, „en waarvoor hij ook vier jaar is opgeleid”, vult Fieke Ververgaert aan. Maar dan komen de mogelijkheid om kinderen het plezier van het bewegen te laten ervaren en ze ook een keuzepakket aan te bieden zodat ze laterals het kan tot in lengte van dagen gaan sporten”. Onlangs werd de nota „Bewegingsarmoedig onderwijs” ten doop gehouden. Opnieuw kwamen keiharde cijfers op tafel die aantonen dat het gymnastiekonderwijs in ons land nog steeds met schrikbarende tekorten aan accommodaties kampt. In 1969 deed de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Leraren en Onderwijzers in de Lichamelijke Opvoeding al van zich spreken. Uit een enquête bleek toen al dat de tekorten inderdaad schrikbarend zijn. Die noodkreet kreeg veel publiciteit, zoals later ook de wens om een staatssecretaris voor lichameljke opvoeding aan te stellen. De gymleraren bleven strijdbaar, maar een echte doorbraak, een echte oplossing van de problemen bleef uit. Onlangs kregen de gymleraren van de De Koninklijke en die van Thomas van Aquino de steun van de Jeugdgezondheidszorg, de jeugd- en schoolartsen. Een belangwekkende nota was het resultaat. Daarover praten we met de Utrechtse Fieke Ververgaert- Doesborgh (38 jaar), lerares MO-P en docente bewegingsonderwijs en opleiding oefentherapie. Binnen de NSF is ze ook actief evenals in het hoofdbestuur van De Koninklijke. Hier haar pleidooi voor het bevrijden van het gekooide kind. ■i veranderd zijn. Weliswaar was de ■kle, gericht op de achillespees, altijd een bestraffing waard, maar geleide- c aan was dat een overtreding gewor- 'i die paste in het wilskrachtige beeld n het professionele voetbal, zoals dat yr Ajax gepredikt werd, door het derlands elftal werd overgenomen, door de voetbalwereld werd bewon- problemen. De enorme tekorten aan geschikte accommodaties. Zo werden in het schooljaar 1977-1978 alleen in het lager onderwijs bijna 40.000 lesuren niet gegeven. Voor driekwart omdat de accommodaties ontbraken of niet beschikbaar waren. Zo komt het nogal eens voor dat het dorpshuis of verenigingsgebouw dat dienst doet als gymlokaal verhuurd is voor bruiloften, recepties, begrafenissen enz. Dat het te koud is in de oude fabriekshal een heuse reactie, die we in het rapport aantroffen dat het lokaal afgekeurd is of dat lessen moesten vervallen omdat er proefwerken waren, examens, concerten, schoolfeesten of verkiezingen. Dat laatse argument is wel heel erg wrang. Omdat de Nederlander zijn stem moet uitbrengen, gaat het gymlokaal dicht voor de leerlingen... Geen uitzondering is het ook dat leerlingen kilometers moeten reizen om te kunnen gymmen. Zo was het in 1975 nog zo dat in Winschoten en Zuidlaren 98 klassen meer dan vier kilometer moesten trekken en in Raamsdonkveer stopte men maar met het geven van gymlessen, omdat een busdienst niet meer betaalbaar was. Schrijnende voorbeelden die weer eens geaccentueerd worden in de nota „Bewegingsarmoedig onderwijs”, waarin vurig gepleit wordt voor meer ruimte voor bewegingsonderwijs. „Ik weet dat er al eerder op gewezen is. Al veel vaker. Maar het grote verschil is nu dat de jeugdartsen zich aangesloten hebben bij de leraren lichamelijke opvoeding. Dat is nog niet eerder gebeurd. De Friese schoolartsen komt de eer toe als eersten actie te hebben ondernomen via een brief aan de minister van onderwijs en wetenschappen. Die Friese kring gaf een geweldige voorzet. Die artsen zien in hun praktijk de bewegingsarmoede bij de kinderen. Ze wijzen ook op de relatie intensieve lichaamsbeweging en de preventie van hart- en vaatziekten”. „Aangetoond is dat de zondag de dag is waarop de mens het minst beweegt. Er wordt uitgeslapen. De kinderen krijgen te horen als ze lastig worden dat er wel wat op de televisie is. De ouders moeten zelf het goede voorbeeld geven en gelukkig is er de tendens dat gezinnen er in de weekends steeds meer op uit trekken”, aldus de Utrechtse, die terdege beseft dat de roep naar beter bewegingsonderwijs ook meer financiën vergt en dat juist in een tijd waarin er bezuinigd moet worden. „Wat dat betreft moet er nog zoveel gebeuren. Een gelukkige ontwikkeling is de nieuwe lerarenopleiding gezondheidskunde, waarin ook zaken als voeding en hygiëne aan de orde komen. Er is wel wat beweging, gelukkig. Er is de laatste tijd ook veel gebeurd op het terrein van de accommodaties, maar er moet nog zoveel meer gebeuren”, vindt de zelf fietsende en hardlopende Fieke Ververgaert, die ook nadrukkelijk de verantwoordelijkheid van de ouders hierbij wil betrekken. „Ja, als je de geschiedenis overziet, zou je moedeloos kunnen worden. Als je geen idealen meer hebt, moet je ophouden. We blijven de overheid overladen met berichten uit het veld. We hopen op vragen in de Tweede Kamer. Er moet wat veranderen. Daarvoor is de zaak te belangrijk. We houden er niet van mensen angst in te boezemen voor hart- en vaatziekten. Voorop moet het plezier en het bewegen blijven staan. Maar daarbij kun je niet langs de gevolgen van het niet- bewegen. De talloze negatieve gevolgen die ook in de sportbeoefening zichtbaar zijn. Kijk eens naar het aantal blessures, die en dat is aangetoond vooral door klungeligheid ontstaan. Door motorisch onvermogen en een slechte conditie”. „Wat wij graag willen, is een kind het plezier in het bewegen te laten ervaren, zodat ze zich veelzijdig, lichamelijk (en daardoor ook geestelijk) kan ontplooien en daarvan kan genieten”, besluit Fieke Ververgaert. Het niet langer gekooide kind dus... ig rs ding er - knikkeren? Ongelooflijk maar waar. We leven in een land waarin honden meer mogen dan kinderen. De hondedrollen op de toch al schaarse trapveldjes. De grasvelden, waar gesport, gespeeld en waarop ook lichamelijke opvoeding gegeven wordt. De hondedrollen en de glasscherven maken het vaak onmogelijk. Dan de heilige auto. Niet alleen de meters grond waarop geparkeerd wordt zijn taboe voor de kinderen, maar ook de meters er omheen. Stel je eens voor dat ze bij het stoeien of ballen die auto aanraken”. Gekooide kinderen. Fieke Ververgaert kan er talrijke voorbeelden van geven. Zeker ook op het gebied van de lichamelijke opvoeding, de gymlessen. „Voor de mens-in-wording is de baarmoeder als het ware de eerste gymnastiekzaal”, zei twee jaar geleden A. de Froe in een rede voor de leraren lichamelijke opvoeding. Eenmaal op de wereld gezet, blijkt er een angstwekkend tekort aan accommodaties waar het fijn bewegen is. „Daar zitten we eigenlijk bij de kern. De lichamelijke opvoeders moeten staan voor het laten ervaren van het plezier van het bewegen. En geloof me, de jeugd wil best bewegen. Kijk maar naar de discotheken. Natuurlijk weet ik best dat het klimaat daar niet ideaal is en dat het vaak rookholen zijn, maar als je de jeugd daar bezig ziet, kun je niet zeggen dat ze het bewegen haten. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat het dansen een stokpaardje van me is. Ik houd van de dansende mens en zie gymlessen met een bandrecorder met muziek heel goed zitten. Maar nogmaals dat is heel erg persoonlijk”, aldus Fieke Ververgaert. „Waar het vooral om gaat, is de „Voetballers moeten weten dat Cor ver anders fluit dan Keizer. En Mulder anders dan Thomas. En Thomas anders, ,pak weg geler, dan Corver. Maar voet ballers mogen ook eisen dat Corver al tijd Corver is, dat Mulder altijd Mulder is en dat Thomas altijd even geel fluit. Dan namelijk is er sprake van individu ele eenheid". Waar schuilt de fout in deze redene ring? De gele kaarten zijn in het begin van deze competitie zo veelvuldig te voorschijn gehaald omdat de richtlij- Joop Niezen vreest dat de scheids rechters, door een eenheidsoptreden bij het bestraffen met gele en rode kaarten van overtredingen, hun eigen gezicht verliezen. Hij wil geen eenvormigheid, hij verwacht niet van iedere scheids rechter een identiek optreden, zoals hij van een filmcriticus ook niet verwacht dat deze steevast exact hetzelfde oor deel velt als zijn collega-filmcritici. Ik citeer: De vergelijking met een filmcriticus gaat natuurlijk niet op. Die zegt of hij een film mooi vindt of niet, of hij om te lachen is of om te huilen, en hij laat het dan meestal aan de lezer over of deze erheen wil gaan of niet. De scheidsrech ter hanteert niet zijn fluitje al naar gelang hij de through-pass fraai vindt, of integendeel slordig, of nogal stom. als het buitenspel staan. Buitenspel is buitenspel. En neerleggen zonder een duidelijke poging de bal te spelen is neerleggen. Bij buitenspel is het ook niet zo. dat de ene scheidsrechter een oogje dichtknijpt en toch voor buiten spel fluit alhoewel de bal uit een ingooi de buitenspel staande speler bereikte, terwijl de andere scheidsrechter niet voor buitenspel fluit als de aanvaller maar een ietsepietsie van een half me- tertje buitenspel staat. Begrijpelijk is die laatste opmerking van Fieke Ververgaert want zij is o.a. docente bewegingsonderwijs, een in ons land braakliggend terrein van enorme omvang. Onderzoeken hebben dat allang aangetoond. Zo bij bedrijfskeuringen gebleken -dat bijna de helft van de jeugd tSssen 15 en 19 jaar lichamelijke afwijkingen, vooral leidend tot rugklachten, vertoont. Algemeen bekend is ook de slechte conditie van de militaire recruut. Ach, er ligt cijfermateriaal voldoende, maar blijkbaar maakt het allemaal te weinig indruk. Fieke Ververgaert gooit het dan ook over een andere boeg. De praatgrage Utrechtse noemt nauwelijks cijfermateriaal, maar legt het accent op de praktijk van alle dag. Naar buiten kijkend, constateert ze met voldoening een vrij breed trottoir voor haar huis. „Plezierig voor de kinderen als de automobilisten er zich tenminste aan houden hun wagen voor het trottoir te parkeren en niet er schuin op, zoals je vaak ziet. Ja, dan gaan de kinderen op die wagens spelen, maar wiens schuld is het dan?” 156/ neerleggen nu een andere, nieuwe sta tus heeft gekregen, zoals plunderen tij dens een noodtoestand zwaarder be straft wordt dan diefstal met inbraak tijdens een normale periode. Dat komt wel op hetzelfde neer, maar vanuit Zeist is, mede op aandrang van de sportjournalistiek, de noodtoestand uitgeroepen, en de rechters bestraffen dientengevolge dezelfde overtredingen nu zwaarder dan voorheen. Zo eenvou dig ligt dat. Zulke overtredingen waren welis waar niet juist, maar ze waren nu een maal een uitvloeisel van de vastbera den wijze waarop de tegenstander tege moet moest worden getreden. Scherpe mandekking. Storen. De tegenstander niet aan de bal laten komen. Je visite kaartje afgeven. Dat waren allemaal dingen die onlosmakelijk verbonden le ken te zijn met het Nederlandse totaal- Toch is ook bij het beoordelen van buitenspel de mogelijkheid aanwezig je eigen stijl als scheidsrechter te handha ven. Er moet nog altijd sprake zijn van HINDERLIJK buitenspel, en de ene scheidsrechter beoordeelt het ALTIJD als hinderlijk als een speler in de buurt van het doel buitenspel op de grond ligt, terwijl de andere scheidsrechter te recht redeneert dat de aandacht van de verdedigers helemaal niet gericht was op die liggende speler, maar op die andere speler aan de andere kant die bezig was zijn wreef tegen de bal te zetten en op het doel te knallen. Zo zullen er ook bij het neerleggen van de tegenstander ongetwijfeld verschillen de interpretaties voor de scheidsrechter overblijven, al naar gelang hun aard. De een zal alleen een vrije trap geven, de andere daarnaast ook nog een gele kaart. Maar dat neemt niet weg dat het In Voetbal International spreekt Joop Niezen deze week de vrees uit dat onze arbiters in het betaalde voetbal binnen afzienbare tijd ’hun opgelegd gedrag inruilen tegen hun methode van de afgelopen seizoenen’. Wat is het pro bleem? Niezen schrijft: „In deze van gele en rode kaarten vergeven competi tie zie ik Corver een bekeuring uitdelen die hij vorig seizoen had laten passeren. Dat is typisch, want Corver is onze beste man. Zijn handelen doet op z’n minst vermoeden dat hij een opgelegd lesje opzegt, door Zeist bedacht en, hoop ik, contre coeur. Hoe lang houdt Corver dat vol? Wanneer begint kaar- tenkampioen Mulder te schipperen?” Maar nu is vanuit Zeist, overigens in nauw overleg met de scheidsrechters zelf, de oekaze gekomen dat het 'neer leggen’, de aanslag op de achillespees, net zo’n soort overtreding is geworden voetbal. Scheidsrechters gaan daar dan geleidelijk in mee, ze gaan nuanceren, de ene overtreding van achteren is de andere niet, de pingelende aanvaller lokte het zelf ook wel ’n beetje uit, en bovendien, die verdediger kon op dat moment weinig anders doen dan aan de noodrem trekken, en zo redeneerden de scheidsrechters zich van vrije schop tot gele kaart of voordeelregel. De een ging daar verder in mee dan de ander, en dat maakte weer dat Keizer anders floot dan Mulder, en Mulder anders dan Corver. Hij ziet er meer op toe dat er niet gerookt wordt in de zaal, dat de projec tie goed is, dat niemand op een duurde re rang gaat zitten, en dat er geen stukken uit de film zijn gehaald omdat de ouvreuse eerder naar huis wil. Je moet niet de scheidsrechter met de film criticus vergelijken, maar de sportjour nalist. Van mij mogen alle scheidsrech ters identiek optreden, net als de doel palen. V J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 33