Schrille uitval naar het huwelijk in Een Midzomernachtsdroom
Duitse auteurs tegen Springer
Theater
Krachtige ironie bij Ro
Volumineuze presentatie
controversieel koor
Concertgebouworkest
Violiste Emmy Verhey treedt op in Zandvoortse strandbar
Een experiment in
klassieke muziek
Reacties op
Nobelprijs
verdeeld
102 LENING 1980
PER 19S4/19S7’
8Ö~
m
’PA
98,-
198,-
STAAT DER NEDERLANDEN
69,-
ola
198,-
198,-
!98,-
98,-
69,-
59,-
98,-
border
cstra
wagen
privé
Piano
21
VRIJDAG 10 OKTOBER
1980
KUNST
Gechargeerde, woeste aanpak in Beethovens Negende z
irlem
door John Oomkes
open bedrag
bedrag
koers
jaarlijks op 15 november
rente
aflossing
inschrijving
14 oktober a.s. van 9 tot 15 uur via banken en commissionairs
storting
17 november 1980
prospectus
kosteloos bij banken en commissionairs
in 4 jaarlijkse termijnen van 15 november 1984 af
vervroegde aflossing is niet toegestaan
de koers wordt na de inschrijving op 14 oktober 1980
vastgesteld volgens het tendersysteem
ROTTERDAM. Een Midzo-
mernachtsdroom is het stuk bij
uitstek over de liefde, maar hoe
DEN
wond
Overgeproportioneerd
jgehfkheï Shakespeare tegenover die liefde
arkeerges staat blijft tot aan het eind raad-
Tel 02 selachtig. In zijn stuk lopen drie
-verhalen dooreen, die alle drie
van hun kant de liefde belichten,
maar ook ieder op zich al dubbel
zinnig zijn.
JW
privé
J 3Ü
arlem. Tel
ALMA POST
MM
(Van onze kunstredactie)
JOHAN VAN KEMPEN
(ADVERTENTIE)
Jt MAIMTItMOWAl
in Polen
achten wel
ring nietc
rden. Alsl
igegeven
02
07
wordt bovendien verliefdheid nog bela
chelijk gemaakt door Titania’s korte ver
houding met Spoel de wever, door Puck
verrijkt met een ezelskop. In het derde
verhaal horen de handwerkslieden, Spoel
en consorten, die een vertoning voorberei
den van Pyramus en Thisbe, HET verhaal
over echte liefde, die ze willen laten zien
op Theseus’ bruiloftsfeest. Ook de hand
werkslieden zijn door Marijnen naar nu
gehaald, ze werden bouwvakkerachtige
typen, met een tikkeltje ouderwets senti
ment, wat hun beroep van kleermaker,
wever, ketellapper met zich meebracht.
Lijkt Shakespeare nogal ironisch over
de liefde en het huwelijk, gezien de won
derlijke verovering van Hippolyta, de vier
onderling verwisselbare verliefden, de hu-
welijksperikelen van de Elfen: aan het
eind laat hij Puck zeggen dat het allemaal
Als het aan Rob van Hulst - als acteur
aan Globe verbonden - ligt, dan is juist die
scheiding tussen podia funest omdat daar
door een groot en vaak jong publiek niet
in de gelegenheid komt om kennis te ma
ken met de klassieken. Door zijn werk
zaamheden voor de stichting Spiegeltent
in Amsterdam zag hij in de praktijk dat
ook andere disciplines in een cafésfeer
konden gedijen. Hij schreef een notaatje
over de samenhang tussen vrijetijdsbeste
ding en cultuurbesef, is inmiddels met de
TROS in gesprek om op basis daarvan
een programma samen te stellen en ging
onderhand aan de slag om zijn ideeën in
praktijk op hun waarde te beproeven.
maar spel was. In Shakespeare’s wereld
beeld staat de orde centraal. Hij kan met
de liefde jongleren, maar aan het eind
moet voor hem alles weer in evenwicht
zijn.
Voor de aankleding is flink uitgepakt.
Om de drie verhalen en de verschillende
lokaties die vereist zijn gerieflijk te laten
zien, ontwierp men voor het publiek een
bruidegom schenkt haar een wieg. (Marij
nen haalt terecht naar voren dat het hu
welijk vooral de vrouw tot slaaf maakt,
een aspect dat Shakespeare in zijn tijd
niet zal zijn opgevallen). De „zegen” die
Oberon en Titania uitspreken over het
huwelijk van Theseus en Hippolyta wordt
ondersteund door een met botte naald
gespeelde Bruiloftsmars.
In de verklaring verplichten de auteurs zich geen vraaggesprekken meer te
verlenen aan noch toe te staan dat er recensies over hun werk verschijnen in door
het Springerconcern uitgeven kranten. De actie betreft niet alleen het sensatie
blad Bild of Bild am Sonntag, maar ook een conservatieve maar in aanzien
staande krant als Die Zeit.
(Van onze kunstredactie)
FRANKFORT.In een manifest dat gisteren op de boekenbeurs van Frank
fort werd verspreid, verklaart een groep van 62 Westduitse schrijvers niet voor
kranten van de uitgeverijmagnaat Axel Springer te werken. Volgens onder
meer Heinrich Böll, Günther Grass, Uwe Johnson, Walter Jens en Siegfried
Lenz werkt diens „marktbeheersende macht niet de pluraliteit van meningen,
maar juist bevoogding en beperking daarvan in de hand.”
Het debuterende koor zong safe, vrij (uit
het hoofd) en onderling doorgaans afge
wogen. Was er bij Stravinski een zekere
kilheid in de, dan vibratoloze, klank ge
weest; Beethoven kende in het algemeen
meer warmte en kreeg soms waarachtig
zelfs iets larmoyants. Zou overigens (ge
zien tegen de in de aanhef van deze recen
sie beschreven ruzie-achtergronden) aan
het feit dat het ongekend volumineus ge
zongen Alle Menschen werden Brüder
pijn deed aan je oren, soms tevens een
symbolische betekenis moeten worden
toegekend?
Tegen die achtergrond was het extra
spannend om met de verrichtingen van-»
het nog vóór z’n oprichting al bediscussi
eerde ensemble, geconfronteerd te wor
den. Op het (vanwege z’n exclusiviteit, op
orkestsubsidie-gronden door CRM aange--
vochten) sponsor-concert, dat als „buiten-",
gewoon concert” in een aantal abonne-
mentsseries wordt herhaald, zou Haitink,
middels een uitvoering van Stravinski’s"'
Psalmensymfonie en Beethovens Negen
de, het visitekaartje van deze vocale uit
breiding van het orkestapparaat afgeven.
ade 31, tel
1. 19.00 ui
ijd. Gev
n
ODES
HAARLEM/ZALTBOMMEL. De be
langstelling voor levende muziek neemt -
zeker waar die gebracht wordt in infor
mele sfeer - de laatste jaren sterk toe.
Zowel koffie- en sherryconcerten als de
live optredens in de kroeg op de hoek
mogen zich in een grote toeloop verheu
gen. Met het noemen van die twee con
certmogelijkheden scheiden zich tegelij
kertijd de geesten. De klassieke muze wil
zich nog wel minder vormelijk presente
ren in het kader van een koffieconcert,
terwijl het cafécircuit voornamelijk ver
bonden is aan muzikanten uit het jazz- en
rockgenre.
1951 i
Polen
de
gevel
Ddatie v.
I. hout. B
atie
i-g-
sstratinge
13.
ORTING e
ganisatie
skenstudi
aarlem.
i
>3-31740!
iboden Hl
EN. I
draaibare tribune, die op het toneel ge
plaatst is. Je kijkt dus naar één van de
drie toneelmuren, of naar de lege zaal.
Soms blijf je halverwege twee lokaties
staan, zodat zelfs, het „lopen” van perso
nages van de ene plek naar de andere
zichtbaar wordt, een heel filmisch effect.
Vooral de zaal-zijde, Theseus’ paleis voor
stellende, bood fraaie plaatjes, waaronder
een witte bruiloftszaal, en Griekse beel
den tot op het balkon aan toe. De kos
tuums waren mij wat te amorf, met name
de oude lapperige uitdossing van de elfen,
waarvan de betekenis me ook niet duide
lijk was.
Over het algemeen levert de modernise
rende aanpak van Marijnen heldere en
herkenbare beelden op. Nooit zag ik dui
delijker het contrast tussen de Pyramus
en Thisbe spelende handwerkslieden en
hun publiek, de drie bruidsparen, als in
deze voorstelling, waarin de bruiloftvier-
ders al taart-etend naar de voorstelling
kijken. Soms gaat Marijnen me echter te
ver in zijn vondsten, hij lijkt dan alles te
willen ironiseren. Ik zie bijvoorbeeld niet
in waarom de elfen moeten roken, of high
worden van het door Puck gehaalde lief-
deskruid. Shakespeare’s kracht is juist
dat hij niet ironisch is. Koningen, elfen,
heksen, hij beschrijft ze alsof dat normaal
is, en dat geeft zijn stukken die bijna
kinderlijke directheid. Wij zijn tegen
woordig veel meer gewend om alles maar
gek te vinden, maar juist in dit stuk met
zijn appel op de sprookjesgelover in ons,
maak je veel kapot als je alles in het
belachelijke trekt. Ik vond dan ook die
acteurs het best, die het opbrachten se
rieus te blijven. Lou Landré, in een dub
belrol als Theseus en Oberon, vooral
schitterend als de laatste: een volkomen
geloofwaardige elf. Verder Fred Vaassen
als Dissel, de leider van de handwerkslie
den, en ook wel John Kraaykamp als
Spoel de wever. De Puck van Peter Tuin
man was me soms te lollig, hoewel ik
bewondering heb voor de manier waarop
hij, en ook Landré, het „overal en ner
gens” zijn van elfen wisten over te bren
gen. Je kreeg werkelijk het gevoel dat ze
overal konden opduiken, en op een gege
ven moment zie je Puck zelf op een bewe
gend gordijn aflopen waar hij Oberon
vermoedt, terwijl deze achter hem staat:
een intelligente, want uiterst beeldende,
toneelgrap. Het stuk werd gespeeld in een
nieuwe, sober klinkende vertaling van
Cees Buddingh.
De organisator brengt nog bedremmeld
naar voren dat hij geen kans ziet voor
Emmy’s begeleider Carlos Moerman een
concertvleugel te laten aanrukken. Ver
hey knippert nauwelijks met de ogen,
checkt of er wel een degelijk gestemde
piano voorhanden zal zijn en verklaart
dan: „Je zult verstomd staan als je weet in
hoeveel concertzalen ze je een slechtge-
stemde vleugel voorschotelen. Als je er
dan wat van zegt, zijn ze nog beledigd ook.
Het is werkelijk ongelofelijk. Echt, in gro
te zalen tref je instrumenten waarvan
verscheidene noten het simpelweg niet
doen of vleugels die niet op stem blijven,
niet in orde zijn. Een prima piano is vaak
te verkiezen boven een matige vleugel.”
De toegangsprijs is tenslotte een moei
lijk gespreksonderwerp. Bezoekers van
dit eenmalige gebeuren moeten 12,50
Het Ro-theater heeft dat herstel van de
orde met een korrel zout genomen. Vol
schrille ironie schildert het de schijnhei
ligheid van het huwelijk: aan het begin zit
Hippolyta half kotsend met haar aan
staande man aan de ontbijttafel. Aan het
eind zien we hoe ze haar huwelijkscadeau
uitpakt en even heel erg schrikt: haar
STOCKHOLM/WARSCHAU. De toe
kenning van de Nobelprijs voor litera
tuur aan de 69-jarige Poolse schrijver en
dichter Czeslaw Milosz heeft zowel nega
tieve als positieve reacties opgeroepen.
De verzamelde wereldpers trok gisteren
bij de bekendmaking in Stockholm de
wendkbrauwen op omdat Milosz relatief
onbekend is en omdat men veronderstel
de dat de toekenning in verband zou
kunnen staan met de crisis in Polen. Een
bekend Pools literair criticus, Arthur
Sandauer, liet zich ook in die zin uit. Hij
noemde het een „politiek besluit van het
westen”.
een opgave wordt. Je speelt voor een
groep mensen die de... eh... regels niet
kennen, die misschien gaan zitten praten.
Ik zie verder problemen met betrekking
tot de akoestiek en..”
Emmy: „Ach, als je weet dat 90 procent
van de gebouwen een slechte akoestiek
heeft...”
Rob: „En je gaat er dan niet vandoor,
ook als die erg tegenvalt? Dat je je viool
pakt en tabé zegt?”
Emmy: „Ik schei er niet zo gauw uit. Ik
kan wel wat hebben.”
Rob: „Daar zitje niet zo mee.. Dan zie ik
de ruimte nog als een probleem...”
Emmy: „Er staat toch niet voor ik begin
een jukebox aan of zo...?”
Rob: „Uiteraard niet, maar...”
Verhey, nog steeds de rust zelve: „Ach,
je zou eens wat koffieconcerten moeten
meemaken die ik geef. Daar wordt je
vanzelf flink van. Daar loopt dan ook grut
van haar leeftijd rond (wijst op haar doch
tertje dat de kleuterleeftijd niet te boven
is). Mensen zouden dan doodstil moeten
zijn, maar daar komt in de praktijk nooit
iets van terecht. Kan ook niet. Ik speel dan
gewoon. Daar zit ik niet zo mee. Ik heb de
indruk dat jij er meer mee zit dan ik.”
Emmy Verhey: Ik schei er niet zo gauw mee uit. ik kan wel wat hebben.
(foto Lex van Rossen)
neertellen wil Van Hulst uit de kosten
komen. Emmy, verbaasd: „Maar denk je
dat de vaste bezoekers dat neertellen? Als
je iets niet leuk vindt, dan doe je dat toch
niet? Ik zou het zelf nooit doen.”
Rob: „Kijk, die mensen die in Riche
komen, hebben niets anders op zondag.
Komen daar altijd. De muziek die ze nu
zullen horen, zal alleen een toegevoegd
element zijn aan de omgeving die ze ken
nen. Hopelijk levert dat wat positiefs op.
Gaan mensen die nauwelijks met jouw
muziek in aanraking komen er wat meer
voor openstaan.”
Ook belangstellenden die niet tot de
vaste bezoekerskring van Riche behoren
zijn overigens welkom. Kaarten zijn bij de
VVV in Haarlem en Zand voort verkrijg
baar.
Het elfenkoningspaar Oberon en Titania
1 is aan het begin in felle strijd gewikkeld
om het bezit van een jongetje, aan het eind
zijn ze een keurig echtpaar, dat met ver-
eende krachten aan de slag gaat om The
seus’ bruidsbed „te zegenen met een voor-
Coiirafl spoedig nageslacht”. Binnen dit verhaal
De volbezette zaal maakte kennis met
een gedisciplineerd koor van overwegend
jeugdige mensen met goede stem- en ge-
hoorskwaliteit, die - op een incident in
het tweede deel van Stravinski na - het
voorgeschreven notenbeeld met zeker
heid realiseerde. Al bij het begin werd
evenwel duidelijk, dat de strenge selectie
bij de oprichting eigenlijk nog verder had
moeten worden doorgevoerd, aangezien
het koor in z’n huidige getalssterkte uitge
sproken overgeproportioneerd blijkt ten
opzichte van het orkest. De toch bepaald
niet kinderachtige blazerspartijen in de
Psalmensymfonie werden tijdens fortissi-
mo-activiteiten van de zangers en zange
ressen, gereduceerd tot een zeldzaam on
beduidende mengklank. Waardoor naar
Haitinks visie en interpretatiebedoelingen
ten aanzien van deze partituur, eigenlijk
alleen maar kon worden geraden.
Voorstelling: Een Midzomernachtsdroom van William Shakespeare. Verta
ling Cees Buddingh. Groep: Ro-theater. Regie: Franz Marijnen. Dramaturgie:
Karst Woudstra. Toneelbeeld: Franz Marijnen/Peter de Kimpe. Kostuums:
Lioba Winterhalder. Met: Lou Landré, Pauline van Rhenen, Peter Tuinman,
John Kraaykamp, Fred Vaassen, en anderen. Première 9 oktober 1980; Stads
schouwburg Rotterdam.
Waarschijnlijk heeft Haitink zich door
het uitzonderlijk volume van dit „puik der
kelen” laten inspireren tot een gechar
geerde, ruwe en vaak zelfs woeste aanpak
van de Negende. In het eerste deel al,
werd steeds voor een daverend effect ge
zorgd, in gepassioneerd en haast
overspannen orkestspel, waarbij boven
dien de paukenist kennelijk de vrije hand
werd gelaten. Beethoven als Berlioz! Wat
je ver haalt is goed; zo ook het kwartet van
buitenlandse (en in het kader bij deze
recensie met name genoemde) zangsolis-
ten, al zouden Nederlandse vocalisten ze
ker goedkoper en waarschijnlijk hele
maal niet minder goed zijn geweest!
een aardt
AMSTERDAM. Het Concertge
bouworkest heeft zijn eigen koor.
Geen feit om aan voorbij te gaan,
temeer daar de presentatie ervan
meteen een van de luidruchtigste
klassieke concerten opleverde die
ooit in het Amsterdams Concertge
bouw zijn gegeven.
In Zandvoort speelt als gevolg van de
ondernemingslust van Rob van Hulst zon
dagmiddag de violiste Emmy Verhey met
begeleiding van haar vaste pianist Carlos
Moerman in het strandcafé Riche, een
gelegenheid waar normaliter op dat tijd
stip disco-achtige klanken opklinken. Het
bescheiden evenement krijgt echter de
allure van een unicum als we weten dat
door middel van het Nederlands Impresa
riaat een tegemoetkoming in de kosten
van het rijk kon worden verkregen én als
we kennis nemen van het feit dat Emmy
Verhey bepaald niet terugschrok van de
ongewone concertopdracht.
Omdat de contractuele overeenkomst
tot stand kwam terwijl de violiste in het
buitenland verbleef, achtte Van Hulst het
verstandig haar persoonlijk te benaderen
om de nodige toelichting te geven op zijn
plannen voor het optreden in Riche. Rob
Groen, die de zakelijke belangen voor
Emmy Verhey behartigt bij het impresari
aat, had haar echter al op de hoogte
gebracht, en hoe zwaar Rob haar de on
derneming ook voorspiegelde, ze gaf geen
krimp.
Rob: „Ik wil klassieke muziek graag een
introduceren in een discotheekomgeving.
Daar komt een groep jongeren uit eens
milieu dat op zijn zachtst gezegd weinig
van klassieke muziek moet weten. Ik kom
zelf uit een arbeidersmilieu. Ik ben opge
groeid tussen heel eenvoudige mensen,
maar pas op de middelbare school merkte
ik dat ik thuis niet bevestigd werd in die
interesses die mijn ouders en mijn kenni
sen vreemd waren. Mijn achtergrond
vond het maar wat merkwaardig dat ik
bijvoorbeeld de toneelschool wilde gaan
volgen. Voor mij ligt in die omstandigheid
de reden verscholen waardoor in die rich
ting de klassieke muziek ook weinig voet
aan de grond krijgt.”
„Mijn uitgangspunt is daarom niet dat
je die jongeren naar de concertzaal sleept,
maar dat je klassieke muziek nou juist
eens brengt naar de omgeving waar zij
zich vertrouwd voelen. Ik zal het maar
eerlijk zeggen: ik denk dat het voor jou
In Polen is het bericht overigens
overwegend met groot genoegen ontvan
gen. „Deze prijs is een enorm succes voor
heel Polen”, zo verklaarde de voorzitter
van de Poolse schrijversbond, Jerzy Pu-
trament, „hoewel de ideologie van Milosz
ver afstaat van die van Polen, moeten we
allen erkennen dat de dichter een groot
talent is en dat de onderscheiding een
grote eer is voor het Poolse volk. Ook de
Poolse president Jablonski reageerde in
Positieve zin.
Alleen die werken die de laureaat
zijn vertrek in
(overigens in
ven, hoewel
drie jaar een zevendelig werk van Milosz’
proza en poëzie uitbracht. Een woord
voerder van het ministerie van Buiten
landse Zaken in Warschau erkende dat de
dichter jaren geleden persona non grata
-- was. „Maar dat is lang geleden en
de dingen zijn nu snel aan het veran
deren.”
Concert door het Concertgebouwor
kest met eigen koor. Dirigent: Ber-
nard Haitink. Solisten: Janet Price,
sopraan, Birgit Finnila, alt, Horst
Laubenthal. tenor, Marius Rintzler.
bas. Programma: Stravinski, Beet
hoven.
Grote zaal Concertgebouw Amster
dam, 9 oktober 1980.
voor
schreef zijn
i uitgege-
ondergronds
Scène uit „Een Midzomernachtsdroom'' bij het Ro Theater Vooraan: Pauline van Rhenen.
Lou Landré. Achter: René van Asten. Thea Korterink, Marieke van Leeuwen, Evert de Jager.
De gelegenheid tot publiekelijke kennis
making met dit 224 leden tellende, ge
mengde vocale ensemble, deed zich voor
op het gisteravond gegevenconcert dat
speciaal aan de sponsors ervan werd aan
geboden. Oprichting en instandhouding
van zo’n koor zorgen voor hoge onkosten,
die niet uit het normale budget kunnen (en
zelfs mogen) worden gefinancierd. Om te
beginnen krijgt momenteel de in Parijs
gevestigde en op zijn vakterrein befaam
de koordirigent Arthur Oldham, die het
koor van het Concertgebouworkest heeft
opgebouwd en die voor de instuderingen
zorgdraagt, een bedrag met drie nullen
voor iedere repetitie. De genereuze steun
van het bedrijfsleven was, naast een aan
tal giften van anoniem blijvende maece-
nassen, dus wel hard nodig om dit bijzon
der ambitieuze project van de grond te
krijgen.
Hoe zat het ook weer precies? Vanaf
Mengelbergs directeurschap werkte het
Concertgebouworkest hecht samen met
het Amsterdamse Toonkunstkoor. Dat
was trouwens een begrip, die samenwer
king. De laatste jaren boterde het echter
niet meer zo tussen deze twee instellingen.
Er waren allerlei factoren die tot die ver
wijdering bijdroegen, maar van Concert-
gebouwkorkest-zijde werd vooral gefluis
terd dat het Toonkunstkoor oud en versle
ten was. Daar kwam het in elk geval wel
zo ongeveer op neer.
Het Groot Omroepkoor; het voor de
hand liggende alternatief bij gelegenhe
den waarbij medewerking van een vocaal
ensemble vereist is, zou zijn agenda te
lang van tevoren al vol hebben staan met
andere engagementen, om nog in voldoen
de mate beschikbaar te zijn om het Con
certgebouworkest naar behoren te kun
nen dienen. Voor grammofoonopnamen
moest al dikwijls naar het buitenland wor
den uitgeweken, om op redelijk korte ter
mijn en in artistiek en kwalitatief bevredi
gend opzicht tot het gewenste resultaat te
kunnen komen.
„Sir” Haitink is op z’n zachtst gezegd
nogal Engels geörienteerd. Zelfs de be
noeming van zijn huidige assistent Ed
Spanjaard loopt via de relatie met Colin
Davis, de Engelse vaste gastdirigent van
het Concertgebouworkest. En het lag dus
haast in de lijn der verwachting dat Hai
tink, met voorbijgaan aan het toch niet
geringe potentieel aan vakmensen dat op
dit gebied in ons land voorhanden is, ook
een koordirigent vanuit de Britse hoek
zou aantrekken. Zo werd het dan Arthur
Oldham, die via een selectieprocedure de
room van de melk van het Nederlandse
koorwezen afschepte.
Geen wonder dat niet alleen het hoofd
stedelijke Toonkunstkoor, maar eigenlijk
de hele vaderlandse koorwereld op z’n
achterste benen kwam te staan. Een ont
wikkeling uiterst vastberaden ter hand
genomen door het Concertgebouworkest
- die ondanks officiële protesten van on
der meer de Nederlandse Koorfederatie,
niet meer te keren was en waarop men
uiteindelijk slechts machteloos kon
toezien.
andag K
17 en va
ir. Tel. 025 die speciaal op Midzomernacht actief zijn.
i Het eerste verhaal, dat van de mensen,
lagde prij t>egint met de op handen zijnde bruiloft
van de Atheense koning Theseus en de
door hem buit gemaakte Amazone Hippo
lyta, waarbij je je kunt afvragen of Hippo
lyta met de gang van zaken wel zo geluk-
ind'.t/m™ kig is. In het mensenverhaal horen ook de
00 uur. Ti i vier jonge verliefden thuis, die door fou-
ten van Puck de elf steeds in een verkeer
de verhouding op elkaar verliefd raken,
totdat ze aan het eind netjes in twee twee
tallen uiteenvallen, en tegelijk met The
seus en Hippolyta in de echt verbonden
worden. Franz Marijnen maakte van De
mensen hedendaagse figuren: Theseus is
een militair gekleed heerser, de vier ver
liefden zijn eigentijdse jongelui uit de
high society, in blauw colbert en plooirok.
Het tweede verhaal is dat van de Elfen,
i Thea, p
’9.
3 Haarler