VERENIGDE STATEN
ZATER DAGS3i i VOEGSEL
Jimmy Carter:
Moreel equivalent
van een president
Ronald Reagan:
De Amerikaanse
vertolkt
John Anderson:
De man van de
afwijkende smaak
I
waarden’
W'
Buitenlands beleid
Zoals wijlen John Wayne de
verpersoonlijking was van de
zogeheten „Amerikaanse waarden”,
zo heeft Ronald Wilson Reagan zich
diens erfenis toegeëigend, als de
woordvoerder van dat uiterlijk harde,
innerlijk goede en gelovige, naar
recht strevende Amerika. Een
Amerika dat hij bitter mist en aan de
kiezers van 1980 wederom in het
vooruitzicht heeft gesteld, binnen het
ruimere perspectief van de
wereldpolitiek.
Als jongen van veertien schreef
onafhankelijk presidentskandidaat
John Bayard Anderson (58 jaar) in
een schoolopstel over spinazie: hij
vond het lekker, zijn vriendjes niet. In
veel opzichten is hij nog steeds een
man van afwijkende smaak het
politieke recept dat hij Amerika
voorschotelt, is in de keuken van het
Capitol in Washington, (nog) niet tot
ieders tevredenheid te bereiden.
De vellen hangen erbij
tegenwoordig, aan het gezicht van
Jimmy Carter, president van de VS.
Toch is het nog maar een kleine vier
jaar geleden dat hij op een frisse
winterdag op de trappen van het
Washingtonse Capitol de eed op de
grondwet aflegde en vol idealisme
begon aan de belangijke taken die hij
zich had gesteld. Hij straalde
veerkracht uit, zijn haar had de
melkboerenhondekleur, in plaats van
het waterige grijs. Hij droeg zijn
scheiding nog rechts in plaats van
links en hij had veel beloofd. De zoon
van James Earl Carter sr. en Lillian
Gordy Carter, op 1 oktober 1924
geboren te Plains, Georgia, heeft die
beloften niet kunnen inlossen.
di
Economie
Defensie
De verkiezingscampagne die de twee belangrijkste kandidaten voor het
presidentschap de afgelopen weken hebben gevoerd, concentreerde
zich vooral op de binnenlandse economie, de defensiepolitiek en het
buitenlands beleid. Hieronder een overzicht van de beleidslijnen van
Carter en Reagan.
De campagne
iet
ek
al
d
2t
an.
iet
te
Sc
an
lit
9
m
►or
ties
van
val
s
ar,
Het is jammer maar begrijpelijk dat
aanbeveling van de geestelijkheid en een
niet te beteugelen werklust.
m
hoe
eeft
in
jr
i
i
Toen de campagne nog maar net be
gonnen was, verklaarde Reagan voor7
stander te zijn van „officiële” betrekkin
gen met nationalistisch China. Hij ver
oorzaakte opschudding in Peking en
consternatie in Washington, waar men
met de fluwelen handschoen bezig was
de nieuwe China-politiek van de rege-
ring-Carter (officiële diplomatieke
betrekkingen met Peking, contacten met
Ronald Reagan is, op 6 februari 1911
geboren in Tampico (Illinois). Voordat
hij negen jaar oud was verhuisde de
familie vijf keer. Vader Reagan dronk
een stevige borrel, maar zocht ook werk.
De man zakte ooit geheel laveloos ineen
voor zijn huis en Reagans broer ging
naar de slager om „afval voor de kat” te
vragen. Met dat afsnijsel vulde de
familie Reagan, aan barre armoe ten
prooi, op zaterdag de magen. In Dixon,
waar de familie ook woonde, werd het
dorpsleven gekenmerkt door
rassenrellen, religieuze vooroordelen en
een plaatselijk vermaak dat eruit
bestond kleine zwarte kinderen in
langzaam voortrollende
goederenwagons te gooien, waarop zij
geheel onvrijwillig de stad verlieten.
Anderson verplettert in de loop van zijn
toespraken de gevaarlijke
televisiedominees, die gelovigen pogen
te organiseren binnen het raam van hun
christelijk mandaat teneinde de
Amerikaanse politiek te doordrenken
van het christelijk beginsel. Zonder
Het betekent tevens dat John Anderson
in de opiniepeilingen tot minder dan 10
procent is gedaald, en dat is jammer. Hij
telt officieel niet meer mee, hoewel hij
ongehinderd door de omstandigheid dat
een kleine marge de doorslag kan geven,
de Amerikanen tenminste duidelijk zegt
waar het op staat.
In zijn eigen biografie „Waar is de rest
van mij gebleven?” schildert Reagan
daarentegen een veel rossiger jeugd, een
soort Tom Sawyers-bestaan, met veel
„idylle” erin. Andere waarden zijn in het
De kaarsrechte, grijsharige, gebrilde
Anderson, een kruidenierszoon uit
Rockford in de staat Illinois, is in de
woorden van de Democratische
voorman in de Senaat, Robert Byrd,
„vermoedelijk de meest capabele van de
kandidaten, maar hij heeft geen kans
om te winnen”. Zodoende stemt Byrd
voor Carter, want de beweging in de
Amerikaanse politiek die aanvankelijk
heette ABC („alles beter dan Cartef), is
omgeslagen tot „in ieder geval geen
Reagan”.
Reagan, in een gesprek met
journalisten: „De grootste bedreiging
van ons land is, geloof ik, ons
onvermogen om nieuwe gebeurtenissen
en opkomende crises te controleren. We
hebben daarop geen invloed, omdat we
al jaren zijn gedwongen toe te zien bij
het verval van onze defensie”.
Hij ontdeed het Witte Huis van veel
pompeusheid, maar staatsiediners in
donkerblauwe pakken vielen niet goed
bij de dames en heren die in Washington
aan de buitenkant van de zogenaamde
’inner circle’ al representerend de toon
aangeven. Het traditionele muzikale
welkom ’hail to the chief werd bij
officiële gelegenheden afgeschaft. Niet
tot ieders tevredenheid, maar Carter en
zijn kring van raadgevers uit Georgia,
de ’overvallers’ zoals zij aanvankelijk
werden genoemd, vestigden de indruk
van een regering die met de mouwen
opgestroopt aan het werk ging.
Het is nu 1980. ’Hail to the chief wordt
weer gespeeld omdat het politiek
opportuun is voor een president van
omstreden allure. Carter is geen leider
gebleken van toereikende allure, maar
ontegenzeglijk een man met visie. De
visie van de directeur van een
schoonmaakorganisatie met de ambitie
de overgeleverde vuilnis zo snel
mogelijk te vernietigen. Een
onbegonnen werk voorwaar, zelfs
gegeven het marginale succes van de
teruggave van het Panama-kanaal, de
Camp David-akkoorden, de signering
aanzien des persoons, maar ook zonder
enige ambitie voor andere opvattingen
plaats in te ruimen.
Hij kwam terecht bij het ministerie van
Buitenlandse Zaken als diplomaat,
maar vond het feit dat hij de besluiten
zelf niet kon beïnvloeden
onverdraaglijk. Hij ontmoette zijn
vrouw Keke (spreek uit: Kiki), een
onvervaarde strijdster van Griekse
komaf, en hij kwam in het Huis van
Afgevaardigden, vooral dank zij de
Toch is John B. Anderson een
’wedergeboren christen’ en hij is dat
reeds vanaf negenjarige leeftijd. Een
van zijn favoriete kinderspelletjes was
’dominee spelen’. En dan preekte hij
inderdaad tot zijn zusje en zijn broertje,
respectievelijk koster en organist. Toen
reeds leidde de kleine Anderson een
georganiseerd leven en zijn dagboeken
verraden dat de meeste van zijn dagen
’fijne dagen’ waren. Hij was als student
al een zorgvuldig boekhouder en
leerling. Elk flesje cola werd
verantwoord op papier, en meisjes
kwamen nauwelijks in zijn bestaan
voor.
Carter heeft de vergeetachtigheid van
de burgerij mee, maar het blijft een
onmiskenbaar feit dat hij van zijn
kabinetsleden eerst eiste dat zij zich
voor vier jaar zouden verbinden en
vervolgens een aantal hunner met harde
Carter heeft de wind niet mee gehad.
Zijn beloften van 1976 vervaagden
tegenover de feiten van hogere
olieprijzen en inflatie, stijgende
werkloosheid in een reeks van
industrieën.
van een SALT 2-verdrag met de Russen
en een reeks van aanwijzingen dat de VS
bezig zijn hun defensie met tersluiks
medeweten van NAVO-partners
aanmerkelijk te versterken.
veronderstelde communistische
sympathieën op zwarte lijsten
terechtkwamen. Reagan was tegen de
zwarte lijsten en de heksenjacht, maar
ook tegen de commnunisten. Hij had
echter zijn grote tijd gehad.
Reagan werd steeds conservatiever en
mensen die hem uit die tijd kennen,
weten dat daaraan de invloed van zijn
Hij probeerde zelf een wat vriendelijker
ogende bril dan het strenge donkere
montuur waarmee hij begon. Dat hielp
niets. En hij greep weer naar de
vertrouwde donkere randen, die hem
iets strengs en belerends geven. Nog
steeds, zegt Anderson, heeft hij kansen.
Maar Anderson ontgroeide het volk dat
hem had gekozen. Hij had steeds minder
gemeeen met de burgers van Rockford
en hun betrekkelijk benauwde kijk op
’s werelds zaken. Anderson besloot zich
niet herkiesbaar te stellen en besloot
president te worden. Hij had niets meer
te verhezen en hij kan niets winnen,
althans niet in 1980. Het is zijn grootste
uitdaging tot nu toe, zegt hij.
hand verwijderde. Het is ook waar dat
Carter in crisissituaties of althans
omstandigheden die hij als zodanig
wenst te betitelen uitgangspunten
inneemt, die niet overeenstemmen met
de Amerikaanse macht om
gebeurtenissen naar zijn hand te zetten.
James Earl Carter streeft met grote
hardnekkigheid een doel na. Die
hardnekkigheid maakt hem in de ogen
Carter is, evenals Reagan, een van die
mensen die overtuigd zijn van hun
roeping. Hij meent in volle ernst dat de
VS met zijn 250 miljoen inwoners
zichzelf een dienst bewijzen door hem
als president te kiezen. In Carters geval
ligt het nog het meest voor de hand dat
zijn zuidelijk protestantisme hem in
staat stelt te redeneren dat hij een hem
’van hogerhand opgelegde plicht’ aan
het vervullen is.
Helaas heeft Jimmy Carter moeten
ontdekken dat zijn missionaire
uitgangspunten niet genoeg zijn in een
wereld van andersdenkenden die ook
macht hebben. Maar hij heeft mee dat
het Amerikaanse volk in moeilijke tijden
niet zonder meer van leidsman durft te
veranderen.
In het Witte Huis is de pindak weker uit
Plains een eenzaam man geworden met
ernstig aangetaste geloofwaardigheid,
en Amerika twijfelt, zoals men twijfelt
aan de kracht van de man met de
opgevulde schouders in zijn colbert.
Mogelijk is Jimmy Carter het morele
equivalent van een president. Mogelijk
ook ontkomt geen president aan de
ongelukkige omstandigheden, die in ’De
nieuwe kleren van de keizer’ zo
doeltreffend zijn geschetst.
broer, van zijn nieuwe echtgenote Nancy
(actrice van het tweede plan) en nieuwe
vrienden uit het rijke zakenleven ten
grondslag lag. Het was de tijd van de
„perfecte speeches”van de tip-top
voorbereide teksten, waarmee nooit iets
fout ging, zolang hij maar bij de tekst
bleef. Hij trok de aandacht van de
republikeinen. Geen wonder: hij
verklaarde in 1951 tijdens
redevoeringen dat verscheidene
gekozen congresleden als communist
bekendstaan. Hij paste (anno 1964) dan
ook uitstekend in een plan om de falende
presidentskandidatuur van Barry
Goldwater, de aarstconservatief, te
steunen. Reagan hield de televisiespeech
zijn opmars naar hogere openbare
ambten was definitef begonnen.
van velen niet alleen tot een politieke
tegenstander van formaat, maar ook
kleingeestig, haatdragend en
wantrouwend.
Met het kerkboek onveranderlijk onder
de arm geklemd, heeft Jimmy Carter
zich in het Witte Huis doen kennen als
een man wiens beginselen niet
waterdicht sluiten op zijn daden. Hij
heeft moeite met het maken van de ene
voor de hand liggende keus voor een
president: het landsbelang staat altijd
voorop. Zodoende kon zich de affaire-
Lance voortslepen, met de directeur van
zijn begroting in de rol van
bankfraudeur, zij het dat de man vrijwel
is vrijgesproken en daar was de zaak-
Billy, waarin de broeder van de
president, plotseling een rol speelde als
internationaal bemiddelaar. Tegen
flinke betaling.
Gouverneur van Californië, geen
slechte, maar ook geen goede.
Presidentskandidaat. Hij zou, zegt men,
een president zijn die van negen tot vijf
werkt. Hij is geen doctrinaire
conservatief, een handige gladde prater
die de mensen geeft waar zij om vragen.
En die zich daarbij soms vergaand en
onelegant verspreekt in het vuur van
zijn betoog. Reagan is geen intellectueel,
lijkt niet zo’n heldere kijk op alle
ingewikkelde buitenlandse problemen
te hebben. Maar hij praat over een
„coalitie van medewerkers”.
Reagan: een wereldleider, een
ornamenteel man, die de rol van
staatshoofd zal gaan vertolken, maar de
scholing mist om goede van kwade
opties te onderscheiden, een
opportunist, een pragmaticus? een
kameleon? In elk geval een man die
altijd wel iets nieuws heeft willen
aanpakken.
Een citaat uit de Washington Post: „Ik
heb als acteur nooit zoveel fanmail
gehad”.De oude acteur, de „performer”
die het altijd heerlijk had gevonden om
voor publiek te spelen, heeft een nieuw
toneel gevonden.
geding bij de bepaling van welstand dan
geld alleen. Een klassieke uitspraak, die
in vele andere biografieën van andere
mensen valt terug te vinden „we waren
arm, maar dachten niet aan ons zelf als
arm”.
De Reagan-van-vandaag heeft nog
steeds een flink stuk van het verleden als
bagage. Volgens zijn voormalige
campagneleider John Sears, ontslagen
nadat Reagan in Ohio tijdens de
voorverkiezingen verrassend verloor
van George Bush, is Reagan „in de
grond nog steeds een jongen uit een
kleine stad in Ohio, zij het dat zijn
opvattingen omtrent succes werden
gevormd in Californië”.
Na zijn middelbare opleiding en enkele
baantjes bij de radio, kreeg Reagan in
1937 zijn eerste filmcontract, bij Warner
Brothers, dat dringend verlegen zat om
een acteur die concurrentie kon zijn
voor James Stewart van MGM. Daarna
was hij dertien jaar een ster. Niet van de
eerste grootte, nooit in het geding als er
over de toekenning van Oscars moest
worden gesproken, nooit een geweldig
kasssucces, maar toch dank zij vijftig
rolprenten een bekend Amerikaan.
Met de jaren ’40 verstreek Reagans
Hollywood-glorie. Hij had zich in het
vakbondswczen gestort en was
voorzitter van de acteursbond toen
acteurs en actrices vanwege
Hij volhardt dat de Amerikaanse kiezer
in de eenzaamheid van het stemhok op
hem zal stemmen als de keuze tussen
Reagan en Carter onmogelijk blijkt.
Volgens vele anderen blijven die kiezers
dan gewoon thuis.
dig
ok
en
m
at
ht
pte
,e
i
et
ran
>eg
;e
Zelfs Carters imago als ’een fatsoenlijk
man’ is in deze verkiezingscampagne
van 1980 aangevreten: door Reagan in
het nauw gebracht, wegzakkend in de
opiniepeilingen (die meer opinie maken
dan registreren in de VS), greep Carter
naar grove wapens. Het is nauwelijks
een troost dat Reagan op zijn beurt nu
plotseling het lot van de gegijzelden in
Teheran toch in de verkiezingsdebatten
heeft betrokken. En het is meer dan
duidelijk dat de VS in Reagan en Carter
twee kandidaten voor het Witte Huis
hebben geproduceerd waarmee een
meerderheid van kiezers liever niets te
maken wil hebben. Die kiezer heeft dat
slechts zichzelf te verwijten.
FORD NIXON
Taipei via een particulier bureau) gestal
te te geven. In zijn omgeving was men
ook weinig gelukkig met Reagans onbe
suisdheid, maar de schade bleef beperkt
en het effect op de kiezers was in elk
geval niet duidelijk negatief.
Twee weken geleden presenteerde Re
agan een omvattend programma voor
zijn buitenlandse politiek. Hij beloofde
een „duidelijke positie” in de Oost-West-
betrekkingen. De contacten met de Sov-
jet-Unie moeten „principieel verankerd
en consequent” zijn en „confrontatie
noch conflict” zoeken. Verder is hij
voorstander van een snelle ontwikkeling
van de betrekkingen tussen de Ver
enigde Staten en de Chinese Volksrepu
bliek. Hij had het niet meer over wijzi
ging in de betrekkingen met Taiwan.
gans partijgenoot Ford. In 1979 onderte
kenden Carter en Brezjnjev het betref
fende document, maar de parlementaire
behandeling werd op verzoek van het
Witte Huis uitgesteld als reactie op de
Sovjet-inmenging in Afghanistan.
In plaats van de behandeling van Salt-
II voort te zetten wil Reagan direct
overgaan tot onderhandelingen over
Salt III, welk verdrag de feitelijke beper
king tot doel heeft van het aantal kern
wapens over en weer. Salt-II stelt slechts
bovengrenzen aan het aantal van be
paalde kernwapens. In zijn hoedanig
heid van minister van Defensie reageer
de Harold Brown ontdaan: „Het is voor
mij onvoorstelbaar dat het (Salt-II) van
de tafel verdwijnt zonder dat het Ameri
kaanse volk een zorgvuldig geformu
leerd alternatief wordt aangeboden. Aan
deze voorwaarde is niet voldaan”, aldus
de bewindsman, die er dreigend aan toe
voegde dat de VS bij annulering van
Salt-II de komende tien jaar mogelijk
200 miljard gulden moeten uitgeven om
gelijke tred te houden met de opbouw
van wapens in de Sovjet-Unie.
Op het gebied van de economie leek
Reagan zijn opponent in het nauw te
kunnen brengen. Onder Carters bewind
immers is de inflatie tot een hoog niveau
gestegen, werd de belasting steeds ho
ger, bereikte de rentestand een record
hoogte en steeg het aantal werklozen tot
acht miljoen. Reagan legde een direct
verband tussen de economische proble
men en wat hij noemde een gebrek aan
leiderschap, aan visie van de president.
Om het bedrijfsleven de mogelijkheid
te geven tot nieuwe investeringen is hij
voornemens, gedurende drie jaar de be
lasting met 10 procent per jaar te verla
gen. Carter meent dat dit plan leidt tot
een enorme inflatie en tot de aanmaak
van miljoenen dollars. Hij heeft laten
becijferen dat het tekort van de overheid
erdoor groeit tot 280 miljoen gulden in
1983. De president, die ook ernst wil
maken met de bestrijding van de geld
ontwaarding, heeft zelf bezwaar ge
maakt tegen de economische paragraaf
van het verkiezingsprogramma van zijn
Democratische Partij. Die verlangt, op
instigatie van Edward Kennedy en diens
medestanders, dat de overheid een vast
bedrag besteedt aan het scheppen van
nieuwe werkgelegenheid, terwijl Carter
vindt dat de president meer vrijheid
moet hebben om naar bevind van zaken
te handelen.
Carter heeft met kracht onder de aan
dacht van zijn onderdanen gebracht dat
de afhankelijkheid van buitenlandse
olie verkleind moet worden, maar dat de
huidige regering daar al een stoer begin
mee heeft gemaakt. Dit jaar voeren de
Verenigde Staten 1,5 miljoen vaten olie
per dag minder in dan in 1979 een
vermindering van ongeveer 20 procent.
Nog nooit lag de produktie van Ameri
kaanse kolen zp hoog als op dit moment.
Door research moeten de VS op den
duur in hun eigen energiebehoeften kun
nen voorzien.
Het graanembargo, dat de VS na de
invasie van Sovjet-troepen in Afghanis
tan afkondigden tegen de Sovjet-Unie, is
naar het oordeel van Reagan niet effec
tief gebleken en zou de Amerikaanse
boeren schade berokkenen. President
Carter wil daar .niets van weten. Niet
alleen overtreft de Amerikaanse graan-
uitvoer dit jaar met 25 procent die in
1979, ook schroomde hij niet erop te
wijzen dat een van de oorzaken van de
nog aanhoudende politieke onrust in Po
len de schaarste van voedsel is en dat
ook de Sovjet-Unie zelf krap in haar
levensmiddelen zit.
Op het terrein van de defensie lopen
de opvattingen van de democratische en
de republikeinse kandidaat sterk uiteen.
Carter heeft er op gewezen dat het mili
taire vermogen van het land onder zijn
(republikeinse) voorgangers Nixon en
Ford jaren verwaarloosd is, maar dat hij
het vergroot heeft. Hij zei een debat over
de toestand van de nationale verdedi
ging niet uit de weg te willen gaan, maar
wees tegelijk op het risico van de voor
stelling van zaken als zou Amerika zwak
zijn. Niet alleen maakt die de bondgeno
ten onnodig ongerust, maar ook geeft ze
de valse hoop aan de tegenstanders, dat
die het bij een krachtmeting van Ameri
ka zouden winnen.
Reagans opmerking dat Carters zwak
ke en inconsistente politiek de VS naar
een oorlog dreigen te leiden die de Ame
rikanen niet willen, kwam éan bij de
bewoner van het Witte Huis. Hij liet
inderhaast zijn minister van Defensie,
Harold Brown, verklaren dat het Ameri
kaanse leger de strijd aankan. Sinds
1964 was het niet meer voorgekomen dat
een president (toen Lyndon Johnson)
zijn minister van Defensie (Robert
McNamara) het optreden in het kader
van zijn (herjverkiezingscampagne.
Af en toe heeft Reagan de indruk
gegeven dat hij als president actiever
met militaire middelen of zelfs soldaten
buiten het grondgebied van de VS zou
opereren. Al heeft hij nooit met zoveel
woorden gezegd voor een gewapende
interventie te zijn in de oorlog die al een
maand woedt tussen Iran en Irak, de
republikein noemde de Amerikaanse
neutraliteit in dit conflict het gevolg van
de militaire zwakheid van de VS. Carter
repliceerde met te zeggen dat het juist
een teken van kracht is als een land in
staat is zijn belangen met vreedzame
middelen te beschermen. Overigens
heeft Carter een aanzienlijke marine-
macht gestationeerd in het westelijk
deel van de Indische Oceaan, nadat hij
eerder dit jaar de Perzische Golf had
gekwalificeerd als „van levensbelang
voor de VS”.
Op het punt van de militair/diploma-
tieke verhouding tot de Sovjet-Unie is
het opmerkelijk dat Reagan het Salt-II-
akkoord wil annuleren. Over de tot
standkoming van het tweede verdrag
over de beperking van strategische be
wapening is immers jarenlang met Mos
kou onderhandeld, ook al onder Rea-
President Carter bestempelde Rea
gans voorstellen met betrekking tot Salt
III als „naïef’. Naar zijn mening zijn ze
een geschikt middel om de ontwapenings-
politiek-van-jaren „een vernietigende
en misschien dodelijke slag” toe te
brengen.
Cynisch verklaarde Reagan dat er on
der de zwakke buitenlandse politiek van
Carter een groter risico van een kern
oorlog is dan onder zijn plan om de
militaire kracht van Amerika op te bou
wen alvorens aan wapenbeheersing te
beginnen.
Anderson niet bij het debat tussen
Reagan en Carter wordt betrokken.
Want dan zou althans blijken dat de
Verenigde Staten wel wat meer hebben
te bieden dan mannen die hun opvatting
conformeren aan zoveel
belangengroepen, dat zij uiteindelijk als
president niet meer zijn dan acteurs in
een poppenspel, waarbij anderen aan de
touwtjes trekken. Anderson wenst te
spreken voor de gematigde vleugel van
de Republikeinse partij, maar die partij
gaf hem daartoe niet de ruimte.
John Anderson is zodoende met
opgeheven hoofd op weg naar de
eeuwige jachtvelden van de
Amerikaanse politiek. Zijn politieke
carrière begon toen hij in april 1956 tot
openbaar aanklager van Winnebago
County werd gekozen. Hij klaagt nog
steeds aan, maar het oordeel van de jury
lijkt anno 1980 reeds geveld.
Hij wil verder het geschokte vertrou
wen van de bondgenoten en de Derde
Wereld in de VS herstellen. Bestrijding
van het internationale terrorisme krijgt
bij Reagan extra-aandacht. In dit ver
band noemde hij de Palestijnse Bevrij
dingsorganisatie (PLO) een groep, waar-
van de activiteiten op terreurdaden ge
baseerd zijn. Daarnaast kunnen de bui
tenlandse Amerikaanse zenders Voice
of America, Radio Free Europe en Radio
Liberty op uitbreiding rekenen als de
republikeinen het Witte Huis veroveren.
Als kandidaat voor het Witte Huis be
loofde Jimmy Carter in 1976 dat hij 12
tot 14 miljard gulden per jaar zou bezui
nigen op defensie. Nu gaat hij er prat op
de militaire uitgaven in de laatste drie
jaar met 10 procent te hebben verhoogd, j
het effect van de inflatie inbegrepen.
In een tweede termijn wil Carter de1
behandeling van Salt-II binnen een half
jaar na de inauguratie (op 20 januari
1981) op de agenda van het Congres
zetten.
De democratische kandidaat probeert
zijn landgenoten duidelijk te maken dat
Ronald Reagan een „veiligheidsrisico”
vormt. Met een verwijzing naar diens
voormalige creatie als filmacteur zegt de
campagnestaf van Carter dat de republi
keinse kandidaat „eerst schiet en dan
praat”.