Imponerend en boeiend
spel bij Skye Carman
Actievoerster Eva Bouman:
Belang wordt thans gebagatelliseerd
Workshops gaan krachten bundelen
Raad blijft bij
Jordaanfestival
preadvies
r
jazzsubsidie
I
I
I
I
Joop Rubens toont kwetsbare
tekeningen in Galerie Klein
Zehava Gal muzikaal en technische indrukwekkend
Centrum op
Stad-radio
K
fy
5
o
Amsterdam houdt
vast aan tijdige
bouw „Stopera”
1980
VRIJDAG 12 SEPTEMBER
Glazen objecten van Mieke Groot en
Richard Meitner
1,-).
- vi
19
KUNST
Recital biedt close-up muzikaal profiel concertmeester NPO
;n
Glasobjecten
door John Oomkes
4
1.
ALWIN BAR
GEMMA COEBERGH
Hoogstandjes op het technische vlak
it 53
>74
Skye Carman koos voor het laatste,
hetgeen in meer dan een opzicht een ge
lukkige keus is geweest. Want een recital
geeft de meest complete close-up van de
muzikale persoonlijkheid omdat hier veel
meer facetten naar voren kunnen komen
(of kunnen schitteren door afwezigheid)
dan in de andere genoemde mogelijkheid:
een solowerk rret orkest.
HAARLEM. Skye Carman is voor het Haarlemse publiek peen onbekende. Sinds
zij Jan Hesmerg als concertmeester van het Noordhollans Philharmonisch orkest is
opgevold heeft men haar in die functie al zeer herhaaldelijk meegemaakt. Maar dat is
te beschouwen als een kennismaking uit de verte, een muzikaal profiel in grote lijnen
dat op die manier geen details kan presenteren. Er zijn dan twee mogelijkheden om
dit muzikaal profiel nauwkeuriger te schetsen: óf een optreden als solist met het
betreffende orkest, óf een recital met pianobegeleiding.
(Van onze kunstredactie)
DEN HAAG. In een open reactie aan
Hans Dulfer, Loek Dikker, Theo Loeven-
die en de Gijs Hendriks Band, de voor
naamste kritikasters van een onder ver
antwoordelijkheid van de Raad voor de
Kunst uitgebracht preadvies over de
jazzsubsidie in 1980, laat de Raad weten
onverkort achter het advies te staan.
Slechts op een aantal ondergeschikte
punten wordt gas teruggenomen. Excu
ses worden aangeboden voor het feit dat
betrokkenen het advies uit kranten moes
ten vernemen.
maar de figuur van de edele prins is ook
inderdaad wel een beetje saai.
Het leven is vaak wel boeiender als er'
iets aan ontbreekt. Dan had Dandini, de
knecht van de prins, het gemakkelijker.
Stuart Harling wist deze wervelende ko
mediantenfiguur ongelooflijk knap neer
te zetten, en ook vocaal kon hij in de
meeste gevallen overtuigen. Zijn pendant
niet. Ik neem hen dat niet kwalijk, ze
komen voor hun eigen broodje op.”
Eva Bouman geeft voorbeelden uit de
praktijk waaruit blijkt hoe nijpend, maar
tegelijk verdoezelend de situatie thans is.
„De drempel voor workshops is nog laag,
maar dat komt omdat docenten als Her
man de Wit, Nedly Elstak en Arnold
Dooyeweerd óf mei niets óf met geringe
vergoedingen genoegen nemen. Dat is een
slechte zaak. D’r hoeft maar dit te gebeu
ren of weer een workshop valt eraf.”
De musicologe, die een groot deel van
het jaar op reis is met de Amerikaanse
vrouwentheatergroep Spiderwoman,
maakt zelf nog steeds deel uit van De
Oktopedians. „Ik ben nu aan mijn zesde
instrument toe. Ik ben begonnen met fluit,
(Van onze kunstredactie)
AMSTERDAM. Amsterdam
maakt haast met de plannen voor de
bouw van een nieuw stadhuis in com
binatie met een muziektheater op het
Waterlooplein. Wethouder Walter Etty
heeft gisteravond op een informatiea
vond rond de architectonische kanten
van de „Stopera” gezegd dat het ge
meentebestuur van de hoofdstad vast
wil houden aan de tijdsplanning van
het gebouw, dat in 1985 opgeleverd
moet worden.
Glasobject van Mieke Groot
moet het allemaal zelf maar verzinnen.
Rubens laat het werk voor zichzelf spre
ken, reden waarom hij zijn tekeningen
geen titel geeft. Argeloos dacht ik dat de
aanduidingen op de prijskaartjës (TR/ZW
80 en dergelijke) betrekking hadden op de
geometrische formule van het lijnenspel,
maar bij navraag bleken dit privé-code-
ringen van de kunstenaar te zijn, bedoeld
om later het ontstaansmoment van de
kunstwerken te kunnen achterhalen.
Helaas leent het werk zich slecht voor
reproductie in de krant. Alle nuancering
zou hier wegvallen. Maar ik kan mij voor
stellen, dat het voor een aantal lezers de
moeite en het geduld waard is (het werk is
niet zo heel gemakkelijk toegankelijk) om
zich door deze tekeningen van Joop Ru
bens enige „promises in the dark” te laten
toefluisteren.
In Galerie Klein staan deze maand ver
der nog glasobjecten opgesteld van Mieke
Groot en Richard Meitner, niet alleen le
venspartners, maar ook bij de glasoven
nauw samenwerkend. Het komt niet zo
heel vaak voor dat er glas geëxposeerd
wordt, en van deze gelegenheid maak ik
graag gebruik om in druk mijn nood te
klagen over de teloorgang van een der
favoriete musea uit mijn jeugd: Het Natio
naal Glasmuseum in Leerdam. Als kleine
broekeman heb ik daar in dat majestueu
ze herenhuis aan de Linge menig uurtje in
stille betovering doorgebracht bij de
schatten die in dat kleine museum zo
veilig waren weggeborgen. Veilig? Was
het maar waar! De afgelopen winter ben
ik er nog eens teruggeweest. A la recher
che du temps perdu, zullen we maar zeg
gen. Het werd me werkelijk droef te moe
de, toen ik bemerkte hoe de verslonzing de
collectie in zijn greep heeft. Wat eens
liefdevol gekoesterd werd door de bejaar
de dichter Karei Wasch, conservator van
het Museum, dreigt, als we niet oppassen,
te veranderen in één grote hoop scherven.
Topstuk uit de verzameling was eertijds
interpretatie. In de jazz- en ook de popmu
ziek niet.”
„Hoewel mensen als Guus Janssen, die
pianist was bij het workshoporkest De
Boventoon, Maurice Hortshuis die bij
Herman de Wit is begonnen, Arjen Gorter
en Peter Bennink (bij Theo Loevendie) in
hoog aanzien staan, wordt het belang van
de workshops gebagatelliseerd. Works
hops worden niet serieus genomen. Het
wordt tijd dat ingezien wordt hoe ontzet
tend belangrijk die workshops zijn. Aller
eerst willen we met die actievergadering
bereiken dat de c verheid geld beschik
baar gaat stellen, zc dat de wc rkshc psitua-
tie structureel kan worden aangepakt.
Maar verder willen we dat de ontwikke
ling van de workshops, die zichzelf heb
ben gefinancierd tot nog toe, serieus
wordt genomen.”
Eva Bouman, die met enkele andere
leden van het workshoporkest van Her
man de Wit, de Oktopedians, de vergade
ring heeft voorbereid, hoopt dat op de
avond de eerste stap kan worden gezet
voor een „overleg- en onderhandelingsli-
chaam” voor de workshops in Nederland,
waar naar schatting enkele duizenden
aankomende muzikanten momenteel wor
den opgeleid. „Het gaat erom de krachten
te bundelen. De tijd is er nu rijp voor. We
hopen eerst in eigen kring de zaak eens
door te praten en dan tot een actiepro
gramma te komen, een strategie uit te
stippelen. De workshops moeten zelf voor
hun toekomst opkomen, de BIM (Bond
van Improviserende Musici) doet het niet,
de commissie die voor de Raad voor de
Kunst dat pre-advies heeft opgesteld ook
B. en W. van Amsterdam willen de
tijdsplanning met gebruikmaking van
alle wettelijke mogelijkheden realise
ren, met inbegrip van een eventueel
gebruik van de zogenaamde artikel 19-
procedure. Hoewel het gemeentebe
stuur thans nog niet het moment daar
toe gekomen acht. Bij een dergelijke
handelwijze hoeft B. en W. de behande
ling van de vele bezwaren die tegen de
bouw van de „Stopera” bij de Raad
van State zijn ingediend, niet af te
wachten. Begin 1981 wordt in overeen
stemming met de beslissing van het
gemeentebestuur het terrein op het
Waterlooplein bouwrijp gemaakt.
De Heemsteedse pianiste Ans Bouter
assisteerde de violiste op bekwame en
slagvaardige wijze. Als solowerk voor pia
no presenteerde zij de driedelige Sonate
van onze in 1971 overleden stadgenoot Jan
Mul, een inventief en boeiend werk, bon
dig en beknopt van vorm en aangenaam
gevarieerd in harmonisch en melodisch
opzicht. Al deze facetten werden door Ans
Bouter in voortreffelijke samenhang naar
voren gebracht.
De Raad schrijft dat ten onrechte in het
preadvies gesuggereerd is dat een speci
fieke categorie musici in aanmerking zou
moeten komen voor een subsidiëring op
meerjarenbasis. Opgemerkt wordt dat
twee adviserende leden, die zelf subsidie
aanvragen hadden ingediend (Misha Men
gelberg en Maarten van Regteren Altena)
niet bij de behandeling van die aanvragen
aanwezig zijn geweest. Alle adviseurs zou
den onverkort aan het preadvies vast-
houden.
zich in zijn muziek. En als de gang van
zaken een beetje langzamer gaat, dan
worden meteen deze coloraturen te hulp
geroepen om de activiteit er in te houden.
Niet dat Rossini’s stijl daarom onna
tuurlijk en niet meer levensvatbaar zou
zijn, want daarvoor is zijn oeuvre te
springlevend. Hij slaagt erin de muziek
altijd boeiend te houden, ook als deze wel
eens „rechtuit doorloopt”.
Al met al zal het wel duidelijk zijn dat
aan alle zangers bijzonder hoge eisen wor
den gesteld en inderdaad geldt de Cene-
rantola als een der zwaarste van Rossini’s
werken. Het was dan ook werkelijk op
merkelijk met welk een technisch gemak
alle solisten deze moeilijkheden beheer
sten. Wel moet ik zeggen dat de onaange
naam doordringende stem van Vittorio
Terranova als prins Ramiro mij absoluut
niet kon bekoren, behalve in zijn bepaald
zeer fraaie pianissimo. Ook als acteur
maakte hij niet direct een levensechte
indruk (al die stereotype handgebaren),
Skye Carrran Air erikaanse van origi
ne) is zeer degelijk opgeleid, onder rreer
aan het Curtis Institute in Philadelphia en
aan de beroemde Juilliard School in New
York bij Ivan Galamian. Nadat zij zich
blijvend in Nederland had gevestigd
speelde zij in het Nederlands Strijkers
Ensemble en het Nederlands Ballet Or
kest, en zoals gezegd volgde zij (per 1
januari 1980) Jan Hesmerg op aan de
concertmeesterslessenaar bij het NPO.
Haar spel presenteert die degelijke scho
ling en ruime ervaring onmiddellijk. Zij
blijft steeds intensief in contact met haar
instrument en gaat technische voetangels
en klemmen met duidelijke zekerheid te
lijf. Maar daarbij bezit zij ook het gevoel
voor de muzikale essentie dat onontbeer
lijk is voor een niet alleen imponerende,
maar ook boeiende vertolking.
Voor Mozarts Sonate in C KV 296 bleek
zij de vereiste fijnzinnigheid te bezitten,
hetgeen tot uiting kwam in de elegante
hoekdelen (allegro vivace en rondo), maai
vooral in de intimiteit van het prachtige
andante sostenuto, dat zeer genuanceerd
werd aangepakt.
(Van onze kunstredactie)
AMSTERDAM. Het Jordaan Kabaret
opent haar theaterseizoen traditiegetrouw
met een serie voorstellingen in het kader
van het Jordaan Festival 1980 dat van 12
tot 21 september plaats heeft.
Dagelijks zal het cabaret de nieuwe pro-
duktie De Parels van de Jordaan opvoe
ren in het gebouw De Palm aan de Palm
straat in het Amsterdamse Jordaan-kwar-
tier. De produktie, onder regie van Paula
Dennis, omvat sketches, meezingers en
humor geschreven en bedacht door men
sen als Tante Alie, Bolle Mien, Ko Droppe,
Jan Kaktus, Ko de Vrouwenjager, de Van
Dammetjes en Ome Henk de Orgel
draaier.
De voorstellingen beginnen om 20 en
21.30 uur. Kaartverkoop bij de Cisca in
Amsterdam en VW-kantoren.
Verder in het kader van het Jordaanfes
tival is een drumbandfestival op 14, 20 en
21 september op de Noordermarkt, diver
se spelen op de Lindengracht en concer
ten op een podium eveneens op de Linden
gracht.
Opera La Cenerentola van Rossini.
Muzikale leiding Diego Massin. Regie
Colin Graham. Decor en kostuums Ro
ger Butler. Solisten Zehava Gal, Vit
torio Terranova, Stuart Harling,
Henk Smit, Thea van der Putten, Lu
cia Meeuwsen, Lieuwe Visser. Radio
Kamerorkest. Nederlands Operakoor
o.l.v. koordirigent Siebe Reidstra. Pre
mière 11 september 1980, Stads
schouwburg Amsterdam.
Tuinzaalconcert door Skye Car
man, viool en Ans Bouter, piano. Pro
gramma: Mozart, Ysaye, Debussy,
Mul, Franck. Concertgebouw Haar
lem, 11 september 1980.
is eigenlijk de domme Don Magnifico, die
muzikaal en qua actie magistraal werd
vertolkt door Henk Smit. En zijn beide
dochters kregen al even indrukwekkend
gestalte bij Thea van der Putten en Lucia
Meeuwsen. De valsigheid sloeg eraf, zowel
bij hun dingen naar de prins als in het
maltraiteren van Assepoester.
De filosoof Alidoro kwam volledig op
het toneel tot zijn recht, zowel in de weer
gave van Lieuwe Visser (niet zo’n dankba
re; maar wel een erg moeilijke partij), als
ook in het door hem te voorschijn getover
de onweer. Zeer fantasierlijk was het wat
de regie daarvan gemaakt had, en even
interessant waren de uiterst spaarzame
decors, waarvan de mogelijkheden tot het
uiterste benut werden.
Tot slot moet mog het orkest vermeld
worden, dat een gave begeleiding leverde.
Het was een betere akoestiek dan die van
de Stadsschouwburg in Amsterdam
waard.
werden in Eugène Ysaye’s Sonate no 2
voor vioolsolo (een compositie waarin
veelvuldig en soms koketterend wordt
„geworsteld” met Bach en met de dood:
Dies Irae) met gemak verricht. Souplesse,
luciditeit en transparante toonvorming,
een must voor Debussy’s Sonate in g wa
ren ook ruim voldoende aanwezig. Maar
de vonk sloeg echt goed en wel over in de
Sonate van Franck, een werk waarin de
lange muzikale spanningsbogen zo gauw
futloos in elkaar kunnen zakken. Skye
Carman slaagde er echter in, van het
begin tot het eind, de grootste architec
tuur in evenwicht te houden met een
gloedvolle muzikale expressie.
1
AMSTERDAM. „Het zou goed zijn als er een netwerk van workshops
werd opgezet, waarbij de financiële drempels voor deelnemers afwezig of
anders zeer laag zouden zijn. We moeten op vrij korte termijn toch naar een
situatie dat een docent op een redelijke vergoeding kan rekenen. Dat er
middelen vrijkomen. Een instrumentenfonds wordt opgezet. Verder is er aan
repetitieruimten een groot gebrek.
AMSTERDAM. Als er nog enige
rechtvaardigheid in de wereld be
staat, kan toch niets een grootse car
rière van de Israëlische mezzosop
raan Zehava Gal in de weg staan. Wat
zij als Cenerentola (Assepoester)
presteèrde, zowel in muzikaal opzicht
(welk een innigheid van uitdrukking!)
als ook op technisch vlak, was ont
zagwekkend. De onmenselijk moeilij
ke coloraturen in de finale zingt zij
met het grootste gemak, en met alle
nuances die maar denkbaar zijn.
Geen wonder, dat deze aan de Juil-
lard School of Music opgeleide kun
stenares eerste prijzen in Parijs en
München veroverd heeft.
Nu zijn de coloraturen in het hele werk
niet van de lucht, want als er één factor is,
die bij Rossini alles beheerst, dan is het
wel: tempo. Het duizelingwekkende tem
po waarin hij componeerde weerspiegelt
Heel wat minder luidruchtig is Galerie
Klein aan zijn zesde seizoen begonnen. De
luxaflex is zelfs half geloken om de kwets
bare tekeningen van Joop Rubens te be
schermen tegen een ongelijke strijd met
het felle buitenlicht. De serie tekeningen
die Rubens (geb. 1941) speciaal voor deze
tentoonstelling maakte, herbergen inder
daad een dermate subtiel spel van licht en
(vooral) donker, dat elke lichtval van bui
tenaf de voorstelling niet alleen in een
„vals daglicht” zou stellen, maar zelfs
geheel zou overdonderen. Omdat de teke
ningen achter glas zijn opgehangen, heb
je als toeschouwer toch al moeite om de
eigen reflectie weg te cijferen. Voor wie
het hemd nader is dan de rok zal de vraag
„hoe zit m’n haar?” allicht van meer be
lang zijn dan nou eens uit te pluizen wat
zich precies afspeelt op een velletje papier
van 22 bij 22 centimeter.
Joop Rubens begint zijn tekeningen met
het aanbrengen van grijze arceringen, die
zich op sommige plaatsen tot zwart ver
dikken. Op deze donkere achtergrond
wordt de eigenlijke voorstelling aange
bracht: lijnen die elkaar doorsnijden, of
juist eikaars doorgang belemmeren. In de
constructie, die aldus in de zwarte ruimte
komt te zweven, worden bepaalde lang-
werpige vlakken met wit „opgehoogd”.
Op deze wijze creëert Rubens een myste
rieuze atmosfeer, die associaties oproept
7 aan, ja, aan wat eigenlijk? Door zijn con-
- sequent volgehouden abstractie kan de
toeschouwer eigenlijk alle kanten op: Me-
talen buizen op een schaars verlicht
bouwterrein bij nieuwe maan, kierende
planken op een rommelzolder, de presen-
tatieruimte van een sportprogramma in
het tijdperk van de satelliettelevisie, men
het wijnglas van Cyrano de Bergerac,
inderdaad, zó geblazen dat 's mans neus
er integraal in paste. Ik heb het niet meer
terug kunnen vinden. Gevreesd moet wor
den dat er in de loop der jaren nog wel
meer uit het museum „verdwenen” is. Het
navrante aan deze zaak is dat het hier een
particuliere instelling betreft, het mu
seum is immers eigendom van de glasfa
briek. Als er bij een dergelijke fabriek niet
een paar mensen rondlopen met hart voor
de verzameling, dreigt de conservatie tot
sluitpost op de begroting te (ver)worden,
met alle rampzalige gevolgen van dien.
Hoewel zand de primaire grondstof is bij
de glasfabrikage, hoop ik met deze nood
kreet geen roepende in de woestijn te zijn:
redt het Glasmuseum!
Maar nu snel terug naar het werk van
Mieke Groot en Richard Meitner. Hun
glazen objecten (vazen, schalen, stopfles
sen, etc.) worden in een aantal fasen ge
maakt. Op de basisvorm worden patronen
aangebracht met gekleurd glaspoeder,
waar overheen bladzilver wordt gelegd.
Hierover komt weer een laag transparant
glas, waarna het object zijn uiteindelijke
vorm moet krijgen. In deze slotfase cra-
queleert het zilver, zodat grilTge, abstrac
te voorstellingen ontstaan. Een andere
manier van werken is om met staafjes
gekleurd glas op de oervorm te „tekenen”.
Ook is het mogelijk om bepaalde strakke
patronen in het object te zandstralen. Op
deze expositie wordt een aardig inzicht
geboden in de vele mogelijkheden die
glasbewerking in zich heeft. Het lijkt me
dat het vormgevoel van Meitner een wat
definitiever gestalte heeft gevonden dan
dat van zijn vriendin. Waar weer tegen
over staat dat Mieke Groot een aantal
presse-papiers laat zien die er zijn mogen.
De kern van deze massieve glazen bollen
bestaat uit gekleurd glas met zilver, tot
een soort van oerlandschap gevormd. Een
leuk alternatief voor die mensen, die een
beetje uitgekeken zijn op dat in glas ge
vangen zeepaardje op hun bureau.
ARTHUR BELMON
Galerie Klein, Krocht, Haarlem. Teke
ningen van Joop Rubens; glas van Mieke
Groot en Richard Meitner. Tot eind sep
tember.
HAARLEM. De watersporters in het
haventje van Spaarndam zitten in de
nazomerzon nog nietsvermoedend kruis
woordraadsels in te vullen. Op de golven
aan het strand van Zandvoort demon
streren windsurfers de vorderingen die
ze dit jaar gemaakt hebben. Op de golf
baan, ongeveer ter hoogte van het veer
tiende hole, wist een jonge manager met
een groen Lacoste-shirtje het zweet van
zijn voorhoofd. Ook het ploegje wielrij
ders, dat met snorrende bandjes richting
Kraantje Lek koerst, heeft nog niets in de
gaten. En hoe kunnen ze ook: Zolang de
zon schijnt is „pluk de dag” een devies
waarvoor men zich niet behoeft te exuse-
ren. Maar de kalender stelt zijn eigen,
straffe wetten, en september is niet al
leen de maand waarin we voor half geld
naar Artis kunnen, het is ook de maand
waarin het kunstseizoen officieel van
start gaat! Het komende weekend wordt
het publiek op de Uit Thuis-markt in
Amsterdam een voorproefje gegund van
wat er deze winter in de theaters te
genieten valt: schetterende fanfarekorp
sen en een colonne pendelbussen worden
voor deze gelegenheid ingezet om de ma
nifestatie luister bij te zetten.
Eva Bouwman, een 37-jarige Amster
damse musicologe, sopraansaxofoniste en
schrijfster van het boek Workshops, Op
komst en Ontwikkeling, heeft geen moeite
om de achterstandsituatie van de huidige
educatiepraktijk in de geïmproviseerde
muziek op een rijtje te zetten. Zij is met
enkele andere betrokkenen initiatief
neemster van een actievergadering, die op
maandagavond 22 september (aanvang
20.30 uur) in het BIM-huis zal plaats
hebben.
Workshops zijn in een definitie van Eva
„open leer- en werksituaties”, maar derge
lijke omschrijvingen zeggen de leek mis
schien niet zoveel. „Vast staat dat een
groot deel van de huidige muzikantenge
neratie in de jazzhoek, tegenwoordig zeg
gen we liever geïmproviseerde muziek,
zijn vorming aan dergelijke opleidings
mogelijkheden heeft te danken. Je kunt
wel tegenwoordig in Rotterdam, en nu
ook in Amsterdam, de afdeling lichte mu
ziek bezoeken, maar de drempel voor een
dergelijke, opleiding is te hoog. Een grote
technische bagage, instrumentbeheersing
is vereist. Er is een leeftijdsgrens.”
„In workshopsituaties kan de benodig
de elasticiteit worden opgebracht die no
dig is om de improviserende musicus te
helpen vormen. Dat is nodig omdat elke
deelnemer een ander niveau heeft qua
kennis en ontwikkeling. Een jazzmuzikant
is per definitie een individualist, met een
eigen inbreng, met eigen muziek. In de
klassieke muziek ligt de over te brengen
I kennis veel meer vast, gaat het om de
daarna trompet, sax, piano en piccolo. Nu
drum ik. Zo’n instrument kan je in een
workshopsituatie samen met anderen le
ren bespelen, zonder dat je hoeft te beslis
sen of je ook beroepsmuzikant wil
worden.”
„De mentaliteit die thans in de work
shop heerst is prima, inspirerend. Vroeger
had je jongens, die allemaal Charlie Par-
ker wilden worden. Thans is het een heel
gemengd gezelschap, oud, jong, man,
vrouw. Dat is een heel werkzame zaak.
Wij treden ook op met De Oktopedians.
Rijp en groen door elkaar. Inspirerend
voor het publiek. Zoiets verkleint de af
stand tussen het volk op het podium en
het volk in de zaal. Mensen grijpen daar
door sneller naar een instrument om zelf
te beginnen.”
La Cenerentola springlevend
Henk Smit en Zehava Gal in hun hoofdrollen in La Cenerentola van Rossini
(foto Jaap Pieper).
r
Eva Bouman: ..Workshops moeten serieus genomen worden (foto Lex van Rossen)
AMSTERDAM (ANP). Stad/Radio
Amsterdam gaat in samenwerking met
toneelgroep Centrum tien toneelstukken
in radiobewerking uitzenden. De uitzen
dingen zijn iedere eerste zondag van de
maand, steeds tussen 17 en 18 uur. Het
eerste toneelstuk wordt op 5 oktober uit
gezonden. Elke uitzending wordt steeds
voorafgegaan door vraaggesprekken met
schrijvers, acteurs en regisseurs.
Voor het radiotheater wordt een keus
gemaakt uit oorspronkelijke stukken van
Nederlandse auteurs die Centrum op het
repertoire heeft staan of zal nemen, aldus
een mededeling van de toneelgroep. Ge
lijk met het radiotheaterexperiment zal de
Amsterdamse omroep de toneelgroep een
jaar lang volgen en de luisteraars infor
meren over de handel en wandel van het
gezelschap.
.s.ï«
V,