FILM BOEKEN ZATERDAGS BüVOEGSEL Dierenboeken met mooie illustraties Kiekjes uit een andere tijd O N Bewogen foto’s van Lizzy Sara May o f rv door John Oomkes John Belushi (klein, corpulent, maar verrassend lenig) en Dan Aykroyd (lang, gebekt en opvallend lakoniek) behoren tot de populairste Amerikaanse komieken; eigentijdse tegenhangers van Oliver Hardy en Stan Laurel, zo u wilt. Belushi en Aykroyd zijn vooral bekend geworden door hun wekelijkse, coast-to-coast uitgezonden tv-show Saturday Night Live. Een muzikale hobby groeide uit tot meer dan een goeie grap: onder de benaming The Blues Brothers werden Belushi en Aykroyd topattracties op het concertpodium. Uiteraard reageerde de filmindustrie adequaat: binnenkort beleven The Blues Brothers hun Nederlandse première. Wie ooit wil leren begrijpen waarom de hamburger, hotdog 'en coke zo typerend zijn voor het dagelijks leven in de Verenigde Staten, zal begrip op dienen te brengen voor de bijna doorzichtige schijnrealiteit, die in de ogen van ons Hollanders daar in de plaats van de realiteit is getreden zonder dat iemand zich er druk om schijnt te maken. Waarom vertoont president Carter de kenmerken van een heus wassen beeld? Waarom heeft de in de prehistorie levende Fred Flintstone de beschikking over alle mogelijke luxe? Begrip Kippegaas Haveloos Aureool 0 i at ’M. F L l The Blues Brothers meer dan een grap J Illustratie uit „Het grote vogelboek fraaie uitgave. Twee boeken van Nederlandse makelij The Blues Brothers zijn thans zo’n beetje synoniem voor John Belushi en Dan Aykroyd, twee weergaloos nonchalant werkende komieken, die met persiflages, sketches en pastiches die de gedaante van werkelijkheid aannamen hun wekelijkse, van coast to coast uitgezonden tv-show op NBC een al jaren bestaande killer maakten. Saturday Night Live is een begrip in de VS. Hier kennen we het duo nauwelijks. Alleen diegenen die de krankzinnige film van regisseur Stephen Spielberg hebben gekeken, zullen zich een idiote, schietgrage tankkapitein en een de dood tartend gedrocht van een gevechtsvlieger weten te herinneren, die van de historische opschudding in Californië rond een waargenomen Japanse onderzeeër een nog grotere heibel wisten te maken. Het is geen hoogdravende film en 1941 werd hier dan ook door de critici in eendrachtige samenwerking gekraakt Maar wie Belushi eenrriaal gezien heeft is verrukt van deze op een serieuze Piet Bambergen gelijkende verschijning, die zijn eeuwige stompje sigaar in momenten van Elwood (Dan) en Jake Blues (John) in de countrybar tijdens het eerste optreden van de herformeerde Blues Brothers Band. Het kippegaas vangt de uit ongenoegen geworpen bierfles jes op. De stroom boeken over dieren is niet te stuiten. Ook dit najaar verschenen er weer nu en dan indrukwekkende werken over vier- en multivoeters. In teressant is dat er verscheidene puur Nederlandse uitgaven zijn. Meestal im mers zijn dit soort boeken grote interna tionale co-producties. niet uitsluitend grappig, want het gebeurde live. De film The Blues Brothers is in elk opzicht het resultaat van een (uit de hand gelopen) grap. De band betrekt zijn instrumenten bijvoorbeeld bij een blinde muziekhandelaar, die sprekend lijkt op Ray Charles. The Genius blijkt blindelings winkeldiefstallen te kunnen voorkomen; kortom, grappen die je alleen in een Amerikaanse film kunt verwachten, die in alles flirt met de werkelijkheid en die keer op keer angstig komisch benadert. De mooiste scènes zijn die welke geschoten zijn in een countryclub, waarheen Jake en Elwood Blues hun geherformeerde band dirigeren. Pas bij het inzetten van het eerste bluesschema ervaren zij waarom de eigenaar voor het podium een scherm van kippegaas heeft laten aanbrengen. Als de livemuziek de bezoekers niet bevalt, vliegen de bierflesjes richting podium en spatten uiteen. Wie wil zien hoe The Blues Brothers zich hieruit door middel van een maffe versie van Rawhide redden en zich verder door alle achtervolgingen heenslaan, vervoege zich vanaf 13 november bij de juiste bioscoop. Lizzy Sara May: Bewogen foto’s. Amsterdam, 1980. uitgeverij: De Bezige Bij. prijs: ƒ24,50. Dunn op bas, Steve Jordan op drums, Paul Shaffer op keyboards. De blazerssectie zit eveneens dankzij grote namen fantastisch in elkaar: Lou Marini op alt, Alan Rubin trompet, Tom Scott op tenor. Evenals in de film heeft de Blues Brothers Band werkelijk live gespeeld. Een complete tournee werd door de VS gedaan, waarbij het clubcircuit vanwege de enorme belangstelling kon worden overgeslagen en de werkelijkheid nog verder kon worden benaderd, door een puik album uit te brengen, vol met oude blues en soulklassers, die door Steve Cropper opnieuw gearrangeerd waren en klonken als nooit tevoren. De verklaring ligt in het beeld dat de Amerikanen in de loop van enkele tientallen jaren van zichzelf hebben opgebouwd. In een land waar een stenen huis van honderd jaar geleden een belangrijk historisch monument vertegenwoordigt, ontbreken historie, tradities en een evenwichtig opgebouwde cultuur. Die moesten zelf gefabriceerd worden. Begrijpelijkerwijs is dan de authenticiteit voor ons Europeanen op een bijna pijnlijke wijze afwezig. De Amerikaan heeft er geen last van. Voor hem is de nabootsing, de pastiche vaak de enige werkelijkheid. Film en tv zijn in de VS misschien wel de grootste fabrikanten van kant-en-klare-pastiche, die soms zo bedriegelijk echt kan ogen, dat die een werkelijkheid op zich wordt. Neem Soap, de persiflage op de vele soapopera’s, die de Amerikaanse networks jaar in jaar uit afscheiden. Peyton Place is misschien wel de meest fameuze soapopera, een eeuwig durende vervolgserie waarin de ontwikkelingen elkaar maar blijven aflossen met een verslavende verveling. Soap is feitelijk te serieus om een persiflage te kunnen zijn. Om des clichés van een bepaalde stereotypie in een tv-serie te doorbreken, hanteert Soap eigenlijk precies dezelfde vastliggende rollenpatronen. En wordt een verslavend succes, waarvan elke omroep het zich kan veroorloven hem uit te zenden, omdat de kijker niet werkelijk gekwetst wordt. Wie identificeert zich nou met de domme Jessica, die vraagt naar historische voorbeelden van homofilie en bij het horen van de naam Plato zich afvraagt waarom het haar niet eerder is opgevallen dat de hond van Mickey Mouse vreemde neigingen had? Omdat werkelijkheid en pastiche elkaar in Amerika voortdurend overlappen kun je misschien wel meer genieten van typisch Amerikaanse produkties dan de Het laatste verhaal uit de bundel Bewo gen foto’s van Lizzy Sara May heet Boboc en de zijnen. Het bevat een fragment van een wilde avonturenroman, geschreven door een vriend van de verteller. Om die roman geloofwaardiger te maken, heeft hij er zelfgenomen foto’s bijgevoegd. Een kennis die hem opzoekt, constateert dat het boek niet klopt met de werkelijkheid. „Zijn huis is van piepschuim en de zee klotst er alleeen in zijn maag, zei ze verontwaardigd. Precies, zei ik (de ver teller, w.v.) Als je na de laatste regel de bladzijde omslaat, staat er onder een stippellijn: „Mijn huis is van piepschuim en de zee klotst er alleen in mijn maag.” Duidelijk zal zijn dat de verteller zich hier identificeert met de schrijver van de wilde avonturenroman. Nadrukkelijk wenst hij mee te delen dat ook zijn werke lijkheid fictief is. Ook op andere manieren probeert Lizzy Sary May het fictieve ka rakter van haaar jongste bundel te bena drukken. Zo noemt zij haar veertien schetsen verhalen en bovendien door breekt zij het mogelijk autobiografische kader van sommige verhalen door er veel minder anecdotische tussen te plaatsen. Wellicht is het zo dat de schrijfster na haar hoogst persoonlijke publicaties (Va der en dochter, 1977, De blauwe plek, 1979) een stapje terug heeft willen doen Gelukkig voor Qns is zij daar niet hele maal in geslaagd want haar beste verha len voeren je onmiddellijk terug naar de zelfde joodse mensen, naar dezelfde situa ties. Wat veranderd is, is de optiek van de schrijfster. Alle verhalen worden nu ach teraf verteld, na de oorlog. Vele personen zijn derhalve dood of verdwenen. En zij die het er levend hebben afgebracht zien „Dieren in en om het huis”, uitg. Zomer en Keuning 54,50. 'rote vogelboek in kleur”, uitg. Holland, 39,50. „Zeldzame huisdierenrassen”, uitg. Thieme, prijs 49,50. „Het schaap in Nederland”, uitg. Thieme, prijs 4130. „Dier en milieu, Leven en overleven”, uitg. KIM, prijs 39,50. „De oorsprong der soorten”, uitg. Zomer en Keuning, prijs 49,90. Elwood Blues (links) in overleg met een muziekhandelaar die door Ray Charles gespeeld wordt. toen hij Cropper benaderde om lid te worden van de Blues Brothers Band echter van niets: „O.K., Cropper, je zit in de band, maar je speelt alleen slag, begrepen?”, blufte hij. Cropper: „Ik hou alleen maar van ritmegitaar”. Waarop Belushi alias Jake bekwaam toesloeg: „Oh, You’re hard to work with, aren’t ya?” In de film wordt op een vernaggelende manier uit de doeken gedaan hoe de Blues Brothers Band na de gevangenisstraf die Jake Blues drie jaar lang lijdzaam heeft ondergaan weer bij elkaar wordt geplukt. Terwijl de Bluesbroertjes op de hielen worden gezeten door de politie worden de groepsleden opgespoord. Matt „Guitar” Murphy wordt uit de Soul Food Snackbar gehaald, die hij inmiddels had opgezet in een haveloze volksbuurt. Prachtig zijn die scenes voor wie zijn ogen en zijn oren gebruikt. Op de stpep speelt een grauw elektrisch bluesbandje, waarin de kenner John Lee Hooker herkent. De begeleiding is historisch verantwoord in orde: „Pinetop” Perkins, Willie „Big Eyes” Smith, Luther Johnson en Calvin „Fuzz” Jones. Murphy wordt door zijn vrouw uit alle macht bepraat. De schitterende gospel, die zij stante pede uit de sloffen loopt binnen het smoezelige interieur van de snackbar, heeft stijl en laat zich herkennen als een stukje vakvrouwschap van Aretha Franklin, zo mogelijk de grootste levende soulzangeres in Amerika. Op dat moment hebben we een ontmoeting met James Brown als prediker van het woord Gods al achter de rug. De band komt uiteraard tot stand. Murphy en Cropper op gitaar, Duck zich geplaatst in een absurde wereld. Al leen foto’s zijn er vaak nog: kiekjes uit een andere tijd waarin ook die anderen nog aanwezig waren. Lizzy Sara May ver telt de geschiedenissen die aan die foto’s verbonden zijn. Veelal alledaagse dingen die hun bewogen, hun emotionele lading ontlenen aan het onherroepelijke feit dat zij door de oorlog afgekapt zijn en daar door veel van hun oorspronkelijke zin verloren hebben. De foto’s zijn echter ook op ’n andere, meer technische wijze bewogen. Het zijn onscherpe beelden, vage voorstellingen die door de hoofdpersonen, veelal een vrouw van ongeveer zestig jaar (Eva of Emma) weer tot leven worden gewekt en van tekst en uitleg worden voorzien. Zij speelt de rol van een emotionele buiten- staandster voor wie distantie noodzake lijk is om zelf verder te kunnen leven. In de verhalen Frieda, Kafka en Lipschitz slaagt zij daar echter nauwelijks in; daar prikt zij haar toch wat krampachtige af standelijkheid door. Het resultaat is dan wel een indringender verhaal. In de andere verhalen heeft de distantie tot gevolg dat je als lezer foto’s bekijkt die door een ander genomen zijn en waarop je mensen ziet die je niet kent. Dat hun geschiedenissen door de censuur van de oorlog bruut beëndigd worden is iets dat dan wel even ontroert maar toch geen blijvende indruk achterlaat. Daarvoor zijn die foto’s naar mijn mening te frag mentarisch en te zeer kopieën' van andere. WIM VOGEL Van toen af kregen de performersactiviteiten van het komische duo steeds minder het aureool van een goede graf?-. Eind 1978 was de oorspronkelijke pastiche tenminste al uitgelopen tot een brokje realiteit, waar geen mens meer,om heen kon. The Blues Brothers waren een feit; Belushi en Aykroyd waren zo zeer in de huid van een stel oude bluesknakkers gekropen, dat de twee komieken met dodelijke ernst hun voorliefde voor de klassieke songs uit de Amerikaanse blues- en soultraditie met evangelische ijver verkondigden in een tijdperk waarin de disco weliswaar op zijn laatste, maar nog altijd krachtige benen danste. Het succes voor Belushi en Aykroyd nam zulke vormen aan, dat er alleen nog van een verduiveld goede grap,gesproken kon worden. Of het nou Soul Man van Sam Dave was, Hey Bartender of I can’t turn You loose, de versies die de Blues Brothers en hun band op de planken wisten te zetten haalden de muziekpers ondanks het feit, dat iedereen wist dat Belushi en Aykroyd achter de identiteit van de gebroeders Jake en Elwood Blues schuilgingen. In de band van het duo stond de muzikale ervaring dan ook drie rijen dik. Belushi vertelde het blad Rolling Stone dat Dan en hij de namen van Steve „The Colonel” Cropper en „Duck” Dunn kregen aanbevolen, namen van oude Stax Volt- veteranen. Cropper en Dunn speelden nog bij Otis Redding en hun namen hebben een bijna legendarische faam, omdat ze op songs als Knock on Wood en Soul Man meespeelden. Een brokje levende, échte Amerikaanse historie. Jake Blues wist in zijn zenuwen makers in al hun overwegingen voor mogelijk hielden. The Blues Brothers is een raak voorbeeld van met vakmanschap gemaakte pastiche, een lach-of-ik-schiet-film van net in voldoende mate aanwezige schijnheiligheid om ongemeen te kunnen boeien. schrik een hele salto binnensmonds kan laten maken. The Blues Brothers is een lach-, smijt- en schietfilm met ogenschijnlijk weinig meer om het lijf dan achtervolgingen waarbij zo’n dikke 140 Amerikaanse auto’s in de poeier worden gereden. Per definitie is zoiets een B-film; alleen in dit geval van een historische pastiche, die de gedaante van een eigen werkelijkheid aanneemt, verdient de'film wel alle aandacht. Belushi en Aykroyd hebben min of meer hun eigen jeugddroom laten verfilmen, waarvan de verwerkelijking in de praktijk gegroeid is. In 1975 trad het duo in het eigen Saturday Night Live-programma voor het eerst in een toch niet helemaal als ridicuul te betitelen scene op. Gehuld in bijenkostuumpjes zongen John en Dan de aloude blues-kraker I’m a King Bee. Leuk natuurlijk, maar van dierenboeken (o.a. Dieren beminnen en haten elkaar). Hij publiceert veel in vakbladen. Een aantal van die publikaties van de Duitse schrijver werd bijeenge bracht in „Dier en Milieu Leven en overleven”. Dröscher heeft een aantrek- kelijke stijl van vertellen. Tenslotte in deze serie besprekingen ko men we tot „De oorsprong der soorten”, The Origin of Species, van Charles Dar win. Het befaamde credo van de man, die revolutionair werk deed, verguisd maar ook verheerlijkt werd. Nog steeds trou wens (denk maar aan de activiteiten van de EO, wat het verguizen betreft). Darwin beschrijft zoals bekend in dit boek zijn reis met de Beagle langs de Zuidameri- kaanse kusten en zijn bezoek aan de Gala- pagos-eilanden. Een reis, die een wereld schokkende betekenis zou krijgen door het ontstaan van de evolutieleer. De nieuwste Nederlandse uitgave van De oor sprong der soorten (een verkorte editie van de zesde druk van het oorspronkelij ke werk) is ingeleid en bewerkt door Ri chard E. Leakey, die als auteur „Oor sprong en ontwikkeling van de mens” op zijn naam heeft staan. Leakey heeft de theorieën van Darwin aan de huidige we tenschappelijke kennis getest. Vooral daardoor krijgt deze uitgave een extra waarde mee. Er wordt bijv, ook ingegaan op de onderzoekingen van de laatste tijd, zoals het ontdekken van het DNA. De evolutietheorie blijft nog vragen oproe pen, maar wel is duidelijk, dat Darwin het eigen tuin of in het natuurlijke landschap Bij die werkzaamheden verzamelde in veel zaken bij het rechte eind had. Waar in de omgeving tegen kunt komen. Een men zoveel gegevens, dat men het nuttig dat niet het geval is plaatst Leakey ook - - - achtte om jn samenwerking met uitgeverij zijn opmerkingen over de stand van zaken Thieme een boek samen te stellen met de bij het huidige moderne onderzoek, belangrijkste zeldzame rassen (van runde- HANS ROMBOUTS ren, schapen, geiten, paarden, varkens, honden, katten, hoenders, duiven en een- den). Onder redactie van mevrouw A. Clason werkten deskundigen samen. De- zelfde mevrouw Clason had ook de eind- ”ryes redactie van „Het schaap in Nederland”, een bijzonder uitvoerig boek over alles wat maar met schapen in ons land te maken heeft. Niet alleen lezenswaardig voor schapenhouders. Vitus Dröscher is een bekend auteur Om met zo’n geheel Nederlands boek te beginnen: Ton de Joode en prod. dr. An thonie Stolk zorgden voor de tekst en Kees de Kiefte voor de illustraties van „Dieren in en om het huis Buur na tuur”. De titel is duidelijk: het gaat hier om dieren en diertjes die al dan niet in het wild in en rond het huis te vinden zijn. De Joode en Stolk hebben de tekst luchtig en gemakkelijk leesbaar gehouden. Ze gaan bij elk dier in op boeiende bijzonderhe den, zodat je gauw geneigd bent om dat zelf voor zo ver mogelijk ook eens te gaan bekijken in de natuur of in de huis kamer. Of dat nu gaat om een paard of een hooiwagen, een zwaan of een pisse bed. De illustraties fraaie aquarellen van Kees de Kiefte geven aan het royaal uitgevoerde boekwerk (31 bij 21 cm pagi nagrootte) een aparte sfeer. Een opvallende uitgave is ook „Het gro te vogelboek”, samengesteld door J. Felix (tekst), K. Hisek (tekeningen) en Jaap Taapken (vertaling, uit het Tsjechisch). Een boek van allure, met name door de fraaie kleurtekeningen, die een bron van genoegen zijn. In een 45-tal pagina’s wordt eerst het algemene aspect van het vogelle ven met al zijn wonderlijke zaken als vogeltrek, baltsen - uiteengezet. Vervol gens krijgt elke vogel zijn eigen pagina (21x30) toegemeten. Daar vindt men zijn leefwijze, zijn roep, zijn afmetingen, zijn zijn „Zeldzame huisdierrassen” en „Het vleugelspanwijdte, zijn ei (in grootte en schaap in Nederland”. Enige tijd geleden kleur). In ruim driehonderd pagina’s treft hebben wij een reportage in onze krant men bekende en minder bekende vogels gehad over de Stichting Zeldzame Huis- aan. Vogels, die je voor een groot deel dierenrassen, die tot doel heeft om rassen als je maar over genoeg geduld en tijd van de landbouwhuisdieren van Neder- beschikt ook in eigen land kunt aantref- landse of Noordwesteuropese origine te fen. Het is een „Europees” boek, hetgeen beschermen tegen uitsterven. De stichting betekent dat je exotische vogels als bijv, begon te inventariseren, voor te lichten en de paradijsvogel niet zult vinden. Dat is er werden al spéciale verenigingen opge- bepaald geen bezwaar. Het gaat hier om richt van fokkers van lakenvelders en vogels, die je voor het merendeel ook in je zwartblesschapen. i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 21