Schrille uitval naar het huwelijk in Een Midzomernachtsdroom Duitse auteurs tegen Springer Theater Krachtige ironie bij Ro Volumineuze presentatie controversieel koor Concertgebouworkest Violiste Emmy Verhey treedt op in Zandvoortse strandbar Een experiment in klassieke muziek Reacties op Nobelprijs verdeeld 102 LENING 1980 PER 19S4/19S7’ 8Ö~ m ’PA 98,- 198,- STAAT DER NEDERLANDEN 69,- ola 198,- 198,- !98,- 98,- 69,- 59,- 98,- border cstra wagen privé Piano 21 VRIJDAG 10 OKTOBER 1980 KUNST Gechargeerde, woeste aanpak in Beethovens Negende z irlem door John Oomkes open bedrag bedrag koers jaarlijks op 15 november rente aflossing inschrijving 14 oktober a.s. van 9 tot 15 uur via banken en commissionairs storting 17 november 1980 prospectus kosteloos bij banken en commissionairs in 4 jaarlijkse termijnen van 15 november 1984 af vervroegde aflossing is niet toegestaan de koers wordt na de inschrijving op 14 oktober 1980 vastgesteld volgens het tendersysteem ROTTERDAM. Een Midzo- mernachtsdroom is het stuk bij uitstek over de liefde, maar hoe DEN wond Overgeproportioneerd jgehfkheï Shakespeare tegenover die liefde arkeerges staat blijft tot aan het eind raad- Tel 02 selachtig. In zijn stuk lopen drie -verhalen dooreen, die alle drie van hun kant de liefde belichten, maar ook ieder op zich al dubbel zinnig zijn. JW privé J 3Ü arlem. Tel ALMA POST MM (Van onze kunstredactie) JOHAN VAN KEMPEN (ADVERTENTIE) Jt MAIMTItMOWAl in Polen achten wel ring nietc rden. Alsl igegeven 02 07 wordt bovendien verliefdheid nog bela chelijk gemaakt door Titania’s korte ver houding met Spoel de wever, door Puck verrijkt met een ezelskop. In het derde verhaal horen de handwerkslieden, Spoel en consorten, die een vertoning voorberei den van Pyramus en Thisbe, HET verhaal over echte liefde, die ze willen laten zien op Theseus’ bruiloftsfeest. Ook de hand werkslieden zijn door Marijnen naar nu gehaald, ze werden bouwvakkerachtige typen, met een tikkeltje ouderwets senti ment, wat hun beroep van kleermaker, wever, ketellapper met zich meebracht. Lijkt Shakespeare nogal ironisch over de liefde en het huwelijk, gezien de won derlijke verovering van Hippolyta, de vier onderling verwisselbare verliefden, de hu- welijksperikelen van de Elfen: aan het eind laat hij Puck zeggen dat het allemaal Als het aan Rob van Hulst - als acteur aan Globe verbonden - ligt, dan is juist die scheiding tussen podia funest omdat daar door een groot en vaak jong publiek niet in de gelegenheid komt om kennis te ma ken met de klassieken. Door zijn werk zaamheden voor de stichting Spiegeltent in Amsterdam zag hij in de praktijk dat ook andere disciplines in een cafésfeer konden gedijen. Hij schreef een notaatje over de samenhang tussen vrijetijdsbeste ding en cultuurbesef, is inmiddels met de TROS in gesprek om op basis daarvan een programma samen te stellen en ging onderhand aan de slag om zijn ideeën in praktijk op hun waarde te beproeven. maar spel was. In Shakespeare’s wereld beeld staat de orde centraal. Hij kan met de liefde jongleren, maar aan het eind moet voor hem alles weer in evenwicht zijn. Voor de aankleding is flink uitgepakt. Om de drie verhalen en de verschillende lokaties die vereist zijn gerieflijk te laten zien, ontwierp men voor het publiek een bruidegom schenkt haar een wieg. (Marij nen haalt terecht naar voren dat het hu welijk vooral de vrouw tot slaaf maakt, een aspect dat Shakespeare in zijn tijd niet zal zijn opgevallen). De „zegen” die Oberon en Titania uitspreken over het huwelijk van Theseus en Hippolyta wordt ondersteund door een met botte naald gespeelde Bruiloftsmars. In de verklaring verplichten de auteurs zich geen vraaggesprekken meer te verlenen aan noch toe te staan dat er recensies over hun werk verschijnen in door het Springerconcern uitgeven kranten. De actie betreft niet alleen het sensatie blad Bild of Bild am Sonntag, maar ook een conservatieve maar in aanzien staande krant als Die Zeit. (Van onze kunstredactie) FRANKFORT.In een manifest dat gisteren op de boekenbeurs van Frank fort werd verspreid, verklaart een groep van 62 Westduitse schrijvers niet voor kranten van de uitgeverijmagnaat Axel Springer te werken. Volgens onder meer Heinrich Böll, Günther Grass, Uwe Johnson, Walter Jens en Siegfried Lenz werkt diens „marktbeheersende macht niet de pluraliteit van meningen, maar juist bevoogding en beperking daarvan in de hand.” Het debuterende koor zong safe, vrij (uit het hoofd) en onderling doorgaans afge wogen. Was er bij Stravinski een zekere kilheid in de, dan vibratoloze, klank ge weest; Beethoven kende in het algemeen meer warmte en kreeg soms waarachtig zelfs iets larmoyants. Zou overigens (ge zien tegen de in de aanhef van deze recen sie beschreven ruzie-achtergronden) aan het feit dat het ongekend volumineus ge zongen Alle Menschen werden Brüder pijn deed aan je oren, soms tevens een symbolische betekenis moeten worden toegekend? Tegen die achtergrond was het extra spannend om met de verrichtingen van-» het nog vóór z’n oprichting al bediscussi eerde ensemble, geconfronteerd te wor den. Op het (vanwege z’n exclusiviteit, op orkestsubsidie-gronden door CRM aange-- vochten) sponsor-concert, dat als „buiten-", gewoon concert” in een aantal abonne- mentsseries wordt herhaald, zou Haitink, middels een uitvoering van Stravinski’s"' Psalmensymfonie en Beethovens Negen de, het visitekaartje van deze vocale uit breiding van het orkestapparaat afgeven. ade 31, tel 1. 19.00 ui ijd. Gev n ODES HAARLEM/ZALTBOMMEL. De be langstelling voor levende muziek neemt - zeker waar die gebracht wordt in infor mele sfeer - de laatste jaren sterk toe. Zowel koffie- en sherryconcerten als de live optredens in de kroeg op de hoek mogen zich in een grote toeloop verheu gen. Met het noemen van die twee con certmogelijkheden scheiden zich tegelij kertijd de geesten. De klassieke muze wil zich nog wel minder vormelijk presente ren in het kader van een koffieconcert, terwijl het cafécircuit voornamelijk ver bonden is aan muzikanten uit het jazz- en rockgenre. 1951 i Polen de gevel Ddatie v. I. hout. B atie i-g- sstratinge 13. ORTING e ganisatie skenstudi aarlem. i >3-31740! iboden Hl EN. I draaibare tribune, die op het toneel ge plaatst is. Je kijkt dus naar één van de drie toneelmuren, of naar de lege zaal. Soms blijf je halverwege twee lokaties staan, zodat zelfs, het „lopen” van perso nages van de ene plek naar de andere zichtbaar wordt, een heel filmisch effect. Vooral de zaal-zijde, Theseus’ paleis voor stellende, bood fraaie plaatjes, waaronder een witte bruiloftszaal, en Griekse beel den tot op het balkon aan toe. De kos tuums waren mij wat te amorf, met name de oude lapperige uitdossing van de elfen, waarvan de betekenis me ook niet duide lijk was. Over het algemeen levert de modernise rende aanpak van Marijnen heldere en herkenbare beelden op. Nooit zag ik dui delijker het contrast tussen de Pyramus en Thisbe spelende handwerkslieden en hun publiek, de drie bruidsparen, als in deze voorstelling, waarin de bruiloftvier- ders al taart-etend naar de voorstelling kijken. Soms gaat Marijnen me echter te ver in zijn vondsten, hij lijkt dan alles te willen ironiseren. Ik zie bijvoorbeeld niet in waarom de elfen moeten roken, of high worden van het door Puck gehaalde lief- deskruid. Shakespeare’s kracht is juist dat hij niet ironisch is. Koningen, elfen, heksen, hij beschrijft ze alsof dat normaal is, en dat geeft zijn stukken die bijna kinderlijke directheid. Wij zijn tegen woordig veel meer gewend om alles maar gek te vinden, maar juist in dit stuk met zijn appel op de sprookjesgelover in ons, maak je veel kapot als je alles in het belachelijke trekt. Ik vond dan ook die acteurs het best, die het opbrachten se rieus te blijven. Lou Landré, in een dub belrol als Theseus en Oberon, vooral schitterend als de laatste: een volkomen geloofwaardige elf. Verder Fred Vaassen als Dissel, de leider van de handwerkslie den, en ook wel John Kraaykamp als Spoel de wever. De Puck van Peter Tuin man was me soms te lollig, hoewel ik bewondering heb voor de manier waarop hij, en ook Landré, het „overal en ner gens” zijn van elfen wisten over te bren gen. Je kreeg werkelijk het gevoel dat ze overal konden opduiken, en op een gege ven moment zie je Puck zelf op een bewe gend gordijn aflopen waar hij Oberon vermoedt, terwijl deze achter hem staat: een intelligente, want uiterst beeldende, toneelgrap. Het stuk werd gespeeld in een nieuwe, sober klinkende vertaling van Cees Buddingh. De organisator brengt nog bedremmeld naar voren dat hij geen kans ziet voor Emmy’s begeleider Carlos Moerman een concertvleugel te laten aanrukken. Ver hey knippert nauwelijks met de ogen, checkt of er wel een degelijk gestemde piano voorhanden zal zijn en verklaart dan: „Je zult verstomd staan als je weet in hoeveel concertzalen ze je een slechtge- stemde vleugel voorschotelen. Als je er dan wat van zegt, zijn ze nog beledigd ook. Het is werkelijk ongelofelijk. Echt, in gro te zalen tref je instrumenten waarvan verscheidene noten het simpelweg niet doen of vleugels die niet op stem blijven, niet in orde zijn. Een prima piano is vaak te verkiezen boven een matige vleugel.” De toegangsprijs is tenslotte een moei lijk gespreksonderwerp. Bezoekers van dit eenmalige gebeuren moeten 12,50 Het Ro-theater heeft dat herstel van de orde met een korrel zout genomen. Vol schrille ironie schildert het de schijnhei ligheid van het huwelijk: aan het begin zit Hippolyta half kotsend met haar aan staande man aan de ontbijttafel. Aan het eind zien we hoe ze haar huwelijkscadeau uitpakt en even heel erg schrikt: haar STOCKHOLM/WARSCHAU. De toe kenning van de Nobelprijs voor litera tuur aan de 69-jarige Poolse schrijver en dichter Czeslaw Milosz heeft zowel nega tieve als positieve reacties opgeroepen. De verzamelde wereldpers trok gisteren bij de bekendmaking in Stockholm de wendkbrauwen op omdat Milosz relatief onbekend is en omdat men veronderstel de dat de toekenning in verband zou kunnen staan met de crisis in Polen. Een bekend Pools literair criticus, Arthur Sandauer, liet zich ook in die zin uit. Hij noemde het een „politiek besluit van het westen”. een opgave wordt. Je speelt voor een groep mensen die de... eh... regels niet kennen, die misschien gaan zitten praten. Ik zie verder problemen met betrekking tot de akoestiek en..” Emmy: „Ach, als je weet dat 90 procent van de gebouwen een slechte akoestiek heeft...” Rob: „En je gaat er dan niet vandoor, ook als die erg tegenvalt? Dat je je viool pakt en tabé zegt?” Emmy: „Ik schei er niet zo gauw uit. Ik kan wel wat hebben.” Rob: „Daar zitje niet zo mee.. Dan zie ik de ruimte nog als een probleem...” Emmy: „Er staat toch niet voor ik begin een jukebox aan of zo...?” Rob: „Uiteraard niet, maar...” Verhey, nog steeds de rust zelve: „Ach, je zou eens wat koffieconcerten moeten meemaken die ik geef. Daar wordt je vanzelf flink van. Daar loopt dan ook grut van haar leeftijd rond (wijst op haar doch tertje dat de kleuterleeftijd niet te boven is). Mensen zouden dan doodstil moeten zijn, maar daar komt in de praktijk nooit iets van terecht. Kan ook niet. Ik speel dan gewoon. Daar zit ik niet zo mee. Ik heb de indruk dat jij er meer mee zit dan ik.” Emmy Verhey: Ik schei er niet zo gauw mee uit. ik kan wel wat hebben. (foto Lex van Rossen) neertellen wil Van Hulst uit de kosten komen. Emmy, verbaasd: „Maar denk je dat de vaste bezoekers dat neertellen? Als je iets niet leuk vindt, dan doe je dat toch niet? Ik zou het zelf nooit doen.” Rob: „Kijk, die mensen die in Riche komen, hebben niets anders op zondag. Komen daar altijd. De muziek die ze nu zullen horen, zal alleen een toegevoegd element zijn aan de omgeving die ze ken nen. Hopelijk levert dat wat positiefs op. Gaan mensen die nauwelijks met jouw muziek in aanraking komen er wat meer voor openstaan.” Ook belangstellenden die niet tot de vaste bezoekerskring van Riche behoren zijn overigens welkom. Kaarten zijn bij de VVV in Haarlem en Zand voort verkrijg baar. Het elfenkoningspaar Oberon en Titania 1 is aan het begin in felle strijd gewikkeld om het bezit van een jongetje, aan het eind zijn ze een keurig echtpaar, dat met ver- eende krachten aan de slag gaat om The seus’ bruidsbed „te zegenen met een voor- Coiirafl spoedig nageslacht”. Binnen dit verhaal De volbezette zaal maakte kennis met een gedisciplineerd koor van overwegend jeugdige mensen met goede stem- en ge- hoorskwaliteit, die - op een incident in het tweede deel van Stravinski na - het voorgeschreven notenbeeld met zeker heid realiseerde. Al bij het begin werd evenwel duidelijk, dat de strenge selectie bij de oprichting eigenlijk nog verder had moeten worden doorgevoerd, aangezien het koor in z’n huidige getalssterkte uitge sproken overgeproportioneerd blijkt ten opzichte van het orkest. De toch bepaald niet kinderachtige blazerspartijen in de Psalmensymfonie werden tijdens fortissi- mo-activiteiten van de zangers en zange ressen, gereduceerd tot een zeldzaam on beduidende mengklank. Waardoor naar Haitinks visie en interpretatiebedoelingen ten aanzien van deze partituur, eigenlijk alleen maar kon worden geraden. Voorstelling: Een Midzomernachtsdroom van William Shakespeare. Verta ling Cees Buddingh. Groep: Ro-theater. Regie: Franz Marijnen. Dramaturgie: Karst Woudstra. Toneelbeeld: Franz Marijnen/Peter de Kimpe. Kostuums: Lioba Winterhalder. Met: Lou Landré, Pauline van Rhenen, Peter Tuinman, John Kraaykamp, Fred Vaassen, en anderen. Première 9 oktober 1980; Stads schouwburg Rotterdam. Waarschijnlijk heeft Haitink zich door het uitzonderlijk volume van dit „puik der kelen” laten inspireren tot een gechar geerde, ruwe en vaak zelfs woeste aanpak van de Negende. In het eerste deel al, werd steeds voor een daverend effect ge zorgd, in gepassioneerd en haast overspannen orkestspel, waarbij boven dien de paukenist kennelijk de vrije hand werd gelaten. Beethoven als Berlioz! Wat je ver haalt is goed; zo ook het kwartet van buitenlandse (en in het kader bij deze recensie met name genoemde) zangsolis- ten, al zouden Nederlandse vocalisten ze ker goedkoper en waarschijnlijk hele maal niet minder goed zijn geweest! een aardt AMSTERDAM. Het Concertge bouworkest heeft zijn eigen koor. Geen feit om aan voorbij te gaan, temeer daar de presentatie ervan meteen een van de luidruchtigste klassieke concerten opleverde die ooit in het Amsterdams Concertge bouw zijn gegeven. In Zandvoort speelt als gevolg van de ondernemingslust van Rob van Hulst zon dagmiddag de violiste Emmy Verhey met begeleiding van haar vaste pianist Carlos Moerman in het strandcafé Riche, een gelegenheid waar normaliter op dat tijd stip disco-achtige klanken opklinken. Het bescheiden evenement krijgt echter de allure van een unicum als we weten dat door middel van het Nederlands Impresa riaat een tegemoetkoming in de kosten van het rijk kon worden verkregen én als we kennis nemen van het feit dat Emmy Verhey bepaald niet terugschrok van de ongewone concertopdracht. Omdat de contractuele overeenkomst tot stand kwam terwijl de violiste in het buitenland verbleef, achtte Van Hulst het verstandig haar persoonlijk te benaderen om de nodige toelichting te geven op zijn plannen voor het optreden in Riche. Rob Groen, die de zakelijke belangen voor Emmy Verhey behartigt bij het impresari aat, had haar echter al op de hoogte gebracht, en hoe zwaar Rob haar de on derneming ook voorspiegelde, ze gaf geen krimp. Rob: „Ik wil klassieke muziek graag een introduceren in een discotheekomgeving. Daar komt een groep jongeren uit eens milieu dat op zijn zachtst gezegd weinig van klassieke muziek moet weten. Ik kom zelf uit een arbeidersmilieu. Ik ben opge groeid tussen heel eenvoudige mensen, maar pas op de middelbare school merkte ik dat ik thuis niet bevestigd werd in die interesses die mijn ouders en mijn kenni sen vreemd waren. Mijn achtergrond vond het maar wat merkwaardig dat ik bijvoorbeeld de toneelschool wilde gaan volgen. Voor mij ligt in die omstandigheid de reden verscholen waardoor in die rich ting de klassieke muziek ook weinig voet aan de grond krijgt.” „Mijn uitgangspunt is daarom niet dat je die jongeren naar de concertzaal sleept, maar dat je klassieke muziek nou juist eens brengt naar de omgeving waar zij zich vertrouwd voelen. Ik zal het maar eerlijk zeggen: ik denk dat het voor jou In Polen is het bericht overigens overwegend met groot genoegen ontvan gen. „Deze prijs is een enorm succes voor heel Polen”, zo verklaarde de voorzitter van de Poolse schrijversbond, Jerzy Pu- trament, „hoewel de ideologie van Milosz ver afstaat van die van Polen, moeten we allen erkennen dat de dichter een groot talent is en dat de onderscheiding een grote eer is voor het Poolse volk. Ook de Poolse president Jablonski reageerde in Positieve zin. Alleen die werken die de laureaat zijn vertrek in (overigens in ven, hoewel drie jaar een zevendelig werk van Milosz’ proza en poëzie uitbracht. Een woord voerder van het ministerie van Buiten landse Zaken in Warschau erkende dat de dichter jaren geleden persona non grata -- was. „Maar dat is lang geleden en de dingen zijn nu snel aan het veran deren.” Concert door het Concertgebouwor kest met eigen koor. Dirigent: Ber- nard Haitink. Solisten: Janet Price, sopraan, Birgit Finnila, alt, Horst Laubenthal. tenor, Marius Rintzler. bas. Programma: Stravinski, Beet hoven. Grote zaal Concertgebouw Amster dam, 9 oktober 1980. voor schreef zijn i uitgege- ondergronds Scène uit „Een Midzomernachtsdroom'' bij het Ro Theater Vooraan: Pauline van Rhenen. Lou Landré. Achter: René van Asten. Thea Korterink, Marieke van Leeuwen, Evert de Jager. De gelegenheid tot publiekelijke kennis making met dit 224 leden tellende, ge mengde vocale ensemble, deed zich voor op het gisteravond gegevenconcert dat speciaal aan de sponsors ervan werd aan geboden. Oprichting en instandhouding van zo’n koor zorgen voor hoge onkosten, die niet uit het normale budget kunnen (en zelfs mogen) worden gefinancierd. Om te beginnen krijgt momenteel de in Parijs gevestigde en op zijn vakterrein befaam de koordirigent Arthur Oldham, die het koor van het Concertgebouworkest heeft opgebouwd en die voor de instuderingen zorgdraagt, een bedrag met drie nullen voor iedere repetitie. De genereuze steun van het bedrijfsleven was, naast een aan tal giften van anoniem blijvende maece- nassen, dus wel hard nodig om dit bijzon der ambitieuze project van de grond te krijgen. Hoe zat het ook weer precies? Vanaf Mengelbergs directeurschap werkte het Concertgebouworkest hecht samen met het Amsterdamse Toonkunstkoor. Dat was trouwens een begrip, die samenwer king. De laatste jaren boterde het echter niet meer zo tussen deze twee instellingen. Er waren allerlei factoren die tot die ver wijdering bijdroegen, maar van Concert- gebouwkorkest-zijde werd vooral gefluis terd dat het Toonkunstkoor oud en versle ten was. Daar kwam het in elk geval wel zo ongeveer op neer. Het Groot Omroepkoor; het voor de hand liggende alternatief bij gelegenhe den waarbij medewerking van een vocaal ensemble vereist is, zou zijn agenda te lang van tevoren al vol hebben staan met andere engagementen, om nog in voldoen de mate beschikbaar te zijn om het Con certgebouworkest naar behoren te kun nen dienen. Voor grammofoonopnamen moest al dikwijls naar het buitenland wor den uitgeweken, om op redelijk korte ter mijn en in artistiek en kwalitatief bevredi gend opzicht tot het gewenste resultaat te kunnen komen. „Sir” Haitink is op z’n zachtst gezegd nogal Engels geörienteerd. Zelfs de be noeming van zijn huidige assistent Ed Spanjaard loopt via de relatie met Colin Davis, de Engelse vaste gastdirigent van het Concertgebouworkest. En het lag dus haast in de lijn der verwachting dat Hai tink, met voorbijgaan aan het toch niet geringe potentieel aan vakmensen dat op dit gebied in ons land voorhanden is, ook een koordirigent vanuit de Britse hoek zou aantrekken. Zo werd het dan Arthur Oldham, die via een selectieprocedure de room van de melk van het Nederlandse koorwezen afschepte. Geen wonder dat niet alleen het hoofd stedelijke Toonkunstkoor, maar eigenlijk de hele vaderlandse koorwereld op z’n achterste benen kwam te staan. Een ont wikkeling uiterst vastberaden ter hand genomen door het Concertgebouworkest - die ondanks officiële protesten van on der meer de Nederlandse Koorfederatie, niet meer te keren was en waarop men uiteindelijk slechts machteloos kon toezien. andag K 17 en va ir. Tel. 025 die speciaal op Midzomernacht actief zijn. i Het eerste verhaal, dat van de mensen, lagde prij t>egint met de op handen zijnde bruiloft van de Atheense koning Theseus en de door hem buit gemaakte Amazone Hippo lyta, waarbij je je kunt afvragen of Hippo lyta met de gang van zaken wel zo geluk- ind'.t/m™ kig is. In het mensenverhaal horen ook de 00 uur. Ti i vier jonge verliefden thuis, die door fou- ten van Puck de elf steeds in een verkeer de verhouding op elkaar verliefd raken, totdat ze aan het eind netjes in twee twee tallen uiteenvallen, en tegelijk met The seus en Hippolyta in de echt verbonden worden. Franz Marijnen maakte van De mensen hedendaagse figuren: Theseus is een militair gekleed heerser, de vier ver liefden zijn eigentijdse jongelui uit de high society, in blauw colbert en plooirok. Het tweede verhaal is dat van de Elfen, i Thea, p ’9. 3 Haarler

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 21