VERENIGDE STATEN ZATER DAGS3i i VOEGSEL Jimmy Carter: Moreel equivalent van een president Ronald Reagan: De Amerikaanse vertolkt John Anderson: De man van de afwijkende smaak I waarden’ W' Buitenlands beleid Zoals wijlen John Wayne de verpersoonlijking was van de zogeheten „Amerikaanse waarden”, zo heeft Ronald Wilson Reagan zich diens erfenis toegeëigend, als de woordvoerder van dat uiterlijk harde, innerlijk goede en gelovige, naar recht strevende Amerika. Een Amerika dat hij bitter mist en aan de kiezers van 1980 wederom in het vooruitzicht heeft gesteld, binnen het ruimere perspectief van de wereldpolitiek. Als jongen van veertien schreef onafhankelijk presidentskandidaat John Bayard Anderson (58 jaar) in een schoolopstel over spinazie: hij vond het lekker, zijn vriendjes niet. In veel opzichten is hij nog steeds een man van afwijkende smaak het politieke recept dat hij Amerika voorschotelt, is in de keuken van het Capitol in Washington, (nog) niet tot ieders tevredenheid te bereiden. De vellen hangen erbij tegenwoordig, aan het gezicht van Jimmy Carter, president van de VS. Toch is het nog maar een kleine vier jaar geleden dat hij op een frisse winterdag op de trappen van het Washingtonse Capitol de eed op de grondwet aflegde en vol idealisme begon aan de belangijke taken die hij zich had gesteld. Hij straalde veerkracht uit, zijn haar had de melkboerenhondekleur, in plaats van het waterige grijs. Hij droeg zijn scheiding nog rechts in plaats van links en hij had veel beloofd. De zoon van James Earl Carter sr. en Lillian Gordy Carter, op 1 oktober 1924 geboren te Plains, Georgia, heeft die beloften niet kunnen inlossen. di Economie Defensie De verkiezingscampagne die de twee belangrijkste kandidaten voor het presidentschap de afgelopen weken hebben gevoerd, concentreerde zich vooral op de binnenlandse economie, de defensiepolitiek en het buitenlands beleid. Hieronder een overzicht van de beleidslijnen van Carter en Reagan. De campagne iet ek al d 2t an. iet te Sc an lit 9 m ►or ties van val s ar, Het is jammer maar begrijpelijk dat aanbeveling van de geestelijkheid en een niet te beteugelen werklust. m hoe eeft in jr i i Toen de campagne nog maar net be gonnen was, verklaarde Reagan voor7 stander te zijn van „officiële” betrekkin gen met nationalistisch China. Hij ver oorzaakte opschudding in Peking en consternatie in Washington, waar men met de fluwelen handschoen bezig was de nieuwe China-politiek van de rege- ring-Carter (officiële diplomatieke betrekkingen met Peking, contacten met Ronald Reagan is, op 6 februari 1911 geboren in Tampico (Illinois). Voordat hij negen jaar oud was verhuisde de familie vijf keer. Vader Reagan dronk een stevige borrel, maar zocht ook werk. De man zakte ooit geheel laveloos ineen voor zijn huis en Reagans broer ging naar de slager om „afval voor de kat” te vragen. Met dat afsnijsel vulde de familie Reagan, aan barre armoe ten prooi, op zaterdag de magen. In Dixon, waar de familie ook woonde, werd het dorpsleven gekenmerkt door rassenrellen, religieuze vooroordelen en een plaatselijk vermaak dat eruit bestond kleine zwarte kinderen in langzaam voortrollende goederenwagons te gooien, waarop zij geheel onvrijwillig de stad verlieten. Anderson verplettert in de loop van zijn toespraken de gevaarlijke televisiedominees, die gelovigen pogen te organiseren binnen het raam van hun christelijk mandaat teneinde de Amerikaanse politiek te doordrenken van het christelijk beginsel. Zonder Het betekent tevens dat John Anderson in de opiniepeilingen tot minder dan 10 procent is gedaald, en dat is jammer. Hij telt officieel niet meer mee, hoewel hij ongehinderd door de omstandigheid dat een kleine marge de doorslag kan geven, de Amerikanen tenminste duidelijk zegt waar het op staat. In zijn eigen biografie „Waar is de rest van mij gebleven?” schildert Reagan daarentegen een veel rossiger jeugd, een soort Tom Sawyers-bestaan, met veel „idylle” erin. Andere waarden zijn in het De kaarsrechte, grijsharige, gebrilde Anderson, een kruidenierszoon uit Rockford in de staat Illinois, is in de woorden van de Democratische voorman in de Senaat, Robert Byrd, „vermoedelijk de meest capabele van de kandidaten, maar hij heeft geen kans om te winnen”. Zodoende stemt Byrd voor Carter, want de beweging in de Amerikaanse politiek die aanvankelijk heette ABC („alles beter dan Cartef), is omgeslagen tot „in ieder geval geen Reagan”. Reagan, in een gesprek met journalisten: „De grootste bedreiging van ons land is, geloof ik, ons onvermogen om nieuwe gebeurtenissen en opkomende crises te controleren. We hebben daarop geen invloed, omdat we al jaren zijn gedwongen toe te zien bij het verval van onze defensie”. Hij ontdeed het Witte Huis van veel pompeusheid, maar staatsiediners in donkerblauwe pakken vielen niet goed bij de dames en heren die in Washington aan de buitenkant van de zogenaamde ’inner circle’ al representerend de toon aangeven. Het traditionele muzikale welkom ’hail to the chief werd bij officiële gelegenheden afgeschaft. Niet tot ieders tevredenheid, maar Carter en zijn kring van raadgevers uit Georgia, de ’overvallers’ zoals zij aanvankelijk werden genoemd, vestigden de indruk van een regering die met de mouwen opgestroopt aan het werk ging. Het is nu 1980. ’Hail to the chief wordt weer gespeeld omdat het politiek opportuun is voor een president van omstreden allure. Carter is geen leider gebleken van toereikende allure, maar ontegenzeglijk een man met visie. De visie van de directeur van een schoonmaakorganisatie met de ambitie de overgeleverde vuilnis zo snel mogelijk te vernietigen. Een onbegonnen werk voorwaar, zelfs gegeven het marginale succes van de teruggave van het Panama-kanaal, de Camp David-akkoorden, de signering aanzien des persoons, maar ook zonder enige ambitie voor andere opvattingen plaats in te ruimen. Hij kwam terecht bij het ministerie van Buitenlandse Zaken als diplomaat, maar vond het feit dat hij de besluiten zelf niet kon beïnvloeden onverdraaglijk. Hij ontmoette zijn vrouw Keke (spreek uit: Kiki), een onvervaarde strijdster van Griekse komaf, en hij kwam in het Huis van Afgevaardigden, vooral dank zij de Toch is John B. Anderson een ’wedergeboren christen’ en hij is dat reeds vanaf negenjarige leeftijd. Een van zijn favoriete kinderspelletjes was ’dominee spelen’. En dan preekte hij inderdaad tot zijn zusje en zijn broertje, respectievelijk koster en organist. Toen reeds leidde de kleine Anderson een georganiseerd leven en zijn dagboeken verraden dat de meeste van zijn dagen ’fijne dagen’ waren. Hij was als student al een zorgvuldig boekhouder en leerling. Elk flesje cola werd verantwoord op papier, en meisjes kwamen nauwelijks in zijn bestaan voor. Carter heeft de vergeetachtigheid van de burgerij mee, maar het blijft een onmiskenbaar feit dat hij van zijn kabinetsleden eerst eiste dat zij zich voor vier jaar zouden verbinden en vervolgens een aantal hunner met harde Carter heeft de wind niet mee gehad. Zijn beloften van 1976 vervaagden tegenover de feiten van hogere olieprijzen en inflatie, stijgende werkloosheid in een reeks van industrieën. van een SALT 2-verdrag met de Russen en een reeks van aanwijzingen dat de VS bezig zijn hun defensie met tersluiks medeweten van NAVO-partners aanmerkelijk te versterken. veronderstelde communistische sympathieën op zwarte lijsten terechtkwamen. Reagan was tegen de zwarte lijsten en de heksenjacht, maar ook tegen de commnunisten. Hij had echter zijn grote tijd gehad. Reagan werd steeds conservatiever en mensen die hem uit die tijd kennen, weten dat daaraan de invloed van zijn Hij probeerde zelf een wat vriendelijker ogende bril dan het strenge donkere montuur waarmee hij begon. Dat hielp niets. En hij greep weer naar de vertrouwde donkere randen, die hem iets strengs en belerends geven. Nog steeds, zegt Anderson, heeft hij kansen. Maar Anderson ontgroeide het volk dat hem had gekozen. Hij had steeds minder gemeeen met de burgers van Rockford en hun betrekkelijk benauwde kijk op ’s werelds zaken. Anderson besloot zich niet herkiesbaar te stellen en besloot president te worden. Hij had niets meer te verhezen en hij kan niets winnen, althans niet in 1980. Het is zijn grootste uitdaging tot nu toe, zegt hij. hand verwijderde. Het is ook waar dat Carter in crisissituaties of althans omstandigheden die hij als zodanig wenst te betitelen uitgangspunten inneemt, die niet overeenstemmen met de Amerikaanse macht om gebeurtenissen naar zijn hand te zetten. James Earl Carter streeft met grote hardnekkigheid een doel na. Die hardnekkigheid maakt hem in de ogen Carter is, evenals Reagan, een van die mensen die overtuigd zijn van hun roeping. Hij meent in volle ernst dat de VS met zijn 250 miljoen inwoners zichzelf een dienst bewijzen door hem als president te kiezen. In Carters geval ligt het nog het meest voor de hand dat zijn zuidelijk protestantisme hem in staat stelt te redeneren dat hij een hem ’van hogerhand opgelegde plicht’ aan het vervullen is. Helaas heeft Jimmy Carter moeten ontdekken dat zijn missionaire uitgangspunten niet genoeg zijn in een wereld van andersdenkenden die ook macht hebben. Maar hij heeft mee dat het Amerikaanse volk in moeilijke tijden niet zonder meer van leidsman durft te veranderen. In het Witte Huis is de pindak weker uit Plains een eenzaam man geworden met ernstig aangetaste geloofwaardigheid, en Amerika twijfelt, zoals men twijfelt aan de kracht van de man met de opgevulde schouders in zijn colbert. Mogelijk is Jimmy Carter het morele equivalent van een president. Mogelijk ook ontkomt geen president aan de ongelukkige omstandigheden, die in ’De nieuwe kleren van de keizer’ zo doeltreffend zijn geschetst. broer, van zijn nieuwe echtgenote Nancy (actrice van het tweede plan) en nieuwe vrienden uit het rijke zakenleven ten grondslag lag. Het was de tijd van de „perfecte speeches”van de tip-top voorbereide teksten, waarmee nooit iets fout ging, zolang hij maar bij de tekst bleef. Hij trok de aandacht van de republikeinen. Geen wonder: hij verklaarde in 1951 tijdens redevoeringen dat verscheidene gekozen congresleden als communist bekendstaan. Hij paste (anno 1964) dan ook uitstekend in een plan om de falende presidentskandidatuur van Barry Goldwater, de aarstconservatief, te steunen. Reagan hield de televisiespeech zijn opmars naar hogere openbare ambten was definitef begonnen. van velen niet alleen tot een politieke tegenstander van formaat, maar ook kleingeestig, haatdragend en wantrouwend. Met het kerkboek onveranderlijk onder de arm geklemd, heeft Jimmy Carter zich in het Witte Huis doen kennen als een man wiens beginselen niet waterdicht sluiten op zijn daden. Hij heeft moeite met het maken van de ene voor de hand liggende keus voor een president: het landsbelang staat altijd voorop. Zodoende kon zich de affaire- Lance voortslepen, met de directeur van zijn begroting in de rol van bankfraudeur, zij het dat de man vrijwel is vrijgesproken en daar was de zaak- Billy, waarin de broeder van de president, plotseling een rol speelde als internationaal bemiddelaar. Tegen flinke betaling. Gouverneur van Californië, geen slechte, maar ook geen goede. Presidentskandidaat. Hij zou, zegt men, een president zijn die van negen tot vijf werkt. Hij is geen doctrinaire conservatief, een handige gladde prater die de mensen geeft waar zij om vragen. En die zich daarbij soms vergaand en onelegant verspreekt in het vuur van zijn betoog. Reagan is geen intellectueel, lijkt niet zo’n heldere kijk op alle ingewikkelde buitenlandse problemen te hebben. Maar hij praat over een „coalitie van medewerkers”. Reagan: een wereldleider, een ornamenteel man, die de rol van staatshoofd zal gaan vertolken, maar de scholing mist om goede van kwade opties te onderscheiden, een opportunist, een pragmaticus? een kameleon? In elk geval een man die altijd wel iets nieuws heeft willen aanpakken. Een citaat uit de Washington Post: „Ik heb als acteur nooit zoveel fanmail gehad”.De oude acteur, de „performer” die het altijd heerlijk had gevonden om voor publiek te spelen, heeft een nieuw toneel gevonden. geding bij de bepaling van welstand dan geld alleen. Een klassieke uitspraak, die in vele andere biografieën van andere mensen valt terug te vinden „we waren arm, maar dachten niet aan ons zelf als arm”. De Reagan-van-vandaag heeft nog steeds een flink stuk van het verleden als bagage. Volgens zijn voormalige campagneleider John Sears, ontslagen nadat Reagan in Ohio tijdens de voorverkiezingen verrassend verloor van George Bush, is Reagan „in de grond nog steeds een jongen uit een kleine stad in Ohio, zij het dat zijn opvattingen omtrent succes werden gevormd in Californië”. Na zijn middelbare opleiding en enkele baantjes bij de radio, kreeg Reagan in 1937 zijn eerste filmcontract, bij Warner Brothers, dat dringend verlegen zat om een acteur die concurrentie kon zijn voor James Stewart van MGM. Daarna was hij dertien jaar een ster. Niet van de eerste grootte, nooit in het geding als er over de toekenning van Oscars moest worden gesproken, nooit een geweldig kasssucces, maar toch dank zij vijftig rolprenten een bekend Amerikaan. Met de jaren ’40 verstreek Reagans Hollywood-glorie. Hij had zich in het vakbondswczen gestort en was voorzitter van de acteursbond toen acteurs en actrices vanwege Hij volhardt dat de Amerikaanse kiezer in de eenzaamheid van het stemhok op hem zal stemmen als de keuze tussen Reagan en Carter onmogelijk blijkt. Volgens vele anderen blijven die kiezers dan gewoon thuis. dig ok en m at ht pte ,e i et ran >eg ;e Zelfs Carters imago als ’een fatsoenlijk man’ is in deze verkiezingscampagne van 1980 aangevreten: door Reagan in het nauw gebracht, wegzakkend in de opiniepeilingen (die meer opinie maken dan registreren in de VS), greep Carter naar grove wapens. Het is nauwelijks een troost dat Reagan op zijn beurt nu plotseling het lot van de gegijzelden in Teheran toch in de verkiezingsdebatten heeft betrokken. En het is meer dan duidelijk dat de VS in Reagan en Carter twee kandidaten voor het Witte Huis hebben geproduceerd waarmee een meerderheid van kiezers liever niets te maken wil hebben. Die kiezer heeft dat slechts zichzelf te verwijten. FORD NIXON Taipei via een particulier bureau) gestal te te geven. In zijn omgeving was men ook weinig gelukkig met Reagans onbe suisdheid, maar de schade bleef beperkt en het effect op de kiezers was in elk geval niet duidelijk negatief. Twee weken geleden presenteerde Re agan een omvattend programma voor zijn buitenlandse politiek. Hij beloofde een „duidelijke positie” in de Oost-West- betrekkingen. De contacten met de Sov- jet-Unie moeten „principieel verankerd en consequent” zijn en „confrontatie noch conflict” zoeken. Verder is hij voorstander van een snelle ontwikkeling van de betrekkingen tussen de Ver enigde Staten en de Chinese Volksrepu bliek. Hij had het niet meer over wijzi ging in de betrekkingen met Taiwan. gans partijgenoot Ford. In 1979 onderte kenden Carter en Brezjnjev het betref fende document, maar de parlementaire behandeling werd op verzoek van het Witte Huis uitgesteld als reactie op de Sovjet-inmenging in Afghanistan. In plaats van de behandeling van Salt- II voort te zetten wil Reagan direct overgaan tot onderhandelingen over Salt III, welk verdrag de feitelijke beper king tot doel heeft van het aantal kern wapens over en weer. Salt-II stelt slechts bovengrenzen aan het aantal van be paalde kernwapens. In zijn hoedanig heid van minister van Defensie reageer de Harold Brown ontdaan: „Het is voor mij onvoorstelbaar dat het (Salt-II) van de tafel verdwijnt zonder dat het Ameri kaanse volk een zorgvuldig geformu leerd alternatief wordt aangeboden. Aan deze voorwaarde is niet voldaan”, aldus de bewindsman, die er dreigend aan toe voegde dat de VS bij annulering van Salt-II de komende tien jaar mogelijk 200 miljard gulden moeten uitgeven om gelijke tred te houden met de opbouw van wapens in de Sovjet-Unie. Op het gebied van de economie leek Reagan zijn opponent in het nauw te kunnen brengen. Onder Carters bewind immers is de inflatie tot een hoog niveau gestegen, werd de belasting steeds ho ger, bereikte de rentestand een record hoogte en steeg het aantal werklozen tot acht miljoen. Reagan legde een direct verband tussen de economische proble men en wat hij noemde een gebrek aan leiderschap, aan visie van de president. Om het bedrijfsleven de mogelijkheid te geven tot nieuwe investeringen is hij voornemens, gedurende drie jaar de be lasting met 10 procent per jaar te verla gen. Carter meent dat dit plan leidt tot een enorme inflatie en tot de aanmaak van miljoenen dollars. Hij heeft laten becijferen dat het tekort van de overheid erdoor groeit tot 280 miljoen gulden in 1983. De president, die ook ernst wil maken met de bestrijding van de geld ontwaarding, heeft zelf bezwaar ge maakt tegen de economische paragraaf van het verkiezingsprogramma van zijn Democratische Partij. Die verlangt, op instigatie van Edward Kennedy en diens medestanders, dat de overheid een vast bedrag besteedt aan het scheppen van nieuwe werkgelegenheid, terwijl Carter vindt dat de president meer vrijheid moet hebben om naar bevind van zaken te handelen. Carter heeft met kracht onder de aan dacht van zijn onderdanen gebracht dat de afhankelijkheid van buitenlandse olie verkleind moet worden, maar dat de huidige regering daar al een stoer begin mee heeft gemaakt. Dit jaar voeren de Verenigde Staten 1,5 miljoen vaten olie per dag minder in dan in 1979 een vermindering van ongeveer 20 procent. Nog nooit lag de produktie van Ameri kaanse kolen zp hoog als op dit moment. Door research moeten de VS op den duur in hun eigen energiebehoeften kun nen voorzien. Het graanembargo, dat de VS na de invasie van Sovjet-troepen in Afghanis tan afkondigden tegen de Sovjet-Unie, is naar het oordeel van Reagan niet effec tief gebleken en zou de Amerikaanse boeren schade berokkenen. President Carter wil daar .niets van weten. Niet alleen overtreft de Amerikaanse graan- uitvoer dit jaar met 25 procent die in 1979, ook schroomde hij niet erop te wijzen dat een van de oorzaken van de nog aanhoudende politieke onrust in Po len de schaarste van voedsel is en dat ook de Sovjet-Unie zelf krap in haar levensmiddelen zit. Op het terrein van de defensie lopen de opvattingen van de democratische en de republikeinse kandidaat sterk uiteen. Carter heeft er op gewezen dat het mili taire vermogen van het land onder zijn (republikeinse) voorgangers Nixon en Ford jaren verwaarloosd is, maar dat hij het vergroot heeft. Hij zei een debat over de toestand van de nationale verdedi ging niet uit de weg te willen gaan, maar wees tegelijk op het risico van de voor stelling van zaken als zou Amerika zwak zijn. Niet alleen maakt die de bondgeno ten onnodig ongerust, maar ook geeft ze de valse hoop aan de tegenstanders, dat die het bij een krachtmeting van Ameri ka zouden winnen. Reagans opmerking dat Carters zwak ke en inconsistente politiek de VS naar een oorlog dreigen te leiden die de Ame rikanen niet willen, kwam éan bij de bewoner van het Witte Huis. Hij liet inderhaast zijn minister van Defensie, Harold Brown, verklaren dat het Ameri kaanse leger de strijd aankan. Sinds 1964 was het niet meer voorgekomen dat een president (toen Lyndon Johnson) zijn minister van Defensie (Robert McNamara) het optreden in het kader van zijn (herjverkiezingscampagne. Af en toe heeft Reagan de indruk gegeven dat hij als president actiever met militaire middelen of zelfs soldaten buiten het grondgebied van de VS zou opereren. Al heeft hij nooit met zoveel woorden gezegd voor een gewapende interventie te zijn in de oorlog die al een maand woedt tussen Iran en Irak, de republikein noemde de Amerikaanse neutraliteit in dit conflict het gevolg van de militaire zwakheid van de VS. Carter repliceerde met te zeggen dat het juist een teken van kracht is als een land in staat is zijn belangen met vreedzame middelen te beschermen. Overigens heeft Carter een aanzienlijke marine- macht gestationeerd in het westelijk deel van de Indische Oceaan, nadat hij eerder dit jaar de Perzische Golf had gekwalificeerd als „van levensbelang voor de VS”. Op het punt van de militair/diploma- tieke verhouding tot de Sovjet-Unie is het opmerkelijk dat Reagan het Salt-II- akkoord wil annuleren. Over de tot standkoming van het tweede verdrag over de beperking van strategische be wapening is immers jarenlang met Mos kou onderhandeld, ook al onder Rea- President Carter bestempelde Rea gans voorstellen met betrekking tot Salt III als „naïef’. Naar zijn mening zijn ze een geschikt middel om de ontwapenings- politiek-van-jaren „een vernietigende en misschien dodelijke slag” toe te brengen. Cynisch verklaarde Reagan dat er on der de zwakke buitenlandse politiek van Carter een groter risico van een kern oorlog is dan onder zijn plan om de militaire kracht van Amerika op te bou wen alvorens aan wapenbeheersing te beginnen. Anderson niet bij het debat tussen Reagan en Carter wordt betrokken. Want dan zou althans blijken dat de Verenigde Staten wel wat meer hebben te bieden dan mannen die hun opvatting conformeren aan zoveel belangengroepen, dat zij uiteindelijk als president niet meer zijn dan acteurs in een poppenspel, waarbij anderen aan de touwtjes trekken. Anderson wenst te spreken voor de gematigde vleugel van de Republikeinse partij, maar die partij gaf hem daartoe niet de ruimte. John Anderson is zodoende met opgeheven hoofd op weg naar de eeuwige jachtvelden van de Amerikaanse politiek. Zijn politieke carrière begon toen hij in april 1956 tot openbaar aanklager van Winnebago County werd gekozen. Hij klaagt nog steeds aan, maar het oordeel van de jury lijkt anno 1980 reeds geveld. Hij wil verder het geschokte vertrou wen van de bondgenoten en de Derde Wereld in de VS herstellen. Bestrijding van het internationale terrorisme krijgt bij Reagan extra-aandacht. In dit ver band noemde hij de Palestijnse Bevrij dingsorganisatie (PLO) een groep, waar- van de activiteiten op terreurdaden ge baseerd zijn. Daarnaast kunnen de bui tenlandse Amerikaanse zenders Voice of America, Radio Free Europe en Radio Liberty op uitbreiding rekenen als de republikeinen het Witte Huis veroveren. Als kandidaat voor het Witte Huis be loofde Jimmy Carter in 1976 dat hij 12 tot 14 miljard gulden per jaar zou bezui nigen op defensie. Nu gaat hij er prat op de militaire uitgaven in de laatste drie jaar met 10 procent te hebben verhoogd, j het effect van de inflatie inbegrepen. In een tweede termijn wil Carter de1 behandeling van Salt-II binnen een half jaar na de inauguratie (op 20 januari 1981) op de agenda van het Congres zetten. De democratische kandidaat probeert zijn landgenoten duidelijk te maken dat Ronald Reagan een „veiligheidsrisico” vormt. Met een verwijzing naar diens voormalige creatie als filmacteur zegt de campagnestaf van Carter dat de republi keinse kandidaat „eerst schiet en dan praat”.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 17