Hansom Books Proloog valt tegen in Charlotte van Pallandt Als we maar bevallen heeft eigenzinnigheid nooit opgegeven Edisons uitgereikt Albert King: heiligschennis Caballero Filter. gestopt met alle uitgaven I Performance Robert Longo opent vijfdaagse manifestatie door The Kitchen in Toneelschuur Ongeïnteresseerd spel van blueslegende Extra opvoeringen van Hemel en Aarde Programma over vrouwen alleen voor vrouwen Singerprijs voor beeldhouwster I 10 198 0 11 DONDERDAG 30 OKTOBER KUNST (Door Henk Leffelaar) Zadkine \NQOIS| :el in IQOiS laatste sidin Van cryl. nde ibina- grjjs/ en WX5| streep d in een kt. kent icjois aaktvan tland ch acryl. ntzet- leuren- s. tableau Surrender: panoramisch JAN BAART Robert Longo uit zich als kunstenaar Charlotte van Pallandt in haar atelier. (Van onze kunstredactie) ALMA POST (ADVERTENTIE) asbaar. isbaar. Amsterdam, 29 oktober 00201-02' JOHN OOMKES Smaak voor twee IJMUIDEN. Voor haar derde vrou wenprogramma, Als we maar bevallen, bracht Proloog wederom een paar vrou wen bij elkaar die in heel verschillende situaties zitten. Drie zusjes in een vakan tiehuisje zijn het dit keer: Chrisje de oudste is gescheiden, werkt en heeft twee schoolgaande kinderen, Liesbeth is ge trouwd en heeft twee kleuters, derde kind op komst, Annemarie is een alleenstaan de werkende vrouw. Het wordt een leerzaam weekend. De twee moeders hebben van hun meege brachte kinderen vooral last, maar o wat doen ze zich zelf die last vaak aan. Als Annemarie bijvoorbeeld oP zondagoch tend vroeg oPstaat met de kinderen, zodat de moeders eens kunnen uitslapen, is Liesbeth tóch om zeven uur wakker: „Ik heb aldoor liggen luisteren” bekent ze. die fanatiek zijn geloof belijdt, maar het is goed genoeg in de s; cr< menten is inge wijd om te weten w; nneer er v; n heilig schennis spr; ke is. Bij de blues speelt als bij weinig andere muziekstijlen de inspiratie van het mo- Nienke Sikkema in Als we maar bevallen bij Proloog. Nostalgisch mag het niet genoemd wor den. De bijna abstracte versie van de energieke vormen in Surrender geven het beeld zoals Robert Longo het tijdperk „tachtig” wil kwalificeren. worden. Junior Walker en Coltrane ne men daarbij een prominente plaats in. Als een soort film verschijnen een jon gen en een meisje. Hij gekleed in een keurige smoking. Zij gehuld in een nauwe kokerrok met levensgrote split. Een lang zame omarming en dan begint een dans. Als een slow-motion parodie op de rock Z and roll bewegen zij over de vloer. De vertraagde beweging geeft niet alleen een schitterend zicht op de ingewikkelde figu ren maar veroorzaakt ook een ongekende werking van tijdloosheid. (Van onze kunstredactie) AMSTERDAM. Financiële proble men en stijgende produktiekosten heb ben de Engelse uitgeverij Hansom Books genoodzaakt al haar tijdschrif ten op te heffen. Al enige tijd is de uitgeverij telefonisch niet bereikbaar en op brieven wordt niet geantwoord, zo deelt de Nederlandse importeur van de tijdschriften mee. Hansom Books is de uitgever van tal van kunstperiodieken die ook in ons land gretig aftrek vonden. De stopzet ting van de uitgaven van Hansom Books betekent het niet meer verschij nen van Art en Artists, Book and Book men, Dance and Dancers, Films and Filming, Music and Musicians, Plays and Players en Records and Recor ding. Via vakliteratuur in uitgeverskrin- gen is de informatie over het stopzetten van deze kunsttijdschriften aan het licht gekomen. wortels van onze hedendaagse populaire muziek. Rock and roll en rhythm and blues, toonaangevende jazz, het muzikale terrein van de jaren vijftig tot aan de dag van vandaag kan in flarden beluisterd DEN HAAG. Charlotte baronesse van Pallandt, aan wie op vandaag door prinses Juliana de Singer Prijs 1980 is uitgereikt voor haar omvangrijke oeuvre, kijkt vanuit haar ruime maar niet overdadig gemeubileerde flat uit over de duinen naar Noordwijk. Op de venster bank staat de door haar en op zijn ver zoek gemaakte kop van wijlen A. Roland Holst, de dichter die zich ook tot duinen en zee aangetrokken voelde. Voorstelling: Als we maar bevallen. Groep: Proloog. Spelers: Cecile van der Poel, Nienke Sikkema, Jeanneke Stam. Muziek: DU Engelhard. Gezien op 29 oktober 1980 in Het Witte Thea ter te IJmuiden. Het ligt allemaal helaas wat anders. Achter de schermen kun je horen dat Albert nog altijd naar Europa komt om dat de verdiensten niet te versmaden zijn. King vergaart voor zijn overkomst wat loslopend, min of meer begaafd talent, repeteert vijf dagen en haalt zijn kunstje hier dan enkele tientallen keren uit, ver trouwend op routine, roem en overwicht. Nu is het bluesvolkje wel een minderheid HAARLEM. Het toneelspel Hemel en Aarde van de Duitse schrijfster Gerlind Reinshagen krijgt op 18 en 19 november twee extra voorstellingen in de Toneel schuur. Het stuk, dat door toneelgroep Theater gespeeld wordt met Anita Menist in de hoofdrol, gaat over de laatste levensfase van een vrouw van veertig, die aan een ongeneeslijke ziekte lijdt. Nadat de eerste voorstelling in de Schuur, afgelopen dins dag geheel was uitverkocht, kon in samen werking met Theater nog een tweetal voorstellingen in Haarlem worden inge last. Albert King is nu zo’n 55 jaar en een man in bonus. Het verhaal wil dat hij redelijk geboerd heeft in onroerend goed en dat hij omwille van zijn maatschappe lijke situatie niet elk jaar meer weliswaar lonende, maar uitermate vermoeiende concertreizen door Europa moet onderne men. Je zou denken dat Albert King dan uitsluitend omwille van het vak nog de gitaar ten hand neemt en zijn handmerk in prachtige, zorgeloze avonden belijdt. weliswaar ook met opvallende grootscha lige tekeningen en aluminium reliëfs. Het zijn toch vooral de performances die op zien baren, zoals Surrender, dat met Sound Distance of a Good Man en Empire een triologie van voorstellingen vormt. Surrender moet gezien worden als een panoramisch tableau met bewegende fi guren, dat het beste op zekere afstand bekeken kan worden. De invloeden van theater, film en beeldhouwwerk kunnen duidelijk herkend worden in de vormge ving, die een luxueuze en raadselachtige sfeer ademt, mede door het gebruik van het zwart-wit effect. Annemarie zelf heeft weer andere proble men, in de boetiek waar ze werkt is zij als enige verkoopster zonder kinderen altijd de klos op zaterdag en op koopavond, een situatie waartegen ze zich niet verweren kan: de zaak is haar leven, het is van levensbelang dat de baas tevreden is. Het komt allemaal door de onbevredi gende keus die vrouwen moeten maken óf je werk en verder niets, óf je gezin en verder niets, althans niet iets waar je echt je aandacht aan kunt geven. Het is een moeilijke situatie, maar toch eentje die op den duur zou kunnen veranderen. Pro loog is echter erg gericht op status quo. Liesbeth bijvoorbeeld blijkt een man te hebben waar heel wat aan te sleutelen valt, geen woord echter wat haar daartoe aanzet. Gingen de vrouwen in Proloogs vorige vrouwenprogramma, Spiegeling, aan het eind samen op vakantie, Als we maar bevallen eindigt met droeve ver zuchtingen dat het leuk is om elkaar te zien, maar met kinderen eigenlijk niet te realiseren. Albert King: trieste avond. (Foto Bert Lek) Ze is 82 en ranker dan de foto’s waarop ze in broek en jak in haar atelier aan het werk is. Haar handen zijn jonger, krach tig, niet bereid het werk erbij neer te leggen. Ze is dan ook nog steeds aan het werk, aan een portret van Albert Termo- ten, en voordat dat af is, neemt ze geen andere opdrachten aan. „Ik ben er nog niet, er moet nog veel gebeuren”. Ze zegt het op een ongedurige maar niet ongeduldige toon. Alsof alles wat niet met haar werk te maken heeft, verspilling van tijd is, alsof ze de naderen de gebrekkigheid die ouderdom nu een maal met zich meebrengt voor wil blijven. Op eenzelfde manier fluit ze fluisterend (het soort fluiten dat meer lucht dan toon is) wanneer ze thee maakt of een afbeel ding in een boek zoekt noodzakelijk, maar toch tijdverspilling. Charlotte van Pallandt, baronesse die het kunstenaarschap verkoos boven de plichtplegingen van stand, is ongetwijfeld Nederlands belangrijkste beeldhouwster. Wie heeft niet in zijn geheugen opgeslagen het massieve imposante beeld van konin gin Wilhelmina, gekleed in het zware jas die bijna tot haar enkels reikt, een hoed tot op het voorhoofd gedrukt, het hoofd bjjna schuilgaand in een bontkraag. „De schets daarvoor had ik meteen klaar”, zegt ze, maar de uitwerking liet langer op zich wachten. Prinses Juliana kwam het beeld in het atelier bekijken en liet blijken dat ze moeite had met de gelaatsuitdrukking. Charlotte van Pal landt besloot het hoofd helemaal geen „gezicht” mee te geven. Toen koningin Juliana het bij de onthulling zag, was ze verrast. „Het is precies m’n moeder”, zei ze. Hoewel Charlotte van Pallandt aan ruim 100 tentoonstellingen heeft deelge nomen, was zij al 50 toen zij haar eerste eigen expositie kreeg. Misschien zegt dat iets over het werk van iemand die zich nooit bekommerd heeft over modieuze 'stromingen in de kunst en die de figuratie ve kunst een eigen interpretatie heeft ge geven die geen epigonen kweekt. Deze interpretatie wordt gedicteerd door de manier waarop Charlotte van Pallandt haar modellen bekijkt. Voor haar zijn het niet in de eerste plaats perso nen, maar onderwerpen met een eigen volume, een eigen vlakverdeling, eigen proporties. Bij het beeld van koningin Wilhelmina was zij geïntrigeerd door drie- hoeksvlakken en zo heeft zij dat beeld ook opgebouwd. Later ging zij ertoe over eerst houten constructies te maken, ogenschijnlijk gril lige staketsels die echter precies de juiste verhoudingen weergeven. Het is ook te zien in de getekende voorstudies die zij maakt; hoe een figuur als het ware wordt opgedeeld in zijn eigen natuurlijke vlak ken. Men zou het ’t reduceren van de anatomie tot een wiskundige contractie kunnen noemen. Het is haar niet aan komen waaien. Als meisje op een Britse kostschool aarzelde ze tussen tekenen en muziek. Na een onge luk met haar linkerhand was er geen keus meer: het werd de beeldende kunst. Zij ging eerst naar Zwitserland, daarna naar Parijs. Ze was toen 28 en hoewel zij nog steeds niet precies wist wat zij met haar talent wilde doen, wist ze wel wat zij niet wilde. Concert: Albert King Band. Be zetting: Albert King (gitaar, zang), Frank Dunbar (bas), Prince Wells (trompet), Philip Gregory McClard (sax), Steve Conn (keyboards), David Royce (drums) en Colin Bruce Jones gitaar). Paradiso 1980. AMSTERDAM. Van de drie bekende bluesgitaristen die lange tijd zich met de dubbele betekenis van de naam King sier den, is B. B. King wellicht de veelzijdig- ste, Freddie King de charmantste en Al bert King de onhebbelijkste musicus ge weest. Het rollenpatroon zal tussen hen niet zorgvuldig zijn doorgenomen, want veel contact hebben deze niet-verwante veteranen van de bluesmuziek niet ge had. Wat ook de boodschap wezen moge, elke keer als een van de Kings naar Nederland kwam, stroomde het blues- minnende volk in ruime mate toe, consta teerde dat King nog King was en toog weer op huis aan. EINDHOVEN. De woensdagavond in het Van Abbemuseum gegeven voorstel ling van Surrender, een performance ont wikkeld door de Amerikaanse kunste naar Robert Longo, kan niet alleen ge zien worden als de première van de vijf daagse manifestatie door The Kitchen, het New Yorkse centrum voor moderne kunstuitingen op velerlei gebied. Surren der moet ook worden beschouwd als de officiële presentatie van het zojuist ge opende Apollohuis, een particulier initi atief dat zeer selectief muziek, theater en beeldende kunst van meer dan middelma tig belang onder de aandacht wil bren gen. Met het naar Nederland halen van The Kitchen heeft het organiserende Apollohuis zich direct al een hoge kwali teitsstandaard opgelegd. De mate waarin Proloog verder is geko men met de vrouwenzaak valt mij nogal tegen, en het programma is, lijkt me, vooral leuk voor vrouwen die nog weinig over zichzelf hebben nagedacht. Anderen zullen toch behoefte hebben om eens een nieuw gezichtspunt te zien. Dat gebrek aan voortgang kan liggen aan de zelfge maakte teksten van Proloog: eigenge maakte teksten zijn zelden eye-openers. Het Spiegeltheater, dat vorige week met een programma over vrouwen kwam, ge bruikt literaire teksten, en wat zij brengen is veel verrassender, gekker, minder alle daags. Tussen de drie zusjes door brengt Pro loog nummers over andere vrouwenza ken, vaak leuk verpakt, zoals de als canon gezongen dagindeling-van-een-moeder. Onderwerpen als Derde-Wereldvrouwen, of Ziekenhuis bevalling contra Natuurlij ke bevalling zijn echter onderwerpen voor een heel programma, enkele flarden er over zeggen mij niet zo veel. Er wordt leuk realistisch gespeeld, de vrouwen bespelen instrumenten en hun zingen gaat vooruit, hoewel sommige lied jes nog letterlijk te hoog gegrepen zijn. Dil Engelhard zorgt voor een voortdurend klankdécor, de aankleding bestaat uit simpele stalen kasten, met als blikvanger een van lampjes voorziene Pil-strip. Het programma is alleen voor vrouwen be doeld, en kan door vrouwengroepen wor den aangevraagd. Geen nutteloze academische lessen, geen leermeester vererende leerlinge wor den, niet in een bepaalde hoek gedreven worden. Ze ging bij Zadkine’s lessen kij ken en maakte meteen rechtsomkeert: „In die zaal zaten veertig kleine Zadkine’s te ment een doorslaggevende rol, omdat de taal van de muziek, de gebruiken, de toon ladders en akkoordenschemaatjes nu een maal voor een groot deel vastliggen. Dan hebben we het nog niet eens over de beperkte hoeveelheid bewoordingen waarin de zanger mag zeggen hoe ellendig hij er aan toe is. Albert King is een man die dat met ietwat hese, maar volle stem overtuigend kan doen. Wat iemand bezielt om een kleine dertig jaar na zijn eerste concerten tegen zijn zin op een podium te gaan staan voor een publiek dat nog altijd geld over heeft voor de legende die hijzelf heeft gecreëerd, begrijp ik niet. Maar Albert King waagt het. Drie kwartier na het begin van het concert is zijn gitaar nog niet naar beho ren gestemd, wordt er tijd gerekt tussen de songs, draait hij zich naar zijn verster ker toe en moet hij aanzien hoe zijn twee de gitarist zijn instrument zinniger kan laten spreken. De jonge, onzekere band die King heeft meegebracht, ziet de vertoning met sche ve ogen aan. Het onzuivere spel van King mist zelfs zijn uitwerking op de kopersec- tie niet, die van lieverlede zelf ook het juiste pad verlaat en de stemming er nog triester op doet worden. Misschien is de ellende, die na rampzalige vertolkingen van Mean to me, Let the Yeard go Passing by en Elmore James’ The Sky’s crying wel in overdrachtelijke zin met een bluesge- voel te vergelijken. Ik voelde me in ieder beroerd toen ik maar voortijdig op huis aan koerste. The Kitchen uit New York. Robert Longo Performance met Surrender, het middendeel van een drieledige voorstellingenreeks. Uitvoerenden: George Bishop (saxofoon), Adela Ba- sayne-Smith (girl) en Joe Hannan (boy). Van Abbemuseum Eindhoven, 29 ok tober 1980. Robert Long, Margriet Eshuys (midden) en Jasperina de Jong ontvingen gisteren hun Edisons 1980. In aanwezigheid van prinses Margriet en mr Pieter van Vollenhoven werden de beeldjes uitgereikt in het Amsterdams Concertgebouw aan de winnaars in de categorieën klassieke en populaire muziek. Anderen die hun Edisons in handen kregen waren Bernard Haitink, Christopher Hogwood, Klaas Posthuma, Piet Veenstra, Christian Zacharias, Flairck. Dexter Gordon, Boudewijn de Groot, Lancee, Spargo en Gé (Titulaer Een energieke saxofonist betreedt de ruimte en wijdt deze als het ware in. Hij kan beschouwd worden als de dirigent van de voorstelling. De muziek die hij maakt begint met een verkenning van de werken”. Het meest leert ze van André Lothe (ze schilderde toen nog) en blijft er een jaar (1926). In 1927 wordt ze door de Russische beeldhouwer Gurdjan geadviseerd te gaan beeldhouwen. Ze doet het, maar vlucht na twee weken terug naar Neder land, waar ze, net zo min als in Parijs dat toen borrelde van roerigheid in de kunst, ook niet het gezelschap zocht van de „in crowd” de „toonaangevende” kringen. Volgens velen heeft Charlotte van Pal landt in 1930 haar eerste meesterwerk gemaakt, een tors waarvoor een 17-jarig meisje model stond. Het stond jarenlang in haar achtereenvolgende ateliers, totdat het tenslotte in 1974 in brons werd gegoten. Het is een bijna perfecte weergave van de gaafheid van een jong menselijk li chaam. Nog maar een jaar tevoren was Charlotte van Pallandt voldoende geïntri geerd geweest, door het kubisme om er mee te experimenteren in twee afbeeldin gen van een vrouw leunend op haar rech ter elleboog. Het is die eigenzinnigheid die zij ook in latere jaren nooit heeft opgegeven. Zo kon ze in 1941 toetreden tot de Soefi-beweging met zijn op oosterse religies en wijsgeren geënte ideeën, en toch weigeren zich er geheel aan over te geven omdat het anders haar werk in de weg zou staan. Ze heeft nooit leerlingen gehad, omdat ze zegt geen les te kunnen geven. „Ik kan er niet op voortborduren. Je hebt al zo’n moeite met je eigen werk”. Wat niet wil zeggen dat ze de jongere generatie niet volgt, al wil ze niet dat er namen genoemd worden. Niettemin: „Als het nou een ge wone plank is, met een touwtje eraan daar zie ik niets in, dat boeit me niet”. „Ik ben gebleven bij de mens, de figuur, de vorm”. De driejaarlijkse Singer Prijs werd voor het eerst uitgereikt in 1968 aan Lunsingh Scheurleer, de toenmalige directeur-gene- raal van CRM; in 1971 aan de graficus M. C. Escher (vlak voor diens dood); in 1974 aan de harpiste Phia Berghout, de op richtster van de Eduard van Beinum Stichting. In 1977 vond geen uitreiking plaats.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 11