Imponerend en boeiend spel bij Skye Carman Actievoerster Eva Bouman: Belang wordt thans gebagatelliseerd Workshops gaan krachten bundelen Raad blijft bij Jordaanfestival preadvies r jazzsubsidie I I I I Joop Rubens toont kwetsbare tekeningen in Galerie Klein Zehava Gal muzikaal en technische indrukwekkend Centrum op Stad-radio K fy 5 o Amsterdam houdt vast aan tijdige bouw „Stopera” 1980 VRIJDAG 12 SEPTEMBER Glazen objecten van Mieke Groot en Richard Meitner 1,-). - vi 19 KUNST Recital biedt close-up muzikaal profiel concertmeester NPO ;n Glasobjecten door John Oomkes 4 1. ALWIN BAR GEMMA COEBERGH Hoogstandjes op het technische vlak it 53 >74 Skye Carman koos voor het laatste, hetgeen in meer dan een opzicht een ge lukkige keus is geweest. Want een recital geeft de meest complete close-up van de muzikale persoonlijkheid omdat hier veel meer facetten naar voren kunnen komen (of kunnen schitteren door afwezigheid) dan in de andere genoemde mogelijkheid: een solowerk rret orkest. HAARLEM. Skye Carman is voor het Haarlemse publiek peen onbekende. Sinds zij Jan Hesmerg als concertmeester van het Noordhollans Philharmonisch orkest is opgevold heeft men haar in die functie al zeer herhaaldelijk meegemaakt. Maar dat is te beschouwen als een kennismaking uit de verte, een muzikaal profiel in grote lijnen dat op die manier geen details kan presenteren. Er zijn dan twee mogelijkheden om dit muzikaal profiel nauwkeuriger te schetsen: óf een optreden als solist met het betreffende orkest, óf een recital met pianobegeleiding. (Van onze kunstredactie) DEN HAAG. In een open reactie aan Hans Dulfer, Loek Dikker, Theo Loeven- die en de Gijs Hendriks Band, de voor naamste kritikasters van een onder ver antwoordelijkheid van de Raad voor de Kunst uitgebracht preadvies over de jazzsubsidie in 1980, laat de Raad weten onverkort achter het advies te staan. Slechts op een aantal ondergeschikte punten wordt gas teruggenomen. Excu ses worden aangeboden voor het feit dat betrokkenen het advies uit kranten moes ten vernemen. maar de figuur van de edele prins is ook inderdaad wel een beetje saai. Het leven is vaak wel boeiender als er' iets aan ontbreekt. Dan had Dandini, de knecht van de prins, het gemakkelijker. Stuart Harling wist deze wervelende ko mediantenfiguur ongelooflijk knap neer te zetten, en ook vocaal kon hij in de meeste gevallen overtuigen. Zijn pendant niet. Ik neem hen dat niet kwalijk, ze komen voor hun eigen broodje op.” Eva Bouman geeft voorbeelden uit de praktijk waaruit blijkt hoe nijpend, maar tegelijk verdoezelend de situatie thans is. „De drempel voor workshops is nog laag, maar dat komt omdat docenten als Her man de Wit, Nedly Elstak en Arnold Dooyeweerd óf mei niets óf met geringe vergoedingen genoegen nemen. Dat is een slechte zaak. D’r hoeft maar dit te gebeu ren of weer een workshop valt eraf.” De musicologe, die een groot deel van het jaar op reis is met de Amerikaanse vrouwentheatergroep Spiderwoman, maakt zelf nog steeds deel uit van De Oktopedians. „Ik ben nu aan mijn zesde instrument toe. Ik ben begonnen met fluit, (Van onze kunstredactie) AMSTERDAM. Amsterdam maakt haast met de plannen voor de bouw van een nieuw stadhuis in com binatie met een muziektheater op het Waterlooplein. Wethouder Walter Etty heeft gisteravond op een informatiea vond rond de architectonische kanten van de „Stopera” gezegd dat het ge meentebestuur van de hoofdstad vast wil houden aan de tijdsplanning van het gebouw, dat in 1985 opgeleverd moet worden. Glasobject van Mieke Groot moet het allemaal zelf maar verzinnen. Rubens laat het werk voor zichzelf spre ken, reden waarom hij zijn tekeningen geen titel geeft. Argeloos dacht ik dat de aanduidingen op de prijskaartjës (TR/ZW 80 en dergelijke) betrekking hadden op de geometrische formule van het lijnenspel, maar bij navraag bleken dit privé-code- ringen van de kunstenaar te zijn, bedoeld om later het ontstaansmoment van de kunstwerken te kunnen achterhalen. Helaas leent het werk zich slecht voor reproductie in de krant. Alle nuancering zou hier wegvallen. Maar ik kan mij voor stellen, dat het voor een aantal lezers de moeite en het geduld waard is (het werk is niet zo heel gemakkelijk toegankelijk) om zich door deze tekeningen van Joop Ru bens enige „promises in the dark” te laten toefluisteren. In Galerie Klein staan deze maand ver der nog glasobjecten opgesteld van Mieke Groot en Richard Meitner, niet alleen le venspartners, maar ook bij de glasoven nauw samenwerkend. Het komt niet zo heel vaak voor dat er glas geëxposeerd wordt, en van deze gelegenheid maak ik graag gebruik om in druk mijn nood te klagen over de teloorgang van een der favoriete musea uit mijn jeugd: Het Natio naal Glasmuseum in Leerdam. Als kleine broekeman heb ik daar in dat majestueu ze herenhuis aan de Linge menig uurtje in stille betovering doorgebracht bij de schatten die in dat kleine museum zo veilig waren weggeborgen. Veilig? Was het maar waar! De afgelopen winter ben ik er nog eens teruggeweest. A la recher che du temps perdu, zullen we maar zeg gen. Het werd me werkelijk droef te moe de, toen ik bemerkte hoe de verslonzing de collectie in zijn greep heeft. Wat eens liefdevol gekoesterd werd door de bejaar de dichter Karei Wasch, conservator van het Museum, dreigt, als we niet oppassen, te veranderen in één grote hoop scherven. Topstuk uit de verzameling was eertijds interpretatie. In de jazz- en ook de popmu ziek niet.” „Hoewel mensen als Guus Janssen, die pianist was bij het workshoporkest De Boventoon, Maurice Hortshuis die bij Herman de Wit is begonnen, Arjen Gorter en Peter Bennink (bij Theo Loevendie) in hoog aanzien staan, wordt het belang van de workshops gebagatelliseerd. Works hops worden niet serieus genomen. Het wordt tijd dat ingezien wordt hoe ontzet tend belangrijk die workshops zijn. Aller eerst willen we met die actievergadering bereiken dat de c verheid geld beschik baar gaat stellen, zc dat de wc rkshc psitua- tie structureel kan worden aangepakt. Maar verder willen we dat de ontwikke ling van de workshops, die zichzelf heb ben gefinancierd tot nog toe, serieus wordt genomen.” Eva Bouman, die met enkele andere leden van het workshoporkest van Her man de Wit, de Oktopedians, de vergade ring heeft voorbereid, hoopt dat op de avond de eerste stap kan worden gezet voor een „overleg- en onderhandelingsli- chaam” voor de workshops in Nederland, waar naar schatting enkele duizenden aankomende muzikanten momenteel wor den opgeleid. „Het gaat erom de krachten te bundelen. De tijd is er nu rijp voor. We hopen eerst in eigen kring de zaak eens door te praten en dan tot een actiepro gramma te komen, een strategie uit te stippelen. De workshops moeten zelf voor hun toekomst opkomen, de BIM (Bond van Improviserende Musici) doet het niet, de commissie die voor de Raad voor de Kunst dat pre-advies heeft opgesteld ook B. en W. van Amsterdam willen de tijdsplanning met gebruikmaking van alle wettelijke mogelijkheden realise ren, met inbegrip van een eventueel gebruik van de zogenaamde artikel 19- procedure. Hoewel het gemeentebe stuur thans nog niet het moment daar toe gekomen acht. Bij een dergelijke handelwijze hoeft B. en W. de behande ling van de vele bezwaren die tegen de bouw van de „Stopera” bij de Raad van State zijn ingediend, niet af te wachten. Begin 1981 wordt in overeen stemming met de beslissing van het gemeentebestuur het terrein op het Waterlooplein bouwrijp gemaakt. De Heemsteedse pianiste Ans Bouter assisteerde de violiste op bekwame en slagvaardige wijze. Als solowerk voor pia no presenteerde zij de driedelige Sonate van onze in 1971 overleden stadgenoot Jan Mul, een inventief en boeiend werk, bon dig en beknopt van vorm en aangenaam gevarieerd in harmonisch en melodisch opzicht. Al deze facetten werden door Ans Bouter in voortreffelijke samenhang naar voren gebracht. De Raad schrijft dat ten onrechte in het preadvies gesuggereerd is dat een speci fieke categorie musici in aanmerking zou moeten komen voor een subsidiëring op meerjarenbasis. Opgemerkt wordt dat twee adviserende leden, die zelf subsidie aanvragen hadden ingediend (Misha Men gelberg en Maarten van Regteren Altena) niet bij de behandeling van die aanvragen aanwezig zijn geweest. Alle adviseurs zou den onverkort aan het preadvies vast- houden. zich in zijn muziek. En als de gang van zaken een beetje langzamer gaat, dan worden meteen deze coloraturen te hulp geroepen om de activiteit er in te houden. Niet dat Rossini’s stijl daarom onna tuurlijk en niet meer levensvatbaar zou zijn, want daarvoor is zijn oeuvre te springlevend. Hij slaagt erin de muziek altijd boeiend te houden, ook als deze wel eens „rechtuit doorloopt”. Al met al zal het wel duidelijk zijn dat aan alle zangers bijzonder hoge eisen wor den gesteld en inderdaad geldt de Cene- rantola als een der zwaarste van Rossini’s werken. Het was dan ook werkelijk op merkelijk met welk een technisch gemak alle solisten deze moeilijkheden beheer sten. Wel moet ik zeggen dat de onaange naam doordringende stem van Vittorio Terranova als prins Ramiro mij absoluut niet kon bekoren, behalve in zijn bepaald zeer fraaie pianissimo. Ook als acteur maakte hij niet direct een levensechte indruk (al die stereotype handgebaren), Skye Carrran Air erikaanse van origi ne) is zeer degelijk opgeleid, onder rreer aan het Curtis Institute in Philadelphia en aan de beroemde Juilliard School in New York bij Ivan Galamian. Nadat zij zich blijvend in Nederland had gevestigd speelde zij in het Nederlands Strijkers Ensemble en het Nederlands Ballet Or kest, en zoals gezegd volgde zij (per 1 januari 1980) Jan Hesmerg op aan de concertmeesterslessenaar bij het NPO. Haar spel presenteert die degelijke scho ling en ruime ervaring onmiddellijk. Zij blijft steeds intensief in contact met haar instrument en gaat technische voetangels en klemmen met duidelijke zekerheid te lijf. Maar daarbij bezit zij ook het gevoel voor de muzikale essentie dat onontbeer lijk is voor een niet alleen imponerende, maar ook boeiende vertolking. Voor Mozarts Sonate in C KV 296 bleek zij de vereiste fijnzinnigheid te bezitten, hetgeen tot uiting kwam in de elegante hoekdelen (allegro vivace en rondo), maai vooral in de intimiteit van het prachtige andante sostenuto, dat zeer genuanceerd werd aangepakt. (Van onze kunstredactie) AMSTERDAM. Het Jordaan Kabaret opent haar theaterseizoen traditiegetrouw met een serie voorstellingen in het kader van het Jordaan Festival 1980 dat van 12 tot 21 september plaats heeft. Dagelijks zal het cabaret de nieuwe pro- duktie De Parels van de Jordaan opvoe ren in het gebouw De Palm aan de Palm straat in het Amsterdamse Jordaan-kwar- tier. De produktie, onder regie van Paula Dennis, omvat sketches, meezingers en humor geschreven en bedacht door men sen als Tante Alie, Bolle Mien, Ko Droppe, Jan Kaktus, Ko de Vrouwenjager, de Van Dammetjes en Ome Henk de Orgel draaier. De voorstellingen beginnen om 20 en 21.30 uur. Kaartverkoop bij de Cisca in Amsterdam en VW-kantoren. Verder in het kader van het Jordaanfes tival is een drumbandfestival op 14, 20 en 21 september op de Noordermarkt, diver se spelen op de Lindengracht en concer ten op een podium eveneens op de Linden gracht. Opera La Cenerentola van Rossini. Muzikale leiding Diego Massin. Regie Colin Graham. Decor en kostuums Ro ger Butler. Solisten Zehava Gal, Vit torio Terranova, Stuart Harling, Henk Smit, Thea van der Putten, Lu cia Meeuwsen, Lieuwe Visser. Radio Kamerorkest. Nederlands Operakoor o.l.v. koordirigent Siebe Reidstra. Pre mière 11 september 1980, Stads schouwburg Amsterdam. Tuinzaalconcert door Skye Car man, viool en Ans Bouter, piano. Pro gramma: Mozart, Ysaye, Debussy, Mul, Franck. Concertgebouw Haar lem, 11 september 1980. is eigenlijk de domme Don Magnifico, die muzikaal en qua actie magistraal werd vertolkt door Henk Smit. En zijn beide dochters kregen al even indrukwekkend gestalte bij Thea van der Putten en Lucia Meeuwsen. De valsigheid sloeg eraf, zowel bij hun dingen naar de prins als in het maltraiteren van Assepoester. De filosoof Alidoro kwam volledig op het toneel tot zijn recht, zowel in de weer gave van Lieuwe Visser (niet zo’n dankba re; maar wel een erg moeilijke partij), als ook in het door hem te voorschijn getover de onweer. Zeer fantasierlijk was het wat de regie daarvan gemaakt had, en even interessant waren de uiterst spaarzame decors, waarvan de mogelijkheden tot het uiterste benut werden. Tot slot moet mog het orkest vermeld worden, dat een gave begeleiding leverde. Het was een betere akoestiek dan die van de Stadsschouwburg in Amsterdam waard. werden in Eugène Ysaye’s Sonate no 2 voor vioolsolo (een compositie waarin veelvuldig en soms koketterend wordt „geworsteld” met Bach en met de dood: Dies Irae) met gemak verricht. Souplesse, luciditeit en transparante toonvorming, een must voor Debussy’s Sonate in g wa ren ook ruim voldoende aanwezig. Maar de vonk sloeg echt goed en wel over in de Sonate van Franck, een werk waarin de lange muzikale spanningsbogen zo gauw futloos in elkaar kunnen zakken. Skye Carman slaagde er echter in, van het begin tot het eind, de grootste architec tuur in evenwicht te houden met een gloedvolle muzikale expressie. 1 AMSTERDAM. „Het zou goed zijn als er een netwerk van workshops werd opgezet, waarbij de financiële drempels voor deelnemers afwezig of anders zeer laag zouden zijn. We moeten op vrij korte termijn toch naar een situatie dat een docent op een redelijke vergoeding kan rekenen. Dat er middelen vrijkomen. Een instrumentenfonds wordt opgezet. Verder is er aan repetitieruimten een groot gebrek. AMSTERDAM. Als er nog enige rechtvaardigheid in de wereld be staat, kan toch niets een grootse car rière van de Israëlische mezzosop raan Zehava Gal in de weg staan. Wat zij als Cenerentola (Assepoester) presteèrde, zowel in muzikaal opzicht (welk een innigheid van uitdrukking!) als ook op technisch vlak, was ont zagwekkend. De onmenselijk moeilij ke coloraturen in de finale zingt zij met het grootste gemak, en met alle nuances die maar denkbaar zijn. Geen wonder, dat deze aan de Juil- lard School of Music opgeleide kun stenares eerste prijzen in Parijs en München veroverd heeft. Nu zijn de coloraturen in het hele werk niet van de lucht, want als er één factor is, die bij Rossini alles beheerst, dan is het wel: tempo. Het duizelingwekkende tem po waarin hij componeerde weerspiegelt Heel wat minder luidruchtig is Galerie Klein aan zijn zesde seizoen begonnen. De luxaflex is zelfs half geloken om de kwets bare tekeningen van Joop Rubens te be schermen tegen een ongelijke strijd met het felle buitenlicht. De serie tekeningen die Rubens (geb. 1941) speciaal voor deze tentoonstelling maakte, herbergen inder daad een dermate subtiel spel van licht en (vooral) donker, dat elke lichtval van bui tenaf de voorstelling niet alleen in een „vals daglicht” zou stellen, maar zelfs geheel zou overdonderen. Omdat de teke ningen achter glas zijn opgehangen, heb je als toeschouwer toch al moeite om de eigen reflectie weg te cijferen. Voor wie het hemd nader is dan de rok zal de vraag „hoe zit m’n haar?” allicht van meer be lang zijn dan nou eens uit te pluizen wat zich precies afspeelt op een velletje papier van 22 bij 22 centimeter. Joop Rubens begint zijn tekeningen met het aanbrengen van grijze arceringen, die zich op sommige plaatsen tot zwart ver dikken. Op deze donkere achtergrond wordt de eigenlijke voorstelling aange bracht: lijnen die elkaar doorsnijden, of juist eikaars doorgang belemmeren. In de constructie, die aldus in de zwarte ruimte komt te zweven, worden bepaalde lang- werpige vlakken met wit „opgehoogd”. Op deze wijze creëert Rubens een myste rieuze atmosfeer, die associaties oproept 7 aan, ja, aan wat eigenlijk? Door zijn con- - sequent volgehouden abstractie kan de toeschouwer eigenlijk alle kanten op: Me- talen buizen op een schaars verlicht bouwterrein bij nieuwe maan, kierende planken op een rommelzolder, de presen- tatieruimte van een sportprogramma in het tijdperk van de satelliettelevisie, men het wijnglas van Cyrano de Bergerac, inderdaad, zó geblazen dat 's mans neus er integraal in paste. Ik heb het niet meer terug kunnen vinden. Gevreesd moet wor den dat er in de loop der jaren nog wel meer uit het museum „verdwenen” is. Het navrante aan deze zaak is dat het hier een particuliere instelling betreft, het mu seum is immers eigendom van de glasfa briek. Als er bij een dergelijke fabriek niet een paar mensen rondlopen met hart voor de verzameling, dreigt de conservatie tot sluitpost op de begroting te (ver)worden, met alle rampzalige gevolgen van dien. Hoewel zand de primaire grondstof is bij de glasfabrikage, hoop ik met deze nood kreet geen roepende in de woestijn te zijn: redt het Glasmuseum! Maar nu snel terug naar het werk van Mieke Groot en Richard Meitner. Hun glazen objecten (vazen, schalen, stopfles sen, etc.) worden in een aantal fasen ge maakt. Op de basisvorm worden patronen aangebracht met gekleurd glaspoeder, waar overheen bladzilver wordt gelegd. Hierover komt weer een laag transparant glas, waarna het object zijn uiteindelijke vorm moet krijgen. In deze slotfase cra- queleert het zilver, zodat grilTge, abstrac te voorstellingen ontstaan. Een andere manier van werken is om met staafjes gekleurd glas op de oervorm te „tekenen”. Ook is het mogelijk om bepaalde strakke patronen in het object te zandstralen. Op deze expositie wordt een aardig inzicht geboden in de vele mogelijkheden die glasbewerking in zich heeft. Het lijkt me dat het vormgevoel van Meitner een wat definitiever gestalte heeft gevonden dan dat van zijn vriendin. Waar weer tegen over staat dat Mieke Groot een aantal presse-papiers laat zien die er zijn mogen. De kern van deze massieve glazen bollen bestaat uit gekleurd glas met zilver, tot een soort van oerlandschap gevormd. Een leuk alternatief voor die mensen, die een beetje uitgekeken zijn op dat in glas ge vangen zeepaardje op hun bureau. ARTHUR BELMON Galerie Klein, Krocht, Haarlem. Teke ningen van Joop Rubens; glas van Mieke Groot en Richard Meitner. Tot eind sep tember. HAARLEM. De watersporters in het haventje van Spaarndam zitten in de nazomerzon nog nietsvermoedend kruis woordraadsels in te vullen. Op de golven aan het strand van Zandvoort demon streren windsurfers de vorderingen die ze dit jaar gemaakt hebben. Op de golf baan, ongeveer ter hoogte van het veer tiende hole, wist een jonge manager met een groen Lacoste-shirtje het zweet van zijn voorhoofd. Ook het ploegje wielrij ders, dat met snorrende bandjes richting Kraantje Lek koerst, heeft nog niets in de gaten. En hoe kunnen ze ook: Zolang de zon schijnt is „pluk de dag” een devies waarvoor men zich niet behoeft te exuse- ren. Maar de kalender stelt zijn eigen, straffe wetten, en september is niet al leen de maand waarin we voor half geld naar Artis kunnen, het is ook de maand waarin het kunstseizoen officieel van start gaat! Het komende weekend wordt het publiek op de Uit Thuis-markt in Amsterdam een voorproefje gegund van wat er deze winter in de theaters te genieten valt: schetterende fanfarekorp sen en een colonne pendelbussen worden voor deze gelegenheid ingezet om de ma nifestatie luister bij te zetten. Eva Bouwman, een 37-jarige Amster damse musicologe, sopraansaxofoniste en schrijfster van het boek Workshops, Op komst en Ontwikkeling, heeft geen moeite om de achterstandsituatie van de huidige educatiepraktijk in de geïmproviseerde muziek op een rijtje te zetten. Zij is met enkele andere betrokkenen initiatief neemster van een actievergadering, die op maandagavond 22 september (aanvang 20.30 uur) in het BIM-huis zal plaats hebben. Workshops zijn in een definitie van Eva „open leer- en werksituaties”, maar derge lijke omschrijvingen zeggen de leek mis schien niet zoveel. „Vast staat dat een groot deel van de huidige muzikantenge neratie in de jazzhoek, tegenwoordig zeg gen we liever geïmproviseerde muziek, zijn vorming aan dergelijke opleidings mogelijkheden heeft te danken. Je kunt wel tegenwoordig in Rotterdam, en nu ook in Amsterdam, de afdeling lichte mu ziek bezoeken, maar de drempel voor een dergelijke, opleiding is te hoog. Een grote technische bagage, instrumentbeheersing is vereist. Er is een leeftijdsgrens.” „In workshopsituaties kan de benodig de elasticiteit worden opgebracht die no dig is om de improviserende musicus te helpen vormen. Dat is nodig omdat elke deelnemer een ander niveau heeft qua kennis en ontwikkeling. Een jazzmuzikant is per definitie een individualist, met een eigen inbreng, met eigen muziek. In de klassieke muziek ligt de over te brengen I kennis veel meer vast, gaat het om de daarna trompet, sax, piano en piccolo. Nu drum ik. Zo’n instrument kan je in een workshopsituatie samen met anderen le ren bespelen, zonder dat je hoeft te beslis sen of je ook beroepsmuzikant wil worden.” „De mentaliteit die thans in de work shop heerst is prima, inspirerend. Vroeger had je jongens, die allemaal Charlie Par- ker wilden worden. Thans is het een heel gemengd gezelschap, oud, jong, man, vrouw. Dat is een heel werkzame zaak. Wij treden ook op met De Oktopedians. Rijp en groen door elkaar. Inspirerend voor het publiek. Zoiets verkleint de af stand tussen het volk op het podium en het volk in de zaal. Mensen grijpen daar door sneller naar een instrument om zelf te beginnen.” La Cenerentola springlevend Henk Smit en Zehava Gal in hun hoofdrollen in La Cenerentola van Rossini (foto Jaap Pieper). r Eva Bouman: ..Workshops moeten serieus genomen worden (foto Lex van Rossen) AMSTERDAM (ANP). Stad/Radio Amsterdam gaat in samenwerking met toneelgroep Centrum tien toneelstukken in radiobewerking uitzenden. De uitzen dingen zijn iedere eerste zondag van de maand, steeds tussen 17 en 18 uur. Het eerste toneelstuk wordt op 5 oktober uit gezonden. Elke uitzending wordt steeds voorafgegaan door vraaggesprekken met schrijvers, acteurs en regisseurs. Voor het radiotheater wordt een keus gemaakt uit oorspronkelijke stukken van Nederlandse auteurs die Centrum op het repertoire heeft staan of zal nemen, aldus een mededeling van de toneelgroep. Ge lijk met het radiotheaterexperiment zal de Amsterdamse omroep de toneelgroep een jaar lang volgen en de luisteraars infor meren over de handel en wandel van het gezelschap. .s.ï« V,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 19