I
Piet Bukman gaat Steenkamps geesteskind opvoeden
ZAT
ZAT
ZAT
DAGS
DAGS
DAGS
«VOEGSEL
I VOEGSEL
1 VOEGSEL
11 OKTOBER 1980
vs!
iök
K/
SCHEIDENDE PIET STEENKAMP
,Je mag je nooit
presenteren als
een middenpartij
9'*
IJmuider Courant
I
16
I
door Hans de Bruijn
door Chiel Evers
Een boerenvoorzitter, die de politiek er maar
een beetje bij doet. Zo schetst Piet Bukman
zichzelf graag. Straks wordt dat anders. Full
time zal hij zich bezig gaan houden met de
politiek. Het Christen-Dempcratisch Appèl, het
geesteskind van Piet Steenkamp, wordt aan hem
toevertrouwd. Toch is Bukman geen „politiek
'dier”. Een zetel in de Tweede Kamer of het
Europees parlement heeft hij nooit willen heb
ben. „Ik houd niet zo van dat wapengekletter”,
zegt hij. „Bovendien vind Ik dat de praktische
politiek wel eens wat ver van het maatschappe
lijk gebeuren af staat. Het is een op zichzelf
staande wereld”. Waarmee de nieuwe CDA-
voorzitter niet wil zeggen zoals zijn politiek
leider Van Agt dat hij een afkeer heeft van het
politieke bedrijf. „Maar als voorzitter van een
partij ben je op een andere manier politiek bezig.
Je hebt contacten met de leden, met andere
maatschappelijke organisaties. Dat boeit mij
meer”.
Niet rimpelloos
Goudswaard
Tol betaald
>AAL
Beste' basis
‘••o.
ik:
k?
ing
is,
die
n.
„Het kabinetsbeleid mag een rol spelen, maar het is niet de inzet van de
verkiezingen. Dat kan niet! Van Agt wéét dat ook, en ook dat de situatie met de
PvdA volstrekt open is. Dat is voor mij glashelder. Dat punt heb ik voldoende
uitgesproken met de heer Van Agt, want die zaak wilde ik toch voor mezelf
geregeld hebben voordat ik wegging".
Geen prullenbak
Lijsttrekker
De basketbaldames zijn boos.
Waarom vertelt Jan van der Nat in
deze bijlage.
Bij
CDA nog teveel optelsom
van KVP, AR en CHU
Piet Steenkamp
n
p
s
innemen!
9053.
en
iij voor eet
„Ik kan me wel voorstellen dat dat bij de
PvdA moeilijk ligt, omdat zij uitgaat van
het verkeerde uitgangspunt. Dat een
partij kan breken met een coalitiepartner
voordat ze tot een nieuwe opstelling
komen. Vergeet niet dat anderhalf jaar
geleden Den Uyl en Max van den Berg
zeiden: wij willen in mei 1981 alleen met
het CDA regeren als ze voor die tijd
breken met de WD. Maar dat is uit-ge-
slo-ten. Het kan natuurlijk wel gebeuren,
maar als uitgangspunt is het on-aan-
vaard-baar! De regering zit hier vier jaar
en Den Haag is geen duiventil. Na vier
jaar wordt de zaak opnieuw bekeken en
zijn wij zo vrij als een vogeltje in de
lucht”.
Met pijn in het hart zal Bukman afscheid nemen van
de CBTB („een hele fijne club”). Hij is er nog lang niet
uitgekeken, eraan verknocht zelfs. Waarom dan toch
die overstap?
„Daarbij heeft sterk meegewogen dat je heel goede
argumenten moet hebben om nee te zeggen als men je
voor zo’n functie vraagt. Misschien een oude AR-menta-
liteit die daar een beetje bij meespeelt. Maar ik doe het
niet tegen mijn zin. De politiek heeft me altijd wel
getrokken, zonder nu echt in de kuip van de Tweede
Kamer te willen”.
Wat is dat CDA van Bukman nu eigenlijk voor een
partij? Erik Jurgens (PPR) noemde het onlangs een
centrumpartij die zoveel christenen aantrekt omdat
men zich op de vlakte wil houden.
„Dat vind ik een bizarre kwalificatie. Er zijn natuur
lijk mensen die graag politiek in het midden staan, maar
het CDA kiest niet ten principale voor het midden. Dat is
volstrekte onzin. We zeggen: dit is ons beginsel, dit is ons
program. Van daaruit wandel je geleidelijk aan naar de
praktische politiek toe. En dan kom je soms helemaal
niet in het midden uit, denk maar aan de abortus, de
euthanasie, het onderwijs. Ten principale mag je je
nooit presenteren als middenpartij, vind ik”.
„Ik heb een afkeer van typeringen als links, rechts' of
midden. Dat is ontzaglijk zwart-wit denken, kinderlijk
zelfs. Kenmerkend voor het CDA is dat het als een
uitgesproken beginselpartij zal opereren. Ik vind dat
partijen zich moeten profileren vanuit zichzelf. Als je
het hebt over links of rechts, word je in feite geprofi
leerd door hoe anderen tegen je aankijken, daar word ik
altijd een beetje chagrijnig van”.
„Daarom vind ik dat, nu de organisatorische eenwor
ding een feit is, eerste prioriteit voor het CDA is om
datgene wat in ons program van uitgangspunten staat,
verder inhoudelijk uit te bouwen. Daar is het CDA de
afgelopen jaren een beetje weinig aan toegekomen. Zo’n
discussie is een probaat middel om te kijken in hoeverre
je in het praktische beleid inderdaad als één partij kunt
opereren”.
Het CDA is niet rimpelloos tot stand
gekomen. Ook de manier waarop dat
officieel gebeurt toont de verscheidenheid
binnen de club. De CHU vierde de
opheffing redelijk tevreden, bij de AR
ging het in een stemming van: nou moet
Zijn niet veel meningsverschillen
binnen het CDA met de mantel der liefde
bedekt omdat de He oktober gehaald
moest worden?
„Nee, en dat kan ik bewijzen. Denk maar
aan de nacht van het olieboycot-debat. Als
ik zeker was geweest, dat men alles na zou
laten vanwege die 11e oktober, dan had ik
die nacht rustiger geslapen. Maar ik heb
met een radio aan mijn oor zitten
luisteren. In bed. Het kabinet is daar door
het oog door de naald gekropen. Men
denkt volgens mij nu: het CDA gaat door,
dat kan zelfs niet meer door een
tussentijdse kabinetscrisis worden
teruggedraaid”.
Vissen kunnen soms wratten en wat dies
meer zij vertonen. Heeft dat te maken met
milieuvervuiling? Is het gevaarlijk om die vis
te eten? Weert Schenk sprak met vissers en
medewerkers van het Rijksinstituut voor
Visserij-onderzoek. De wratten zijn onsma
kelijk om te zien, maar zijn ongevaarlijk,
aldus het RIVO. Pesticiden (landbouwver
giften) in zee zijn dat wel. Én dat zie je niet
aan de vis.
Is dit CDA het CDA zoals dat u 13
jaar geleden voor ogen stond?
„Het CDA is niet in alle opzichten
geworden wat ik ervan verwacht had.
het maar, en de KVP gaf een groot feest.
Sommigen zeggen: de KVP is natuurlijk
bij, want op 11 oktober verandert slechts
de naam KVP in CDA?
„Uitgesloten. Kijk maar eens welke
belangrijke posities in handen zijn
gekomen van AR- en CHU-mensen, zo ook
Mijn opvolging. AR- en CHU hebben veel
Christen-Democratische Unie van Van
sterk stempel heeft gedrukt op het CDA.
Ze kunnen heel tevreden zijn”.
„Met alle verschillen die er zijn, heb ik daar trouwens
goede moed op. In de AR heb ik de ervaring dat je soms
over allerlei politiek-inhoudelijke zaken als vechtende
honden over straat rolt. Dan blijkt de binding op uit
gangspunten toch zo groot, dat je elkaar op een of
andere manier weer vindt. Daar wil ik graag wat van
overdragen in het CDA, om zo echt een politieke bewe
ging te worden die ook inhoudelijk wat voorstelt”.
Was dat verlangen destijds dan een
illusie?
„Als je het wilt is het geen sprookje, zeg ik
met Herzl. Maar ze wilden niet. Ik stond
zelf veel losser tegenover de oude
partijverbanden. Ik kan makkelijker
afscheid nemen van iets dat gegroeid is.
Als je iets nieuws gaat beginnen moetje
niet meer omkijken. Ik vind nou net dat je
blij moet zijn dat je samen iets nieuws
bouwt. Het is daarom symptomatisch dat
er op het CDA-congres geen muziek, geen
zang is”.
„De verschillen die voortkomen uit
reformatie, hervormden en katholieken,
verdwijnen niet omdat de verschillen
tussen die kerken niet verdwijnen. En het
CDA is natuurlijk geen kerk. Het is een
noodzaak. Dat houdt de spanning er een beetje in. Als
partij heb je een hoop zout in de pap nodig”.
„Ze mogen van mij onmiddellijk weer terugkomen. Ze
vinden de grondslag niet verkeerd, het program van
uitgangspunten niet, en het verkiezingsprogram ook
niet. Zou je dan niet eerst eens even binnenboord blijven
om te kijken welke invloed je zelf kunt uitoefenen op dat
beleid?”
politieke organisatie. Ik vind ook dat je de
scheiding der geesten niet tot stand moet
brengen rond het geloof maar rond de
politieke overtuiging”.
„Er zitten christenen in vele politieke
partijen, van het GPV tot de PPR en zelfs
de CPN. Hele goeie christenen. Ik zou met
hen wél naar de kerk willen gaan, maar
niet in één politieke partij zitten. Je hebt
een andere visie op de maatschappij. Nou,
en daar moet je proberen gestalte aan te
geven, naast WD, PvdA en D’66. Naast,
en niet tegen”.
teven
■rwijkse
at wij
lieuws
nvult!
Er hangt het nieuwe CDA nu al een
afsplitsing boven het hoofd van de rond
prof. Goudzwaard verzamelde mensen.
Kan het CDA dat aan?
„Ik heb tegen Goudzwaard gezegd: je kan
nu wel met een nieuwe partij beginnen,
maar wat maak je er nou mee klaar? Kijk
nou eens naar de geschiedenis. We hebben
in Nederland al jarenlang afsplitsingen
gehad van de zogenaamde confessionele
partijen, voor de oorlog had je Veraart, de
Michaelsbeweging, de groep van Arts, de
Christen-Democratischie Unie van Van
Hout, de SGP, later het GPV, de groep van
Welter, Klaas Beuker, de RPV, de PPR, de
EPV. Zeer achtenswaardige mensen
allemaal, maar als je ziet wat zij hebben
Een zaak die Steenkamp, zoals hij zelf
zegt, „danig heeft aangepakt” is de
zogenaamde „grondslagdiscussie” binnen
het CDA geweest. Over de vraag in
hoeverre een CDA’er aanspreekbaar is op
het evangelie. Vooral voprde ARP’ers
was en is dat een zwaar punt.
„Aan die discussie heb ik een grote tol
betaald. Het is een van mijn twee grootste
teleurstellingen. De eerste was toen in het
voorjaar van 1975 de AR opnieuw begon
met de grondslagkwestie. We hadden de
nota van de Contactraad gehad, waarin
wij een goede formulering hadden
gevonden: „De partij moet een antwoord
geven op de oproep van het Evangelie”.
Maar toen begon het lieve leven opnieuw.
Ik wil ronduit zeggen dat ik daar nooit
meer los van gekomen ben. Iedereen weet
dat ik een grote sympathie voor de AR
heb, maar bij alles wat ze deden dacht ik
van toen af terug aan de verrassing van
1975: daar komen ze weer, ze hebben weer
wat”.
„De tweede teleurstelling was dat de CHU
niet meedeed aan het kabinet-Den Uyl.
Nee, zelfs een oppositie ging voeren
waarvan openlijk gezegd werd dat die
harder was dan die van de VVD. Ik vroeg
mij af hoe dat bij elkaar te krijgen. Het is
gelukt. Maar daarbij heeft vooral de
vroegere Unievoorzitter Van Verschuer
een voor het CDA onbetaalbare rol
gespeeld”.
klaargestoomd, dan is dat toch geen
effectief invloed uitoefenen op het
beleid”.
„Binnen een grote partij kan je veel meer
klaarspelen. Ik heb de stellige overtuiging
dat een groep als Niet Bij Brood Alleen
meer zou bereiken binnen lipt CDA, want
dan wordt er rekening met ze gehouden,
je blijft in gesprek. Dat is beter dan een
afgesloten groepje in de Tweede Kamer,
met twee zetels. Dan doe je twee
verkiezingen mee en is het afgelopen. Ik
vind het tactisch gezien een onverstandige
weg”.
Kunt u zich de ideologische
argumenten van Goudzwaard indenken?
„Ik ken Bob Goudzwaard heel goed. Ik
weet wat bij hem het zwaarst speelt. Dat is
de kernbewapening. Sociaal-economisch
zijn we het eens, daar is hij misschien op
sommige punten nog wel conservatiever
dan ik. Maar die kernbewapening zit hem
hoog”.
„Kijk, ik heb zelf nogal moeite met de
abortusproblematiek. Stel nou voor dat ik
tegen het CDA zou zeggen: nu moet je
goed luisteren, ik ben het echt niet eens
met die abortus van jullie, ik ga de partij
uit. Ik ga weg en sticht een eigen partij.
Dat kan toch niet. Je kan toch niet op een
bepaald punt, hoe belangrijk ook, zeggen:
laat de partij maar zitten. Er zijn toch
zoveel andere punten. Je blijft de partij
trouw. Maar hij is zo gegrepen door die
kernwapens, dat dat helemaal bepalend is
geworden voor zijn politieke keuze”.
Compromisloos?
„Ja, al wil ik hem dat niet verwijten. Maar
hij vindt echt dat er geen compromissen
gesloten mogen worden. Hij zegt dat we
recht op de ondergang afstevenen en dat
we daar iets aan moeten doen. Maar als je
kijkt hoe het CDA nu oordeelt over de
NAVO en de kernbewapening, dat is
gewoon onvergelijkbaar met driejaar
geleden. Ik zeg niet dat dat alleen maar
aan Goudzwaard en de AR-lijn te danken
is, maar zij hebben zeker invloed gehad.
Je kunt die dingen nu eenmaal niet zo snel
omkrijgen. En als je ziet hoe ook ten
aanzien van de NAVO sommige dingen
gerelativeerd worden, dan zeg ik: ze zijn
toch niet helemaal zonder invloed
geweest. Maar op het ogenblik datje de
partij uitgaat heb je je invloed. Hij kiest
de verkeerde weg”.
Maar hij kiest toch ook op tal van
andere terreinen een andere weg?
„Ze hebben nu een manifest met een
aantal andere punten ook, ja. Zij zouden
liever een samenwerking hebben met de
Partij van de Arbeid. Ja, maar breek me
de mond niet open, daar zijn we in ’77 toch
zeven maanden mee bezig geweest!”
„Ik vind dat je het die laatste maanden nu
maar zijn natuurlijke gang moet laten
gaan. Wij hebben een volstrekt open
situatie bij de verkiezingen op 26 mei 1981.
Ook als, ik zeg nadrukkelijk „als” want hij
is het nog niet, ook als de heer Van Agt
lijsttrekker wordt”.
„Ik denk dat de christen-democratie tot in lengte van
jaren een belangrijke politieke stroming zal zijn in dit
land. Mijn vertrouwen zou minder geweest zijn wanneer
het CDA een geparachuteerde zaak zou zijn, zoals het
idee dertien jaar geleden werd geparachuteerd door
Biesheuvel, Mellema en Schmeltzer. Eerst zijn de leden
aan het murmureren geslagen, van mot-dat-nou? Maar
geleidelijk aan zijn die 163.000 leden van het CDA in een
stadium gekomen dat ze het zagen zitten. Dat vind ik een
hele beste basis voor de toekomst”.
Die paar honderd ARP’ers en CHU’ers die het niet
zien zitten?
„Dat spijt mij geweldig. Het is echt een dompertje op
de overigens zeer grote vreugde. Vooral omdat er bij die
mensen een hoop denkkracht zit. Ze zijn politiek gewel
dig geëngageerd”.
Als voorzitter moet het toch gemakkelijkker zijn
om een partij te hebben zonder al te lastige mensen?
„Als je voorzitter wilt zijn van een partij die intern
leeft, dan is het hebben van critici een uitgesproken
DE KENNEMER COCRANT EN HET DAGBLAD VOOR I.IMl IDEN
E'-SSï
Ju CHU, ARP en KVP zichzelf hebben opgeheven, wordt
vandaag het CDA officieel in het leven geroepen.
Voorzitter van de 163.000 christen-democraten wordt
drs. Piet Bukman, 46 jaar oud, tuinderszoon en sinds
twintig jaar werkzaam bij de Christelijke Boeren- en
Tuinders Bond, waarvan de laatste vijf jaar als voorzit
ter Bukman (blijft in de SER) zat. in het Landbouwschap
en in internationale boerenorganisaties en was binnen
de ARP aktief als bestuurslid namens ,,de groene
hoek". Chiel Evers sprak met de nieuwe voorzitter,
Hans de Bruijn met Piet Steenkamp, die vandaag af
scheid neemt van die funktie.
Drie punten: ik vind dat het te lang
geduurd heeft, we hebben veel te veel tijd
besteed aan de grondslagdiscussie en de
organisatie, het politieke profiel heeft te
weinig aandacht gekregen. En ik vind het
jammer dat het CDA nog te veel overkomt
als een optelsom van AR, CHU en KVP.
Vanaf het begin heb ik gewild dat er iets
nieuws uit zou komen. Maar de krachten
die willen voortbouwen op het verleden en
van daaruit lijnen willen trekken naar de
toekomst, zijn dikwijls sterker. Elke partij
brengt nu eenmaal zijn eigen tradities
mee”.
Het CDA is geen vergrote KVP?
„Geen sprake van. Dat houd ik altijd
tegen. Ik tart iemand om met ook maar
één bewijs daarvoor te komen. Of moet
het nou altijd weer zijn omdat meneer
Van Agt minister-president is? We waren
het er toch over eens dat hij de meest
geschikte was?! En als meneer Aantjes
niet uit de Kamer verdwenen was, dan
was er nu een fractieleider uit de AR
geweest. We krijgen nu een voorzitter uit
de AR. Wat dat betreft is het Roomse
gevaar wat teruggedrongen. Ik heb me er
ook altijd fel tegen verzet dat men over
„die drie KVP’ers” praat, ik bedoel dus
Van Agt, Lubbers en mijzelf’.
Henk van Ulsen
gaat voor de derde
keer het Dagboek
van een Gek spelen.
Deze keer heeft hij
niet Van lersel als
regisseur, maar de
choreograaf Leon
Koning. Van Ulsen
vertelde Ko van
Leeuwen waarom.
Het CDA moet meer worden dan de som der delen, is
door menigeen gezegd bij de opheffing van ARP, CHU
en KVP. Hoe lang zal het duren voordat de club dat
eigen karakter krijgt?
„Dat kon nog wel eens vrij vlug gaan. Maar ik vind het
niet erg als je nog lange tijd wat terugvindt van de
specifieke kenmerken van partijen die tenslotte lang
bestaan hebben. Je bent niet bezig troep in een gemeen
schappelijke prullenbak te gooien! Het geforceerd weg
poetsen van geschiedenis, daar moet je erg mee oppas
sen. Je moet je eigenheid niet gaan cultiveren om eens te
laten zien hoe lekker oneens je het bent. Maar het andere
uiterste, jongens laten we er een lekkere eenheidsworst
van maken, alsjeblieft niet”.
Vooruitblikkend naar de mogelijkheden voor rege
ringssamenwerking na de komende verkiezingen, stelt
Bukman twee dingen voorop: het kabinet moet een
brede basis hebben en die basis moet parlementair zijn.
„Het is een beetje een aftelsommetje. Het voortzetten
van de huidige combinatie CDA-VVD krijgt waarschijn
lijk geen meerderheid. Dan kan je zeggen: laat D’66 er
maar bij aan tafel schuiven. Die zegt: ik wil alleen samen
met de PvdA. Dus als je iets breeds wil hebben, moet je
met de PvdA gaan praten. Als dat niet lukt is misschien
het volgende hoofstuk: CDA-WD-D’66. Ik heb het idee
dat D’66 alle deuren open houdt”.
Bepalend voor de coalitievraag is voor Bukman voor
al de programvergelijking op hoofdpunten, waar hij
overigens nog niet aan toe is gekomen („Ik ben er wel
mee bezig”). En natuurlijk de verkiezingsuitslag.
„Als je nu praat over wat je na de verkiezingen gaat
doen, dan suggereer je in feite dat de verkiezingsuitslag
er eigenlijk niet toe doet”.
Wil die kiezer dan niet weten waar hij met het CDA
aan toe is?
„Ja, dat verhaal dat ken ik wel. Maar als het CDA de
verkiezingen ingaat met zijn eigen program, is dat niet
onduidelijk. Het kon wel eens wezen dat de kiezers het
daarmee moeten doen”.
Als Van Agt lijsttrekker wordt, zal het beleid van het
huidige kabinet dan niet veel meer inzet van de verkie
zingen zijn?
„Nee... nee... nee. Wanneer meneer X lijsttrekker
wordt van het CDA, is hij lijsttrekker van het CDA op
basis van het CDA-program. En als meneer X nu Van
Agt is, gaat dat voor hem ook op. Niemand zal van hem
vragen dat hij vanaf de eerste dag zegt: het kabinet dat
we nu gehad hebben was een puinhoop. Dat is ook niet
zo. Maar voor een lijsttrekker van een politieke partij is
de inzet het .programma van die partij, vind ik. En de
lijsttrekker moet dat in zijn campagnfe duidelijk maken
tegenover de kiezers”.
—Dat noemen zij juist een duiventil.
„Dan hebben zij dat verkeerd begrepen.
Er bestaan in Nederland nu eenmaal geen
blijvende coalities, iedere vier jaar gaat
men een verbond voor 4 jaar aan. Sinds
1917 heeft maar één kabinet de volle rit
uitgezeten. Ik vind dat een aanklacht
tegen de parlementaire democratie”.
„Ik heb altijd heel duidelijk gekozen voor
samenwerking van CDA en PvdA, maar
niet tot elke prijs. Voorkeur heeft ook zijn
grenzen. Ik ben ervan overtuigd dat de
PvdA dit ook gaat inzien. Anders zullen ze
zich opnieuw buiten spel plaatsen. En gek
zijn ze daar niet. Na de grote stommiteiten
van 1977, zullen zij zich wel drie, vier maal
bedenken voordat ze diezelfde weg op
gaan. Ook bij hen zal het verstand
zegevieren”.
Het nieuwe realisme.
„0, jazeker, dat spreekt me erg aan”.
Prof. Piet Steenkamp, krap een week
voordat „zijn” CDA er nu eindelijk komt.
Een gesprek in een Eindhovense hotel-
lounge, want hij houdt zijn werk
(hoogleraar aan de TH) en zijn liefde (het
CDA) nadrukkelijk gescheiden.
„Ik vind dat er volgend jaar in elk geval,
een meerderheidskabinet moet komen.
Die 77 zetels zijn te weinig. In deze
maatschappelijke, en sociaal-economisch
ernstige ontwikkeling is het bijna
onmogelijk om met een zo kleine
meerderheid een plan te ontwikkelen voor
een aantal jaren. Een kabinet van CDA en
VVD alleen kan bijna niet meer. Ook de
leidende mensen in de WD praten al
openlijk over samenwerking van CDA,
VVD en D’66. Zij zien zelf kennelijk ook in
dat er geen coalitie van 90 zetels uitrolt”.
„Ik vind dat dit kabinet het eigenlijk lang
zo slecht niet heeft gedaan als naar buiten
wordt voorgewend. Ik had nooit gedacht
dat ze de vierjaar zouden halen. Ik vind
dat al een hele prestatie. En ik geloof ook
dat dat te danken is aan de
stuurmanskunst van Van Agt zelf...”.
...en aan de soepele knieën van de
WD?
„De WD heeft naar mijn mening nogal
wat concessies gedaan. Daarvoor had in
het CDA meer begrip moeten worden
opgebracht. Het CDA, dat altijd klaagde
dat het door Den Uyl in het vorige kabinet
werd onderdrukt, mag dat de WD niet
aandoen. Wat je een ander verwijt moet je
zelf niet doen. De WD heeft zich een heel
loyale coalitiepartner getoond. Voor zo’n
manier van samenwerking, ook met
andere partijen, teken ik”.
„Het is geen CDA-kabinet, maar een
coalitiekabinet. Daarom moet de CDA-
fractie ook schoten voor de boeg geven.
Zij is ingehuurd om te kijken of het
Program wordt verwezenlijkt. In die opzet
stond ik als partijvoorzitter dikwijls aan
de kant van de fractie. Van Agt stond er
voor zijn kabinet. Die moet ook de wensen
van de WD honoreren”.
„Ik geloof dat de linkervleugel van het
CDA niet voldoende begrip heeft voor die
noodzaak. Als Van Agt voorzitter zou zijn
van een kabinet met de PvdA, dan was die
kritiek er niet. Het gaat in wezen niet
tegen Van Agt, maar tegen de huidige
coalitie. Maar ja, dat wisten we nu
eenmaal van tevoren”.
®r*-. («tn -I