I Piet Bukman gaat Steenkamps geesteskind opvoeden ZAT ZAT ZAT DAGS DAGS DAGS «VOEGSEL I VOEGSEL 1 VOEGSEL 11 OKTOBER 1980 vs! iök K/ SCHEIDENDE PIET STEENKAMP ,Je mag je nooit presenteren als een middenpartij 9'* IJmuider Courant I 16 I door Hans de Bruijn door Chiel Evers Een boerenvoorzitter, die de politiek er maar een beetje bij doet. Zo schetst Piet Bukman zichzelf graag. Straks wordt dat anders. Full time zal hij zich bezig gaan houden met de politiek. Het Christen-Dempcratisch Appèl, het geesteskind van Piet Steenkamp, wordt aan hem toevertrouwd. Toch is Bukman geen „politiek 'dier”. Een zetel in de Tweede Kamer of het Europees parlement heeft hij nooit willen heb ben. „Ik houd niet zo van dat wapengekletter”, zegt hij. „Bovendien vind Ik dat de praktische politiek wel eens wat ver van het maatschappe lijk gebeuren af staat. Het is een op zichzelf staande wereld”. Waarmee de nieuwe CDA- voorzitter niet wil zeggen zoals zijn politiek leider Van Agt dat hij een afkeer heeft van het politieke bedrijf. „Maar als voorzitter van een partij ben je op een andere manier politiek bezig. Je hebt contacten met de leden, met andere maatschappelijke organisaties. Dat boeit mij meer”. Niet rimpelloos Goudswaard Tol betaald >AAL Beste' basis ‘••o. ik: k? ing is, die n. „Het kabinetsbeleid mag een rol spelen, maar het is niet de inzet van de verkiezingen. Dat kan niet! Van Agt wéét dat ook, en ook dat de situatie met de PvdA volstrekt open is. Dat is voor mij glashelder. Dat punt heb ik voldoende uitgesproken met de heer Van Agt, want die zaak wilde ik toch voor mezelf geregeld hebben voordat ik wegging". Geen prullenbak Lijsttrekker De basketbaldames zijn boos. Waarom vertelt Jan van der Nat in deze bijlage. Bij CDA nog teveel optelsom van KVP, AR en CHU Piet Steenkamp n p s innemen! 9053. en iij voor eet „Ik kan me wel voorstellen dat dat bij de PvdA moeilijk ligt, omdat zij uitgaat van het verkeerde uitgangspunt. Dat een partij kan breken met een coalitiepartner voordat ze tot een nieuwe opstelling komen. Vergeet niet dat anderhalf jaar geleden Den Uyl en Max van den Berg zeiden: wij willen in mei 1981 alleen met het CDA regeren als ze voor die tijd breken met de WD. Maar dat is uit-ge- slo-ten. Het kan natuurlijk wel gebeuren, maar als uitgangspunt is het on-aan- vaard-baar! De regering zit hier vier jaar en Den Haag is geen duiventil. Na vier jaar wordt de zaak opnieuw bekeken en zijn wij zo vrij als een vogeltje in de lucht”. Met pijn in het hart zal Bukman afscheid nemen van de CBTB („een hele fijne club”). Hij is er nog lang niet uitgekeken, eraan verknocht zelfs. Waarom dan toch die overstap? „Daarbij heeft sterk meegewogen dat je heel goede argumenten moet hebben om nee te zeggen als men je voor zo’n functie vraagt. Misschien een oude AR-menta- liteit die daar een beetje bij meespeelt. Maar ik doe het niet tegen mijn zin. De politiek heeft me altijd wel getrokken, zonder nu echt in de kuip van de Tweede Kamer te willen”. Wat is dat CDA van Bukman nu eigenlijk voor een partij? Erik Jurgens (PPR) noemde het onlangs een centrumpartij die zoveel christenen aantrekt omdat men zich op de vlakte wil houden. „Dat vind ik een bizarre kwalificatie. Er zijn natuur lijk mensen die graag politiek in het midden staan, maar het CDA kiest niet ten principale voor het midden. Dat is volstrekte onzin. We zeggen: dit is ons beginsel, dit is ons program. Van daaruit wandel je geleidelijk aan naar de praktische politiek toe. En dan kom je soms helemaal niet in het midden uit, denk maar aan de abortus, de euthanasie, het onderwijs. Ten principale mag je je nooit presenteren als middenpartij, vind ik”. „Ik heb een afkeer van typeringen als links, rechts' of midden. Dat is ontzaglijk zwart-wit denken, kinderlijk zelfs. Kenmerkend voor het CDA is dat het als een uitgesproken beginselpartij zal opereren. Ik vind dat partijen zich moeten profileren vanuit zichzelf. Als je het hebt over links of rechts, word je in feite geprofi leerd door hoe anderen tegen je aankijken, daar word ik altijd een beetje chagrijnig van”. „Daarom vind ik dat, nu de organisatorische eenwor ding een feit is, eerste prioriteit voor het CDA is om datgene wat in ons program van uitgangspunten staat, verder inhoudelijk uit te bouwen. Daar is het CDA de afgelopen jaren een beetje weinig aan toegekomen. Zo’n discussie is een probaat middel om te kijken in hoeverre je in het praktische beleid inderdaad als één partij kunt opereren”. Het CDA is niet rimpelloos tot stand gekomen. Ook de manier waarop dat officieel gebeurt toont de verscheidenheid binnen de club. De CHU vierde de opheffing redelijk tevreden, bij de AR ging het in een stemming van: nou moet Zijn niet veel meningsverschillen binnen het CDA met de mantel der liefde bedekt omdat de He oktober gehaald moest worden? „Nee, en dat kan ik bewijzen. Denk maar aan de nacht van het olieboycot-debat. Als ik zeker was geweest, dat men alles na zou laten vanwege die 11e oktober, dan had ik die nacht rustiger geslapen. Maar ik heb met een radio aan mijn oor zitten luisteren. In bed. Het kabinet is daar door het oog door de naald gekropen. Men denkt volgens mij nu: het CDA gaat door, dat kan zelfs niet meer door een tussentijdse kabinetscrisis worden teruggedraaid”. Vissen kunnen soms wratten en wat dies meer zij vertonen. Heeft dat te maken met milieuvervuiling? Is het gevaarlijk om die vis te eten? Weert Schenk sprak met vissers en medewerkers van het Rijksinstituut voor Visserij-onderzoek. De wratten zijn onsma kelijk om te zien, maar zijn ongevaarlijk, aldus het RIVO. Pesticiden (landbouwver giften) in zee zijn dat wel. Én dat zie je niet aan de vis. Is dit CDA het CDA zoals dat u 13 jaar geleden voor ogen stond? „Het CDA is niet in alle opzichten geworden wat ik ervan verwacht had. het maar, en de KVP gaf een groot feest. Sommigen zeggen: de KVP is natuurlijk bij, want op 11 oktober verandert slechts de naam KVP in CDA? „Uitgesloten. Kijk maar eens welke belangrijke posities in handen zijn gekomen van AR- en CHU-mensen, zo ook Mijn opvolging. AR- en CHU hebben veel Christen-Democratische Unie van Van sterk stempel heeft gedrukt op het CDA. Ze kunnen heel tevreden zijn”. „Met alle verschillen die er zijn, heb ik daar trouwens goede moed op. In de AR heb ik de ervaring dat je soms over allerlei politiek-inhoudelijke zaken als vechtende honden over straat rolt. Dan blijkt de binding op uit gangspunten toch zo groot, dat je elkaar op een of andere manier weer vindt. Daar wil ik graag wat van overdragen in het CDA, om zo echt een politieke bewe ging te worden die ook inhoudelijk wat voorstelt”. Was dat verlangen destijds dan een illusie? „Als je het wilt is het geen sprookje, zeg ik met Herzl. Maar ze wilden niet. Ik stond zelf veel losser tegenover de oude partijverbanden. Ik kan makkelijker afscheid nemen van iets dat gegroeid is. Als je iets nieuws gaat beginnen moetje niet meer omkijken. Ik vind nou net dat je blij moet zijn dat je samen iets nieuws bouwt. Het is daarom symptomatisch dat er op het CDA-congres geen muziek, geen zang is”. „De verschillen die voortkomen uit reformatie, hervormden en katholieken, verdwijnen niet omdat de verschillen tussen die kerken niet verdwijnen. En het CDA is natuurlijk geen kerk. Het is een noodzaak. Dat houdt de spanning er een beetje in. Als partij heb je een hoop zout in de pap nodig”. „Ze mogen van mij onmiddellijk weer terugkomen. Ze vinden de grondslag niet verkeerd, het program van uitgangspunten niet, en het verkiezingsprogram ook niet. Zou je dan niet eerst eens even binnenboord blijven om te kijken welke invloed je zelf kunt uitoefenen op dat beleid?” politieke organisatie. Ik vind ook dat je de scheiding der geesten niet tot stand moet brengen rond het geloof maar rond de politieke overtuiging”. „Er zitten christenen in vele politieke partijen, van het GPV tot de PPR en zelfs de CPN. Hele goeie christenen. Ik zou met hen wél naar de kerk willen gaan, maar niet in één politieke partij zitten. Je hebt een andere visie op de maatschappij. Nou, en daar moet je proberen gestalte aan te geven, naast WD, PvdA en D’66. Naast, en niet tegen”. teven ■rwijkse at wij lieuws nvult! Er hangt het nieuwe CDA nu al een afsplitsing boven het hoofd van de rond prof. Goudzwaard verzamelde mensen. Kan het CDA dat aan? „Ik heb tegen Goudzwaard gezegd: je kan nu wel met een nieuwe partij beginnen, maar wat maak je er nou mee klaar? Kijk nou eens naar de geschiedenis. We hebben in Nederland al jarenlang afsplitsingen gehad van de zogenaamde confessionele partijen, voor de oorlog had je Veraart, de Michaelsbeweging, de groep van Arts, de Christen-Democratischie Unie van Van Hout, de SGP, later het GPV, de groep van Welter, Klaas Beuker, de RPV, de PPR, de EPV. Zeer achtenswaardige mensen allemaal, maar als je ziet wat zij hebben Een zaak die Steenkamp, zoals hij zelf zegt, „danig heeft aangepakt” is de zogenaamde „grondslagdiscussie” binnen het CDA geweest. Over de vraag in hoeverre een CDA’er aanspreekbaar is op het evangelie. Vooral voprde ARP’ers was en is dat een zwaar punt. „Aan die discussie heb ik een grote tol betaald. Het is een van mijn twee grootste teleurstellingen. De eerste was toen in het voorjaar van 1975 de AR opnieuw begon met de grondslagkwestie. We hadden de nota van de Contactraad gehad, waarin wij een goede formulering hadden gevonden: „De partij moet een antwoord geven op de oproep van het Evangelie”. Maar toen begon het lieve leven opnieuw. Ik wil ronduit zeggen dat ik daar nooit meer los van gekomen ben. Iedereen weet dat ik een grote sympathie voor de AR heb, maar bij alles wat ze deden dacht ik van toen af terug aan de verrassing van 1975: daar komen ze weer, ze hebben weer wat”. „De tweede teleurstelling was dat de CHU niet meedeed aan het kabinet-Den Uyl. Nee, zelfs een oppositie ging voeren waarvan openlijk gezegd werd dat die harder was dan die van de VVD. Ik vroeg mij af hoe dat bij elkaar te krijgen. Het is gelukt. Maar daarbij heeft vooral de vroegere Unievoorzitter Van Verschuer een voor het CDA onbetaalbare rol gespeeld”. klaargestoomd, dan is dat toch geen effectief invloed uitoefenen op het beleid”. „Binnen een grote partij kan je veel meer klaarspelen. Ik heb de stellige overtuiging dat een groep als Niet Bij Brood Alleen meer zou bereiken binnen lipt CDA, want dan wordt er rekening met ze gehouden, je blijft in gesprek. Dat is beter dan een afgesloten groepje in de Tweede Kamer, met twee zetels. Dan doe je twee verkiezingen mee en is het afgelopen. Ik vind het tactisch gezien een onverstandige weg”. Kunt u zich de ideologische argumenten van Goudzwaard indenken? „Ik ken Bob Goudzwaard heel goed. Ik weet wat bij hem het zwaarst speelt. Dat is de kernbewapening. Sociaal-economisch zijn we het eens, daar is hij misschien op sommige punten nog wel conservatiever dan ik. Maar die kernbewapening zit hem hoog”. „Kijk, ik heb zelf nogal moeite met de abortusproblematiek. Stel nou voor dat ik tegen het CDA zou zeggen: nu moet je goed luisteren, ik ben het echt niet eens met die abortus van jullie, ik ga de partij uit. Ik ga weg en sticht een eigen partij. Dat kan toch niet. Je kan toch niet op een bepaald punt, hoe belangrijk ook, zeggen: laat de partij maar zitten. Er zijn toch zoveel andere punten. Je blijft de partij trouw. Maar hij is zo gegrepen door die kernwapens, dat dat helemaal bepalend is geworden voor zijn politieke keuze”. Compromisloos? „Ja, al wil ik hem dat niet verwijten. Maar hij vindt echt dat er geen compromissen gesloten mogen worden. Hij zegt dat we recht op de ondergang afstevenen en dat we daar iets aan moeten doen. Maar als je kijkt hoe het CDA nu oordeelt over de NAVO en de kernbewapening, dat is gewoon onvergelijkbaar met driejaar geleden. Ik zeg niet dat dat alleen maar aan Goudzwaard en de AR-lijn te danken is, maar zij hebben zeker invloed gehad. Je kunt die dingen nu eenmaal niet zo snel omkrijgen. En als je ziet hoe ook ten aanzien van de NAVO sommige dingen gerelativeerd worden, dan zeg ik: ze zijn toch niet helemaal zonder invloed geweest. Maar op het ogenblik datje de partij uitgaat heb je je invloed. Hij kiest de verkeerde weg”. Maar hij kiest toch ook op tal van andere terreinen een andere weg? „Ze hebben nu een manifest met een aantal andere punten ook, ja. Zij zouden liever een samenwerking hebben met de Partij van de Arbeid. Ja, maar breek me de mond niet open, daar zijn we in ’77 toch zeven maanden mee bezig geweest!” „Ik vind dat je het die laatste maanden nu maar zijn natuurlijke gang moet laten gaan. Wij hebben een volstrekt open situatie bij de verkiezingen op 26 mei 1981. Ook als, ik zeg nadrukkelijk „als” want hij is het nog niet, ook als de heer Van Agt lijsttrekker wordt”. „Ik denk dat de christen-democratie tot in lengte van jaren een belangrijke politieke stroming zal zijn in dit land. Mijn vertrouwen zou minder geweest zijn wanneer het CDA een geparachuteerde zaak zou zijn, zoals het idee dertien jaar geleden werd geparachuteerd door Biesheuvel, Mellema en Schmeltzer. Eerst zijn de leden aan het murmureren geslagen, van mot-dat-nou? Maar geleidelijk aan zijn die 163.000 leden van het CDA in een stadium gekomen dat ze het zagen zitten. Dat vind ik een hele beste basis voor de toekomst”. Die paar honderd ARP’ers en CHU’ers die het niet zien zitten? „Dat spijt mij geweldig. Het is echt een dompertje op de overigens zeer grote vreugde. Vooral omdat er bij die mensen een hoop denkkracht zit. Ze zijn politiek gewel dig geëngageerd”. Als voorzitter moet het toch gemakkelijkker zijn om een partij te hebben zonder al te lastige mensen? „Als je voorzitter wilt zijn van een partij die intern leeft, dan is het hebben van critici een uitgesproken DE KENNEMER COCRANT EN HET DAGBLAD VOOR I.IMl IDEN E'-SSï Ju CHU, ARP en KVP zichzelf hebben opgeheven, wordt vandaag het CDA officieel in het leven geroepen. Voorzitter van de 163.000 christen-democraten wordt drs. Piet Bukman, 46 jaar oud, tuinderszoon en sinds twintig jaar werkzaam bij de Christelijke Boeren- en Tuinders Bond, waarvan de laatste vijf jaar als voorzit ter Bukman (blijft in de SER) zat. in het Landbouwschap en in internationale boerenorganisaties en was binnen de ARP aktief als bestuurslid namens ,,de groene hoek". Chiel Evers sprak met de nieuwe voorzitter, Hans de Bruijn met Piet Steenkamp, die vandaag af scheid neemt van die funktie. Drie punten: ik vind dat het te lang geduurd heeft, we hebben veel te veel tijd besteed aan de grondslagdiscussie en de organisatie, het politieke profiel heeft te weinig aandacht gekregen. En ik vind het jammer dat het CDA nog te veel overkomt als een optelsom van AR, CHU en KVP. Vanaf het begin heb ik gewild dat er iets nieuws uit zou komen. Maar de krachten die willen voortbouwen op het verleden en van daaruit lijnen willen trekken naar de toekomst, zijn dikwijls sterker. Elke partij brengt nu eenmaal zijn eigen tradities mee”. Het CDA is geen vergrote KVP? „Geen sprake van. Dat houd ik altijd tegen. Ik tart iemand om met ook maar één bewijs daarvoor te komen. Of moet het nou altijd weer zijn omdat meneer Van Agt minister-president is? We waren het er toch over eens dat hij de meest geschikte was?! En als meneer Aantjes niet uit de Kamer verdwenen was, dan was er nu een fractieleider uit de AR geweest. We krijgen nu een voorzitter uit de AR. Wat dat betreft is het Roomse gevaar wat teruggedrongen. Ik heb me er ook altijd fel tegen verzet dat men over „die drie KVP’ers” praat, ik bedoel dus Van Agt, Lubbers en mijzelf’. Henk van Ulsen gaat voor de derde keer het Dagboek van een Gek spelen. Deze keer heeft hij niet Van lersel als regisseur, maar de choreograaf Leon Koning. Van Ulsen vertelde Ko van Leeuwen waarom. Het CDA moet meer worden dan de som der delen, is door menigeen gezegd bij de opheffing van ARP, CHU en KVP. Hoe lang zal het duren voordat de club dat eigen karakter krijgt? „Dat kon nog wel eens vrij vlug gaan. Maar ik vind het niet erg als je nog lange tijd wat terugvindt van de specifieke kenmerken van partijen die tenslotte lang bestaan hebben. Je bent niet bezig troep in een gemeen schappelijke prullenbak te gooien! Het geforceerd weg poetsen van geschiedenis, daar moet je erg mee oppas sen. Je moet je eigenheid niet gaan cultiveren om eens te laten zien hoe lekker oneens je het bent. Maar het andere uiterste, jongens laten we er een lekkere eenheidsworst van maken, alsjeblieft niet”. Vooruitblikkend naar de mogelijkheden voor rege ringssamenwerking na de komende verkiezingen, stelt Bukman twee dingen voorop: het kabinet moet een brede basis hebben en die basis moet parlementair zijn. „Het is een beetje een aftelsommetje. Het voortzetten van de huidige combinatie CDA-VVD krijgt waarschijn lijk geen meerderheid. Dan kan je zeggen: laat D’66 er maar bij aan tafel schuiven. Die zegt: ik wil alleen samen met de PvdA. Dus als je iets breeds wil hebben, moet je met de PvdA gaan praten. Als dat niet lukt is misschien het volgende hoofstuk: CDA-WD-D’66. Ik heb het idee dat D’66 alle deuren open houdt”. Bepalend voor de coalitievraag is voor Bukman voor al de programvergelijking op hoofdpunten, waar hij overigens nog niet aan toe is gekomen („Ik ben er wel mee bezig”). En natuurlijk de verkiezingsuitslag. „Als je nu praat over wat je na de verkiezingen gaat doen, dan suggereer je in feite dat de verkiezingsuitslag er eigenlijk niet toe doet”. Wil die kiezer dan niet weten waar hij met het CDA aan toe is? „Ja, dat verhaal dat ken ik wel. Maar als het CDA de verkiezingen ingaat met zijn eigen program, is dat niet onduidelijk. Het kon wel eens wezen dat de kiezers het daarmee moeten doen”. Als Van Agt lijsttrekker wordt, zal het beleid van het huidige kabinet dan niet veel meer inzet van de verkie zingen zijn? „Nee... nee... nee. Wanneer meneer X lijsttrekker wordt van het CDA, is hij lijsttrekker van het CDA op basis van het CDA-program. En als meneer X nu Van Agt is, gaat dat voor hem ook op. Niemand zal van hem vragen dat hij vanaf de eerste dag zegt: het kabinet dat we nu gehad hebben was een puinhoop. Dat is ook niet zo. Maar voor een lijsttrekker van een politieke partij is de inzet het .programma van die partij, vind ik. En de lijsttrekker moet dat in zijn campagnfe duidelijk maken tegenover de kiezers”. —Dat noemen zij juist een duiventil. „Dan hebben zij dat verkeerd begrepen. Er bestaan in Nederland nu eenmaal geen blijvende coalities, iedere vier jaar gaat men een verbond voor 4 jaar aan. Sinds 1917 heeft maar één kabinet de volle rit uitgezeten. Ik vind dat een aanklacht tegen de parlementaire democratie”. „Ik heb altijd heel duidelijk gekozen voor samenwerking van CDA en PvdA, maar niet tot elke prijs. Voorkeur heeft ook zijn grenzen. Ik ben ervan overtuigd dat de PvdA dit ook gaat inzien. Anders zullen ze zich opnieuw buiten spel plaatsen. En gek zijn ze daar niet. Na de grote stommiteiten van 1977, zullen zij zich wel drie, vier maal bedenken voordat ze diezelfde weg op gaan. Ook bij hen zal het verstand zegevieren”. Het nieuwe realisme. „0, jazeker, dat spreekt me erg aan”. Prof. Piet Steenkamp, krap een week voordat „zijn” CDA er nu eindelijk komt. Een gesprek in een Eindhovense hotel- lounge, want hij houdt zijn werk (hoogleraar aan de TH) en zijn liefde (het CDA) nadrukkelijk gescheiden. „Ik vind dat er volgend jaar in elk geval, een meerderheidskabinet moet komen. Die 77 zetels zijn te weinig. In deze maatschappelijke, en sociaal-economisch ernstige ontwikkeling is het bijna onmogelijk om met een zo kleine meerderheid een plan te ontwikkelen voor een aantal jaren. Een kabinet van CDA en VVD alleen kan bijna niet meer. Ook de leidende mensen in de WD praten al openlijk over samenwerking van CDA, VVD en D’66. Zij zien zelf kennelijk ook in dat er geen coalitie van 90 zetels uitrolt”. „Ik vind dat dit kabinet het eigenlijk lang zo slecht niet heeft gedaan als naar buiten wordt voorgewend. Ik had nooit gedacht dat ze de vierjaar zouden halen. Ik vind dat al een hele prestatie. En ik geloof ook dat dat te danken is aan de stuurmanskunst van Van Agt zelf...”. ...en aan de soepele knieën van de WD? „De WD heeft naar mijn mening nogal wat concessies gedaan. Daarvoor had in het CDA meer begrip moeten worden opgebracht. Het CDA, dat altijd klaagde dat het door Den Uyl in het vorige kabinet werd onderdrukt, mag dat de WD niet aandoen. Wat je een ander verwijt moet je zelf niet doen. De WD heeft zich een heel loyale coalitiepartner getoond. Voor zo’n manier van samenwerking, ook met andere partijen, teken ik”. „Het is geen CDA-kabinet, maar een coalitiekabinet. Daarom moet de CDA- fractie ook schoten voor de boeg geven. Zij is ingehuurd om te kijken of het Program wordt verwezenlijkt. In die opzet stond ik als partijvoorzitter dikwijls aan de kant van de fractie. Van Agt stond er voor zijn kabinet. Die moet ook de wensen van de WD honoreren”. „Ik geloof dat de linkervleugel van het CDA niet voldoende begrip heeft voor die noodzaak. Als Van Agt voorzitter zou zijn van een kabinet met de PvdA, dan was die kritiek er niet. Het gaat in wezen niet tegen Van Agt, maar tegen de huidige coalitie. Maar ja, dat wisten we nu eenmaal van tevoren”. ®r*-. («tn -I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 17