Studio Ensemble en Wiener Kammeroper een gelukkige samenwerking Don Giovanni elegant en welluidend Subsidie voor kunstenaar David Zinman weg bij RPhO Kerkmusicus Paul Broersen overleden handig Verdeelde indrukken bij dirigent Tilson Thomas Kleine uitgevers bijeen op beurs in Paradiso Dansstuk Say bye-bye een uitputtend debuut rs! 9- overzicht©^ totljanuariWÜ t FNV: „Stijging kunstbudget CRM in feite een vermindering Zowel extase als teleurstelling op APhO-concert Aanstekelijke primitieve kracht in werk Forsythe DONDERDAG 27 NOVEMBER 1980 KUNST U- is het waard' 20 I AMSTERDAM. De geschie denis van de onvermoeibare vrouwenjager Don Juan was bij veel operacomponisten uit de tweede helft van de 18e eeuw een populair onderwerp: Don Gio vanni van Mozart (op een libretto van Lorenzo da Ponte) is een on betwist weergaloze ster aan het muzikale firmament geworden, maar daarnaast zijn kleinere lichtpunten te vinden als de Don Giovanni’s van Rignini, Calegari, Albertini, Tritto, Fabrizi, Gardi en Gazzaniga. e 1 Neeme\e»nKRO moeite, de KHU l na5.284 333 of schrijf aan (geen postzegel) Heemstedenaar Henk Metselaar ontvangt geschenk onder couvert van koningin Beatrix. GEMMA COEBERGH Michael Tilson Thomas .99 geluidsband, terwijl het Balletorkest er nog eens lustig tegenin speelt. (ADVERTENTIE) lemeni voor eet '53. JAN BAART JOHAN VAN KEMPEN r.- Leena Kiilunen en Hans Günther Müller In de Don Giovanni van Gazzaniga (foto Jaap Pieper). David Zinman acht het leiding geven aan twee orkesten, die zo ver (Rochester ligt in de staat New York) van elkaar verwijderd zijn, een te zware belasting en een belemmering voor een normaal ge zinsleven. Zinman heeft voor Rochester gekozen. De Engelsman Simon Rattle, thans vas te gastdirigent van het RPhO, zal Zin- man’s positie niet ovememen omdat hij ook niet twee indentieke functies wil ver enigen. ROTTERDAM (ANP). Wegens per soonlijke redenen zal David Zinman zijn thans lopende driejarige contract als vas te dirigent van het Rotterdams Philhar- monisch Orkest niet verlengen. Zinman, die vorig jaar Edo de Waart opvolgde, verlaat het RPhO per 1 september 1982 omdat hij de functie niet kan verenigen met het vaste dirigenschap van het Phil harmonisch Orkest van Rochester. Natuurlijk is Gazzaniga geen Mozart: het gaat niet aan om beide werken muzi kaal te vergelijken. Dat je dat onwillekeu rig toch doet is bijna onvermijdelijk, voor al omdat de libretto’s van Da Ponte en Bertati grote overeenkomst vertonen. Van Voorstelling: Don Giovanni van Giuseppe Gazzaniga, naar een libretto van Giovanni Bertati. Solisten van de Wiener Kammeroper: Hans Günther Muller, Amanda Benda, Karl Dumphart, Bruno Hetzendorfer. Solisten van Studio Ensem ble: Djoke Winkler Prins, Saskia Gerritsen, Wouter Klein, Ferdinando Musumeci, Maria van Dongen, Maarten Flipse. Regie: Nicolas Hytner, dekors: Herman van Etteren, muzikale leiding: Bruce Cohen. Stadsschouwburg Amsterdam, 26 november 1980. Er volgen nog zes voorstellingen, achtereenvolgens in Den Haag, Groningen, Winterswijk, Bussum, Tilburg en Alkmaar (28 en 29 november, 1, 10, 14 en 15 december). Al bood Beethoven als feest der herken ning aan een deel van het publiek duide lijk wel soelaas, voor de luisteraars met een wat subtieler artistiek gehoor moest de verwachting van verdere muzikale be levenissen verschoven worden tot het ge deelte na de pauze. Waar dan overigens opnieuw een teleurstelling wachtte. auteursrechten was namelijk in hun tijd geen sprake, iedere stadsopera had een eigen librettist en er werd op grote schaal openlijk plagiaat gepleegd. Terug naar de De milde poëzie van het openingsdeel werd ongeïnteresseerd gepresenteerd, de verdroomde lyriek van het andante gede gradeerd tot iets zeldzaam saais, terwijl de dartele finale geen werkelijke vreugde en - ondanks soms optredende agressieve tendenzen - al evenmin echte levenskracht kende. i/en v ijkse wij uit! (Van onze kunstredactie) AMSTERDAM. Paradiso organiseert op zondag 14 december voor de derde keer de Beurs voor kleine uitgevers. Circa vijftig uitgevers van boeken, tijdschriften en anderssoortig drukwerk zullen er aan deelnemen. Het geheel zal worden omljjst door een literair programma van aanko mende en reeds gevestigde auteurs. 1 Paul Broersen dirigeerde ook het koor van het ziekenhuis St. Joannes de Deo in Haarlem em dat deed hij meer dan twaalf jaar. Ongeveer tien jaar geleden besloot hij op doktersadvies wat rustiger aan te doen. Hij nam zijn intrek in St. Jacob in den Hout, waar zijn oude vriend monseig neur Van Trigt rector is. Ook daar zette de overledene zich in voor de kerkmuziek. De begrafenis is komende zaterdag op de R. K. Begraafplaats St. Barbara in Haarlem, voorafgegaan door een plechti ge Eucharistieviering in de kapel van het bejaardentehuis St. Jacob in den Hout, om 11.00 uur. Gelegenheid tot condoleren na de begrafenis in Hotel Rusthoek, Bloe- mendaal. (Van onze kunstredactie) NIJMEGEN. In zijn woonplaats Nij megen is dinsdag de Haarlemse kerkmu sicus Paul Broersen overleden. Hij werd 78 jaar. In Haarlem, in de parochie van het H. Hart van Jezus in het Kleverpark, heeft Broersen gedurende zeer lange tijd een belangrijke plaats ingenomen. Vanaf 1932 bekleedde hij daar de functie van directeur-organist. Hij deed dat meer dan veertig jaar en voegde een groot aantal religieuze composities toe aan het kerkre- pertoire door met zijn koor tal van nieuwe missen in te studeren. (Van onze kunstredactie) AMSTERDAM. Henk Metselaar uit Heemstede is een van de vijf jonge kunste naars die gistermiddag in het Koninklijk Paleis in Amsterdam uit handen van koningin Beatrix en prinses Juliana een koninklijke subsidie van ieder vijfduizend gulden kreeg overhandigd. Deze prijzen die door de koninklijke jury voor de vrije schilderkunst worden voorgedragen zijn bedoeld als aanmoediging voor een talent volle jonge schilder of schilderes. i Gazzaniga’s Giovanni ging in 1787 in Venetië in première, tien maanden voor dat Mozarts gelijknamige opera zijn pre mière beleefde in Praag. Evenals bij Mo zart is de opera tragikomisch te noemen, al wordt Don Giovanni door Bertati (bij Gazzaniga dus) medogenlozer geportret teerd: een losbandige aristocraat die door zijn omgeving wordt afgestraft. Hans Günther Müller (van de Wiener Kammer oper) wist deze Don Giovanni ijzersterk neer te zetten, naast de kristalhelder zin gende Djoke Winkler Prins als Donna Elvira, en de eveneens goede zang- en acteerprestaties afleverende Saskia Ger ritsen als Donna Anna, Amanda Benda als Donna Ximena, Wouter Klein als II Commendatore, Karl Dumphart als Gio- vanni’s bediende Pasquariello en Maria van Dongen als Maturina. En om Giuseppe Gazzaniga’s Don Gio vanni gaat het dan in dit geval, een werk dat door de musicoloog Stefan Kunze aan de vergetelheid is ontrukt. Het plan tot heruitgave van genoemde partituur hing samen met studies over Mozart en de Italiaanse opera (Gazzaniga was in zijn tijd alom bekend: veel van zijn opera’s werden zowel in zijn woonplaats Venetië als in Wenen uitgevoerd). Als uitgangs punt voor de heruitgave (in 1972 door Barenreiter) dienden vier partituuraf- schriften uit de 18e eeuw, benevens het originele libretto van Giovanni Bertati. muziek: Gazzaniga hoort dus bij de kleine sterretjes aan het muzikaal firmament, maar zijn muziek is het aanhoren zeker waard. Verrassingen zijn er niet bij, het is allemaal vloeiend, elegant en welluidend, bijna altijd voorspelbaar, maar binnen die kleine afmetingen is alles op de plaats waar het hoort. En enkele aria’s springen er uit, zoals „Povere femine”, waarin Don na Elvira de vrouwen beklaagt die door mannen (als Don Giovanni) worden mis bruikt, of „Sposo piü a voi non sono” waarin zij de schijnvertoning die haar huwelijk met Don Giovanni blijkt te zijn aan de kaak stelt. Dirigent Michael Tilson Thomas, die alleen al door zijn verschijning de fantasie bij die dame losmaakte, deed mij (zeker gestimuleerd door het commentaar naast mij) eigenlijk in z’n manier van doen dan ook wel een ietsje aan een vriendelijke Paganini denken. Maar, al die romanti sche gedachten daargelaten; een feit is dat de betreffende Amerikaanse dirigent die nu een gastdirectie bij het Amsterdams Philharmonisch Orkest waarnam, inder daad wel een musicus pur sang is. Dat was trouwens in het vorig seizoen al lang dui delijk geworden toen Tilson Thomas op het zelfde podium een VARA-matinee van het Radio Filharmonisch en later een con cert in de C-serie van het Concertgebouw orkest dirigeerde. Een groter mysterie overigens dan dat waarmee mijn buurdames zich bezighiel den - inzake treffende gelijkenissen en het bestaan van een prototype van de musicus of de mogelijkheid van reïncarnatie en dat soort ideeën die kennelijk (zo was uit de verdere conversatie af te leiden) in hun hoofden rondspookten - een actueler mys terie betekende voor mij de manier waar op het eerste programmawerk zich aan mij zou voordoen. Het ging daarbij namelijk om Brahms’ Tragische Ouverture, een compositie die ik toevallig binnen het oeuvre van Brahms niet zo speciaal kan waarderen of die mij althans niet zo aanspreekt. Maar terwijl ik die ouverture hier al meermalen min of meer plichtmatig heb uitgezeten, werd ik er ditmaal vanaf de eerste maten met de haren bijgesleept en heb ik van hetzelfde stuk dat mij anders zo koud laat, gehouden en er intens van genoten. Zo’n wonder kan alleen een geïnspireerd musi cus laten gebeuren. Michael Tilson Tho mas is zo’n tovenaar. Het Studio Ensemble van de Nederland se Opera Stichting dat bestaat uit jonge, kortgeleden afgestudeerde solisten die op deze wijze onder deskundige leiding prak tijkervaring opdoen, tekende in samen werking met haar Oostenrijkse pendant, de Wiener Kammeroper, voor de première van Gazzaniga’s Don Giovanni. Een voor stelling die door een sterke rolbezetting en een in alle opzichten (regie, decors, instru mentale begeleiding) zeer gelukkig resul taat een warm pleidooi vormde voor Gaz zaniga’s creatie. AMSTERDAM. „Die familie van Franz Liszt! God zeg, zie je dat: hij heeft echt het lijf van Liszt en daar zit dan waarachtig weer het hoofd op van die z’n dochter Cosima. Die getrouwd was met Richard Wagner, weet je wel. Nou, dat is sterk zeg, als ddt geen musicus is weet ik het niet meer”, zo sprak gisteravond een bezoekster van het APhO-concert tegen haar buurvrouw. Als recensent vang je tenminste ook nog weleens iets aardigs uit het publiek op. Scène uit William Forsythe's Say bye-bye met (van links naar rechts) Kathleen Fitzgerald, Eve Waistrum, Arlette van Boven, Pauline Schenk en Jeanne Solan. Jaogiös De jonge Engelse regisseur Nicolas Hyt ner bleek zich goed verplaatst te hebben in de tragikomische sfeer, gelardeerd met commedia dell’arte-effecten en de pikante situaties die een figuur als Don Giovanni nu eenmaal met zich meebrengt. De in strumentale begeleiding die in handen was van een ad hoe kamerorkest verliep gaaf en dirigent Bruce Cohen hield dit alles uitermate bekwaam in de hand. Tilson Thomas’ gebaren zijn van een natuurlijke directheid die zijn diep invoe lingsvermogen verraden, waarbij hij bo vendien de kunst verstaat om, zoals in Brahms zo sterk was gebleken, zijn bedoe lingen duidelijk op het orkest over te dragen. Maar in Stravinski’s balletmuziek bleek het APhO op veel plaatsen niet genoeg vertrouwd met de partituur en de vraag wierp zich ook op of Tilson Thomas (ook al dirigeerde hij hier destijds een indrukwekkende Psalmensymfonie) ei genlijk wel zo’n ideale Stravinski-vertol- ker is. In elk geval was er behalve de soms nogal gebrekkige klankmaterialisatie, ook al geen spoor van de geëigende sprookjesachtige atmosfeer te bekennen. Teleurstellend daarom, dat, nu de kan sen voor een heel uitzonderlijke avond optimaal leken, die atmosfeer om te be ginnen al werd verbroken door het aan sluitende solistische optreden van Mal colm Frager. Deze pianist, en landgenoot van de dirigent, gaf op de voor zijn spel speciaal vereiste Bösendorfer-vleugel een spanningsloos-routineuze verklanking van Beethovens vierde pianoconcert. Dat oorspronkelijk Bartoks suite De wonderbaarlijke Mandarijn aangekon- digd was en de gastdirigent er nu echter (volgens het programmaboekje) de voor keur aan gaf om Stravinski’s Petroesjka uit te voeren, behoefde gezien het even waardige kwalitatieve niveau van beide werken, overigens geen enkel bezwaar in te houden. Nederlands Dans Theater. Première Say Bye-Bye: choreografie William Forsythe, muziekcollage met Roberto Delgado, Percussion de Ricerca (Har rison, Cage en Ghana), Chinese nieuwjaarsmuziek en orkestcomposi- ties van Jurgen Vater, decor Axel Manthey. Kostuums Axel Manthey en Eileen Brady. Het Nederlands Ballet orkest onder leiding van David Porce- lijn. Reprises Dreamdances (Kylian/ Berio Folk Songs) en Soldatenmis (Kylian/Martinu Polni Mse). Circustheater Scheveningen, 26 no vember 1980. Het toneelbeeld bestaat uit een grofge- schilderd achterdoek in de kleuren zwart, rood en grijs, dat samen met een groot schalig automodel de indruk wekt van een troosteloos stadsplein. Het dansersensem- ble, gekleed in zwarte jurken en zwarte broeken met overhemd, stropdas en zwar te handschoenen, komt over als een zich vervelende clan die in een chaotisch wir war van beweging afleiding vindt. Op de beste momenten heeft Say Bye- Bye als tussenvorm van rockdans, samba hoekig jazzballet een aanstekelijke primi tieve kracht. Door de goede opbouw van Forsythe, die één of twee paren de bewe gingen in laat zetten en dan steeds meer dansers steeds wilder laat bewegen, ont staat een zich doldraaiend proces. De cho reografie bestaat niet alleen uit „dans” fragmenten. Ook sterk lichamelijk getinte schijngevechten en rolbewegingen over de vloer maken er deel van uit. Gillen, schreeuwen en uitroepen als Stop en What’s going on, geven kleur aan het gebeuren. Toch schuilt daar de zwakke stee van Say Bye-Bye. Niet elke danser komt overtuigend over in die emotionele uitingen. Het lachen bijvoorbeeld maakt een nogal gekunstel de indruk. Ook de uitputtingsslag krijgt uiteindelijk een wat geforceerd effect. Het uitputtende dansen ziet er boeiend uit en suggereert ook de bedoelde onttakeling en destructie. Wanneer echter aan het eind de dansers de totale uitputting moeten waarmaken als lamgeslagen en niet meer in staat tot bewegen, geloof je dat niet helemaal. „Ze kunnen het nog best” denk je dan. SCHEVENINGEN. William Forsythe, afkomstig van het Stuttgarter Ballet, heeft zijn debuut gemaakt bij het Nederlands Dans Theater als choreograaf, en wel op zeer nadrukkelijke wijze met het dansstuk Say Bye-Bye. Forsythe laat daarin de dertien dansers aangevoerd door Arlette van Boven gedurende vierentwintig minuten geen keürige passen maken, maar creëert een toneel vol heftig en sensueel bewegende lichamen. Latijns-Amerikaanse klanken, slagwerkritmen in tal van variaties en Chinese nieuwjaarsmuziek bekampen elkaar daarbij op luidruchtige wijze vanaf de De koninklijke subsidies, die destijds werden ingesteld door koningin Wilhelmina en door iedere koningin uit eigen portemonnaie betaald wordt, zijn tot een jaarlijkse traditie uitgegroeid. Maximaal zes kunstenaars tot een leeftijdsgrens van dertig jaar (of, als zij nog niet eerder een dergelijk prijs wonnen, tot 35 jaar) komen ervoor in aanmerking. Naast Henk Metselaar vielen dit jaar Hedy Gubbels uit Rotterdam, Tiny van de Sar uit ’s Gravensande, Lex Rijnhout uit Rotterdam en Eugène Joncherius uit Zeist in de prijzen. sfifiïs (Van onze kunstredactie) DEN HAAG Op de begroting van CRM is voor de kunsten het komend jaar heel wat minder geld beschikbaar dan op het eerste gezicht lijkt. Vergeleken met dit jaar lijkt het budget redelijk gestegen te zijn. Maar als de cijfers naast die van de werkelijke uitgaven over 1979 worden ge legd en de inflatiepercentages in acht wor den genomen, dan blijkt er een behoorlij ke teruggang te zijn. Dit schrijft de FNV in een commentaar op de begroting van CRM voor 1981. In het algemene deel spreekt de FNV van „nala ten van beleid” door de CRM-bewindslie- den. Zij zijn bang om te kiezen en leggen een „zekere willekeur” aan de dag. Het beleid ten aanzien van de decentralisatie vertoont geen vooruitgang en veel zaken worden geformuleerd in „versleten alge meenheden”. De FNV wil dat er voor letteren en beeldende kunst meer financiële ruimte wordt geschapen. Zij dringt er tevens op aan dat de mogelijkheid voor gemeenten om 80 procent van de onkosten, samen hangend met de uitvoering van de Beel dende Kunstenaars Regeling (BKR), bij het rijk te declareren, gehandhaafd blijft. Gebeurt dit niet dan dreigen vele beelden de kunstenaars in de bijstand terecht te komen, die geen materiaal- en atelierkos- ten vergoedt. De kunstenaar kan zijn werk dan niet meer blijven doen. Er wordt geen beleid gevoerd om voorzieningen en opdrachten voor beeldende kunstenaars langs andere wegen te verbeteren, aldus de FNV. Zoals bekend wordt momenteel op amb telijk niveau over de handhaving van eer der genoemde declaratiemogelijkheid overleg gevoerd tussen de ministeries van binnenlandse zaken, sociale zaken en CRM. In een door een meerderheid van de Tweede Kamer aanvaarde motie werd vorige maand geëist de Beeldende Kun stenaars Regeling tijdens de duur van een onderzoek, dat naar de werking van de BKR wordt ingesteld, onaangetast te laten. Amsterdams Philharmonisch Or kest; abonnementsconcert NTC-2. Gastdirigent: Michael Tilson Thomas. Solist: Malcolm Frager, piano. Pro gramma: Brahms, Beethoven, Stra- vinski. Grote zaal Concertgebouw Amster dam, 25 november 1980. an ae e

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 21