Mutaties van Pro Theater krijgt een bizarre aanpak Aantrekkelijk toneelstuk kan nog aan glans winnen Guus Hermus smult van Vader zaliger Fijnaut Nijinsky treffend in gebaren maar zwak in articulatie Ongedwongen plezier bij zanger Johnny G. Gevolgen stralingsproeven verstoren wankel bestaan Zeppelindrummer Johan Bonham dood gevonden tl SST'T 1980 VRIJDAG 26 SEPTEMBER Ontvreemde visitekaartjes zonder schroom najaarstentoonstelling 1980 Kunsthandel Fijnaut KUNST werk van o.a.: Andreenko, Bauerstumpff, Bissière, Van Blaaderen, Buning, Van Dongen, Erfman, Le Fauconnier, Feldmann, Fiks, Filarski, Gestel, Góth, Gleizes, Huszar, Israëls, Jourdain-Lemoine, De Jong, Kadér, D. Koning, R. Koning, Kvapil, Langeweg, Van Leusden, Loeber, Lubbers, Meurs, Nieweg, J. W. Power, Van Rijn, Schuhmacher, Scheiber, Sluyters, H. Smith, Talwinski, Terechcowitch, Ch. Toorop, J. Toorop, Troelstra, Wiegers, Willink, e.a. Nederlandse en internationale schilderkunst uit de eerste helft van de 20e eeuw. Keizersgracht 536, 1017 EK Amsterdam Tel. 020-228492, privé 257433 Openingstijden: di. t/m za. 11 t/m 18 uur; zo. 14 t/m 17 uur I AMSTERDAM. De kleuren rood en wit domineren het toneel in Nijinsky’s Othellovoorstelling. Wit is het achterdoek, een halve cirkel van dunne stof, die in schuine banen gespannen is, zodat er zes poorten ontstaan. Wit is het bed, dat tevens het enige requisiet is, maar voor sommige scene’s wordt het met bloedro de lakens bedekt. Die aankleding staat voor twee dingen die de voorstelling bepalen: een uiterste karig heid van middelen, waardoor het drama tot zijn kale teksten is teruggebracht, en voor de heftige tegenstel lingen, vurigheid tegenover onschuld, waarom het draait. AMSTELVEEN. Wanneer Charlies vader in het toneelstuk Vader zaliger gestorven is, dan blijkt hij niet weg te branden uit zijn gedachten. Pa was een heel gewone man, die er zo het zijne van zei. Een opgeruimde geest, die de zoon blijft achtervolgen met onuitwisbare herinneringen, omdat hij hem niet begrepen heeft. Op de dag van de begrafe nis ziet Charlie zo’n beetje zijn leven voorbij trekken met zijn vader als aangever. De Ierse to neelschrijver Hugh Leonard bouwde rond dit thema een niet onaantrekkelijk toneelstuk. Hij kreeg daartoe het idee naar aan leiding van de herinneringen aan zijn eigen vader. Maar hij wil zijn toneelstuk toch eerder biogra fisch, dan autobiografisch zien, ook al is hij daar zelf zeer levend in aanwezig. I I 1 •- .Ff: Z hiXw W Ff M - UEl WIJK in essentiële Othello WM1 Een scène uit Mutaties door het Pro Theater met Frances Sanders (Tilly), Joss Flühr (Moeder Tilly) en Die van Duin (oude Nanny) Reinier Buldr (links) en Bart Kiene in Othello. ALMA POST b l’ I JAN BAART (ADVERTENTIE? Scène uit Vader Zaliger. Vlnr. Bep Dekker. Guus Hermus en Sjoerd Pleysier. (Foto Lemaire). Rood-witte aankleding In Vader zaliger zien we Charlie als jongeman en ook op latere leeftijd. Char lie is het autobiografische deel dat de auteur in zijn stuk opvoert. De rol zegt weinig over het eigen karakter van deze zoon, des te meer over dat van de vader. Johnny G. heeft er zelf lol in om te spelen en dat daarbij een publiek mee kan genieten is mooi meegenomen. (Dat is dan ook de enige werkelijk goede houding van welke bühne-artiest dan ook). De relaxed- heid en het ongedwongene wat daarvan uitstraalt heeft direkt invloed op het pu bliek, zelfs wanneer dat al zo verwend is als in Paradiso. je een acteur als Hermus een avond lang zijn talent in veel schakeringen ziet de monstreren. Het is jammer dat de schrijver niet meer reliëf in de rol van de zoon heeft kunnen leggen. Misschien komt het doordat hij met die rol zichzelf beschrijft, het is nu eenmaal moeilijk jezelf juist te zien, als Concert: Johnny G. Bezetting: Johnny G. (gitaar, zang), Richard Stephens (drums, zang), Paul Hughes (contrabas, zang). Paradiso, Amsterdam 25 september 1980. De voorstelling onder Guttmann is een degelijk stukje vakwerk geworden. Er is omzichtig omgesprongen met de door (Van onze kunstredactie) LONDEN. De 32-jarige drummer van de Engelse hardrockband Led Zeppelin, John Bonham, is gisteren dood in bed aangetroffen in het huis van Jimmy Pa ge, de gitarist van de groep. Volgens de plaatselijke politie waren er geen aan wijzingen die aan een misdrijf deden denken. Vandaag zal de lijkschouwing worden verricht. Sinds de oprichting in 1968 maakt John „Bonzo” Bonham deel uit van Led Zeppe lin, welke groep verder nog bassist-toet- senman John Paul Jones en zanger Ro bert Plant in de gelederen heeft. Bonham is uit Birmingham afkomstig en trad op voorspraak van Plant tot de groep toe. Hij gold als een bonkige, weinig soepele en krachtige slagwerker die mede het geluid bepaalde van een van de beste heavy metalbands die de rockgeschiedenis ge kend heeft. Lange tijd werd Led Zeppelin zelfs als grensverleggend beschouwd. Tijdens de laatste Europese toernee, waarbij ook Nederland werd bezocht, moest een optreden in het Westduitse Nürnberg worden afgelast omdat Bon ham „lichamelijk uitgeput” zou zijn ge weest. Bonzo, die veel hardrocknummers moet hebben geïnspireerd door zijn vier kante, functionele stijl, is op een zevental albums te beluisteren, terwijl zijn gestalte te zien is in de livefilm The Song remains the Same. Als klassiek geldt zijn drumsolo in Moby Dick, dat op de eerste groepsel- pee staat. Regisseur Arend Bulder bewerkte Shakespeare’s tekst zo dat hij maar vijf rollen overhield, en de essentie van de tragedie: Othellos onstuitbare jaloezie die tot moord op zijn onschuldige vrouw Desde mona leidt. Nijinsky ziet Othello,s jaloezie als Jaloersheid van de mens op zijn eigen geluk”. Othello kan zijn geluk niet verdragen, en moet het zelf verstoren. De minste hint van zijn kwaadwillende vaandrig Jago is genoeg om bij hem de motor van verdenking en woede te doen aanslaan. Nijinsky werkt met het voelbaar maken van emoties door woord en gebaar. Dat laatste slaagt soms heel goed. Als Desdemona (Aartje Duyvené de Wit) zich plat op de grond laat vallen om te kijken of haar zakdoek onder het bed ligt drukt dat van alles uit: dat ze zoekt, dat ze heftig bewogen is, dat ze eerder extravert en beweeglijk dan stil en gesloten is. Zo’n gebaar vind ik goed gekozen. Bart Kiene (Othello) had ook een paar van die goede momenten, vooral in de mooie scène tussen Othello en Jago (Reinier Bulder), waar Othello zich overtuigd waant van Desdemona’s ontrouw. Kiene maakt het geluk van Jago daar letterlijk tot een ding dat hij tussen zijn handen voelt wegglippen, uit zijn ogen ziet verdwijnen, en ook dat vond ik goed gevonden. Wat het woord betreft haalt Nijinsky het meestal nog niet. De presentatie van de tekst laat te wensen over, en soms ook de articulatie, een technisch mankement dat eenvoudig te verhelpen moet zijn. Wat het tekstzeggen betreft zal de groep zijn voordeel kunnen doen met de samenwerking met Ank van der Moer in hun twee volgende producties Afscheid en Broertje en Zusje (beide van Bart Kiene), die wat het onderwerp jaloezie betreft een vervolg op Othello gaan vormen. Nu gaan de associaties waarmee gewerkt wordt soms verloren door de zwakheid van tekst. Het kostuum van de halfzachte Cassio, een roze hansop, wordt al te belachelijk als het niet in ingebed in Cassio’s persoonlijkheid, die door zijn woorden duidelijk moet worden. Ook vraag ik me af of het verloop van het verhaal duidelijk is voor mensen die Othello niet kennen. Bulder schrapte al Shakes peare’s intrigues, en hield als het ware alleen de uitkomsten van de scènes over, het aan de toeschouwers overlatend om de rest erbij te fantaseren, wat alleen lukt als je geen woord mist. Othello door Nijinsky is een probeersel dat er nog niet is, maar dat waar het er wel is beslist mooie dingen laat zien. Helemaal af was trouwens de belichting: Wat Nijinsky, dat met krappe financiële middelen moet werken, van enkele lampen of een kaars, in samenspel met het achterdoek weet te brouwen is prachtig. Hugh Leonard bedoelde gevoelens, mis schien wel wat al te voorzichtig. Daardoor ontbreekt er een bepaald soort spirituele kracht en blijft deze produktie wat fut loos. De door Luisa Treves vertaalde tekst verraadt een aangename dosis humor, maar zij heeft haar vertaalvondsten wel wat aan de brave kant gehouden. Een vondst als babbelogie lijkt aardig, maar het woord geouwehoer klinkt heel wat krachtdadiger, hoewel natuurlijk minder beschaafd. Guus Hermus steelt de show als de overleden Pa. Hij zet heel zijn talent en vakmanschap in en voegt daarmee tal van aangename momenten toe aan een voor stelling die ook zijn saaie kanten kent. Hermus weet schitterende nuanceringen in leeftijd aan te brengen, zodat de ver schillende tijdstippen waarop hij de her inneringen van zijn zoon moet visualise ren de vereiste duidelijkheid krijgen. Het is zo’n rol waarvan hij smult en dat laat hij ook merken. Naast Guus Hermus staat Cor van Rijn als de met zijn herinneringen worstelende zoon, een consequent ingevulde rol, die met scherpere contouren aan kracht kan winnen. Ina van Faassen speelt een plicht matige moederrol waarin haar zelfver trouwen nog wat wrikbaar lijkt. De jonge Charlie krijgt aantrekkelijke nuances bij de debuterende acteur Sjoerd Pleysier. Broes Hartman speelt het klaar om nog juist enig inzicht te geven in het confor mistische karakter van de stijve hark van een Drumm en Bep Dekker is een afgeme ten mevrouw Prynne. Vader Zaliger zal zijn weg naar het theaterpubliek wel vinden. Het stuk is leuk van constructie en kan met wat door spelen zeker aan glans winnen. KO VAN LEEUWEN Door de herinneringen en gedachten aan zijn vader via het medium toneel zicht baar te maken, wilde Hugh Leonard zich kennelijk daarvan losmaken, bevrijden. Waarom, is me in de voorstelling die Karl Guttmann met Guus Hermus in de rol van de overleden vader regisseerde niet zo duidelijk geworden. Maar de pret was er niet minder om, want het blijft heerlijk als zelfs een spiegel een spiegelbeeld weer geeft. Charlie blijft een tamelijk kleurloze figuur, ook al speelt Cor van Rijn hem niet onaantrekkelijk. Voorstelling: Othello, naar William Shakespeare. Bewerking en regie: Arend Bulder. Groep: Nijinsky. Kostuums: Jac Koole. Spelers: Bart Kiene, Aartje Duyvené de Wit, Reinier Bulder. Bambi UQen, Age Kramer. Première 25 september 1980 Shaffytheater, Amsterdam. Het toneel dat het meeste weg heeft van een chaotisch uitdragerij, stelt het binnenhui sinterieur voor. Daar leeft een klein gezin, een gescheiden moeder met haar twee dochters, die eikaars tegenpolen zijn: Tilly, het zwijgzame en intelligente lelijke jonge eendje, en Ruth, het oppervlakkige sexy typetje dat aan zenuwinzinkingen en toevallen lijdt. Moeder Beatrice, in haar jeugd Betty Mafketel genoemd, dweept met de mooie Ruth. De teruggetrokken dochter wordt onophoudelijk bestookt met denigrerende opmerkingen. haast niet. De kleine zanger schuwt de grote cli chés niet. Alle gejatte muzikale visite kaartjes worden zonder schroom afgege ven. Zo is hoorbaar: Sting (namelijk pre cies diezelfde hoge stem), Jonathan Rich man (namelijk precies dezelfde knullig heid van zingen, de simpele wijsjes, de onschuldige teksten) en dan voorts aller hande rock rollers, reggaevogels, ska- helden en romantische balladekwelers. Alles gaat in de recyclingbak van zanger G. en komt er aangenaam gestoord weer Uit. Nummers als Highway Shoes (met hier bij een wel zeer ontaarde vocale inzet), Valerie, Call Me Bwana, The Educated Monkey, Suzy (was a girl from Green ford), The Hippies Graveyard, Miles And Miles, (Everybode goes) Cruisin’ On A Saturday Night werden tot wijdlopige medleys aan elkaar geplakt. Links en rechts plukte bassist Paul Hu ghes daarbij aan zijn bas soortement so lo’s of streek nij enige zwaarwichtige me- lancholica en af en toe onderbrak ook Johnny G. zijn alsmaar-door-ritme-gitaar voor enige loshangende noten. Dat laatste was dan zijn solo. En hij bleef maar doorzingen. Ook tussen de nummers door. En zijn twee knietjes bleven maar onop houdelijk in de maat heen en weer gaan. En hij had een glimlach die steeds sugge reerde dat de hele boel in de zeik genomen werd. Dat was nog eens een charisma! JOOST NIEMÖLLER Hij komt gewoon op als het nog donker is. Staat wat te hannesen met z’n gitaar. Begint zonder enige aankondiging iets nogal vals en bizars te zingen. Opeens wordt dat een heel bekend rock roll liedje: Blue Suede Shoes. Zijn eigen rit- megitaar brengt er de swing in. Er klinkt het jazzy dreunen van een contrabas. Een strakke ska-beat op drums. Simpeler is haast niet denkbaar. Sprankelender ook Voorstelling: Vader zaliger. Toneelspel van Hugh Leonard. Regie Karl Gutt mann. Vertaling Luisa Treves. Decor Chiel de Meij. Spelers Guus Hermus, Cor van Rijn, Ad Hoeymans, Ina van Faassen, Broes Hartman. Bep Dekker, Ellis Gray, Sjoert Pleysier. Première 25 september 1980, Cultureel Centrum Amstelveen. Vrije produktie: Accolade. Moeder vult haar tijd door in losse nachtkleding rond te dolen in het huis, als een constante act van exaltatische uitroe pen en theatrale gebaren. Zij is volkomen van de buitenwereld vervreemd, verwaar loost zichzelf en het huishouden. Uitslui tend middels enkele telefoongesprekken heeft ze wat (opgeschroefd beschaafd) contact met de leraren van de school. De zorg voor een demente stomme mummie achtige bejaarde (een travestie-rol van Die van Duin) vervult haar met afgrijzen, maar het levert honderdvijftig gulden per week op. Dochter Tilly, op school meestal uitgela chen en door haar zuster veracht, komt in de belangstelling door enkele experimen ten. Haar proefjes met radioactief be straald zonnebloemzaad leveren interes sante plantjes op, waarmee zij in de finale komt van de wedstrijd voor jonge onder zoekers. Dat verandert veel. Op school krijgt men plotseling waardering. Zuster Ruth wordt reuze trots. Moeder Betty voelt zich in haar labiele bestaan echter bij voorbaat al belachelijk wanneer ze hoort dat ze naast haar dochter op het toneel moet staan. Jaloezie en manipula ties veroorzaken een emotionele impuls en een ingrijpende wending in het wanke le evenwicht van hun gezamenlijk bestaan. De voorstelling van het Pro Theater heeft een nogal bizarre toets meegekre gen. Dat lijdt weleens te veel de aandacht af van het eigenlijke gebeuren. Een oude kwaal van het Pro Theater. Niettemin levert Frances Sanders een mooie presta tie in haar rol van het onbegrepen, in zichzelf gekeerde meisje. Joss Flühr zet een scherp maar soms wat overtrokken portret neer van de verloederde moeder, kreng en zielepoot tegelijk. Marlies Heuer schiet wel eens te ver door, met name in haar nachtmerrie-scène. De overige rollen zijn niet meer dan decoratie. Wie de aan pak van het Pro Theater als gegeven wil accepteren, kan er een vaak boeiende voorstelling aan beleven. AMSTERDAM. Eigenaardig genoeg heeft live-muziek in een café bijna altijd de charme van het zichtbare plezier. In de wetenschap dat elke luisteraar nu een- r - maal meegenomen is, maakt men van de nood een deugd en kan dus ongestraft overgegaan worden tot natuurlijke on derlinge improvisaties. Dat natuurlijke, dat speelplezier van een anonieme café- band was gisteravond ook af te zien aan Johnny G., met twee medemuzikanten optredend in Paradiso. Maar vroeger heeft die Johnny G. dan ook lang als eenmansband gediend tot akoestisch ver maak bij bier en barkruk. Zoiets laat zijn sporen na. Mutaties, een toneelstuk van de Amerikaan Paul Zindel, geprodu ceerd door het Pro Theater. Spelers: Frances Sanders (Tilly), Joss Flühr (Beatrice), Marlies Heuer (Ruth), Die van Duin (Nanny), Edith Andriesse (Erna). Regie en vormgeving: Aposto- los Panagopoulos. Toneelschuur Haarlem, 25 septem ber 1980. HAARLEM. Het bestralen van zonnebloemzaadjes met radioactief kobalt 60 kan wonderlijke gevolgen hebben. Niet alleen ontstaan er door die straling de wonderlijkste varianten op de oorspronkelijke soort, wanneer de zaadjes uitkomen (mutaties genaamd). Ook de mensen die met die gevolgen worden geconfronteerd, vertonen gedragingen die opmerkelijke wendingen nemen. De Amerikaanse schrijver Paul Zindel (geboren 1937) schreef er een toneelstuk over, in 1971 bekroond met de Pulitzer prijs, die daar tenminste een treffend voorbeeld van geeft. Het Pro Theater brengt het als een bijna karikaturale allegorie hoe grote ontwikkelingen mensen beïnvloeden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 13