Het (bijna) uitgestorven
dier volgt Barbapapa op
I
4
wdr
1
I
ZATERDAGS 3i JVOEGSEL
MILIEU
r
2
I
w
4
Ti
O'
5
INFORMATIEF BOEK VOOR DE JEUGD
J
HUSf
A
ik? T
door Wim Bisschop
V
1^1'
'Uv1
(i
V
„Heeft een zeehond ook melktanden”. Dat is zo’n kindervraag die de
Landelijke Vereniging tot Behoud van de Waddenzee wel eens krijgt
te beantwoorden en die Noortje van Leeuwen, die al zo’n zeven jaar
voor deze vereniging aktief is, niet licht zal vergeten. De Waddenzee
en wat er gebeurt in dat gebied, leeft ook bij de jeugd, zo heeft ze
gemerkt. Daarom heeft ze het afgelopen halfjaar ook met merkbaar
plezier gewerkt aan een speciaal boek voor kinderen over dit grote
Nederlands natuurgebied. Dat boek komt deze week uit bij uitgeverij
Meulenhoff als bijzondere uitgave voor de Kinderboekenweek.
Kinderboekenweek.
Een
Mae
zold
tege
oorb
hijti
non
vooi
Zijn
toec
voet
aan!
com
ft
1 I
--
i-
ml!
i: p
'■-‘ij?./
Verschenen is „Wijs met de Waddenzee”, een boek voor
jongeren, met veel illustraties, feiten en fictie,
samengesteld door Noortje van Leeuwen. Naast liefde
voor het gebied spreekt er ook bezorgdheid uit de
bijdragen, maar het boek werd duidelijk geen pamflet.
Wim Bisschop sprak met de samenstelster.
—Si- Ma
gW
Wijs met de
HANS ROMBOUTS
r
Dat het schrijven van een
jeugdboek iets heel anders is dan
het populair weergeven van
wetenschappelijke onderwerpen in
het Waddenbulletin, merkte
Noortje van Leeuwen toen ze haar
eerste teksten opstuurde
onmiddellijk. Meulenhoff had een
redactrice aan dit project gezet, die
blanco stond tegenover de hele
discussie over de Waddenzee. Het
gevolg was dat de PTT in Haren
herhaaldelijk de pagina’s terug
bezorgde met allerlei opmerkingen
over onduidelijkheden. Als insider
maakte de Harense schrijfster soms
Volgende week wordt het boek dan
ook al gepresenteerd. Een
belachelijk korte tijd volgens
Meulenhoff-woordvoerder H. J.
Kraima, want normaal staat er
minstens een jaar voor zo’n uitgave.
te grote denksprongen om voor
kinderen nog begrijpelijk te zijn.
Van de kant van de jaitgeverij werd
er ook scherp op gelet dat het boek
niet te subjectief werd. Geen
verhalen over die slechte mensen
die de boel in dat fraaie gebied
maar bederven, maar
feitelijkheden. „Een boek mag best
vanuit een zekere bezorgdheid
geschreven worden”, verklaart
Kraima, „maar het mag geen
pamflet zijn”. De ervaring van
Noortje van Leeuwen is ook dat
veel subjectieve elementen zijn
gesneuveld op de burelen van de
uitgeverij, maar ze is er achteraf
niet rouwig om. Haar uitgangspunt
bij het schrijven van dit boek voor
de jeugd is ook datje kinderen van
Daar worden boekjes voor gekocht
en daar gaan ze voor voorlezen”,
zegt Kraima van Meulenhoff. De
uitgeverij wil nu met de jonge tak
voor informatieve boeken kijken of
die markt voor de jeugd ook
aangeboord kan worden. Vorig jaar
is dat met succes al een keer gedaan
door een encyclopedie voor de
jeugd uit te brengen in
samenwerking met onder andere de
Groninger professor Wilhelmina
Bladergroen. Dat boek liep volgens
Kraima als een trein.
Voor uitgevers is het informatieve
jeugdboek een nog tamelijk
onbekend terrein. „Volwassenen
zijn wel zo dat ze 3000 gulden willen
neertellen voor een eigen
encyclopedie, maar een paar
tientjes voor een informatief boek
voor wat oudere kinderen, daar
zien ze tegenop. Eigenlijk is dat
vreemd, want als je kijkt wat
mensen er voor over hebben om
jonge kinderen wat bij te brengen.
Een redactieraad, waarin onder
andere Kees Lambers, de voorzitter
van de Waddenvereniging zitting
had, heeft alle teksten
gecontroleerd op feitelijke
informatie. Veel deskundigen op
bepaalde terreinen hebben de
„ruwe” verhalen ingeleverd die
door Noortje van Leeuwen voor
kinderen zijn vertaald. Het boek
bevat dan ook zeer veel interessante
informatie, maar wel op een manier
gebracht die voor kinderen
toegankelijk is. Korte stukjes, motie
tekeningen of foto’s, uitvoerige
fotobijschriften voor degenen die
niet direct aan een verhaal zelf
beginnen en ook een paar fictieve
verhalen van de schrijfster Mies
Bouhuys, waarin geschiedenis van
het Waddengebied is verwerkt.
In het boek zijn dan ook geen
tirades te vinden tegen de plannen
om een oefenterrein in het
Lauwersmeer aan te leggen, maar
wel gegevens over eventuele
gevolgen voor de natuur in dit
gebied als dat gebeurt. Er wordt
geen aktie aangekondigd tegen een
kolenvergasser in de Eemshaven,
maar er wordt wel aangegeven wat
voor invloed de vervuiling via de
Rijn heeft op dit gebied.
tien jaar niet op moet zadelen met
de sores van grote mensen. „Je mag
wel zeggen dat er problemen zijn en
dat de mensen in zo’n geval moeten
kiezen wat ze doen, maar je moet ze
niet iets opdringen”, meent zij.
Niemands Dal is een vredige
plaats op aarde, waar uitgestor
ven, bedreigde of zeldzame dier
soorten met elkaar optrekken. De
hoofdrol in het eerste boek is toe
bedacht aan de Grote Vuurvlin
der, de Lycaena dispar batava, de
Nederlandse vuurvlinder dus, die
in ons land een zeldzame verschij
ning is. Deze vlinder ontpopt zich
in dit verhaal als een soort grond-
speculant. Allerlei andere dieren
komen in moeilijkheden of wor
den voor het karretje van de vuur
vlinder met de oer-Nederlandse
naam Fred Flinkevleugel (in de
Engelse versie Fred Firmwing) ge
spannen. Dat verhaal, waarin de
dieren zeer karikaturaal worden
voorgesteld, is de „rode draad”
door het boek, af en toe nogal
verwarrend, omdat het plot niet
altijd logisch in elkaar steekt en
omdat per se een fiks aantal per
sonages moet worden opgevoerd.
THERE- WE ON/y
1000 WHITE
RH/NOS
Het boek zelf is in ieder geval
iets bijzonders, tweeslachtig van
opzet (vrolijk en toch serieus),
maar aardig om in te zien. Nie
mands Dal: Frank Fehmer hoopt
dat velen er door zullen marche
ren, al lezend, kijkend of poppen
knuffelend.
Of met het Waddenboek eenzelfde
voltreffer wordt gemaakt, dat moet
nog blijken. Bij de uitgeverij is er
wel alles aan gedaan om het werk
zo aantrekkelijk mogelijk te maken.
Noortje van Leeuwen, die het
basisidee heeft uitgewerkt, heeft er
wel vertrouwen in. Bijna op alle
scholen worden tegenwoordig wel
scripties gemaakt over het
Waddengebied. Het is het
belangrijkste en grootste
natuurgebied van Nederland en de
Waddenvereniging krijgt, zoals
gemeld, dagelijks telefoontjes van
kinderen die wat willen weten. „Ik
heb het idee dat dit een soort
gezinsboek kan worden”, vertelt ze.
Uitgeverij Meulenhoff heeft in elk
geval al zoveel vertrouwen in die
informatieve jeugdmarkt gekregen
dat er voor volgend jaar een boek
op stapel staat over de basis
woordenschat van Nederlandse
kinderen. Het bedrijf laat bij
voorkeur werk in deze sekto'r in
Nederland produceren, inplaats
van buitenlandse voorbeelden over
te nemen.
Die sluiten in veel gevallen toch niet
zo goed aan bij de Nederlandse
situatie.
In I
vei
ka;
vei
stu
Ka
vijl
ter
Ho
me
kal
vrij
De titel van deze uitgave waar
Noortje van Leeuwen de
basisideeën voor heeft geleverd is
„Wijs met de Waddenzee”. In 1975
heeft ze samen met anderen
gewerkt aan het „volwassenen”-
boek over dit gebied en destijds
kwam de gedachte al naar voren
om al die informatie ook
toegankelijk te maken voor
kinderen. De Wadden vereniging
voelde wel voor het idee, maar in
eigen kring miste men ervaring met
het uitgeven van jeugdboeken.
Die leemte vult uitgeverij
Meulenhoff nu op. Dat bedrijf heeft
al een fonds jeugdboeken maar
hoofdzakelijk in de fiction-sfeer.
Dus mooie verhalen.
Sedert drie jaar heeft Meulenhoff
ook een kleine club mensen die zich
bezighoudt met het uitgeven van
informatieve boeken en in die kring
voelde men wel voor de ideeën die
in Haren waren ontsproten. Toen
beide partijen eenmaal op een lijn
zaten, heeft het maar een half jaar
geduurd om de plannen ook uit te
werken.
r -s
Al:
Pa
da
he
g&
on
vri
vo
ka
’si
ho
„Ik I
offic
het<
weZ'
aldi
min
gev;
Dac
hoe
dui2
geb;
mer
te zi
latei
„On
leze
wat
Ook
zich
habi
Erg,
een
Phil
naai
smc
Na1
ope
blee
klei
opc
Arg
en
mo|
wel
twe
fam
We
Grc
Die
ind
tijd
jou:
Grc
Grc
noc
red
M.
sp
or
Oi
ké
Wi
kc
ik
„J
lil
d(
T<
g«
Phi
zijr
Ter
voc
har
uui
uit(
Eei
ing
en i
i f
Wat die Grote Vuurvlinder be
treft, wil ik toch nog wel een kant
tekening maken. Als je het relaas
van Cecile Curtis leest blijkt dat
de „Batavus” ook in Engeland
leeft, aangezien hij vanuit Neder
land in de jaren twintig is overge
plant. Wanneer je daarentegen het
voorwoord van Bert Haanstra
leest, dan heeft hij het over een
ten gaan dragen) vindt men in het
boek ook relevante informatie
over de bedreigde dieren, die cor
responderen met de figuurtjes in
het verhaal. Die schetsen - feitelijk
goed onderbouwd - in woord en
zwart-witte tekening zijn van de
hand van de Britse Cecile Curtis.
Als het gaat zoals Frank Feh-
mers Productions in Amsterdam
zich dat voorstelt, zal het succes
van Barbapapa (op stapel gezet
door dezelfde ondernemer) de ko
mende jaren overschaduwd wor
den door dat van No Man’s Valley,
in goed Nederlands dus: Nie
mands Dal. Het is een zogenoemd
multi-media-project, hetgeen wil
zeggen, dat men op alle fronten de
al of niet argeloze lezer, kijker of
luisteraar te lijf gaat. De eerste
stap is gezet: het eerste boek van
Niemands Dal, „Een vlerk van een
vlinder”, is verschenen. In het
voorjaar ’81 komt er een serie klei
ne boekjes; in mei ’81 kan men een
dertiental strips verwachten; in
het najaar ’81 komt er een tweede
boek met avonturen in Niemands
Dal; Amerikaanse partner Lee
Mendelson (producer van Charlie
Brown-filmpjes) is bezig met de
eerste TV-film. Voorts zal de
markt allerlei Niemands poppen
gaan aanschouwen plus andere -
volgens de pijlsnelle commerciële
taal - merchandising-zaken. Men
ziet het: niets wordt aan het toeval
overgelaten.
-> „V..I
Meulenhoff Informatief heeft met de keuze van dit
onderwerp iets op de markt gebracht dat leeft bij
veel mensen en dat het lezen zeker waard is. De
benadering van „kiezen voor het milieu die de
Waddenvereniging, die aan deze uitgave heeft
meegewerkt, eigen is, komt wei duidelijk, maar
met echt opdringerig naar voren, wat maar goed is
omdat het voor de jeugd is geschreven. Liefde en
eerbied voor de natuur spreken uit dit boek en
daarmee „zadel" je kinderen niet op. Dat is een
verrijking. En het getuigt van respect voor het
kindzijn als ze niet worden ópgescheept met alle
vaststaande opvattingen die voor volwassenen
zo n grote rol spelen.
Ik vind de pagina’s met serieuze
beschrijvingen van dieren als de
witte neushoorn, de grote vuur
vlinder, de dodo, de knoflookpad,
de Japanse ibis, de reuzenpanda,
de Galapagos-reuzenschildpad
(daar had ze wel meer over de
„reddingsacties” op Santa Cruz
kunnen rapporteren), de Califor-
nische condor, de quagga, de
oryx, het Pater Davidshert, de al-
miqui, de Ethiopische jakhals, de
oeros en de uilpapegaai toch het
boeiendst.
alleen nog m ons land voorkomen
de vlinder. Daar gaat hij zelfs nog
diep op in. Slordig, zo’n tegen
spraak in één boek. Ik ben zo vrij
Cecile Curtis te geloven. Erg ge
lukkig is dat voorwoord van
Haanstra toch al niet. Hij verhaalt
namelijk rond het maken van zijn
film „Nationale Parken: Nood
zaak” (morgen op TV) dat hij een
van de zeer zeldzame Nederlandse
vuurvlinders ving (alleen maar
voor dat filmen) en dat hij dat
diertje - al of niet beschadigd - per
ongeluk liet ontsnappen. Wetend
dat zo’n vuurvlinder alleen maar
in een speciale biotoop kan leven
kun je nagaan, dat de kans op
overleven van dat zeldzame soort
dier er door de filmactiviteiten
van Haanstra niet beter op gewor
den is. Haanstra noemt het wel
een bekentenis, maar toch
De lezer zal nu wellicht nieuws
gierig vragen: wat houdt dat pro
ject in ’s hemelsnaam in? Wel,
alles is gebouwd op het aloude
patroon van het dierenverhaal.
Dieren - e.n in dit geval zeldzame
of uitgestorven exemplaren - zijn
de hoofdpersonen van de verha
len, die door de animatiefilmma-
ker Harrie Geelen zijn bedacht en
door zijn vrouw Imme Dros zijn
geschreven.
De benadering in dit informatieve boek voor de
jeugd vanaf tien jaar is zeer afwisselend. Er staat
een prachtige tekening in waarmee de kringloop in
de Waddenzee wordt weergegeven. Aan de hand
van tekeningen wordt onder andere ook duidelijk
gemaakt hoe vroeger en nu dijken werden
gemaakt langs deze zee. Naast veel feitelijke
informatie zoals de planten en dieren die
voorkomen in het Waddengebied, wordt ook
aandacht besteed aan een zaak als de Sterke
Yerke. Hoe zo 'n vlot door de milieu-mensen werd
gebouwd om de aandacht te trekken voor de zaken
die het Waddengebied bedreigen.
Onderwerpen als de kwelders, het beheer van de
natuurgebieden en het leven op de eilanden
komen ook op een aantrekkelijke manier aan de
orde in dit boek. Een aardig idee was om een 15-
jarig meisje uit Haren te laten praten met de
oprichter van de Landelijke Vereniging tot Behoud
van de Waddenzee, nu 15 jaar geleden. Die eerste
aktivist voor het gebied blijkt nu wetenschappelijk
werk te doen in Utrecht. Hij houdt zich bezig met
een onderzoek naar bliksems.
De vogelwachters op Griend en de
zeehondencrèche in Pieterburen ontbreken
uiteraard niet In dit werk over alles wat er gebeurt
in en bij de Waddenzee. Speciale elementen die de
afwisseling van het boek nog groter maken, zijn
wel de verhalen van de schrijfster Mies Bouhuys
Ze iaat bijvoorbeeld een meisje van Langeness,
een Duits eiland, vertellen over de grote
watersnood die dit gebied trof in februari 1962. Het
verleden van het gebied komt ook uitvoerig aan de
orde in verschillende verhalen. Onder andere de
geschiedenis van graaf Clancarty, ,,de malle
graaf", die in 1707 het eiland Rottumeroog kocht
om er feesten te houden en zich uit te leven met
zijn blonde, zijn zwartharige en zijn roodharige
vriendinnen. Hij zorgde slecht voor het eiland en in
1717 werd zijn huis verwoest door een stormvloed,
waardoor aan zijn uitbundig leven in dit oord een
einde kwam.
Want wat is de handige recep
tuur van het hele project? Er
wordt ingespeeld op de doelstel
lingen van het World Wildlife
Fund: een pleidooi om bedreigde
diersoorten te redden (de deal: het
WWF helpt met informatie over
dat soort dieren en de projectont
wikkelaars staan tien percent van
de inkomsten af aan het WWF.)
Dat slaat altijd aan. Bovendien is
men dan onmiddellijk „worldwi
de” bezig.
Naast het hierboven geschetste
rode-draad-verhaal met uitmun
tend illustratiewerk van de Brit
Michael Jupp (kostelijke stripfi
guren in prima kleur neergezet,
die eigenlijk het hele project moe-
W addenzee
1 1
i'. i.
i;
Ze worden er nu en dan met de
haren bijgesleept.
4
ifmnwrrniinÈ
w<uMnawt!(r<»