ZATERDAGS Bii VOEGSEL
GOED SPO
n
rit
Strenge Europese
veiligheidseisen
voor speelgoed
«aar’
11
SpC-
ihw i
F
HET WINDJE VAN DE FREULE
mi
e
w
r
lil
i
pij
hel
I
i I
oio
B
i
V
KV
V
!i L
I
H
fV
I
door Léon Klein Schiphorst
CV
oji
k
Rond het heerlijk avondje puilen de speelgoedwinkels uit. De leek,
die er binnen stapt, raakt verbijsterd door het aanbod. Wat is nu
goed en wat niet? De beschouwing van Léon Klein Schiphorst geeft
op die vraag natuurlijk geen pasklaar antwoord. Maar zij is wel een
goede leidraad voor de moeilijke inkoopuren, die ouders en
opvoeders te wachten staan.
Vlooienspel
T
Kunststof patatkraam
1
rne
ofd
L
Ji-
an
il
e
Bladeren in onschuldige sinterklaasgidsen. Wie de kleurige folders eens wat
zorgvuldiger bekijkt, ziet warempel de grote-mensenwereld in zakformaat aan
zich voorbijtrekken. Dat kan geen toeval zijn.
Het is een wonderlijke afspiegeling van de werkelijkheid al dat speelgoed. Een
met zorg samengesteld pakket, waarin „hij” zelfbewust met een
pompschroevendraaier van plastic een vrachtwagen repareert en „zij” opgewekt
de poppenkleertjes blijft strijken. Dat zijn de regels en zo wordt het spel gespeeld.
Het kinderspel is en blijft een imitatie van de werkelijkheid. De fabrikanten zijn
niet te beroerd om daarvoor de attributen te leveren.
-
iis G
4
MA
i
L;
Slecht geïnformeerd
Voorgekauwd
"VTA:'1
L
r gsG' ‘U' s
-
GIG,
n
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIII
i
Speelgoed
afspiegeling
X-
van de
\.7,:
■-
wer kelij kheid
Natuurlijk bepaalt ook hier de vraag het
aanbod. De speelgoedgidsen zijn wat dat
betreft een aardige graadmeter van de
ideeën, zoals die bij de ouders leven. In die
visie is alleen plaats voor
ogenschouwelijk onschuldige dingen. In
de imitatiewereld is het geluid van een
speelgoedvliegtuig machtig interessant en
kan je met chirurgische apparatuur heel
wat aflachen. Het moet ook leuk blijven.
Een hongerepde Biafraan of werkeloze
bouwvakker heeft Play Mobil of Lego dan
ook niet in zijn poppetjescollectie
opgenomen.
De eerlijkheid gebiedt me te bekennen dat
hoewel daar nooit op is aangestuurd
mijn eigen kinderen niets lieve? doen dan
imitatiespelletjes. Jasmijn bakt taartjes in
de zandbak en de skelter van Michiel is
vanaf het begin „papa’s auto” geweest. Zo
Op de internationale speelgoedbeurs van
Neurenberg werden dit jaar 130 nieuwe
artikelen geïntroduceerd. Enkele
voorbeelden: daar is Big Crash, 96
eenheden van plastic, die achter elkaar
overeind moeten worden gezet, opdat ze
met een duwtje omgekegeld kunnen
worden. Vroeger deed je zoiets met
dominostenen. En wie had er geen
vlooienspel? Nu is er een „Vleesetende
Plant”, die met regelmaat de kelken
opent, waarna geprobeerd moet worden
met een apparaatje plastic insekten naar
binnen te schieten.
Het elektronisbhe speelgoed spant wat dit
betreft de kroon. Boter, Kaas en Eieren.
Mastermind, Zeeslag. Een vel
ruitjespapier en twee potloden waren de
enige attributen die je hier voor nodig
had. Ze zijn vervangen door de chip. De
computer rukt op en lijkt niet te stuiten.
Een fabrikant hierover: de toekomst van
ons en onze kinderen is aan de computer,
daarom is het goed kinderen al vroeg met
dit soort dingen vertrouwd te maken.
Klinkt logisch, maar is onzin. Zo’n verhaal
zal de baas van de speelgoedfabriek zeker
niet ophangen als hem gevraagd wordt
naar de opvoedkundige waarde van
oorlogstuig als speelgoed (Maar daarover
straks meer). Niet alleen het
bedrijfsleven, ook de stichting Goed
Speelgoed uit Leiden staat positief
tegenover de elektronica in
speelgoedland. Voorzitter Leo Schmidt
kinderen leren met elektronisch
speelgoed om te gaan. Anders lopen ze
straks achter”.
Hij kan de techniek moeilijk laten vallen,
nu de stichting een computerspel van
Jumbo (geautomatiseerd elektro) tot
speelgoed van het jaar heeft uitgeroepen.
Wonderlijk genoeg beweert dezelfde
meneer Schmidt dat veel speelgoed te
complex is. Hij roept uit dat we terug
moeten naar de blokkendoos. Naar de
eerlijke hardhouten blokjes, die niet stuk
kunnen en geen batterijen kosten. „Goed
speelgoed is dat, waar een grote
zelfwerkzaamheid aan te pas komt”, zegt
hij. Van het elektronische gedoe kan dat
moeilijk worden volgehouden.
Onder het enorme aanbod speelgoed
komt een groot aantal zaken voor dat het
predikaat „eigentijds” verdient. We
Het is duidelijk, dat de consument, die
in veel gevallen niet of nauwelijks in
staat is om te beoordelen, welke gevaren
bepaalde soorten speelgoed kunnen op
leveren, zich in de toekomst sterk door
dit teken zal moeten laten leiden.
Het wachten is alleen nog op de Raad
van Ministers van de EEG, die dit geheel
van regels nu snel van kracht moet doen
worden.
>6
Vervolgens is speelgoed uitsluitend
voor kinderen bestemd, een categorie
van consumenten, waarvan men rustig
mag zeggen, dat zij minder voorzichtig
zijn dan men van volwassen gebruikers
van andere produkten mag verwachten.
Dit laatste betekent ook. dat juist kinde
ren blootstaan aan gevaren, die kunnen
ontstaan, wanneer speelgoedartikelen
niet worden gebruikt overeenkomstig de
specifieke werking ervan. Men denke
alleen slechts al aan blokken van een
bouwdoos, die uiteraard bestemd zijn
om mee te bouwen, maar die, wanneer
zij in de mond worden gestoken, hetgeen
de kleinste kinderen zeker zullen doen,
schadelijk kunnen zijn voor de gezond
heid wanneer de verf, waarmee deze
blokken beschilderd zijn, giftige stoffen
bevat.
De Europese wetgever nu verstaat on
der speelgoed alle produkten, die kenne
lijk bestemd zijn om bij het spel door
kinderen van niet ouder dan veertien
jaar te worden gebruikt met inbegrip
van schrijf- en tekenmateriaal alsmede
het materiaal voor handenarbeid.
Dit speelgoed zal, in de staat, waarin
het in de handel wordt gebracht, voor
taan moeten voldoen aan de in de richt
lijn vermelde technische veiligheidsken-
merken en tevens de in de richtlijn be
paalde vermeldingen en waarschuwin
gen moeten dragen.
Zo zal bijv, chemisch speelgoed moe
ten zijn voorzien van het opschrift:
„Waarschuwing! Uitsluitend voor kin
deren ouder dan 10 jaar. Te gebruiken
onder toezicht van een volwassene.
(ex-speelgoedhandelaar) van de stichting,
die het kwaliteitsbewustzijn bij het
bedrijfsleven wil stimuleren en met dat
doel élk jaar een stuk speelgoed bekroont,
ziet er geen kwaad in. „De wereld wordt
beheerst door de computer.
Rekenmachientjes behoren op school tot
de standaarduitrusting. Daarom moeten
'W
volwassenen zelf een verlanglijstje
mochten samenstellen. Om maar eens met
de conclusie te beginnen: bijna alles
bestaat nog. Maar: de oude zaken zijn in
een nieuw jasje verpakt. Vaak onnodig en
meestal erg kostbaar.
onverteerbare zaak. Vorig jaar nog volop
in de publiciteit door de sticker-plakactie
van Onkruit. In alle gidsen worden
pistolen en geweren (zij het in bescheiden
mate) aangeboden. Het aantal wapens dat
wordt verkocht is op het totaal niet in
procenten uit te drukken. De bezwaren
(„moordtuig is geen speelgoed”) worden
door de deskundigen unaniem van de
hand gewezen. De één zegt dat de
kinderen zo hun agressiviteit kwijt
kunnen en de ander beweert dat het
verbieden met speelgoedwapens te spelen
juist een latente behoefte aan dit soort
zaken oproept en agressiviteit in de hand
werkt. Er zijn dikke rapporten over vol
geschreven.
We laten de deskundigen verder voor wat
ze zijn en citeren een speelgoedhandelaar
over deze gevoelige materie. Hij verkoopt
plastic pistolen zonder
gewetensproblemen. „Onderzoek heeft
uitgewezen dat krijgzuchtig speelgoed
geen militarisme aankweekt bij jongeren.
Het heeft daarom ook geen zin om de
verkoop ervan te verbieden, zoals in
Zweden is gebeurd. Daar is ook de vrije
drankverkoop aan banden gelegd.
Nergens wordt zoveel gezopen als in
Zweden”.
gaat dat. Het gevaar is dus levensgroot
aanwezig dat ik mijn frustraties nu op de
speelgoedfabrikanten ga afreageren.
De aanhef van dit verhaal mag dan zwaar
overtrokken zijn, het kan nooit kwaad als
opvoeder bij de aanschaf van speelgoed
af te vragen of je wel verstandig te werk
gaat. Te gemakkelijk laat het publiek zich
l veel kostbare rommel aansmeren. Die
wijsheid heb ik niet van mezelf, maar
komt uit de koker van deskundigen.
Ouders zijn niet kritisch genoeg, zegt ook
doctorandus Roel de Groot, specialist op
het gebied van zowel de kinderziel als het
speelgoed. Hij is wetenschappelijk
medewerker aan de vakgroep
orthopedagogiek en de Universiteit in
Groningen en bovendien secretaris van
„The International Counsel for
Childrenplay” (ICCP), een internationale
werkgroep van psychologen die zich al
twintig jaar beijvert voor de
vervaardiging van verantwoord
speelgoed.
Die doctorandus heeft tot zijn verdriet
moeten vaststellen dat de ouders vaak
slecht zijn geïnformeerd. „Het ontbreekt
aan goede voorlichting met een niet-
commercieel karakter", zegt hij.
Dergelijke informatie is bij de keuze van
speelgoed essentieel. Konsumenten
Kontakt en ook de Consumenten Bond
zijn twee instellingen die incidenteel
onderzoek doen op dit terrein.
Wat veel ouders vergeten, zo stelt De
Groot, is dat de hoge prijs niet bepalend is
voor de kwaliteit van het speelgoed. „Ik
heb me wel eens afgevraagd waarom de
pollepel niet in de folders staat. Daarmee
kunnen kinderen heel goed spelen”. Ook
hij overdrijft in zijn voorbeeld, maar de
boodschap is duidelijk: er is genoeg
betaalbaar speelgoed. Let op en laatje
niet misleiden.
Daarmee zijn we dan meteen aangeland
op het uitgangspunt voor dit verhaal: eens
te vergelijken wat er in de folders nog is
terug te vinden uit de tijd dat wij
Wat die zelfwerkzaamheid en de eigen
fantasie van het kind betreft, valt het op
dat steeds meer speelgoed wordt
voorgekauwd. Fabrikanten melden vol
trots dat psychologen en
kinderspecialisten de gedragingen van
peuters langdurig observeren en moeders
consulteren om aan de hand van die
ervaringen hun speelgoed te ontwerpen.
Zo komt Ficher Price met „een
circustrein” op de markt, waarvan „de
directeur een oogje in het zeil houdt of de
machinist wel op tijd de stoomfluit zal
laten horen”. Om daar op te komen zal
heel wat zijn vergaderd.
Play Mobil kan er ook wat van. „Een
Arabier met vrouw” of „Bedoeïn met
dromedaris” laten niet veel meer over aan
de fantasie van het kind.
Uit de gidsen zijn veel dingen verdwenen.
De originele Dinkey Toys staan nu in de
vitrine bij de antiquair, Meccano is niet
meer terug te vinden. Ezeltje Prik, de
Jodelbaan (met knikkers) en het visspel
hebben de folders ook niet meer gehaald.
De kleine drukkerij (weliswaar van
kunststof), de Grote Goocheldoos en
Hamertje Tik bestaan nog wel.
Via Hamertje Tik is het een klein
overstapje naar de speelgoedwapens.
Voor veel mensen noe altiid een
noteren een geheel uit kunststof
opgetrokken patatkraam, compleet met
plastic frites. Vermeldenswaardig is ook
de Disco Barbiepop en haar zusje Beauty
Secret Baby, die wanneer ze in de rug
gedrukt wordt spontaan het gezicht
begint te poederen. Aan poppen is er toch
geen gebrek. In een willekeurige folder
staan er zo’n dertig afgebeeld. Variërend
van „een slappe negerbaby, die aan- en uit
kan worden gekleed” van 49,50 tot „een
grote zing- en spreekpop, in een leuk
broekpak met uitwisselbare plaatjes”
46,50 zonder batterijen.
Geheel van deze tijd is ook de
droomkeuken met kookgeluidjes.
Gelukkig zijn er ook uitzonderingen. De
kritische koper hoeft niet te wanhopen.
Zo is er in alle prijsklassen veel instructief
en nuttig constructiespeelgoed te koop.
Hauseman en Hütte (beter bekend als
Jumbo) gaat prat op kwaliteit en stelt dat
het slechte speelgoed geen lang leven
beschoren is. Het bedrijf heeft als grootste
speelgoedfabrikant in Nederland wel enig
recht van spreken. Jumbo brengt niet
minder dan 250 spellen op de markt. De
bekendste: Mens Erger Je Niet, Stratego
(uitgevonden dooreen Nederlandse
onderduiker tijdens de oorlog), Elektro en
Pim Pam Pet. In de Benelux gaan er van
deze spelsoorten per jaar honderdduizend
dozen over de toonbank. Een rage van dit
jaar zijn de gok- en dobbelsteenspelletjes
met een minimum aan speelattributen en
een maximum aan speelwaarde.
Verkoopleider Berns vertelt dat zijn
deskundigen een hang naar nostalgie
bespeuren. De mensen zijn uitgekeken
naar de buis en keren weer terug onder de
lamp rond de grote tafel. „Vooral de
educatieve spelletjes doen het erg goed",
meldt hij. „Kwaliteit verkoopt goed en
blijft goed verkopen".
De kwaliteit van een gezelschapsspel laat
zich, naar het ons voorkomt, moeilijk aan
de doos beoordelen. „Toch kan,dat", zegt
Berns. „Je kunt het horen als je de deksel
op een Jumbodoos doet, dan komt er een
bepaald geluid vrij: wij noemen dat het
windje van de Freule
Het heeft Jumbo geen windeieren gelegd.
WJ-
Het Nederlandse Speelgoedbesluit
kent op dit moment slechts de vrij alge
mene eis, dat een produkt, als het hier
voor genoemde, moet zijn voorzien van
een opvallende aanduiding, aangevende,
op welke wijze gevaar voor de gezond
heid kan worden voorkomen. Geheel
nieuw is ook dé bepaling in de richtlijn,
dat de lidstaten van de EEG verplicht
worden om laboratoria aan te wijzen,
waar fabrikanten, importeurs en verko
pers van speelgoed tests kunnen laten
uitvoeren om vast te stellen of het speel
goed, dat zij in de handel willen brengen,
aan de EEG-normen voldoet.
Bij voldoen aan de normen zullen zij
een certificaat ontvangen, dat het recht
geeft om op speelgoed, dat met het on
derzochte model overeenstemt, het
EEG-symbool aan te brengen.
Dit EEG-overeenstemmingssymbool
bestaat uit de hoofdletter Epsilon, 8 mm
hoog in een zeshoek ingesloten en bege
leid van een of meer van de letters M, F,
T en E, die de gemeenschappelijke tech
nische normerl aangeven, ten aanzien
waarvan het speelgoed werd onderzocht
en goedgekeurd, waarbij M= mechani
sche eigenschappen, F= ontvlambaar
heid, T= toxiciteit of giftigheid en E
staat voor de elektrische eigenschappen.
Een voorbeeld van goedkeuring zou
kunnen zijn:
(Van een juridische medewerker)
Wanneer de Raad van Ministers van
de Europese Gemeenschappen het on
langs gepubliceerde zeer omvangrijke
voorstel van de Europese Commissie
(het dagelijks bestuur van de EEG) aan
neemt, zullen vanaf uiterlijk 1 januari
1983 in alle lidstaten van de EEG dezelf
de tamelijk strenge wettelijke bepalin
gen inzake speelgoed van kracht zijn.
Speelgoed, waarvan de verkoop vroe
ger zeer beperkt en met name seizoenge
bonden was, is gedurende de afgelopen
15 jaar een produkt geworden, dat door
de verbetering van de levensstandaard
en veranderingen in het milieu van het
kind een vertrouwde plaats inneemt in
de moderne consumptiemaatschappij.
Was het aantal speelgoedartikelen in
1955 nog 5000, in 1979 was dit tot meer
dan 60.000 gestegen.
Niet alleen kwantitatief was er een
enorme ontwikkeling, ook kwalitatief
heeft de markt van het speelgoed zich
zeer sterk ontwikkeld.
Bestaat het traditionele speelgoed als
bijv, poppen nu in bijzonder veel varia
ties, dagelijks verschijnen er nieuwe
vormen van speelgoed op de markt in de
meest geraffineerde vormen: elektrisch,
mechanisch, chemisch en bijv, zeer veel
functioneel speelgoed, dat produkten
nabootst, die in het dagelijks leven door
volwassenen worden gebruikt zoals:
wasmachines, strijkijzers, naaimachi
nes, etc.
De opkomst, van de elektronica bete
kende tevens de introductie van het elek
tronisch speelgoed: videospelen in een
eindeloos aantal variaties, maar ook
bijv, speelgoed met afstandsbediening.
Al dit speelgoed, dat meestal erg duur is
en waarvan te verwachten is, dat de
verkoop de komende jaren nog sterk zal
toenemen, brengt, hetgeen niemand zal
verwonderen, door zijn technische
eigenschappen belangrijke veiligheids
problemen met zich mee. Een groot aan
tal landen, waaronder Nederland, maar
ook de Verenigde Staten en Japan, die
op wereldniveau de belangrijkste produ
centen en exporteurs van speelgoed zijn,
kennen een wettelijke regeling, waarin
veiligheidskenmerken voor speelgoed
zijn vastgesteld. Maar gebleken is, dat
met name de sterk gestegen invoer van
speelgoed in de EEG vanuit nieuwe pro
ducerende landen vanuit het Verre Oos
ten een strengere reglementering nood
zakelijk maakt. Dit laatste speelgoed nl„
dat in principe goedkoper is wegens de
lage arbeidskosten, vertoont echter niet
altijd de onontbeerlijke veiligheidsken
merken.
Uit een studie van het recht van de
EEG-lidstaten bleek bovendien, dat de
meeste Europese landen in het geheel
geen bepalingen hadden om het kihd
doeltreffend te beschermen tegen de tal
rijke gevaren, die het speelgoed met zich
mee kan brengen, terwijl van de wetge
ving. die in een aantal landen, waaron
der Nederland, de laatste jaren van
kracht is geworden, moet worden be
twijfeld. >f deze in werkelijkheid wel de
gewens’e b< -cherming biedt. Wat houdt
nu deze Europese wetgeving in?
Een vettelijk algemeen veiligheidssys-1
teem, dat op alle speelgoed van toepas
sing is, valt niet eenvoudig op te stellen.
Allereerst is speelgoed een zeer ver
spreid consumptieartikel en zoals reeds
werd gesteld is het aantal speelgoedarti
kelen praktisch onbeperkt en wordt qua
kwantiteit waarschijnlijk alleen maar
overuulieu uoor de levensmiddelen
sector.
Hocus-pocus doos met honderd verschillende goochel-trucs, voor kinderen vanaf tien jaar
Daarnaast voor jongere kinderen het bouwsysteem Tingo.
BW
I
in
F
E T
E