J
n
Koude Macher” wordt populair
ZAT
ZAT
ZAT
VOEGSEL
VOEGSEL
VOEGSEL
DAGS
DAGS
DAGS
r
w
*1
D9J
J
t
F
J
11
BEMVlNDOfl
27 SEPTEMBER 1980
IJmuider Courant
M
J
5 5
Beverwijkse Courant
I
fe!
f
door Hans Amesz
iet
n
Re
mt
it
i
ur.
of
uw
is
dat
Allebei belangrijke politieke functies.
Helmut Kohl, zo lijkt het, heeft zich
goed ingedekt. Volgens sommige
waarnemers zo goed, dat hij een
redelijke kans maakt om in 1984
wederom kandidaat-kanselier te
worden. Dan moet Strauss natuurlijk
op 5 oktober niet winnen, maar in
feite gaat een groot deel van de CDU-
CSU daar ook vanuit.
Kohl treedt in deze
verkiezingscampagne anders op dan
in die van 1976. Het aantal
toespraken dat hij op markten en in
hallen houdt, is nog net zo groot
circa tweehonderd als toen hij zelf
nog lijsttrekker was, maar sinds die
„last” van hem is afgevallen gedraagt
hij zich soevereiner, minder onder
druk, meer ontspannen. Geen twijfel,
Kohl heeft zich vastgelegd op de door
Strauss Co uitgestippelde
verkiezingsweg. Hij praat over de
„schandalige campagnestijl” van de
SPD, over bijeenkomsten onder
massale politiebescherming
(„Vroeger hadden we de politie
hoogstens nodig om het verkeer te
regelen”), over de terreur op de
openbare weg en het volksfront aan
bijna alle universiteiten, over de
„ondraaglijke” familiepolitiek van de
socialisten, over de „nog
ondraaglijker” schuldenlast van de
regering-Schmidt-Genscher. Hij
heeft het over de dappere Poolse
arbeiders, die begrepen hebben wat
veel Duitsers kennelijk niet meer
inzien, namelijk dat „vrijheid” het
hoogste goed op aarde is, dat „vrede”
zonder „vrijheid” eigenlijk niets
waard is. De CDU-voorzitter roept de
bevolking op de „ommekeer” te
bewerkstelligen voordat het te laat is.
Hij schildert het huidige Duitsland
dusdanig dat vele toehoorders daarin
de Bondsrepubliek nauwelijks meer
kunnen herkennen.
Willy, Willy!”
Terwijl CDU-voorzitter Helmut Kohl
zonder twijfel bezig is aan een come
back, ligt de positie van SPD-
voorzitter Willy Brandt vast. De
vroegere bondskanselier heeft er al
lange tijd vrede mee gesloten dat de
nummer een van de Duitse sociaal-
democratie niet Brandt maar
Schmidt heet. Hij vraagt op al zijn
bijeenkomsten om een stem voor de
SPD, zodat „Helmut Schmidt in alle
rust verder kan werken”. De zalen
waar Brandt spreekt zijn minder vol
dan vroeger en ook op marktpleinen
zijn niet meer zoveel mensen
vereend, maar de „Willy, Willy”-
stemming breekt hier en daar nog
altijd door.
De door Helmut Kohl bezworen
„ommekeer” wordt door Brandt
omgekeerd. Hij vraagt zich af welk
nadenkend mens dat eigenlijk wil.
Het gaat de Bondsrepubliek immers
relatief goed. De pensioentrekkers
hebben het nooit beter gehad dan nu,
de Duitse Mark is een der hardste
munten ter wereld, aan de
„kapitalistenbeurzen” in Zürich,
Tokio, New York en Frankfort veel
gevraagd. Het gekanker van de
Union over de „ondraaglijke
schuldenlast” van de bondsregering
doet Brandt af als „waanzin”. De
Bondsrepubliek beschikt immers
over een goud- en deviezenvoorraad,
waar bijna geen enkel land aan kan
tippen. Brandt zegt ook dat het aan
de„bezonnen” binnen- en
buitenlandse politiek van de sociaal-
liberale coalitie ligt dat de
Bondsrepubliek inmiddels een
buitengewoon gerespecteerd land in
de wereld is geworden. Of is de
nieuwe voorzitter van de Verenigde
Naties soms geen Duitser? Waarom,
aldus Brandt, moet dit alles op het
spel worden gezet? De boodschap is
eenvoudig: „Ons land kan zich
Strauss in de plaats van Schmidt niet
veroorloven”. De SPD-voorzitter
noemt zijn collega van de CSU en
kandidaat-kanselier een
„avonturier”, die niet aan de
„trekker” mag komen.
In Luneburg, op de historische markt
van deze ruim duizend jaren oude
Hanzestad waar Heinrich Heine heeft
gewoond en gewerkt, vlamt de oude
Willy Brandt weer als hij aankondigt
dat de SPD nog een tweede
doelstelling heeft. „Wij willen weer
sterkste fractie in de Bondsdag
worden. Dus groter dan CDU en CSU
samen. Dat betekent dat bij de 16
miljoen stemmen die wij in 1976
kregen er nog een miljoen bijmoeten.
Het zijn vijftien zetels. Dan moeten
we ook hier, waar de Union al jaar en
dag aan de macht is, stemmen erbij
krijgen. Dat kan, maar dan moet er
om elke stem worden gevochten,
want bedenk: de strijd is nog niet
gestreden. En even later blijkt dat de
man die eens in een
regeringsverklaring heeft gezegd dat
„wij meer democratie moeten
hebben”, ook nu nog van mening is
dat dit geldt. „De democratie moet
levendiger worden en daarom is er
juist méér medezeggenschap nodig.
Daarom moet er nog meer aan de
vorming van jongeren worden
gedaan”.
Willy Brandt is op zijn best als hij
discussieert. In de „Fabrik” in
Hamburg, te vergelijken met het
Amsterdamse Paradiso, zijn
zaterdagochtend enkele honderden
jongeren om elf uur aanwezig om met
Brandt en de graficus Klaus Staeck
te praten. De SPD-voorzitter
„verontschuldigt” zich voor het feit
dat hij een das om heeft, maar „ik
Zaterdagmiddag houdt Brandt een
toespraak op het PEN-
schrijverscongres in Bremen. Het
thema is: „Verbanningsliteratuur”.
Willy Brandt is sinds kort lid van het
PEN-centrum en hij is geschikt om
over schrijvers-in-ballingschap te
spreken. De huidige SPD-voorzitter
is immers zelf voor de nazi’s gevlucht
en heeft gedurende het zogenaamde
Duizendjarige Rijk enkele
schuchtere schreden op het
schrijverspad gedaan.
Brandt kondigt aan dat hij de
verkiezingscampagne eigenlijk wil
laten voor wat ze is, maar hij wil er
niet omheen vast te stellen dat die
Duitse schrijvers die in ballingschap
zijn gegaan meer voor het aanzien
van de Bondsrepubliek hebben
gedaan dan een „tijdgenoot als de
bijzonder eigengereide
Zuidwestduitse minister-president”.
zoiets kan permitteren: „Een ander
wordt weggefloten”.
art-
>en.
Geen gevoel
ijk
e
■en
g
ge-
te
k
:o-
ds-
i.
I
f
De beide partijvoorzitters kunnen
terugblikken op uitstekende
verkiezingsresultaten in het verleden.
Onder leiding van Brandt, die toen
nog bondskanselier was, haalde de
SPD in 1972 bijna 46 procent van alle
stemmen en werd daardoor de
grootste fractie in de Bondsdag. Dat
duurde niet langer dan vier jaar en
een van de redenen daarvan was het
feit dat Helmut Kohl in 1976 als
kandidaat-kanselier van de CDU-
CSU optrad. Hij kreeg niet minder
dan 48,6 procent, het beste resultaat
voor de Union sinds de tijden van
Konrad Adenauer.
Willy Brandt moest in 1974 als
kanselier aftreden. De aanleiding
daartoe was dat zijn persoonlijk
adviseur Guillaume een DDR-spion
bleek, de oorzaak lag dieper: Brandt
had als regeringsleider de touwtjes
niet meer strak in handen. Maar de
winnaar van de Nobelprijs voor de
vrede bleef voorzitter van de SPD en
is als zodanig een belangrijk man in
politiek Duitsland.
Helmut Kohl was er in 1975 na een
taai gevecht in geslaagd om
voorzitter van de CDU te worden en
daarmee eigenlijk automatisch
kandidaat-kanselier van de oppositie.
Nadat de toenmalige minister
president van Rijnland-Palts de
verkiezingen van 1976 krap had
verloren, besloot hij van Mainz naar
Bonn te gaan om oppositieleider te
worden. Tussen de CDU van Kohl en
de kleinere zusterpartij CSU van
Franz Josef Strauss ontstond ruzie.
Inzet daarvan was vaak de persoon
I van Helmut Kohl, wie verweten werd
„veel te slap” op te treden. Geleideijk
begonnen ook velen van Kohls
partijgenoten kritiek op hem uit te
oefenen. De afgevaardigde
Dodenhofer: „In de slaapwagen
komen we niet aan de macht”. CDU-
vice-voorzitter Biedenkopf: „In het
belang van Helmut Kohl moeten we
de functies van partijvoorzitter en
oppositieleider opsplitsen”.
Consequenties
Kohl trok de consequenties uit alles
wat over hem werd gezegd en besloot
om bij de verkiezingen van 1980 niet
te fungeren als kandidaat-kanselier,
als uitdager van Helmut Schmidt. De
rest van de geschiedenis is bekend.
Via een chantagepolitiek ten opzichte
van de CDU wist de veel kleinere
CSU door te drukken dat haar
voorzitter, Franz Josef Strauss, tot
kandidaat-kanselier werd benoemd.
Maar Kohl bleef tot veler verrassing
CDU-voorzitter en oppositieleider in
de Bondsdag. Als Strauss de
verkiezingen verliest, blijft Kohl dat.
Mocht de Beierse minister-president
erin slagen bondskanselier te
worden, dan wordt Helmut Kohl
leider van de regeringsfractie.
Willy Brandt en Helmut Kohl, twee partijvoorzitters in de verkiezingsstrijd. Een
vergelijking dringt zich op: twee politici die eens zelf de eerste positie in hun
partijen innamen. Nu maken ze reclame voor anderen. Willy Brandt voor de
huidige sociaal-democratische kanselier Helmut Schmidt; Helmut Kohl voorde
CSU-voorzitter Franz Josef Strauss, d. graag bondskanselier wil worden.
moet nog ergens anders heen” en
„overigens vind ik het op mijn
leeftijd (Brandt is 66) lachwekkend
om me krampachtig aan te passen”.
Hij wordt geconfronteerd met vragen
over het radicalenbesluit
(Berufsverbote) en een homoseksueel
wil weten wat de SPD denkt te doen
aan de treurige discriminatie van
homofielen in bijvoorbeeld een stad
als Hamburg. De politie heeft daar
tijden lang van achter ondoorzichtige
spiegels homofielen in openbare
toiletten in de gaten gehouden en
naar verluidt zogenaamde „roze
lijsten” aangelegd.
Willy Brandt ontwijkt geen enkele
vraag. Hij zegt dat er inderdaad
schrijnende gevallen van
discriminatie voorkomen. En ook
Brandt vindt dat het radicalenbesluit
soms op ontoelaatbare wijze wordt
uitgevoerd, „bij de post
bijvoorbeeld”. Na afloop van de twee
uur durende bijeenkomst in de
alternatieve „fabriek” zegt een
Duitse collega-journalist dat alleen
een politicus als Willy Brandt zich
AG
F <4r
Met de verkiezingen voor de Bondsdag in het vooruitzicht
keek onze correspondent Hans Amesz voor Erbij uitvoerig
rond in het Westduitse verkiezingscircus.
Vanzelfsprekend volgde hij de tournees van
bondskanselier Schmidt en oppositieleider Strauss
(waarvan hij in deze krant reeds eerder verslag deed),
maar daarnaast stak hij zijn licht op bij de spreekbeurten
van de twee grote mannen échter de beide kandidaten
voor het volgende kanselierschap: Willy Brandt, voorzitter
van de SPD, en Helmut Kohi, voorzitter van de CDU.
Hieronder zijn verslagen.
H I
Op het plein tegenover het raadhuis in
Bielefeld wordt geschreeuwd:
„Bloemen weg, wij willen Helmut
zien”. De Duitse bondskanselier
Helmut Schmidt glimlacht en doet op
het bordes van het stadhuis een paar
stappen voorwaarts. Als beloning krijgt
hij een daverend applaus van ruim
10.000 mensen, die zich ’s middags
om half vijf hebben verzameld om te
horen wat SPD-lijsttrekker en
regeringsleider Schmidt aan
verkiezingsvuurte bieden heeft.
"1
I
I
I
I
I
y.
r
3ij
a-
Helmut Kohl
mannen achter
Schmidt en Strauss
J
Helmut Schmidt als dirigent
j
tot een zowel nationaal als internationaal
buitengewoon gerespecteerd staatsman.
Hij werd en wordt geprezen om zijn
vakkennis, zijn vermogen om snel te
analyseren, de moeite die hij neemt om
anderen van de juistheid van zijn
opvattingen te doordringen.
Aan de andere kant werd hem echter
verweten dat hij uitsluitend
geïnteresseerd zou zijn in de dagelijkse
politiek, in datgene wat te realiseren is.
Daaraan dankt Schmidt ook zijn bijnaam
„der Macher” degene die het wel zal
regelen, een koele technocraat. De laatste
tijd lijkt het erop dat de huidige
bondskanselier van West-Duitsland niet
meer in dat beeld past. De „koude
Macher” is niet meer uitsluitend
gerespecteerd. Het spontane „Helmut,
Helmut”-geroep van zijn partijgenoten op
De Mannenbroeders van de
ARP nemen dit weekeinde af
scheid. De Anti-Revolutionnaire
Partij houdt op te bestaan en gaat
op in het CDA. Een historische
dag voor de partij van Kuyper en
Colijn (van wie hiernaast een
spotprent van Van Raemdonck),
van Aantjes en Hans de Boer.
Hij legt uit waarom de staat zoveel krediet
heeft opgenomen. „We hebben miljarden
marken gestoken in het onderwijs, in de
sociale woningbouw, in onderzoek en
technologie, in het aankopen van
olievoorraden. De resultaten daarvan
komen pas in de toekomst tot uiting. Wij
hebben gezorgd voor de toekomst, wij
hebben door onze openbare geldpolitiek
tienduizenden arbeidsplaatsen
geschapen. En dat zou niet juist zijn?
Daardoor zouden wij de Bondsrepubliek
aan de rand van een bankroet hebben
gebracht zoals de Union beweert?
Afgezien van Frankrijk moet geen enkel
land zo weinig rente over opgenomen
kredieten betalen als wij”, verklaart
Schmidt.
Helmut Schmidt is van mening dat er
tijdens de verkiezingscampagne
belangrijker thema’s aan de orde moeten
komen dan Franz Josef Strauss en zijn
gevolg. „Men moet niet alleen tegen een
CDU-CSU-regering zijn, maar ook weten
waarvoor men is. Vooral vele jongeren
hebben er recht op te weten wat er de
komende jaren gebeurt”. Schmidt zegt
dan dat het duidelijk is dat er financieel
nauwelijks speelruimte is. „Daarom is het
des te belangrijker dat we behouden wat
we hebben”.
Schmidt roept dat er geen enkel buurland
is dat niet bezorgd is over een Strauss als
leider van de Duitse politiek. In het
ijsstadion in Kassei citeert hij gedeelten
uit de discussie die op de Nederlandse
televisie werd gevoerd nadat Brandpunt
de in opdracht van de CSU gemaakte anti-
Schmidtfilm had vertoond. „In Nederland
zei een katholieke televisiecommentator
dat dit leek op nazi-propaganda”, aldus
Schmidt. Deze passage had hij overigens
spontaan in zijn rede ingelast nadat SPD-
woordvoerder Peter Schellschmidt hem
de in het Duits vertaalde Brandpunt-
discussie in de trein van Bielefeld naar
Kassei had overhandigd.
Willy Brandt
y
verkiezingsbijeenkomsten toont aan dat
Schmidt ook meer en meer „geliefd”
raakt.
De Bonner regeringschef weet wat hij zijn
toehoorders schuldig is. Hij spreekt
overal minstens een uur, hoewel bekend is
dat de verkiezingsstrijd niet zijn
bijzondere voorliefde heeft. Net als de
kandidaat-kanselier van de oppositie
Strauss is Schmidt een redenaarstalent.
Maar in tegenstelling tot Franz Josef kan
Helmut zijn temperament controleren.
Ook Schmidt wordt af en toe agressief.
Hij noemt Strauss een „Scharfmacher”,
iemand die nooit wijs zal worden, een man
die aan grenzeloze zelfoverschatting lijdt.
Die uitspraken volgen echter pas nadat de
kanselier de Beierse minister-president
heeft geciteerd.
Schmidt slaat Strauss met diens eigen
argumenten. Hij herinnert aan de
uitspraak van de kandidaat-kanselier dat
de Russen nooit Afghanistan zouden zijn
binnengevallen als hij, Strauss, kanselier
was geweest. Hij herhaalt woorden van de
CDU-CSU-lijsttrekker dat de Polen
Strauss hadden gekozen als ze hadden
kunnen kiezen tussen hem en Gierek. En
dan dondert Schmidt: „Deze Strauss heeft
geen gevoel voor de trots van andere
volkeren. Mijn God, wat een
zelfoverschatting”.
Ook de andere politici van de Union
worden aangepakt. „De luidsprekers van
de CDU-CSU, van A tot Z, van Abelein tot
Zimmermann, praten alsof ze de DDR tot
capitulatie kunnen brengen”. Wie zulke
dingen zegt is, aldus Schmidt, of dwaas, of
totaal gek, maar in ieder geval
levensgevaarlijk. De bondskanselier wil
niet beweren dat de politici van CDU en
CSU de vrede niet willen, maar „de
bekwaamheid om goed met de buren om
te gaan is bij hen buitengewoon slecht
ontwikkeld”.
7
yt
10
i-
1-
12
:h)
S,
m
al
at
Ie
•g
DAGBLAD VOOR BEVERWIJK. HEEMSKERK ES VEI-SEN
te
e-
>n
w
DE KENNEMER COLRANT ES HET DAGBLAD V(X)R IJMl IDES
F
Een aantal toptennissers, on
der wie Natase (links) komt weer
naar Nederland. Daar zorgen
twee zakenlieden voor. Jan
Preenen vroeg aan het duo Roffel
en Steur waarom ze dat doen.
Vanuit egotripperij, blijkt, om het
publiek te plezieren.
A.
14).
Dat velen Schmidt niet alleen willen
horen, maar ook zien, is tekenend voor de
toenemende populariteit van de
bondskanselier. Zeker, in de nu al ruim
zes jaar waarin de 61-jarige Helmut
Schmidt de „richtlijnen van de Duitse
politiek bepaalt” heeft hij zich ontwikkeld
I
t I
De Nederlan-i
7 der Sander van
Gelder bouwt'.
I maar door aan
zijn luxe vakan-
I tiedorp in Por-
I tugal.
'lil