Reisfoto’s Roozenburg Teken- en schilderkunst grafische kunstwerken ordening volgens traditie Teleurstellend concert door Belgisch orkest Klinisch knap, maar zielloos concert Allman Brothers Band Haarlemse kunstenaars verspreid over Vleeshal en Vishal NDT in 1981 naar Met in New York Na afwezigheid van zes jaar ruim baan voor nostalgie 10 Will Heropening Museum W illet-Hoithuysen Kunstveiling voor Russell Tribunaal ÊBTIIPT 'TIME* IN 17 KUNST 19 8 0 DINSDAG 23 SEPTEMBER Meyers Italië; Niks aan de hand in Canon Gallery De schilderkunst Arthur Grumiaux beneden alle peil Ir NOORDHOLLANDS PHILHARMONISCH ORKEST De tekenkunst aandacht be de teken- en traditie vor- waarvan het meest aan hoopvolle stimulansen verwacht mag worden. Zeer glo baal bezien vallen er hier kontak ten met de brede traditie van ab stracte kunst te constateren, dan opvallend veel vormen van de fi guratieve teken- en schilderkunst en tenslotte ook nog relaties met schilderkunst in haar verhouding tot materiaalgebruik, in samen hang met de formele omtrek van een schilderij. HAARLEM. Nu alle inzen dingen van de gemeenteaanko- pen 1980 betiteld en wel voor u uitgestald staan in de Hallen, moet er wel extra steed worden aan schilderkunst, per men van kunst k - Herdenkingsbank, 1980. Olieverf op doek (niet aangekocht) geschilderd door Joan Gijsbers. Een van de geëxposeerde foto s van Albert Roozenburg TED DOBSON JAN ZUMBRINK (Van onze kunstredactie) ALWIN BAR (ADVERTENTIE) uur AMSTERDAM. Reisfotografie is bijna altijd boeiend om naar te kijken, zeker wanneer het gaat om landen waar je nog nooit bent geweest. Het is net alsof je over de schouder van de fotograaf mee kijkt en daardoor een beetje deelgenoot wordt van zijn reis. Het is ook een vorm van fotografie die door miljoenen mensen over de hele wereld beoefend wordt, zeker sinds George Eastman aan het eind van de 19e eeuw de Kodak boxcamera uitvond, en daarmee het fotograferen voor iedereen bereikbaar maakte. De tekening als privéopvatting van de kunstenaar is in zijn verschijning veelvor- mig en veelkleurig als de schelpen aan het strand. Van der Horst (Vishal) beschouwt het betekenen van papier als actie, als snelle arcering van het witte vlak, de richting van dat snelle krassen bepaalt de vorm van de compositie en daarmee de Van deze groepering zijn Ronald Rüse- lers werkstukken een voorbeeld. Alles bij een zijn het drie ruime groeperingen, die niet al te letterlijk genomen moeten wor den en die bovendien niet zoveel zeggen over de vormen van tekenkunst die hier ruim vertegenwoordigd zijn. Als eenlin gen figureren nog Jakob Leis (Vishal) als een nauwelijks opmerkelijk naïef schilder of zondagsrealist, en Peter van der Klugt (verd. Vleeshal) die naast de slaapverwek kende edelkitch van Cobie van der Ven, H. Bansberg en Nico Jan Latooy, onge veer de enige vertegenwoordiger is van het metafysisch realisme, een groepering van schilderijen die in hun reproduktieve waarde te vaak en ten onrechte gespon sord werd. Welk stuk ook werd uitgevoerd, de in druk bleef steeds dezelfde: een dirigent, die geen echte greep op het orkest heeft (hij deed soms denken aan een drukgeba- rende politieagent), die soms tegen de muziek in takteerde; verder een groep spelers die tezamen een geluid vóórtbren gen, dat gespeend is van ieder raffine ment; veel tekortkomingen: ongelijkhe den bij de strijkers, ongelukken bij de blazers. Als zo’n orkest de Galanta-dansen van Kodaly speelt, dan waant men zich bij de uitbundige gedeelten in de buurt van de circuspaarden, bij de lyrische in de nabij heid van het Warschauconcert. Begonnen was met de ouverture van Legley, een componist die naar eigen zeg gen onder andere door Hindemith is beïn vloed. Dit was in zoverre duidelijk te horen dat ook hier de gewilde humor juist humorloos aandeed, en de gewilde speels heid bijzonder gemaakt uitwerkte. Vol gens de componist heeft dit stuk „een durend succes” en wordt het „onophoude lijk over de gehele wereld gespeeld”, maar mij persoonlijk was het in ieder geval geheel onbekend. De leeghoofdigheid en overbodigheid straalden er van af. Dan had het ingelaste stuk muziek, dat als eerste na de pauze gespeeld werd (voor het concert van Bruch) in vergelijking daarmee nog wel iets lolligs. Een echt Belgisch werkje, bijna een Stella Artois in muziek omgezet. Wat de uitvoerders betreft, was de erg ste teleurstelling evenwel de solist Arthur Grumiaux. Wat deze eertijds grandioze violist (een enkele maal was daar nog een schimmetje van te horen) presteerde was ronduit beneden alle peil. Schandalig 6 concerten op de dinsdagavonden 30 september, 4 november, 2 december 8 januari, 3 februari, 3 maart abonnement 6 concerten f 75,(a.i.) c.j.p. geldig Kaartverkoop en plaatsbespreken aan de kassa van het Concertgebouw Lange Begijnestraat 13, Haarlem van 10-15 uur; telefonisch 320994 van 12-15 dirigent: JERZY KATLEWICZ SEIZOEN 1980-1981 SERIE A Concertgebouw Haarlem 20.15 uur eerste concert op 30 september a.s. zelfs. Alsof het niets was werden aan de lopende band slordige, inhoudsloze loop jes geproduceerd (Sechzehntel sind auch Musik placht Geza Anda tegen dergelijke musici te zeggen), valse intonaties, liefde loos akkoordspel en was dies meer zij. Als je een juweel als Mozarts K.V. 219 zó hoort uitvoeren („executeren” kun je be ter zeggen, maar dan in de Nederlandse betekenis van het woord), voel je wel alles in je in opstand komen. Zelfs het arme Adagio moest het ontgelden. En dan nog in veel te snel tempo terwijl nota bene Mozart in zijn concerten veel meer een Andante-componist is, zodat er wel reden is om deze tempoaanduiding serieus te nemen. Bij Bruch van hetzelfde laken een pak. Weer die brandende, invretende toon, die voor gevoelig moet doorgaan (en die in het nabewustzijn zo’n irriterende indruk ach terlaat) en alle andere stijlloosheden. Het zou mooi zijn als deze misser maar een incident in Grumiaux’ loopbaan is, want hij speelde wèl met een morsdode ziel. Gelukkig voor de solist bleek het con certpubliek ditmaal gespeend van ieder onderscheidingsvermogen. Beide tentoonstellingen zijn te zien in de Canon Gallery, Reestraat 19, Amster dam tot 1 oktober. Het boekje: Italië; niks aan de hand is verkrijgbaar in de galerie en kost f 15. (Van onze kunstredactie) DEN HAAG. Het Nederlands Dans theater, zojuist teruggekeerd van een suc cesvolle 42 dagen durende tournee door Canada, Mexico en de Verenigde Staten, zal volgend jaar twee weken lang voorstel lingen geven in het Lincoln’s Centre Me tropolitan Operahouse in New York. Het NDT zal het eerste Nederlandse theater- of dansgezelschap zijn dat in dit befaam de theater zal spelen. Een tweede uitnodiging van „The Met” om in 1982 eveneens twee weken lang voorstellingen te geven ter viering van 200 jaar ononderbroken diplomatieke betrek kingen tussen Nederland en de VS is in principe geaccepteerd. haaldelijk hanteren van het gommetje de spichtigheid van de arceringen op de vroegere „hondjes”bladen geheel teniet gedaan. Hij geeft nu op primaire manier richting aan het grijs getinte vlak door een onderbroken lijn horizontaal, vertikaal en diagonaal te richten. Fundamentele han delingen met krijt en grafiet verricht ook Benjamins als derde. Zijn betekeningen zijn enkele toetsen die het vel papier even beroeren en het vlak vormgeven. Deze intuïtieve tekenkunst werd en wordt druk beoefend door veel jonge kunstenaars in Nederland (Dineke en Ansuya Blom, Paul van Dijk, e.a.) zodat zijn werk wel als zelfstandig, maar niet als geïsoleerd ge zien moet worden. De bedoeling ervan is vrij van alle bijzaken behalve van de zaak van de intuïtie van de maker zelf in de omgang met zijn materiaal. AMSTERDAM. Het Museum Willet- Holthuysen, dat gedurende een jaar geslo ten werd wegens totale vernieuwing van de verwarming is weer open. In dit museum, gevestigd aan de Heren gracht 605 in Amsterdam, zijn collecties van meubelen, schilderijen, prenten, glas en aardewerk, goud- en zilverwerk en porselein te bekijken. Geopend op werk dagen van 9.30 tot 17 uur, op zon- en feestdagen van 13-17 uur. maar een zware onvoldoende voor geïn spireerd musiceren. De wetenschap dat je aan een verwach tingspatroon moet voldoen lijkt me dode lijk voor elke creatieve inspiratie, wan neer dat patroon tenminste geen artistie ke bewegingsvrijheid permitteert. Met de plichtmatigheid die bij het opknappen van een dergelijke job hoort, vervult de huidige formatie haar taak redelijk naar behoren. Gregg spant zich bij zijn met southern drawl gezongen vokalen be paald niet overmatig in (zijn One Way Out is een aanfluiting gezien het koortsige origineel), de beide drummers zijn alles behalve goed gecoördineerd bezig, maar de orkestrale klank van de band is dik in orde. Vooral Betts en nieuwkomer Toler kwijten zich goed van hun taak. (Van onze kunstredactie) AMSTERDAM. De Stichting Werk groep Indianen Project organiseert op 15 oktober in de Mozes en Aaronkerk in Amsterdam een openbare kunstveiling ten bate van het Vierde Internationale Russell Tribunaal, gewijd aan de India nen in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. De te veilen kunstwerken worden ge schonken door Nederlandse kunstenaars. Kunstenaars die een werkstuk willen af geven voor deze veiling kunnen dat tot 10 oktober doen bij de BBK ’69 aan de Nieu we Herengracht 39 in Amsterdam. Op 11 en 12 oktober is er in de kerk aan het Waterlooplein van 13-16 uur de gele genheid het te veilen werk te bekijken. De ^rpilincr hpoint on 15 oktober om 90 30 mir Het einde van de formatie kwam enkele jaren later terecht tot stand. De zoge naamde binding tussen muziek en tijd perk was in de eerste plaats in het niets opgelost, zodat de southern rock het aan zien van fossiele muziek kreeg. Maar in de tweede plaats eindigde de controverse tussen Dickey Betts en Duanes broer Gregg Allman over de muzikale koers van de band in een eindeloze touwtrekkerij. Tegenover de bluesy voorkeuren van de laatste stond de bredere, ook op country- muziek gerichte smaak van Betts. Na diverse intermezzi is The Allman Brothers Band als een phoenix uit de eigen as opgestegen. Gregg kende een voorbijwaaiende romance en fatale artis tieke liaison met Cher, Dickey Betts sloeg een doodlopend pad in en een belangrijk gedeelte van de band kwam in de zeker niet van pretenties en capaciteiten ge speende fusieband Sea Level terecht. De fans krijgen na een afwezigheid van zes jaar ondanks het opgelegde pandoer van de huidige toer waarbij een behoor lijke geldelijke compensatie Gregg en Betts moet hebben doen besluiten over hun onenigheid heen te stappen waar voor hun geld, althans waar het de beken de historie van de groep betreft. In een dwarsdoorsnede van het gehele repertoire haalt de thans zeven leden tellende forma tie een ruime voldoende voor technisch rin’OO" pon 7PC1P voor lzr>nic.orrl»-on «-«■ omtrek van de tekening, zodat een van zijn grotere tekeningen een driehoek op de punt voorstelt. Wat bij hem toch wel ontbreekt is een gevoel voor nog meer nuances van het grafiet. De bladen teken kunst van Cor Krijt (Vishal) zijn veel bedaarder dan zijn kleurige en nogal drukke schilderijen. Ze lijken mij in hun vrije verdeling van gebogen en rechte lijnen en enkele arceringen en zwarte gra- fietvlekken heel goed de zoekende kant van zijn tekenkunst uit te drukken. Er zijn veel realistische voorbeelden van teken- kust (èn grafiek), soms in kleurpotlood, soms in gouache of aquarel, die eventueel een bestaande werkelijkheid verbeelden (Ite Siegers, Paula Zwollo, Paternotte en Saul Belem e.a.). Drie geheel verschillende „tekenaars” zijn Nancy Talbot, Jan Polak, van wie beiden een blad werd aangekocht, en Fred Benjamins. De kleuren op de bladen (half abstract en half realistisch) van de eerste vertonen een nog meer verfijnd gevoel voor vorm en arcering dan enkele jaren geleden Polak heeft door het her- Dan Toler en Dickey Betts (rechts) van de herformeerde Allman Brothers Band. (Foto Lex van Rossen) Reach for the Sky en Enlightened Rogues toont de schamele potentie van de huidige band aan. Een volkomen ridicule expositie van percussietalent in de toegift (met een pauksolo van Trucks) en wrijvingen tus sen Betts en Gregg maken tenslotte duide lijk dat The Allmans behoorlijk stuurloos ronddobberen op de golven van hun spe culatiezucht. Dan prefereer ik de niet diepgravende, maar enthousiaste Blues Band met oudgedienden als Paul Jones, Tom McGuinness en Hughie Flint, die plezier beleven aan hun tweede jeugd en een leuk voorprogramma afleveren. JOHN OOMKES In de Canon Gallery exposeren tot het eind van deze maand twee fotografen hun reisfoto’s, Albert Roozenburg en Harry Meijer. Roozenburg heeft na een aantal jaren commerciële fotografie bedreven te hebben een tweejarige reis door verschil lende Afrikaanse landen gemaakt, omdat hij, naar zijn zeggen, weer eens nieuwe impulsen op wilde doen en alle lasten die de commerciële fotografie met zich mee neemt af te schudden. Naar mijn mening is hij hierin geslaagd, zelfs goed geslaagd. In ca twintig foto’s roept hij het beeld op van iemand die foto’s heeft gemaakt om de foto en niet om het geld. Zijn foto’s zijn stuk voog stuk grafische kunstwerken die elk hun eigen verhaal vertellen. Compositorisch zitten ze gelikt in elkaar en verraden ze het koele vak manschap, maar bovenal vormen zij een sociaal document van een wereld die aan het verdwijnen is. Het beste voorbeeld is wel de foto waarop een dorpje in Mali staat afgebeeld, traditionele architectuur die over een paar jaar door de oprukken de beschaving geheel verdwenen zal zijn. Harry Meijer zocht het wat dichter bij huis. Onder het motto: Italië; Niks aan de hand, laat hij in zestig foto’s een reisrepor tage zien die het tegendeel doet vermoe den, hetgeen in de tekst van het gelijkna mige fotoboekje nog eens bevestigd wordt. Italië is de uitvinder van de opera maakt kleine schilderijen die in een ple zierig realistische trant met kleuren inge vuld worden, maar juist dat invullen van het plaatje doet erg mak aan, alleen het rechts hangende „Sweet mamais nauwkeurig en raadselachtig genoeg om de aandacht even vast te houden. Kees Okx beoefent nog steeds een afgeleide stijl uit de Franse school. Voor hem gaat ook het gezegde van de „horror vacui” op, hij lijkt me bezig aan een tergend langza me vernieuwing waar het gaat om de gevarieerde kleurenkeus in het vertikale herfstdoek. Ploos van Amstel schildert nog steeds in een traditioneel expressio nisme, de vroegere „duisternis” van een Armando, Defesche, van Bohemen of zelfs Sierhuis heeft hij nog niet verlaten. Het is een wat plat getreden weg die door weinigen meer op deze wijze wordt be wandeld. De nabij opgehangen kwasi- vrouwenportretten in monotypie van Henk Mulders komen duidelijk uit de ko ker van een schilder in plaats van die van een graficus. Ze bezitten spontane, ero tisch getinte tonen, het is het figuratief schilderen volgens de toevallige aandrift van de hand en de vrije fantasie. en hoewel dat al in de 16e eeuw was, heden ten dagen zijn vrijwel alle Italianen acteurs, zeker op het moment dat er een camera op hen gericht wordt. Meijer heeft hiervan bij een aantal foto’s goed gebruik van gemaakt en de Italiaan laten zien hoe hij werkelijk is, een figurant in een gigan tische commedia dell ’arte. Tot slot nog dit; zowel de foto’s van Albert Roozenburg en Harry Meijer zijn te koop, prijzen vanaf 250. Dat is niet duur, maar ik denk dat het beter is wanneer de fotograaf duidelijk laat blijken hoeveel drukken hij per foto van zins is af te drukken, te meer omdat de eventuele ko per zich zal afvragen in hoeverre hij een verantwoorde aankoop doet, 1000 druk ken zijn zó gemaakt en dan is 250 piek veel geld voor een foto. niet anders moet het concert worden gekwalificeerd, dat maandagavond in het Concertgebouw door het orkest van de Franstalige afdeling van de BRT gegeven werd. Ware het niet dat er voor dit concert zo’n duidelijke aanleiding bestond (het 150-jarig bestaan van het Koninkrijk België), dan zou men zich afvragen wat dit orkest in Amsterdam komt zoeken. Men zou toch zeggen, dat een stad, die zó verwend is met muziekcultuur, niet op een ensemble van een dergelijk provinciaal niveau zit te wachten. Niettemin zat de zaal vol, onder andere met nogal wat officieel bezoek. gastdirigenten: CHRISTOPHER ADEY, MIKLOS ERDELYI, OTAKAR TRHLIK solisten: JEAN-BERNARD POMMIER, ABDEL-RAHMAN EL-BACHA - piano GIJSBERT BETHS, DANIEL HEIFETZ - viool MIKLOS PERENYI - cello RUUD VAN DER MEER - bariton Concert: The Allman Brothers Band. Bezetting: Gregg Allman (or gel, zang), Dickey Betts (gitaar, zang), Dan Toler (gitaar), „Jaimoe” Johnny Lee Johnson (drums), Butch Trucks (drums, pauken), David Goldflies (bas) en Mike Lawler (synthesizer en toetsen). Congresgebouw, 22 september 1980. Warmte springt er bij een dergelijk kli nisch optreden niet over, zodat op blues- georiënteerde patronen van Don’t want You no more en It’s not my Cross to bear evenals het door Betts gezongen Blue Sky net zo laboratoriumachtig overkomen als Jessica of de toegift Whipping Post. Abo minabel nienm -IV. Iets dergelijks zou gezegd kunnen wor den van de wat forsere kleurtoetsen van Joop Stoop (Vishal), ware het niet dat hij veel minder gecontroleerd met de verf kwast omgaat, zodat zijn tekenpatroon veel voller raakt, je kan bijna spreken van het bekende „horror vacui” of de angst voor de leegte. Zijn drie doeken worden van meer lagen verf voorzien dan een blad tekenpapier kan verdragen. Met iets meer discipline zou hij tot betere doeken kun nen komen. Daarachter hangen dan drie „waddenimpressies” van Max Koning, die met de traditie (van Tapies, Wagemaker en terstede K. Slingervoet) uitsluitend de materiële kant van het maken van een reliëf-schilderij gemeenschappelijk heeft. In hun geverniste lijsten lijken me de lappen jute, gaasdoek en linnen met daar op de zandverf iets te bestudeerd uitgeval len, bewust mooi omgeslagen en inge deeld ter wille van het nagestreefde strandeffekt. Michel Rieu zou zich ergens op moeten concentreren in plaats van drie werken van totaal verschillende orde en inhoud af te leveren. H. van der Horst (Vleeshal) DEN HAAG. Uit een nostalgisch oogpunt bezien kun je best met enig senti ment de huidige tournee van The Allman Brothers Band beoordelen. The Allmans hebben in de ontwikkeling van op blues- gebaseerde rock een rol van formaat ge speeld, totdat Duane kwam te overlijden en de zogenaamde southern rock zijn belangrijkste gitarist verloor. Na 1973 echter kwam de geamputeerde band nog tot ongedachte hoogten. De heldere, op dubbele unisono gitaarpartijen gebaseer de en vrolijke sound van het album Bro thers and Sisters verlengde de carrière met enkele jaren en een jong publiek kwam in de ban van de toen al vrijwel legendarische band. Concert door Nouvel Orchestre Symphonique de la R.T.B.F. Dirigent: Edgard Doneux. Solist: Arthur Gru miaux, viool. Programma: werken van Victor Legley, Mozart, Bruch en Kodaly. Concertgebouw, Amsterdam, 22 sep tember 1980. De jongere schilders in dit overzicht zijn Harrie Peters, Margreet Bouman, Joan Gijsbers, Ronald Rüseler, Michel van Overbeeke, Bianca Vooges en Herman Geerdink. Alleen Vooges staat aan het prille begin van het pad naar een eigen voorstellingswereld (verd. Vleeshal), ter wijl Geerdink voornamelijk voortreffe lijk graficus, het aandurfde om een fruit- stilleven te schilderen op een losse lap linnen, dat hangt over een kamerstan- daard. Het is een voorstelling van dezelfde orde als zijn veel betere serie lithografieën (Vishal). Vooral Peters, Joan Gijsbers en Margreet Bouman kunnen zich gerust te leurgesteld voelen in de zwakke oordeels kracht van de jury, ómdat zij alle drie in deze stad een nieuwe impuls geven aan het figuratieve schilderen, ieder op zijn/ haar manier. De dubbele Bril van Peters, op een formaat van twee bij twee meter is naar mijn mening niet zijn beste werk. Naar zijn zeggen is het er een uit een grotere reeks van 11 doeken, waaruit hij dan zelf niet de beste heeft gekozen. Er zit een zekere agressiviteit in de manier waarop hij in dit werk De bril veel blauwe kleur- strepen heeft neergezet naast het eigenlij ke motief, daarom lijkt me de compositie wat snel en ruw gedaan. Flink doorschil deren hoeft niet altijd tot goede resultaten te leiden, het heeft wel met het karakter van de maker van doen. Bouman is bezig met een vorm van patroonschilderen waaraan een internationaal trekje niet vreemd is door haar eerdere keus voor indianenmotieven. De nu aanwezige doe ken met respectievelijk tweemaal en drie maal een symmetrisch slangenmotief zijn een konsekwent vervolg van haar exposi tie „Op de bakstenen”. Joan Gijsbers ten slotte zond twee schilderijen in met haar uitverkoren thema van de „stille” bank. De Engelse bank met een kontrasterende groene achtergrond en de Herdenkings bank, beide uit 1980 staan weer frontaal op het doek geplaatst. De obsessie voor de perspectivische weergave van zo’n stille ven doet wat gedwongen aan, maar is het wellicht niet omdat zij een grote afwisse ling weet te bereiken in de technische uitvoering en de kleurkeuze. Het verschil tussen de twee hier vertoonde exemplaren is namelijk vrij groot. Het is moeilijk om verder woorden te vinden bij de werken van schilders, die zelf niet zoveel woorden nodig hebben om iets te zeggen, daarom is het beter om nu te stoppen. AMSTERDAM. Ronduit teleurstellend. Zo en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 17