Z ATEB DAGSBiiVOEGSEL
Letterkast
Het geheim van opoe
L
LETTERKAST
h
i
■fl
non-
Hans Plomp
LX
a
Brigitte Sprenger
entwintigjarig huwelijksfeest namen we Mi
chael Joanna McClure mee naar het
standbeeld van Vondel in het park, waar we
hun maskers maakten tussen twee van de
vier stenen engelen, terwijl Michel Auder uit
New York een video-opname van de gebeur
tenis maakte. Op een bepaald moment tij
dens het bandageproces, leek McClure op
Dante. Met Ron Padgett gingne we naar de
tuin van het Rijksmuseum, bij het beeld van
Hermes. Ed Dorn lag op zijn bed, als Marat
in de vroege ochtend.
„Alles te zamen hebben we de maskers
van tweeënveertig dichters gemaakt. Op
trappen, op straat, in hotels. Brion Gysin
bood ons bijzonder elegant zijn voet met vier
tenen aan, om een afgietsel van te maken.
Toen ik een afdruk van de vijfvingerige
hand van William Burroughs maakte, had ik
het gevoel een hagedis te wekken uit zijn
diepe dromen
Ira Cohen fotografeerde het hele proces,
terwijl de gezichten langzaam onder de ban
dages verdwenen, verschillende uitdrukkin
gen van vlees en wit verband vastleggend”.
De maskers stralen een sterk gevoel uit.
Wat is de magie ervan?
Wie zitten er tot nu toe in de collectie?
Caroline: „Ik begon maskers te maken
met Lina, mijn vriendin. Voor vijf gulden
maakten we maskers van iemands gezicht.
In 1979 kwam ik terug uit Griekenland met
Ira voor het One World Poetry Festival en
we besloten maskers van de daar aanwezige
dichters te maken. Het was een bijzonder
poëtisch gebeuren. Op de dag van hun vijf-
een
een
Opoe’s echtgenoot was smokkelaar, maar
niet zo geslaagd in zijn vak als zijn vrouw.
Hij was meermalen de gast van de staat.
Vaak heb ik gedacht dat opoe het déarom
deed. Iemand moest de kost verdienen. Hoe
dan ook, een stukje mysterie blijft. Opoe
hield zielsveel van kinderen. Naast haar
eigen kroost had ze vaak nog andere koters
in huis, die dan volwaardig meetelden in het
gezin. Ze was een voorbeeldige moeder,
streng maar goed. Ze heeft de familie gedo
mineerd tot na haar dood; ze heeft er haar
stempel op gedrukt.
Caroline leeft al een tijd samen met Ira
Cohen. Ze reizen de wereld rond, organise
ren overal poëziemanifestaties en geven pu-
blikaties uit op de moeilijkste plaatsen. Ira
heeft zelfs een uitgeverij in Nepal.
Caroline: ,Jra’s grote intelligentie en zijn
universele geest hebben mij veel inzicht ge
geven. Hij is een Waterman, dus hij voelt
zich overal thuis. Samen hebben we het
tijdschrift helpen oprichten, dat tegenwoor
dig zo’n belangrijke band vormt tussen de
Amsterdamse en de Engelse en Amerikaan
se underground: Ins Outs Magazine. Ira
heeft me in contact gebracht met de interes
santste mensen, kunstenaars. Je kunt zeg
gen dat met heni de Comédie Humaine altijd
aanwezig is, dat hij me altijd inspireert tot
de Divine Comedy.
Een van de mooiste ervaringen die hij mij
bezorgde was de laatste Kumbh Mela in
Ujjain, India, waar we een maand lang ge
leefd hebben met de Saddhu’s en Naga’s, de
wijzen en de spirituele reizigers, in een vuri
ge droom van onvoorwaardelijke liefde”.
Op het moment dat dit gepubliceerd
wordt, zitten Caroline en Ira allang in New
York, waar Caroline een expositie van de
maskers voorbereidt. Foto’s die Ira van de
maskers maakte zijn te koop bij de Ins
Outs-boekwinkel, Oudezijds Achterburgwal
169 in Amsterdam.
Caroline, tenslotte: „Ik hoop dat het ge
zicht van de twintigste eeuw zijn uitdruk
king zal vinden in het licht van de oprechte
Kunst”.
vrouw die haar nog de week daarvoor op
straat niet had gegroet, bij opoe aanklopte
om een beroep op haar verdiensten te doen,
repte deze met geen woord over het gebrek
aap vriendelijkheid in het openbaar. De
week daarop zou ze de behandelde vrouw
wederom groeten en wéér geen antwoord
krijgen. Dat hoorde nu eenmaal bij het
beroep.
„Nederland is het enige Europese centrum
waar genoeg ruimte is voor een vrije artistie
ke expressie. Ik weet niet of dat door de
atmosfeer van de plaats komt, of doordat
het een kruispunt van wegen is. Reizigers uit
alle hoeken van de wereld ontmoeten elkaar
hier, en de kunstenaars worden geconfron
teerd met allerlei kunstvormen. Er vindt een
enorme uitwisseling van ideeën plaats en er
wordt veel over de toekomst gepraat. En ik
ben juist met mijn maskers begonnen, om
verschillende culturen en kunstvormen te
combineren in één vorm”.
kinderen en kleinkinderen moesten boeten.
Toen een van haar zonen zich met mijn oma
verloofde, werd laatstgenoemde prompt uit
het ouderlijk huis verstoten. En de zoon uit
dit latere huwelijk had bedenkelijk weinig
speelkameraadjes. Men kende de familie, al
kende niemand haar leden.
Opoe zelf had er geen erg in, althans,
schéén er geen erg in te hebben. Als een
Details werden mij bespaard. Ik weet he
laas niet hoe ze in het beroep terecht was
gekomen, welke methodes zij gebruikte of
wat haar bewoog om het te doen. Wel dat het
een zeer regelmatige bron van inkomsten
was.
Opoe zelf stak het niet onder stoelen of
banken. Bij haar was er geen sprake van
geheimzinnigheid en gefluister. Ze winkelde
wekelijks met een van haar zusters. De
mensen meden haar, groetten niet, staken
eerder de straat over als ze het tweetal zagen
aankomen.
Opoe groette wel, allerhartelijkst zelfs, en
desnoods zó luid dat haar welgemeende
wensen voor het seizoen aan de overkant
werden ontvangen. Om direct daarop, op
hetzelfde geluidsvolume, aan haar zuster te
verklaren: „Die heb ik oók gedaan”.
IKTederland is een internationaal cultureel
W kruispunt, waar kunstenaars uit ver-
J- schillende taalgebieden met elkaar in
contact komen. Wie zijn ogen een beetje
openhoudt, treft in de Amsterdamse straten
befaamde buitenlandse artiesten aan, die,
vaak incognito, een poosje van de vrijheden
van onze hoofdstad komen genieten. Een rol
die ons land al sinds honderden jaren als een
goede gastheer vervult.
De afgelopen maanden verbleven de Ame
rikaanse dichter Ira Cohen en zijn gezellin
Caroline Gosselin in Amsterdam. Caroline
heeft hier onder meer haar unieke collectie
maskers van dichteressen, dichters, schrij
vers uitgebreid met de afgietsels van het
gelaat van enkele Nederlandse kunstenaars.
Nadat zij ook mij met het verzoek om een
masker voor haar collectie had vereerd,
greep ik de gelegenheid aan om een vraagge
sprek met Caroline te hebben over haar
mysterieuze hobby.
f I Vjen ik acht jaar oud was liet mijn oma
mij een foto zien. Op het vervaagde
stuk karton stond een kleine, stevige
Twentse vrouw, gehuld in lange zware lap-
„Kleuren zijn allemaal een onderdeel van
het spectrum, behalve zwart, en iedere kleur
komt overeen met een bepaald deel van ons
lichaam. Rood geeft bijvoorbeeld een meer
aardse, seksuele energie aan, de benen en
onderbuik. Oranje staat in verband met de
solar plexus, goud, de zon. Ik heb donker
blauw of paars gekozen voor mensen die de
indruk gaven een geheim te bewaren. Zwart
voor de schoonheid van het verborgen hart.
i hu J
pen van onheilspellend zwart. Haar strakke,
strenge gezicht was omlijst door rossig haar
dat ondanks de stevige knot achter op het
hoofd zijn vrijheid trachtte te heroveren. Ik
vond niet dat opoe er lief uitzag, en mooi was
ze evenmin. Maar de speciale kracht die mij
al zo bezighield, straalde zelfs vanaf het
fletse bruine kiekje.
Pas jaren later, toen ik het ouderlijk huis
al had verlaten, hoorde ik wat opoe had
gedaan. De familiekring lichtte me in. Het
gesprek deed me denken aan de gefluisterde
conversatie uit mijn jeugd. Er was weer dat
respect, maar ook de geheimzinnige onder
liggende emotie. En nu wist ik welke die
emotie was: schaamte. Men schaamde zich
voor wat opoe had gedaan. Ze had inder
daad zoiets als doktertje gespeeld, zij het op
een andere manier dan ik: opoe was gespeci
aliseerd in het uitvoeren van abortus.
gApoe was zo geen populaire figuur in de
I stad. Ze had ongeveer de helft van de
vrouwelijke bevolking „gedaan”, leek
het, en beschouwde dit als een positieve
zaak. Immers de vrouwen in kwestie liepen
nog gezond en wel in de stad, meende ze.
Niet alleen opoe werd gemeden; ook haar
Ooms ga ik op bezoek bij mijn oma, die
nog in die stad woont. Haar man
overleed drie jaar geleden. Enkele
maanden terug heeft zij het contact hersteld
met een van haar broers. Sinds de verloving
met opoes zoon hadden broer en zus geen
woord met elkaar gewisseld. Ook zij staken
de straat over als ze elkaar tegenkwamen.
Nu komen ze weer bij elkaar over de vloer
en praten over van alles, behalve opoe.
Laatst heb ik het gevoelige onderwerp
aangesneden, tijdens een van mijn bezoe
ken. Ik vertelde dat ik eigenlijk wel trots was
een afstammeling te zijn van zo’n kleurrijke
en unieke figuur. Zij heeft er immers voor
gezorgd dat mijn familie niet middelmatig
is. Men moet óf blauw bloed in de aderen
hebben, óf van een „misdadig” geslacht
stammen, grapte ik.
Oma kon er niet om lachen. Ze zei alleen
dat ze blij was dat ik er niet onder had
hoeven lijden. En voor een ogenblik leek het
of de lange schaduw van de geschiedenis
over oma’s huiskamer viel.
„Zoals in alles, is er ook in maskers magie.
Als je naar het traditionele Japanse No-
fheater kijkt, daar vormen de maskers ver
schillende aspecten van de godheid, en de
acteur kan het alleen dragen na bepaalde
rituelen en moet het heel voorzichtig aanra
ken, alleen bij de oren. Bij het maken van de
maskers doet zich een soort genezingsproces
voor. Het belangrijkste is dat de „persona”
kleur die jij hun gezicht hebt gegeven, heel
goed te herkennen. Wat betekenen die
kleuren?
Ke overleed twee dagen na mijn geboorte.
KZe heeft me nooit gezien. Voordat ze
ziek werd, had ze nog een paar blauwe
babylaarsjes gekocht: ze had gehoopt op een
jongen. De laarsjes heb ik nog ergens. Op
zolder misschien. Men vertelde haar in het
ziekenhuis dat ik gezond en met tien vingers
en tien tenen ter wereld was gekomen. Ze
was trots. Haar eerste achterkleinkind.
Ik heb opoe nooit ontmoet. Toch ken ik
haar. Er werd vaak over haar gesproken
destijds. Je opoe was uniek, zeiden ze dan.
Of: die opoe, dat was me er eentje. En dan
knikte iedereen bedachtzaam. Vele herinne
ringen schenen hen door het hoofd te spelen.
Op zulke momenten kregen de vertellers een
wat pijnlijke trek om de mond. Ik begreep
het niet goed, maar hield wel van de geheim
zinnigheid.
Veel concreets over die zeldzame dame
kreeg ik niet te horen. Er school veel liefde
rijk respect, zelfs iets van hoogachting, in
hun loftuitingen, maar ook iets anders.
Soms werd er over haar gefluisterd. Dan
keek men schuchter in het rond, met een
behoedzame blik in mijn richting, en tussen
de uit nauwelijks geopende monden geper
ste opmerkingen wemelde het van de tsks,
de tja’s en de tut-tuts. Opoe had iets stouts
gedaan, stelde ik met enige opwinding vast.
Zo hadden mijn ouders immers ook over mij
gefluisterd, toen ze me in het fietsenschuur-
tje vonden met een buurjongen doktertje
spelen. Misschien had opoe ook wel dokter
tje gespeeld, bedacht ik, en zo werd ze me
nóg dierbaarder.
Over haar man, mijn overgrootvader,
werd vrijuit gesproken. Een onbeduidende,
grijze figuur die voor zover ik wist wel had
bestaan, maar die net zoals wij allen
overschaduwd werd door de kleurrijke, ge
heimzinnige opoe.
van iedereen zich uitkleedt, terwijl hij zijn
gezicht bedekt. Je moet het vlees niet zozeer
aanraken, maar het onthullen, zodat de ziel
vrijkomt. Voor de dichter zelf is het
vorm van diepe meditatie. Het is ook
transformatie, want nadat ik heb gerepro
duceerd wat een persoon op een bepaald
moment precies is, maak ik van het afgietsel
een nieuw masker van papier maché. Daar
doorheen verwerk ik bedrukt papier, zodat
een verhaal of gedicht op het gezicht ver
schijnt.
Je hebt de maskers in allerlei kleuren
beschilderd. De meeste dichters schijnen de
In ieder masker zit een sprankje goud,
behalve in dat van de dichter Jules Deelder,
dat wit en zwart is, en een zekere puurheid
uitstraalt door sterk contrast. Simon
Vinkenoog kwam tevoorschijn als het per
fecte produkt van zijn kreeft-moederstad:
met groene en blauwe golven en rode lippen.
Bert Schierbeek heeft de grote ronde uit
straling van de zon, zoals je die op tarotkaar
ten ziet.
Ik ben geïnspireerd door Balinese, Indiase
en science-fictionontwerpen. Op het ogen
blik maak ik een serie in de traditie van de
surrealistische collagepoëzie. Ik houd vooral
van het masker van onze vereerde dichter-
engel Gregory Corso, dat de tekst draagt:
Nu is het moment: Atlantis vliegt
stop”.
Vele buitenlandse kunstenaars schijnen
nogal van Holland te houden. Er werken
heel wat buitenlandse schrijvers hier, vaak
onder moeilijke omstandigheden. Jij bent
Frangaise, maar je woont ook allang in
Amsterdam. Wat is precies de aantrek
kingskracht van Nederland op kunste
naars?
i
1 «C4
I
Caroline Gosselin’s
magische maskers
I
1
A
f
Caroline Gosselin
met de maskers van Hans
Plomp (links) en Jules
Deelder.
De nieuwste ideeën op het gebied van
eigentijds radiomaken worden gevormd,
uitgewerkt, getoetst, aangepast,
beproefd, bijgesteld en tenslotte aan de
ether toevertrouwd in Hilversum; dat
spreekt vanzelf, want daar staan nu
eenmaal ’s lands microfoons.
Wij zullen voor de aardigheid eens uit de
doeken doen hoe men in dit
ogenschijnlijk zo bedaarde Gooise dorp
de scheppingsdrift de vrije loop laat en u
een goedgekeurd draaiboek laten zien
voor de eerste vijf minuten van een
baanbrekend nachtprogramma.
Kies een presentator die of een
spraakgebrek heeft, of een snee in z'n
oor, of beide. (Aanwijzing voor
producer: zorg voor krat whisky.)
Maak een deal met KNMI, opdat de
nieuwslezer de luisteraar op montere
toon opvriezing van natte weggedeelten
en flinke sneeuwval in het vooruitzicht
kan stellen. (Effect: luisteraar blijft
luisteren.)
Laat op deze onheilstijding jingle volgen
met op warme toon gezongen „De... (1)
zie voetnoten) wenst u goedenacht
Presentator herhaalt deze wens en voegt
er tijdmelding aan toe. Voorbeeld: „De...
(1) wenst u goedenacht om drie minuten
(2) over een”.
Presentator! (tekst letterlijk volgen; let
op noten!):
„Voor we met dit tweede programma
beginnen, of dit (3) tweede uur moet ik
eigenlijk zeggen, van ...’s (1)
nachtuitzending, wil ik u eerst nog een
keer die telefoonnummers noemen die
ik u in het begin van het eerste uur ook
genoemd heb. En daarvoor dus eerst
muziek”.
(Muziek; liefst femelig, met veel violen.
Ook wanneer presentator spreekt moet
muziek hoorbaar blijven.)
„Het eerste telefoonnummer, dat is hier
in Hilversum (4), nul vijfendertig, nul
vijfendertig, acht vijf nul vier twee nul.
Dus nul vijfendertig, acht vijf nul vier
twee nul”.
(Muziek)
„Een aantal andere nummers. Nul
vierendertig nul vier, nul vierendertig nul
vier, abonneenummer twee zeven twee
nul nul, nul vierendertig nul vier,
abonneenummer twee zeven twee nul
nul. Of: nul negenenzeventig, nul
negenenzeventig, abonneenummer
twee een zes nul een een. Dus nul
negenenzeventig, twee een zes nul een
een”.
(Muziek)
„We hebben (5) nog een aantal
nummers, bijvoorbeeld nul
vierenzeventig, nul vierenenzeventig, in
het oosten van het land,
abonneenummer negen een nul twee
acht vier. Nul vierenzeventig, en dan
abonneenummer negen een nul twee
acht vier. Of nul eenenvijftig
eenenvijftig, nul vijf een vijf een,
abonneenummer twee nul acht vier, dus
nul eenenvijftig eenenvijftig, twee nul
acht vier. Ofen dat is het laatste
nummer hier in Nederland nul twintig,
dat is Amsterdam, nul twintig, en dan
negen nul nul twee zes vijf, dus nul
twintig, en dan negen nul nul twee zes
vijf. En dan hebben we nog één nummer
en dit hebben we dan (6) speciaal
voor onze Belgische luisteraars en dat is
een nummer (7) in België, nul
achtenvijftig, dat is het kengetal van De
Panne, nul achtenvijftig,
abonneennummer vier een twee nul
twee acht, dus nul achtenvijftig, vier een
twee nul twee acht. En als u wilt
reageren over dit programma, of over 't
voorgaande programma's (8), of verder
in de nacht, belt u dan rustig een van
deze nummers, want die mensen zitten
(9)speciaal daarvoor aan de telefoon
(Muziek zwelt aan, jengelt enige tijd
door en sterft weer weg. Einde van dit
onderdeel.)
Voetnoten. 1) omroepvereniging
invullen. De overige voetnoten geven
een suggestie voorde uitspraak. 2)
drummemutten. 3) ftit. 4) Hilvussum
(liefst slissend). 5) mumbwe. 6)
diddubbedan. 7) daddizzenummer. 8)
ovetvorgedeprgrammes. 9) mezzidde.
Bizarre fantasie? Gek geworden, die
man? Bel z’n hoofdredacteuren een
nette inrichting? En zeg meteen dat
abonnement op?
Een pijnlijke vergissing. De hierboven
weergegeven tekst is uitgezonden in de
nacht van 7 op 8 november j.l. in het EO-
programma True Light. Als u de
fonetisch genoteerde klanken van de
voetnoten overhevelt naar hun plaats in
het „draaiboek”, dan weet u wat er in die
vijf minuten (bijna negen procent van
het programma) letterlijk is gezegd
Opnieuw blijkt hoe de stoutste fantasie
het afleqt tegen de realiteit. Maar laten
we voorzichtig zijn. Straks béllen ze het
KNMI en dan zijn we helemaal
A’.:;
Allen Ginsberg
Simon Vinkenoog