Geld rolt traag
J
6
PROVINCIE
MAANDAG 3 NOVEMBER
1980
r
Kiezen
„Beheersbaar”
Concurrentie
i
Inrichtingen
en tehuizen
staan elkaar naar het leven
y '5:
HAARLEM. Paniek bij het dagverblijf
voor Oudere Geestelijk Gehandicapten Cap-
pelsbeeck toen daar enige tijd terug een
vragenlijst van het Ziekenfonds Spaarne-
land in de bus plofte. In Cappelsbeeck ver
blijven overdag pupillen, die bij hun ouders
thuis of in een tehuis wonen. Het bestuur
maakte uit de vragen op dat het ziekenfonds
wilde weten of zwakzinnigen wel terecht in
Cappelsbeeck verblijven. Omdat het zieken
fonds de geldschieter van het dagverblijf is,
vreesde men daar dat het fonds zich zo wilde
mengen in het opnamebeleid.
De grote inrichtingen hebben de kleinschalige trend opgepakt. In deze kleine paviljoens
op het terrein van de inrichting De Hartekamp hebben groepjes pupillen hun eigen
huishouden.
Het bestuur van Cappelsbeeck en de directie
van het ziekenfonds hebben inmiddels met elkaar
gepraat. De vragenlijst is gewijzigd. Vragen met
betrekking tot de individuele toestand van de
pupil zijn geschrapt. Die toestand wordt vervat in
een zogeheten indicatie. Een inrichtingsindicatie
betekent bijvoorbeeld dat de pupil thuishoort in
een inrichting. Vragen over indicatie van pupillen
waren in Cappelsbeeck tegen het zere been. De
problemen waren in feite al veel eerder ontstaan,
namelijk toen verzorgende teams en sociaal-peda-
gogische bureaus, die indicaties „stellen”, deze
beoordelingen in veel gevallen anders gingen ge-
bruiken dan van oudsher gebruikelijk was. De
verzorgers pasten de pupil niet meer aan de
raad, die is ingesteld door de fninister van Volks
gezondheid en Milieuhygiëne, moet de geldstro
men van uit Den Haag in de peiling houden. De
raad wilde het fijne weten van de declaratie, die
het ziekenfonds indient bij de centrale overheid.
In dit geval ging het om de declaratie van ver-
pleegvergoedingen die het fonds betaalt aan Cap
pelsbeeck.
in een provincie als toetssteen voor
de wensen in het provinciale plan.
naar de bron werd geslagen, is de Tijdelij
ke Wet Verstrekkingen Maatschappelijke
Dienstverlening (TWVMD) die de geld
stroom vanuit de AWBZ-pot naar de klei
ne tehuizen leidt. Zo gingen de kleine
instellingen, terwijl zij onder een ander
departement vallen, eten uit dezelfde fi
nanciële nap als de inrichtingen.
Volgens meneer Van Zijderveld, zelf
directeur van een stichting met een reeks
kleine tehuizen, is de nijd tussen de inrich
tingen en de kleine tehuizen daarom ook
len komen en zijn dus uitgebreider.
De staatssecretaris heeft de provincia
le plannen dus nu niet ongeschonden
gelaten, maar belooft dat hij het wensen
pakket van de provincie in de regel wèl
ongewijzigd gaat ovememen in de vijfja
renplannen, die na 1984 komen. Als ver
ontschuldiging voor zijn handelwijze
voert de staatssecretaris aan dat het tijd
kost om de in het kader van de nieuwe
procedure geclaimde gelden ook werke
lijk aan het rollen te krijgen.
geestelijk gehandicapten „verborgen” zit in parti
culiere pensions en logementen, dat nog niet aan
bod is gekomen bij erkende instellingen.
Volgens mensen met kennis van zaken gaat het
grotendeels om pupillen die alleen begeleiding
nodig hebben. Slechts een minderheid komt in de
moderne optiek nog in aanmerking voor echte
verpleging. Dat zijn de mensen, die niet buiten de
beschermende omgeving van een inrichting kun
nen. Maar de meerderheid kan gebruik maken
van kleine voorzieningen in stad of dorp.
Inrichtingen vormen bij de planning, die tot nu
toe wordt gevoerd, echter juist de hoofdmoot in
het pakket van voorzieningen en niet het sluitstuk.
Dat komt doordat rekenkundige normen nog
steeds de basis zijn voor de planning. Die ver
deelsleutel voor het aantal plaatsen in inrichtin
gen en het aantal plaatsen in tehuizen past al
jarenlang niet meer op het beeld dat „het veld”
van de zwakzinnigenzorg heeft ontwikkeld. Op
elke tienduizend inwoners mogen „maar” vijf
plaatsen in tehuizen zijn tegen liefst achttien
bedden in inrichtingen.
Sinds kort gaat de cijfermatige vuistregel schuil
gers in kleine instellingen. Zij vinden een
geestelijk gehandicapte eigenlijk alleen
maar iemand met afwijkend gedrag, die
vanwege die afwijking enige opvang no
dig heeft.
De twee departementen zijn elk hun eigen
weg gegaan in de geestelijk gehandicap-
achter provinciale verlanglijstjes, die in hun ge
heel door Den Haag worden ingewilligd. Die ver
langlijstjes zijn opgesteld door de instellingen en
ouders zélf in het kader van het Landelijk Plan
voor Dagverblijven en Gezinsvervangende Tehui
zen voor Gehandicapten. Nu is al bijna zeker dat
het plan het beslag op de pot van de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten zó zal vergroten, dat
daardoor de AWBZ-premie over het inkomen
extra zal stijgen. Net als alle overige gebruikers
van de pot, zoals bijvoorbeeld de verpleegtehui
zen, overschrijdt de geestelijk gehandicaptenzorg
de premieruimte van haar aandeel in de AWBZ-
pot. Dat aandeel schat een medewerker van de
Nationale Ziekenfondsraad, de beheerder van het
AWBZ-geld op ongeveer 4.8 miljard per jaar.
Volgend jaar komt om en nabij de 8,1 miljard
gulden uit de AWBZ-pot. Overigens was een meer
derheid in Provinciale Staten niet erg voldaan
over het Noordhollandse verlanglijstje. Vooral
het cijferwerk kreeg van de statenleden een on
voldoende. Tijd om de samenstellers van het
rapport hun huiswerk over te laten doen, was er
echter niet.
Jan Post Disdussie over afbakenen
van werksfeer tussen kleine tehuizen en
grote inrichtingen wordt nog niet ge
voerd (boven).
Het ziekenfonds wilde met de antwoorden op de
vragen naar eigen zeggen alleen wat gegevens op
een rijtje krijgen om de uitgaven te kunnen ver
antwoorden naar de overheid Ziekenfondsen zijn
namelijk geen zelfstandige ondernemingen, maar
verbindingskantoren, die overheidsgeld doorslui
zen naar degenen in hun regio, die daarvoor in
aanmerking komen. De Nationale Ziekenfonds-
Het aantal plaatsen in kleine tehuizen
in Noord-Holland wordt in de loop van
het plan vergroot met ruim 200 tot 1276.
Dat is boven de oude norm van 50 plaat
sen per honderdduizend inwoners die
overigens steeds meer een minimum
norm wordt. In mei van dit jaar hadden
zo’n 660 pupillen, die op de wachtlijst
van een gezinsvervangend tehuis ston
den, in zo’n instelling nog geen plaats
gevonden. Van deze wachtenden woon
den 575 nog gewoon thuis. Op de wacht
lijst van een inrichting stonden om
streeks die tijd rond 400 pupillen. Van
hen verbleven zo’n 270 thuis. De nieuwe
inrichting Lekerweide telt 300 bedden
terwijl op plaatsen elders in de provincie
nog gewerkt wordt aan het realiseren
van 270 inrichtingsplaatsen.
nu ook een klein aantal tehuizen, die on
der de hoede van CRM vallen, gebruik
van de AWBZ. In Noord-Holland maken
nog drie tehuizen gebruik van deze uitzon-
deringsregeling, die nu overbodig is ge
worden en wordt afgebouwd.
Als alternatief voor de soms wat obscu
re logementen werden later stichtingen
gevormd, die op een meer professionele
manier zwakzinnigenzorg wilden bedrij
ven. De bron die spoedig werd aange
boord was de ABWZ-pot. De pijplijn, die
te herleiden tot nijd tussen de ambtenaren
op het departement van CRM en de amb
tenaren op dat van Volksgezondheid. Vol
gens hem hebben de ambtenaren op beide
departementen nog al uiteenlopende
ideeën over geestelijk gehandicaptenzorg.
De ambtenaren op Volksgezondheid zien
geestelijk gehandicapten vooral als pa
tiënten, die verpleging nodig hebben, bij
voorkeur in een inrichting. De medewer
kers van CRM denken volgens Van Zij
derveld meer in de trant van de verzor-
HAARLEM. Het Landelijke
Plan Dagverblijven en Gezinsver
vangende Tehuizen regelt de ver
bouw en de nieuwbouw van voorzie
ningen voor onder andere geestelijk
gehandicapten In het plan stelt
staatssecretaris Wallis de Vries van
CRM dat de oude cijfernormen al
leen nog maar richtlijnen voor de
planning op korte termijn zijn. Te
gen de nu bestaande wachtlijst als
graadmeter voor behoeften aan
dagverblijven en tehuizen uit Wallis
de Vries zijn bedenkingen. Als tus
senweg neemt hij in dit plan het
aantal ingediende bouwaanvragen
HAARLEM. De strijd tussen de klei
ne instellingen voor geestelijk gehandi
captenzorg en de grote zwakzinnigenin
richtingen lijkt te zijn losgebrand nu een
landelijk plan voor de ontwikkeling van
de kleinschalige instellingen van kracht is
geworden. Het Landelijke Plan Dagver
blijven en Tehuizen Gehandicapten door
breekt namelijk de rekenkundige ver
deelsleutel, die binnen het voorzieningen
pakket van de geestelijk gehandicapten
zorg altijd de klemtoon legde op de grote
inrichtingen. De opmars van de kleine
tehuizen in het zwakzinnigenveld lijkt nu
niet meer te stuiten.
Het plan ontleent zijn doelstelling aan
een globale peiling van de behoefte aan
kleine voorzieningen. Die peiling is ge
daan in het „veld” dus onder de instellin
gen, ouders en direkt daarbij betrokken
instanties zélf. Toch lijken Noordholland-
se instellingen en met name die in Haar
lem de boot te missen.
Het plan geldt met terugwerkende
kracht vanaf 1979 en loopt eind 1981 af.
Provinciale wensenlijstjes zijn in het lan
delijke plan nauwkeurig vergeleken met
het aantal bouwaanvragen uit heden en
verleden. Gekeken is hoeveel woorden
zijn omgezet in daden. Directeur B. van
Zijderveld van de Katholieke Stichting
voor Tehuizen voor Geestelijk Gehandi
capten maakt daarom nu al een voorbe
houd bij het plan: „De behoefte komt
volgens ons niet volledig tot uiting in
bouwaanvragen. Bovendien is Haarlem
altijd een nogal slome stad geweest op dit
gebied, waardoor het aantal voorzienin
gen ver beneden de aangegeven norm
ligt”. Deugde de onwrikbare rekenkundi
ge verdeelsleutel al niet, bij een norm
waaraan de instellingen wél kunnen mor
relen, maakt Van Zijderveld een voorbe
houd.
Ook de provincie treft enige blaam.
Haar huiswerk de eigen behoeften in
een provinciaal plan op een rijtje zetten
belandde ruim twee jaar te laat op het
bureau van de staatssecretaris van CRM.
Reden waarom de geldigheidstermijn van
het overkoepelende landelijke plan al
voor meer dan de helft was verstreken op
het moment van verschijning in de Staats
courant onlangs.
De rijksoverheid stelt zich in het kader
van het plan garant voor praktisch elke
lening, die een stichting wil afsluiten voor
de bouw van een tehuis of dagverblijf.
Hiervoor houdt de staatssecretaris wél
een financiële slag om de arm. Neemt de
bouwlust namelijk onverwacht toe, dan
moet de AWBZ-premieheffing, waarmee
de verzorging van geestelijk gehandicap
ten wordt betaald, worden verhoogd. Van
die premies, die worden geheven over de
inkomens, komt een deel bij de geestelijk
gehandicapten terecht in de vorm van een
verpleegvergoeding voor de instelling
waar zij verblijven. De vergoeding is voor
de verzorgingskosten en daarin zijn de
aflossingen verrekend voor de geldlenin
gen, die op tehuizen rusten.
Het landelijke plan is voorgeschreven
door een vooralsnog tijdelijke wet uit
1977, „die de hele boel eens een keer
beheersbaar moest maken”, aldus een
woordvoerder van het departement van
CRM. De „boel” werd onbeheersbaar toen
kleinschalige voorzieningen als dagver
blijven en gezinsvervangende tehuizen als
paddestoelen uit de grond begonnen te
schieten zonder dat een wet voor handen
was, die zei waar het geld vandaan moest
komen. Intussen werden veel instellingen
uit de Bijstand betaald maar dat is meer
een noodverbandje. In Noord-Holland
worden zo nog 29 tehuizen uit de Bijstand
betaald, maar het is de bedoeling dat daar
nu een einde aan komt.
Het gaat hier vooral om pensions en
logementen waar geestelijk gehandicap
ten vaak naast allerlei andere mensen
leven. Enkele van deze niet-erkende tehui
zen werden na 1971 ondergebracht in de
vergoedingsregeling voor inrichtingen.
Dat was bij wijze van uitzondering. De
regeling was bestemd voor pupillen, die in
een inrichting thuishoorden maar daar
niet terecht konden wegens plaatsgebrek.
Deze zogenoemde 1-oktoberregeling voor
zag dus in „wachtkamers” waar pupillen
werden ondergebracht in afwachting van
een plaats in een inrichting.
Het geld voor deze regeling kwam net
als dat voor de zwakzinnigeninrichtingen
uit de AWBZ-pot. De geldstroom naar de
wachtkamers vanuit deze pot liep via het
departement van CRM en niet via dat van
Volksgezondheid en Milieuhygiëne zoals
gebruikelijk bij het betalen van inrichtin
gen. Per slot van rekening was CRM ook
de instantie die veel andere kleine tehui
zen uit de Bjjstand betaalde.
Op deze manier was het ministerie van
Volksgezondheid niet meer het enige de
partement dat gebruik maakte van de
AWBZ-pot Naast de inrichtingen maakte
Onlangs heeft de staatssecretaris van
Volksgezondheid de inrichtingen toestem
ming gegeven delen van hun onderkomen
te gebruiken als dagverblijf, in feite bijna
hetzelfde als de al bestaande zelfstandige
dagverblijven in stad en dorp. „De inrich
tingen zijn nu concurrent van de kleine
instellingen geworden”, zegt Post. Door
bovendien kleine tehuizen op het inrich-
tingsterrein te bouwen, waarmee men vol
gens Post de woonomstandigheden van
het kleine tehuis in de stad hoopt na te
bootsen, schieten de inrichtingen nog eens
extra onder de duiven van de kleine instel
lingen. Verburgh ziet dat niet zo. Volgens
hem betekent dit een nieuwe variant in
het voorzieningenpakket, bedoeld voor
een andere doelgroep. Er is voor de gees
telijk gehandicapten een keuzemogelijk
heid bijgekomen, en dat vindt Verburgh
prima.
Over één ding zijn de twee heren het
eens. De inrichtingen en de kleine instel
lingen werken langs elkaar heen. „Het is
in feite een zaak die de grote en kleine
instellingen binnen hun eigen overlegor
gaan moeten uitvechten”, vindt Verburgh.
„Waar het mij om gaat”, zegt Jan Post, „is
dat de inrichtingen en de kleine instellin
gen elkaar naar het leven staan, terwijl
nog nooit is gediscussieerd over wie nu
eigenlijk welke taak heeft”.
Dat lijkt een dringende zaak want de
ruimte van de AWBZ-pot is niet onbe
grensd. „Daarom moeten we tot keuzen
komen”, betoogt Jan Post, „hoewel ik
geloof dat je die gedeeltelijk kunt ontlo
pen door nieuwbouwplannen van voorzie
ningen in de geestelijk gehandicaptenzorg
uit te stellen of stukje bij beetje uit te
voeren, een zogenoemde gefaseerde plan
ning”. Zonder zo’n keuze wordt een plan
ning over een tijd van vijf jaar, wat het
landelijke plan beoogt, erg moeilijk. Post
erkent die moeilijkheid ook. Voor een
degelijke planning zijn de veranderingen
in de wachtlijsten te ongewis. Zo kunnen
de ouders van een pupil, die op de wacht
lijst van een inrichting staat, alsnog be
sluiten hun kind niet te laten opnemen
wanneer eenmaal een plaats open valt.
Volgens Jan Post gaan steeds meer ou
ders ook die van ernstig gehandicapte
kinderen er toe-over hun kind thuis te
verzorgen. De behoefte aan thuishulpen
groeit daardoor. Deze manier van verzor
gen maakt veel dure inrichtingsplaatsen
overbodig terwijl geen arbeidsplaatsen
hoeven te sneuvelen. Vooral telt dat de
pupil op deze manier meer aandacht
krijgt, terwijl deze verzorgingsstructuur
beter inspeelt op veranderende behoeften
volgens Post.
Toch moeten deze wachtlijsten te zijner
tijd de nieuwe graadmeter voor de be
hoefte worden. De grillige veranderingen
in de lijsten vormen een onzekere factor.
„We kunnen die behoeften ook niet echt
hard maken”, zegt H. W. Radema, secreta
ris van de overlegclub van instellingen in
de omgeving van Haarlem. Met andere
woorden: Een exacte graadmeter valt niet
te fabriceren. „Dat is het wezenskenmerk
van de geestelijk gehandicaptenzorg”, be
sluit Radema.
ERWIN VAN DEN BRINK
tenzorg. In feite is de overheid een nieuw
soort voorziening gaan onderhouden zon
der elders, in het reeds bestaande pakket
een veer te laten. Op die manier kan de
geldbron een keer droog komen te staan.
De Haagse beleidsmakers hebben de geld
kraan naar de inrichtingen niet ietsje toe
gedraaid toen zij de kraan naar de tehui
zen opendraaiden. Er zijn geen keuzen
gemaakt. Liever verhoogt men de AWBZ-
premie over het inkomen.
Doordat de oude rekennorm voor het
aantal inrichtingsplaatsen gewoon is blij
ven bestaan, dreigt volgens Jan Post van
het Opbouworgaan Noord-Holland nu een
overschot aan inrichtingsbedden. Het op
bouworgaan is een soort adviesinstelling,
die bemiddelt tussen de overheid en parti
culiere instantie, zoals in dit geval bestu
ren van stichtingen voor geestelijk gehan
dicaptenzorg. Post houdt zich in het bij
zonder bezig met de planning van voorzie
ningen in deze sector in de provincie
Noord-Holland. Volgens hem is de inrich
ting Lekerweide in Wognum een van de
inrichtingen, die kampt met problemen
zijn bedden gevuld te krijgen. Post zegt
dat de gloednieuwe inrichting „er doorge
drukt” is in de gemeenteraad van Wog
num, omdat de aanwezigheid van de in
richting niet onaanzienlijke inkomsten
voor de gemeente met zich brengt. Ver
pleegkundige adviseur R. Verburgh
van het ziekenfonds Spaarneland werpt
tegen dat de leegstand van bedden in
inrichtingen wel meevalt; en dat de nieuw
bouwplannen in Noord-Holland stukje bij
beetje zijn uitgevoerd opdat niet plotse
ling een beddenoverschot zou ontstaan.
indicatie aan, maar de indicatie aan de pupil.
Confectie werd maatwerk en iedere kleermaker
had zijn eigen duimstok. Doordat de beoordeling
niet meer gebeurde op grond van min of meer
vaste maatstaven, maar op grond van een per
soonlijke beoordeling van de werkers in het
„veld”, werd zij oncontroleerbaar voor niet-inge-
wijdenen zoals het ziekenfonds.
Uitgangspunt voor dit maatwerk is dat een
geestelijk gehandicapte niet louter iemand met
een handicap is, maar tevens iemand met afwij
kend gedrag. Dat gedrag bepaalt in hoeverre een
pupil kan meekomen in het dagelijks leven, zo
luidt ongeveer de moderne opvatting van zwak-
zmnigeiiv. rzorgers.
Over het algemeen bestaat de indruk dat onze
„confectiesamenleving” steeds minder plaats
biedt aan mensen met afwijkend gedrag. „Het
aantal zwakzinnigen neemt volgens gestelde nor
men toe”, zegt ziekenfondsdirekteur J. van der
Griend. Adviserend verpleegkundige R. Verburgh
van het ziekenfonds denkt dat er buiten het offi
ciële verzorgingscircuit nog een aanzienlijk aantal
Omdat het plan geldt vanaf 1979 wa
ren al twee jaren verstreken toen het
werd afgekondigd. Het plan doet dan
ook niet veel meer dan op een rijtje
zetten wat in die tijd is verwezenlijkt.
Het somt slechts op wat er is gekomen en
wat nog zal komen voor eind 1981. De
provinciale plannen omvatten daar
naast ook de voorzieningen die niet zul-
Gewijzigd opnamebeleid ontregelt zwakzinnigenzorg
De heren Radema en Van Zijderveld:
Behoefte aan nieuwe voorzieningen
voor geestelijk gehandicapten is per de
finitie moeilijk hard te maken (links).
l