Blues Estafette ’80 het
uitzitten zeker waard
Associatief geschreven stuk eenvoudig maar indringend gespeeld
Einde: boeiend film-achtig toneel
De Met treedt
Trage sfeer bij het
Gewandhausorchester
Humor en diepe ernst in hedendaagse composities
Emma Dance Company
maakt sympathieke indruk
toch weer op
Enthousiasme blijft bij
Australische Angel City
8
MAANDAG 17 NOVEMBER 1980
Twaalfuurswedloop in Vredenburg
Eminent orkest stelt verwachtingen teleur
Twee premières op C-concert in Amsterdam
Regisseur Bergman wil
terug naar Zweden
KUNST
HAARLEM. Edwin de Vries,
een toneelspeler die nu bij To
neelgroep Baal werkt, maar voor
heen speelde bij het Onafhanke
lijk Toneel in Rotterdam, heeft
een toneelstuk geschreven, dat
dit weekeinde in première ging in
de Toneelschuur. Einde, zo luidt
de titel ervan en het wordt ge
speeld door LIB, drie letters die
staan voor Louter Interessante
Baantjes, dat een collectief is van
vier vrouwen. LIB doet samen
met het Onafhankelijk Toneel in
deze voorstelling, die geregis
seerd wordt door Jan Joris La
mers. Einde, een stuk vol gedach
ten- en herinneringsassociaties,
gaat over een vrouw die op ver
scheidene manieren met zichzelf
wordt geconfronteerd wanneer
zij het besluit tot zelfmoord geno
men heeft.
JOOST NIEMÖLLER
JAN BAART -
M
Dan verdwijnt de drummer. Een jonge
neger met een rood mutsje komt schuch
ter op. In zijn hand heeft hij een klein
houten kistje. Hij maakt het open en pakt
er een bluesharp uit. (Een vermoeide blik
in het programma: George „Harmonica”
Smith; harmonica.) Zet die aan zijn mond
en plotseling klinkt er iets, zo mooi, zo
zuiver, dat je de tijd, de omgeving de slaap
vergeet en alleen nog maar als gehypnoti
seerd kan luisteren. Ook Booker T. blijkt
opeens vitaal te kunnen improviseren.
Zijn stem gaat er twintig jaar jonger op
klinken. Het mooiste deel van de Blueses-
tafette 80 kwam op een moment dat nie
mand dat nog verwachtte. Tien concerten
achter elkaar, van drie uur ’s middags tot
half vier ’s nachts. Telkens twaalf maten.
Telkens een gitaarsolo, een applaus, een
Zo is op het toneel Angel City. De zo
veelste rockgroep die het helemaal wil
gaan maken. Een rockgroep is maar een
rockgroep en het soort deun dat ze spelen
is steeds hetzelfde: ergens tussen Hard
rock en New Wave in. Maar de zanger van
STOCKHOLM (AP). De filmregis
seur Ingmar Bergman heeft zijn bittere
geschil met de Zweedse belastingautori
teiten bijgelegd. Bergman kondigde vrij
dag aan dat hij weer voor de eerste keer in
zeven jaar een film in Zweden wil gaan
opnemen. Over enige tijd zou hij zich weer
in zjjn vaderland willen vestigen.
Er waren vijf gitaristen die elektrische
Blues speelden in een stijl die refereert
aan B. B. King en Albert King. Achtereen
volgens waren dat Phillip Walker, Pee
Wee Crayton, Lowell Fulson, Otis Rush en
Sammy Lawhorn. Het was daarbij vooral
de begeleidingsband van Walker (met Nat
Dove als prachtpianist en Johnny Tucker
als prachtdrummer) die daarbij veelvul
dig ondersteuningswerk moesten verrich-
toegift, een grapje, een broodje, een pro
bleempje met de geluidsinstallatie en elk
nummer heeft hetzelfde einde. Dat is iets
waarvan je kunt gaan dromen.
Einde is geen eenvoudig toneelstuk. Ei
genlijk is het meer een scenario en op die
manier lijkt Jan Joris Lamers zijn regie
ook te hebben afgestemd. De voorstelling
steekt met een heerlijk en verbazingwek
kend raffinement in elkaar, hoewel zij
niet op alle punten werkelijk duidelijk
heid verschaft. De vier vrouwen beginnen
bij aanvang enigszins mompelend, in elk
geval onverstaanbaar, hun dialoog van de
grond te tillen. Dat heeft een onwezenlijk
effect, zoiets als een Poolse art-film zon
der ondertiteling. Langzaam lijkt de volu
meknop te worden opengedraaid en komt
de opvoering in volle gang.
ten voor de andere gitaristen. Natuurlijk
is het ondoenlijk om de onderlinge stijl
verschillen van al die snaarvirtuozen (als
onvermijdelijk aan de gezette kant en in
tweedelig kostuum) met elkaar te vergelij
ken, al sprong met name Phillip Walker er
uit door zijn levendige verschijning en
zijn nonchalant, maar tegelijk opzwepend
spel en was Crayton de meest vrije en
freakerige van het stel. Otis Rush gaf
begin dit jaar ook in Vredenburg een
uiterst langdradig en vervelend concert
en aangezien hij nu met dezelfde begelei
dingsband genoteerd stond, beloofde dat
niet veel goeds. Maar dat viel honderd
Einde is dus een filmachtig toneelstuk
dat op een uitermate boeiende manier
wordt gespeeld. Daar komt bij dat deze
vier vrouwen elk een eigen onontbeerlijk
aandeel leveren aan de naderende dood
Het geheel wekt dus de nodige verwach
tingen. En wat Kurt Masur met dit orkest
bereikte was dan ook in vele opzichten
eminent. In dit verband moet speciaal het
strijkerscorps worden genoemd. Meteen
al bij de aanhef van Francks symfonie in
d kl.t. bleek het schitterend vermogen van
deze groep om een klank uit het niets te
laten ontstaan en weer daarin te laten
overgaan (overigens een der belangrijkste
criteria voor iedere instrumentalist). Zeer
fraai mengden zich daarin ook de blazers,
zodat het typisch Franse coloriet aldaar
volledig tot zijn recht kwam. Bij de voort
zetting werden we echter in menig opzicht
In zijn Soirée musicale laat Raxach de
basklarinet als obligaat instrument zijn
solistische trekjes met het orkest uitzin
gen. Niet de klepperende en spugende
manier van doen die men anders van
Harry Sparnaay gewend is, maar een be
scheiden maar verfraaiende bijdrage aan
de grotendeels milde atmosfeer, beteken
de ditmaal het spel van deze basklarinet
tist.
De veellijnige muziek stroomt meestal
in doorgaande bewegingen voort, óók
wanneer het slagwerk aan het woord is en
er zijn geen werkelijke verrassingen in het
van Marianne. Vlak voor haar dood wordt
er vrede gesloten met tal van zaken die
dwars lagen. Het tweelingzusje, dat zij
nooit werkelijk kende, wordt ingevoegd
en lang niet altijd is de scheidslijn tussen
fictie en realiteit zichtbaar. Dat schept wel
eens verwarring en daarom denk ik dat
Einde een toneelstuk is waar je in een keer
niet zomaar mee klaar bent. De prachtige,
doch eenvoudige vorm waarin het wordt
opgevoerd dwingt oprechte bewondering
af. Als publiek word je al bij aanvang
sterk gegrepen door deze manier van spe
len en dat blijft zo tot aan het slot. Een
droomachtig toneelbeeld, met onbestem
de ruimten, vervolmaakt deze artistiek zo
aantrekkelijke voorstelling.
KO VAN LEEUWEN.
teleurgesteld: het orkest bleef te veel in de
trage sfeer en kon maar moeilijk van de
grond loskomen. Iets dat in de snellere
voortzetting van dit eerste deel juist zo
nodig is. Ook bleken de blazers niet hele
maal op het niveau van de strijkers te
klankbeeld. Er zijn wèl veel dreigende
geluiden van suggestief karakter, maar de
geslaagdste momenten worden opgeroe
pen wanneer de componist het neuriënd
en pianissimo zingend vrouwenkoor (le
den van het Groot Omroepkoor) als ethe
risch klinkend instrument gebruikt. In
drie van de vijf onderdelen betekent dat
een sfeervolle verstilling in teer, impressi
onistisch idioom.
Het gastorkest op dit C-serieconcert; het
Radio Filharmonisch onder leiding van
Jan Stulen, verdedigde Enrique Raxachs
werk met volledige inzet. En met zo moge-
Gewandhausorchester o.l.v. Kurt Masur. Werken van Franck en Brahms. Concert
gebouw A'dam, Gr.Z. 15 november 1980.
staan, hetgeen ook duidelijk werd in de
Engelse hoornsolo van het tweede deel.
Overigens was in dit echt Frans-romanti-
sche gedeelte het harpaandeel zeer fraai.
De genoemde kwaliteiten en tekortkomin
gen traden ook in het derde deel op, dat
nogal eens door schallend koper ontsierd^
werd, maar ook magnifieke momenten»»
liet horen.
wftKSrtr*-
Ook de orkestleden en daarbij soms
zelfs de dirigent, hadden extra taken als
geïmproviseerd koorlid en in handelingen
zoals het opblazen en laten ploffen van
papieren zakken. Allemaal heel spontaan
overkomende grappen, die in het geheel
van de levendige muziek (die zich laat
duiden als een kruising tussen een simpe
le Mahler of Richard Strauss en een niet
stereotype Kurt Weil) heel logisch en
vreugdevol verwerkt waren.
JOHAN VAN KEMPEN
De allereerste start van Angel City in
Europa was een beetje ongelukkig. Dat
was namelijk op het luilakfestival in
Haarlem. We weten dat nog wel; te weinig
mensen, geldgebrek en meer narigheid.
Inmiddels is er van de groep een compila-
tie-album van het Australische goud uit
gekomen; Face tot face. Daarnaast een
echte nieuwe elpee; Darkroom. En nu dus
in Paradiso met alweer te weinig mensen.
Maar Angel City laat zich niet ontmoedi
gen en waarom zouden ze ook; de muziek
die ze maken biedt genoeg kans tot com
merciële exploratie, Amerika is groot en
de platenmaatschappij (die er veel aan zal
gaan doen) ook.
NEW YORK (DPA). De Metropolitan
Opera (Met) in New York zal omstreeks 8
december met een uitvoering van Lulu
van Alban Berg het seizoen beginnen. Dit
is twee maanden te laat als gevolg van een^
langdurig touwtrekken om loonsverho-':;
gingen voor de ongeveer 1900 medewer—
kers van de opera.
Naar vrijdag bekend werd beginnen
volgende week de repetities. De leden vatJ^T
koor en ballet van De Met hebben mge».
stemd met een loonsovereenkomst.
lijk nog meer zekerheid kan dat gezegd
worden ten aanzien van de andere Neder
landse première, nu van een compositie
van de 37-jarige Oostenrijker Heinz Karl
Gruber - die tevens als vertolker van de
solopartij in dit vier jaar oude opus
optrad.
Wat Raxachs werk aan speelsheid te
kort kwam, werd volop goed gemaakt in
Grubers „Frankenstein!!!”, gebaseerd op
kinderversjes over vampiers, weerwol
ven, ratten, vleermuizen en menseneters.
Scène uit Einde, toneelspel van Edwin de
Vnes (Foto Bert Nienhuls)
AMSTERDAM. Weinig orkesten
kunnen op zo’n staat van dienst bogen als
het Gewandhausorchester uit Leipzig. In
de achttiende eeuw opgericht, is dit en
semble groot gemaakt door Mendelssohn,
de eerste topdirigent uit de geschiedenis.
Sinds die tijd heeft het orkest zijn naam
weten te behouden.
AMSTERDAM. Twee Amsterdamse premières waren er op de zondagse matinee
van het Concertgebouworkest mee te maken, waarvan er één een Nederlands werk
betrof: Soirée musicale (1978) van Enrique Raxach. Deze 48-jarige componist van
Spaanse afkomst, doet in zijn gedetailleerde orkestbehandeling soms weleens even
aan Ligeti denken, maar zijn esthetiek is minder doorgevoerd en afgewogen. Raxach
gooit voortdurend guirlandes van transparante klanken de ruimte in. En de daarin
van tijd tot tijd voorkomende agressieve geluidsontladingen geven aan de ritmisch
weinig geprononceerde massa’s, geen vaste punten die een duidelijke structurele of
architectonische opbouw zouden kunnen opleveren.
Doc Neeson heet die zanger. En wat hij
allemaal niet doet; enge gezichten trek
ken, heen en weer hollen, een meisje over
het hoofd aaien, de handdoek zogenaamd
opeten, op de geluidsinstallatie klimmen
en eraf springen en net doen alsof de
handen geboeid zijn op de rug; er wordt
gelachen en de verveling wordt vergeten.
De componist die als baritonsolist deze
humoristische poëzie de zaal inslingerde,
blonk niet speciaal uit door bijzondere
vocale kwaliteiten maar bleek als voor
drachtskunstenaar onovertrefbaar. Gru
ber toonde zich het juiste type om de
bedoelde atmosfeer, via veel parlando en
tussentijds hanteren van speelgoedfluit-
jes en toetertjes, hoogst amusant te ver
beelden.
De Emma Dance Company in het komisch getinte Every Cloud
DEN HAAG. De Emma Dance Company komt uit Loughbourough in de Engelse-
East Midlands, waar het in 1977 werd opgericht om voor dat sterk geïndustrialiseerde
gebied moderne dans te brengen. De twee programma’s waarmee de groep, onder--
i a i1» —4
En als die hond volgende keer mis
schien weer in Paradiso is, dan beginnen
de mensen al bekertjes in de lucht te
gooien voordat hij daarom eerst heeft
moeten vragen. En voor zo’n hond gaat de
lol er niet gauw af.
JOOST NIEMÖLLER
De regisseur die in 1976 naar West-
Duitsland verhuisde nadat hij door de
politie tijdens opnamen was meegenomen
voor verhoor inzake vermeende belasting
fraude, zei plannen te hebben om in 1983
naar Zweden terug te keren.
De geruchtmakende belastingaffaire
bezorgde Bergman een zenuwinzinking
en Zweden verspeelde er veel internatio
nale goodwill door. Verleden jaar novem
ber werd Bergman door een Zweedse
rechtbank van alle blaam gezuiverd.
percent mee. Hoewel Rush er ook dit keer
weinig zin in leek te hebben (een toegift
werd niet gegeven, ook niet na nadrukke
lijk aandringen van het publiek), speelde
hü uiterst afgewogen en ontspannen.
Juist bij de minimale gitaartechniek die
hij toepast (in tegenstelling tot bijna alle
blanke bluesgitaristen, waarbij juist snel,
barok spel moet imponeren) gaat het vaak
om uiterst subtiele nuances in loonvor
ming en dat ging er nu precies voorzichtig
genoeg aan toe. Een Albert King zal het
wel nooit worden, die sacherijnige Rush,
maar een goede tweede blijkt hij wel. De
lange Bluesrjj werd geopend door Ham-
mie Nixon de oudste deelnemer. „Lord
have merci” was kennelijk zijn lijfspreuk
en met een Spades, een mondharmonica
en een kazoo stuwde hij zijn Blues tot
spirituele ijlte. Het omvangrijke lijf ging
op het eind staan en preekte dat Jesus on
the Mainline was. Ritmisch klapten de
waarschijnlijk merendeels atheïstische
Bluesliefhebbers mee. Het ging tenslotte
om de muziek. Er zat natuurlijk ook het
nodige afval in het programma: de mis
lukte Rootsstandjes van Como Fife drum
band, het doorzeurende ritmegitaartje
van Country-bluesartiest Rannie Burnet
te en de schandalige slordige presentatie
van R. L. Burnside and his soundmachine.
Maar over het grote geheel genomen is
deze Utrechtse twaalfuurswedloop zeker
de moeite van het uitzitten waard geweest.
Voorstelling: Einde. Toneelstuk van
Edwin de Vries. Gespeeld door LIB en
Onafhankelijk Toneel. Regie Jan Jo
ris Lamers. Spelers: Marianne Boyer,
Matin de Vries, Steevensz en De
Graaf. Première Toneelschuur Haar
lem, 15 november 1980. Van 19 tm. 22
november nog te zien in de Toneel
schuur. Van 9 tm. 13 december in Shaf-
fy, Amsterdam en op 3 januari in het
Witte Tejater in Umuiden.
UTRECHT. Het is drie uur’s nachts.
Een stokoude neger zit in een keurig pak
achter een enorme concertvleugel. De hy
permoderne zaal is al voor de helft leeg
gestroomd. Met een zware oude mannen
stem zingt de zwarte oude man: Night
time is the right time tot be with the one
you love. Twintig meter verderop zit een
jonge blanke drummer aandacht op zich
zelf te vestigen. In het programmaboekje
lezen we: Booker T. Laury, piano, vocals,
Jess Bertley, drums. En: „P joker T. Lau
ry is een van de laatste vertegenwoordi
gers van de Memphis piano stijl”. Dit
museumsteuk had allang in bed moeten
liggen, bedenken we knikkebollend.
de Australische band (in het moederland
al goud, heet het, hier nog niet) blijft net
zolang hetzelfde enthousiasme tonen als
de hond en ja hoor, de mager bezette
Paradisozaal begint te joelen, te krijsen, te
klappen, te springen en tenslotte te roepen
dat het nog niet genoeg is geweest.
Blues Estafette 80. NBBO Jubileum Bluesfestival. Met: Chicago, Blues Festival,
Otis Rush Blues Band, Phillip Walker Band, Pee Wee Crayton, Lowell Fulson,
Booker T. Laury, R. L. Burnside and his Soundmachine, Ranie Burnette, Como
Fife and drum band, Hammie Nixon.
15 November 1980. Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht.
De eerste symfonie van Brahms na d£
pauze bevestigde dit beeld. Een van de-’
geniaalste delen van deze meesterlijke’’
compositie is de finale, een echte apotheo
se, waarin Brahms zich niet zoals dat zóu
vaak in dergelijke gevallen gebeurt aar£.
allerlei bombast te buiten gaat. En juist
dèt gebeurde wel enigszins in de weergavèj
door het Gewandhausorchester. Ook hier--
de zwaarvoetigheid in de snellere gedeeliT
ten en het ietwat brallende koper. In het”
algemeen werden in deze symfonie de.w
tekorten van de blazers wel heel merK-^X
baar (met name de hobo klonk in zijn vele-
prominente soli vreemd bibberig), zodat-
men zich kon afvragen hoe zoiets in een’
wereldberoemd orkest mogelijk is. Toclw?
bleek dit geen obstakel te zijn voor eeR*
ovationeel applaus.
ALWIN BAR"**
«adkiil
jmqrr
HOT Dansfestival. Emma Dance
Company. Programma 1: Negev (Gide
on Avrahami/Pip Greasley), Ladylove
(Tamara McLorg/oorlogshits), Atolen
(Lenny Westerdijk/Douglas Gould), T
Bits and Pieces (Nicholas Carroll/
showmuziekcollage). Programma 2:
Estuary (Royston Maldoom/Leos Ja- -
nacek strijkkwartet nr. 1), Con Voce I»
(Nicholas Carroll/Christopher Nor
ton), Responses (Christopher Bruce),
Every Cloud (Nicholas Carroll/Chris
topher Norton).
HOT Den Haag, 14 en 15 november
1980.
Edwin de Vries heeft zijn stuk geschre
ven in opdracht. In een interview dat hij
met Trouw had vertelt De Vries dat de
opdracht luidde dat hij het tweelingenmo
tief in het stuk zou verwerken. Dat bracht
hem op het motief van dubbelgangers en
daarmee ging hij aan het werk, omdat hij
er beter mee uit de voeten kon.
De vrouw Marianne (Marianne Boyer) is
op weg naar de dood die zij zelf verkiest.
Filmisch trekt haar leven aan haar voor
bij. Het tweelingzusje (knap gespeeld door
Matin van Veldhuizen) dat zij nooit ge
kend heeft omdat het voor haar geboren
werd en ook gestorven is, speelt nu een
indringende rol en ook twee andere aspec
ten uit haar leven krijgen in vrouwen
waarmee zij nu wordt geconfronteerd ge
stalte.
Concert: Angel City. Bezetting:
Rick Brewster, John Brewster: gitaar.
Doc Neeson: zang. Chris Bailey: bas
gitaar. Graham „Buzz” Bidstrup:
drums.
Paradiso, Amsterdam. 14 november
1980.
hoogtepunt in een duet van Nigel Gilvieu.
en Stella Mae, die ook in de overige wer~
ken het meest de aandacht trekken. Nigel*
Gilvier als de fysiek meest fraai toegerus-'T
te van de jongens, Stella Mae als de zowel—
door expressiviteit als danstechniek op-
vallendste van de meisjes uit de Emma
Dance Company, die in ieder geval eea»
sympathieke indruk als dansersgroep__
achterlaat.
leiding van oprichter en artistiek directeur Gideon Avrahami, zich op het HOT',
Dansfestival heeft laten zien, maken duidelijk dat in de East Midlands kennelijk met*"
een andere instelling moderne dans wordt gebracht, dan wij in Nederland gewende
zijn.
Vrijblijvend en op de beste ogenblikken
fraai van sfeerschildering of amusant
door de meestal humoristische toon, hou
den zeven van de acht gepresenteerde
werken voor onze begrippen nauwelijks
verrassingen meer in. Van het eigen gezel
schap levert artistiek directeur Gideon
Avrahami één werk, Negev, dat de dan
sers vooral speels en behaagzuchtig een
soort droomreis laat maken.
Nicholas Carroll, die de directie voert
over de repetities, staat op het program
ma met drie choreografieën. Soms zien we
dat er een sfeertje wordt gebouwd, waar
na al heel snel de humoristische effecten
hun intrede doen. Meestal lijkt de hele
choreografie van Carroll komisch be
doeld, als een persiflage, waarvoor dan
bijvoorbeeld een oorlog, en met name zijn
amusementsindustrie het uitgangspunt is.
Al deze producties van eigen bodem
kenmerken zich door grote vrijblijvend
heid. Een strekking ontbreekt of wordt
door een te brokkelige opzet niet duide
lijk.
Ook de bijdrage van Lenny Westerdijk,
jarenlang bij het Nederlands Dans Thea
ter een opvallende danspersoonlijkheid,
valt wat mager uit. Haar choreografie
Atolen laat vier dansers bewegen op ont
spannen pianomuziek met veel stiltes. De
dansers doen in dit esthestisch geslaagde
ballet denken aan vissen in een aquarium.
De afstandelijke stijl en het plotselinge
stoppen van een snelle beweging intri
geert wel even, maar een wezenlijke in
houd of een blijvend boeiend bewegings
spel biedt het niet.
Choreograaf Christopher Bruce, maar
wie had van hem anders verwacht, laat
met Responses zien dat bij de Emma
Dance Compony een interessant ballet
zeker tot de mogelijkheden behoort. Res
ponses houdt wel degelijk „antwoorden”
in. Bruce laat de dansers écht op elkaar
reageren, maakt emoties zichtbaar en
roept deze ook op.
De intensiteit in Responses krijgt zijn
Concertgebouworkest: tweede con
certserie C. Gastensemble: Radio
Philharmonisch Orkest. Dirigent: Jan
Stulen. Solisten: Harry Sparnaay,
basklarinet en Heinz Karl Gruber,
zang. Met medewerking van damesle-
den uit het Groot Omroepkoor van de
NOS. Programma: Raxach, Gruber.
Concertgebouw Amsterdam, 16 no
vember 1980.
AMSTERDAM. De herdershond in Paradiso is nog vrij jong en heeft kennelijk
last van teveel aan energie. Telkens wanneer hij ziet dat er iemand zo’n efficiënt,
hygiënisch plastic drinkbekertje in zijn hand heeft, gaat hij ervoor staan, begint met
z’n staart te kwispelen en kijkt hoopvol naar boven, net zolang totdat die iemand zijn
bekertje in de lucht gooit en hij ernaar kan springen. Het is steeds hetzelfde spelletje.
Maar het kennelijk onuitputtelijke enthousiasme van de herder is zo groot dat er
steeds wel iemand is die wil gooien; er wordt gelachten en de verveling wordt
vergeten.
N