verlaat monument in romanvorm
nieuwe boeken
Boeiende
verhaalstof van angelsaksische schrijvers
Ochtendwind
De perzik van onsterfelijkheid;
Leven en dood,
bevrijding en
ondergang
belangrijkste
motieven
SUTCLIFF MAAKT MOEILIJKE MATER IE VOOR KINDEREN TOEGANKELIJK
INVENTUM
I
islSit
Zonnepaard,
Maanpaard
Inventum wandkoffiezetter met warmhoudkan.
f
I
DONDERDAG 27 NOVEMBER
BIBLIOTHEEK
25
1980
Rosemary Sutdift
De nieuwe wandkoffiezetter met warmhoudkan van Inventum.
NIEUW
Humoristische ironie
Snoet
b
b
b
b
b
Christofoor
v W
F J
fc" -
bibliotheek
lat
WIM VOGEL
vullen met water
8-10 kopjes geurige kopie
apparaat
Veilig en vertrouwd
van Inventum
Zuiniger Inventum’s nieuwste wandkoffiezetter is zuinig met
energie. Schakelt zichzelf uit na het koffiezetten en heeft geen
energievragend warmhoudplaatje. Adviesprijs f 139,-
patronen van wat de natuur te bieden
heeft. Lubrin is na het gevecht waarin
Vijfendertig jaar na de oorlog is hun
situatie nog weinig rooskleurig. Corrie is
zijn andere uiterlijk en vanwege zijn
gave voor het vastleggen in vormen en
In mijn recensie van „De Doodshoofd
vlinder, november 1979, wees ik op het
gesloten wereldbeeld dat steeds dwin
gender in Wolkers’ roman naar voren
komt. Ook in zijn nieuwe roman lijkt een
uitweg onmogelijk, zö houdt alles met
alles verband. Volgens Wolkers (men
leze deze krant van 15 november j.l.)
geschiedt dit proces voor een groot deel
onbewust hetgeen het resultaat alleen
maar authentieker maakt. Vandaar de
talrijke leidmotieven: de vlinder, de
brommer, het wiel, het ontbrekende
wiel, de pens die, als de muisjes in Een
Roos van vlees, haast een stuk van hem
zelf wordt en als zodanig dan ook de
verlossing van Snoet inluidt.
De Nachtwacht „iets” anders is .dan de
officiële.
naar de aarde kunnen tuimelen zonder
dat je vindt dat je moet denken dat je
vleugeltjes krijgt en weer omhoogvliegt
het heelal in. De perzik van onsterfelijk
heid is een aardig verzinsel, maar die
vrucht heeft beslist geen pit. Het is maar
een ezelsbruggetje naar de dood”.
I
terecht gekomen is: na de oorlog bleef
alles bij ’t oude en als communistisch
gezinden bleken zij in de jaren van de
Koude oorlog alweer „fout” te zitten.
Ben weet zich min of meer staande te
houden door een groot gevoel voor hu
moristische ironie, voor relativiteit. Hij
onderkent dat veel van ons streven ijdel
is en dat niets zich zal kunnen onttrek
ken aan de grote kringloop die de natuur
is.
Ó1
„Een door oorlog en geweld verziekte
vrouw die iedere dag een fles sherry
moet opzuipen” en die slechts wat
warmte wenst te krijgen van Snoet, een
kale, schurftige hond die op sterven na
dood is. Samen hebben zij moeten erva
ren dat van hun idealen bitter weinig
Natuurlijk zou ik ook het verdere ver
loop van die vijfde mei uitvoerig voor u
kunnen schetsen, maar eigenlijk laat ik
het verhaal liever aan u zelf over. Wel
lijkt het me van belang te weten dat Ben
die dag op zijn volkstuin Snoet uit zijn
lijden verlost hetgeen beslist als een gro
te daad van liefde opgevat moet worden,
hem daarna cremeert en tenslotte, vol
komen uitgeput, terugstrompelt naar
huis met op zijn fiets een nieuwe kapotte
brommer voor Corrie. „Voor de rijwiel
stalling bleef hij staan en keek omhoog
naar het raam. Hij zag haar ervoor zit
ten. Een bleek gezicht waarvan hij niet
wist of het naar hem keek. Zijn lichaam
kromp ineen en ontspande zich. Toen
zakte hij in elkaar. Hij voelde niet eens
meer dat de fiets met zijn zware last op
hem viel”.
Inventum’s nieuwste wandkoffiezetter bewijst dat koffiezetten
makkelijker, handiger en zuiniger kan
Makkelijker Inventum’s nieuwste wandkoffiezetter is geen sta-in-
de-weg op uw keukenaanrecht.
Handiger Inventum’s nieuwste wandkoffiezetter heeft een losse
warmhoudkan die u overal mee naar toe kunt nefnen en die uw
versgezette koffie urenlang op de juiste temperatuur houdt.
Als zo vaak bij Wolkers heeft ook zijn
nieuwste roman een motto, dit maal een
korte dialoog van Ernest Hemingway:
„You talk like a radical”, I said. „I ain’t
no radical”, he said’ „I’m sore. I been
sore a long time”. En inderdaad, als er
iets duidelijk naar voren komt dan is het
wel dat de hoofdfiguur, Ben Ruwiel, zich
bijzonder gekrenkt voelt. Hij voelt zich
te kort gedaan door een samenleving die
al lang geen boodschap meer blijkt te
hebben aan die zonderlingen die welis
waar in de oorlog dappere daden ver
richt schijnen te hebben maar die daar
nu maar eens over moeten ophouden en
zich eindelijk dienen aan te passen. Ben
en Corrie zijn van die zonderlingen. In
hun jeugd, in de oorlog, vormde ijzeren
Corrie met haar grote liefde Henk de
kern van de verzetsgroep waarvan ook
Ben, als goede vriend, deel uit maakte.
Vlak voor het einde van die vijf ver
schrikkelijke jaren mislukt een overval
en Henk wordt op straat neergeschoten.
Ben trouwt na de oorlog met Corrie, niet
eens zozeer uit liefde maar veel meer
omdat ze samen zoveel meegemaakt
hebben. „Er zat niets anders op voor ons
beiden”. Ben is voor haar de enige brug
naar haar verloren jeugd, haar verloren
liefde, haar verloren idealen en het ligt
voor de hand dat de dagelijks confronta
tie met haar tweede keus allerlei rancu
neuze gevoelens en verwijten bij haar
oproept.
Jan Wolkers: De perzik van onsterfelijk
heid. Amsterdam, 1980. Uitgeverij: De Bezige
Bij. Gebonden 30 anders 20.
Tot slot nog iets over de maatschappe
lijke achtergrond van deze roman. In het
al eerder genoemde vraaggesprek in de
ze krant zegt Wolkers: „Door mijn werk
aan het Auschtwitzmonument heb ik
heel wat van zulke oudverzetsmensen
leren kennen. Daar zijn veel mensen
bij, die na de oorlog in de vernieling zijn
geraakt. Bij de jaarlijkse Auschwitz-her-
denking zie je wat er van ze is geworden.
Hoe ze de last van het verleden met zich
meedragen”. Het indrukwekkende van
zijn nieuwe roman is voor mij dat hij die
generatie, die vaak wat geslagen mensen
tussen de vijftig en zestig, eindelijk een
stem heeft gegeven ook in de moderne
literatuur.
„Mijn dagen met dieren" door Des
mond Morris, uitgave A. W. Bruna
Zoon.
„Het wormenboekje” door Janet en
Allan Ahlberg, uitgave Hollandia (ƒ5,90).
„Hoog te paard”, een bezoek aan de
Weense rijschool, door Philippe Dumas
van wie ook de tekeningen zijn, uitgave
Ploegsma 22,50).
„Who is Who”, encyclopedie van mar
kante figuren uit de Tweede Wereld
oorlog, onder redactie van J. Keegan
voor Nederland aangevuld door J.
Zwaan, uitgave Fibula-Van Dishoeck
49,90).
Flyer”, de strijd om de Round the
World Race, door Cornells van Rietscho
ten en Barry Pickthall, uitgave P. N. van
Kampen en Zoon 45).
„Nederlands-Indië 1940-1946”, deel 1,
gouvernementeel intermezzo 1940-1942,
door Jacob Zwaan, uitgave Omniboek
59).
„Van fladderen tot vliegen”, zeventig
jaar luchtvaart, door Gerard Hidding,
Rob Lucas en Cor Nijmeijer, uitgave
Omniboek 29,90).
Onder de verzameltitel „Spelletjes”
verschenen er bij uitgeverij H. J. W.
Becht twee boekjes die door Jack Bote-
mans, Pieter van Delft en Rob van den
Dobbelsteen werden samengesteld. Het
ene boekje behandelt spelletjes en puz
zels met lucifers, potlood en papier, het
tweede boekje gaat over het zelf maken
van spelletjes en puzzels. De boekjes
kosten 14,50 per stuk.
zijn volk wordt verslagen door het vijan
dige volk aangewezen als de verant
woordelijke figuur, hij is de „oren en
mond van het stamhoofd”. Dit is geen
benjjdenswaardige positie, w^nt hij
wordt door zijn vroegere stamgenoten
niet erg geaccepteerd. Dankzij zijn te
kentalent weet hij verandering in die
situatie te brengen. In ruil voor de vrij
heid van zijn volk biedt hij de vijand aan
in de heuvels een paard te maken dat
zowel hun eigen god die van het
maanpaard als die van de vijand
het zonnepaard gunstig zal stemmen.
Heel vreemd en bizar voor lezers uit de
20e eeuw is dan wel te ervaren dat Lu
brin dit verbond met zijn eigen leven als
zoenoffer moet bevestigen.
Een merkwaardige wereld van inwij
dingsrituelen en wonderlijke opvattin
gen over bijvoorbeeld de waardigheid
van het stamhoofd die niet van vader op
zoon, maar via de dochter op haar man
wordt overgedragen, gaat zo voor ons
open.
Niet voor alle kinderen zal dit wel zeer
specifiek Engelse verhaal toegankelijk
zijn, maar ik heb waardering voor de
wijze waarop Sutcliff zulke moeilijke
materie toegankelijk weet te maken.
De eerste bladzijde van De Perzik van
onsterfelijkheid schetst een langzamer
hand klassieke situatie: de „held"
wordt voor dag en dauw wakker, hoort
de vogels krijsen, overdenkt de vorige
avond en maakt plannen voor de dag
die zojuist voor hem begonnen is. Het is
5 mei 1980: bevrijdingsdag mag weer
eens gevierd worden. Dit keer zelfs met
echte Canadezen die de geschiedenis
van vijfendertig jaar geleden zullen la
ten herleven door met hun rollend mate
rieel de plaats van handeling, Amster
dam, opnieuw binnen te trekken. Dwars
door zijn bespiegelingen heen, hoort hij
de valg van zijn bovenbuurman wappe
ren. Hij hangt nog halfstok, nog van
gisteravond. En daarmee zijn de be
langrijkste motieven uit Wolkers’ mooi
ste roman al duidelijk: leven en dood,
bevrijding en onderweg, en de tijd die
bepaald niet alle wonden heelt.
JOKE LINDERS-NOUWENS
Rosemary Sutcliff: Ochtendwind, uitg. Chris-
tofoor, 22,50; Rosemary Sutcliff: Zonnep
aard, Maanpaard, uitg. Christofoor, 16.50:
Elisabeth Goudge: Henriëtte's Droomhuis,
uitg. Christofoor, 19,50.
De perzik van onsterfelijkheid bevat
drie delen: ochtend, middag en avond,
's Ochtends houdt Ben eerst grote
schoonmaak: ’t verleden kapot huis
raad, lege drankflessen, Corries aftand
se brommer wordt met de vuilnisman
meegegeven. Maar eenmaal buiten keert
datzelfde verleden onherroepelijk terug:
„De intocht der grootvaders. De rabau
wen die als vorsten op hun Harley Da
vidsons zaten, komen als bibberende ou
we mannetjes terug. Old soldiers never
die. Dat is treurig. Een bloedeloze verto
ning. Je kan ze alles laten herbeleven, je
kan ze bijna alles teruggeven. De in
tocht, de bloemen en vlaggen, het ge
juich uit duizenden kelen, de meiden
zelfs. Maar hun jeugd kan je ze niet
teruggeven. Nooit of te nimmer. Het is
afgelopen. Het had betér een legende
kunnen blijven, van geslacht op geslacht
doorverteld. De intocht van de Canade
zen”. Ben is in feite zelf ook zo’n ouwe
knar en hij voelt zich behoorlijk bela
zerd als hij borden ziet met Thank you
boys erop. Hij ervaart al jarenlang wat
die gemakkelijke kreet praktisch
inhoudt.
Dat alles speelt zich af in een sfeer van
rond de eeuwwisseling waarin auto’s
nog taboe zijn, en is gelardeerd met
typisch Engelse karakters als de rijke
weduwe, een kanunnik (een soort domi
nee) en zijn deftige vrouw, en eerbied
waardige, maar zeer besliste grootou
ders. Het doet eigenlijk een beetje den
ken aan de „Railway Children” van E.
Nesbitt. Qua opvattingen komt het aar
dig overeen met die sentimentele Ameri
kaanse „Kleine Huis”-serie van Laura
Ingalls Wilder, maar dan zonder de rea
listische basis daarvan. „Henriëtte’s
Droomhuis” is duidelijk een fantasiever
haal dat niet gemeten kan worden met
maatstaven van 1980.
Het vereist van de lezer ook de nodige
inzet om dit boek uit te lezen, niet omdat
het niet goed geschreven zou zijn, inte
gendeel, het zit uitstekend in elkaar,
maar omdat alleen kinderen met de no
dige leeservaring en fantasiekracht een
dergelijke spanningsboog zullen kunnen
hanteren.
Dat ligt weer anders bij het ook Engel
se en nog dikkere (254 pag.) boek van R.
Sutcliff. „Ochtendwind” is gesitueerd
aan het einde van de 6e eeuw na Chris
tus, toen de Britten een belangrijke
veldslag tegen de Saksen verloren. Te
gen deze historische achtergrond van
onderworpen worden aan een vijandig
volk speelt het verhaal van Owain, een
heel moedige en eerlijke jongeman die
Een ontmoeting met zo’n Canadees
heeft tot gevolg dat Ben de eerste helft
van de middag ongewild in het Rijksmu-
seum doorbrengt. Ongewild,, omdat hij
liever met Snoet naar zijn volkstuin was
gegaan om hem daar de pens te voeren
die hij eerder die dag als een groot blok
ijs uit een dierenwinkel meegenomen
heeft. De tocht door het labyrintachtige
museum confronteert hem met de offi
ciële Nederlandse helden: de Trompen,
de De Ruyters, enz. Wolkers dwingt je in
te zien dat de echte held Ben is, bij wie
de ontdooiende pens inmiddels door zijn
jas heen stinkt. Uiteindelijk wordt hij
door suppoosten hardhandig de deur
uitgewerkt omdat zijn interpretatie van
Indrukwekkend is Ben tenslotte in zijn
laatste uren. Hij heeft Snoet gecremeerd
(„Even niet duizelig worden. Geen zwak
heid bij het afscheid. Het verdriet is
eruit gekomen. Nu is Snoet voorgoed in
mijn geest opgenomen. Dit wordt een
vuur ter ere van zijn omhulsel”). In een
café verfrist hij zich wat. Aan zijn tafel
tje komt een meisje Eva zitten, zij
wacht op haar vriend. Opnieuw is Ben
niet rancuneus: „De grote onrust heeft
haar te pakken. Van verlangen krijg je
vochtige ogen. Ze is een en al verwach
ting. De spanning kreunt in haar onder
goed. Je kan het zien aan haar neusvleu
gels. Het is maar een kleine vlindertijd.
Uit. de grond van je hart moet je haar
alle geluk kunnen toewensen vanuit je
miserabel strompelend bestaan. Le
ven moet geleefd worden. Je moet er
ernst van maken anders ben je een plas
die verdampt”. Ik hoop dat bovenstaan
de citaten u enig inzicht geven in de
beeldende kracht van Wolkers’ proza:
helder, dwingend en dichterlijk.
De dood en de crematie van Snoet
behoren ivoor mij tot de ontroerendste
passages. Hoe gevaarlijk ligt hier niet de
sentimentaliteit op de loer, en hoe groot
is derhalve het meesterschap van Wol
kers dat hij die niet alleen omzeilt maar
bovendien weet om te zetten, althans bij
mij, in een intens gevoel van mededogen.
Mededogen met Ben die, hoewel tot in
zijn diepste wezen gekrenkt, prachtige
filosofieën heeft over de zin van het
leven, over liefde, over oud worden, over
doodgaan. ,,Het is een rhooie kringloop,
je moet er alleen niet een zin in willen
ontdekken. Dat is misschien de enige les
die er te leren valt. Gewoon als een blad
als enige overlevende uit de strijd te
voorschijn komt. Hij moet dan voor zich
zelf opkomen, ontmoet een meisje dat
als een kat rondzwerft en schikt zich
tenslotte in zijn slavenlot als dat de enige
manier blijkt om het meisje van de dood
te redden. Zijn groei van jongeman naar
volwassenheid is uitstekend beschreven
tegen de achtergrond van spannende
gevechten en onverwachte gebeurte
nissen.
Zoals altijd weet Sutcliff de personen
in een totaal andere tijd en met totaal
andere opvattingen heel geloofwaardig
te tekenen. De prachtige illustraties van
Charles Keeping onderstrepen de span
ning.
„Zonnepaard, Maanpaard” is zo mo
gelijk nog meer doordrongen van motie
ven uit de Engelse mythen- en sagenwe
reld. Sutcliff heeft geprobeerd een stuk
je Engelse geschiedenis nieuw leven in te
blazen door bekende feiten opnieuw te
rangschikken en te interpreteren. Cen
traal staat in dit verhaal het beroemde
witte paard van Uffington dat nog altijd
in de heuvels van Berkshire de toeristen
verbaast door zijn afmetingen, vorm,
ligging en functie. De ontstaansgeschie
denis van het paard schetst zij rond 100
jaar voor Christus, in de tijd dat de
Icenen, een paardenvolk, door uit het
zuiden binnenvallende stammen, de At-
tribaten, zijn verdreven.
De hoofdpersoon van de geschiedenis
is Lubrin, een buitenbeentje vanwege
„De nieuwe kleren van Jan Klaas-
sen”, kinderverhaal door Max Kruse,
uitgave Omniboek 14,90).
„De vondeling van het wad”, verhaal
voor kinderen over het leven en voortbe
staan van de zeehond, door Dieuwke
Winsemius, uitgave Omniboek 14,90).
„Luister maar!”, verhalen uit de bij
bel na-verteld voor kinderen, door A. J.
McCallen, uitgave J. H. Kok 19,90).
„Handboek voor de wijnliefhebber”
door David Peppercorn, Brian Cooper
en Elwyn Blacker, uitgave Het Spec
trum 45).
„Salades uit de nieuwe Franse Keu
ken” door Ulrich Klever, uitgave Van
Dishoeck 22.50).
„NRC-Hand|elsblad menuboek”, wat
eten we vandaag of morgen deel 2, door
Berthe Meijer, uitgave De Bezige Bij
35).
„Dank aan de koekoek”, door Chr. J.
van Geel. Uitg. Van Oorschot, prijs
32,50.
„Afscheid van Berlijn”, door Christo
pher Isherwood (tweede druk). Uitg.
Querido, prijs 24,50.
„Meneer Norris neemt de trein”, door
Christopher Isherwood (tweede druk).
Uitg. Querido, prijs 24,50.
„Hedendaags fetisjisme”, door Carry
van Bruggen (derde druk). Uitg. Queri
do, prijs 32.50.
„Bedroefd maar dankbaar”, door Lé-
vi Weemoedt. Uitg. Erven Thomas Rap,
prijs 16,50.
„Elke dag is de eerste”, gedichten,
door Redbad Fokkema. Uitg. Querido,
prijs 17,50.
„Geschiedenis van het Marxisme”,
door Leszek Kolakowski. Uitg. Het
Spectrum, prijs 65.
„1914-1980, in vogelvlucht”, Johan
Huizinga-lezing door Golo Mann. Uitg.
Athenaeum-Polak en Van Gennep, prijs
16,50.
„Fantastische architectuur”, samen
gesteld door Michael Schuyt en Joost
Elffers. Uitg. Meulenhoff, prijs 79.
„Het fascisme en de nieuwe vrijheid”,
door J. de Kadt. Uitg. Van Oorschot,
prijs 37,50.
„Wie het vuur aanwakkert”, door
Max von der Grim. Uitg. Wereldbiblio
theek, prijs 32,50.
„De mooiste liedjes van Louis Da
vids”. Uitg. De Harmonie, 25.
„De komiek”, tekstboek van Freek de
Jonge. Uitg. De Harmonie, prijs 14,90.
„Jonathan, wat zag je in die zomer
nacht?”, jeugdroman van K. M. Peyton,
uitgave Em. Querido 17,90).
„Een krekel voor de keizer”, dieren
verhalen voor de jeugd door Gerard
Brands met tekeningen van The Tjong
Khing, uitgave Em. Querido 16,50).
„Abeltje”, kinderverhaal door Annie
M. G. Schmidt met tekeningen van The
Tjong Khing, uitgave Em. Querido
19,50; vijftiende druk).
„De A van Abeltje”, kinderverhaal
door Annie M. G. Schmidt met tekenin
gen van The Tjong Khing, uitgave Em.
Querido (f 19,50; elfde druk).
„Rotstuinen en vijvers”, door Ogden
Tanner en red. van Times-Life-boeken.
Uitg. Time Life, prijs 37,25.
„Planten voortkweken”, door Philip
McMillan Browse. Uitg. Zomer en
Keuning.
„Het groene boekje voor alternatieve
geneeswijzen” door Robbert Bos, uitga
ve Sirius en Siderius 12,50).
„Lekker groot kookboek” (samen
werking met de ABS, Aktiegroep van
blinden en slechtzienden). Uitg. Futile,
14,50.
„Opklaring”, bijbellezen met verbeel
dingskracht, door dr. Okke Jager, uitga
ve Zomer en Keuning.
.Paulus”, door dr. David Flusser, dr.
Edward Schillebeeckx en dr. Eduard
Schweizer met 114 kleurenfoto’s van Er
ich Lessin, uitgave H. J. W. Becht 128).
(ADVERTENTIE)
Aan de wand is aan kant!
Uitgeverij Christofoor in Rotterdam
heeft veel Angelsaksische schrijvers in
haar jeugdboekenfonds. Zo kwamen er
kortgeleden weer drie boeken uit die
typisch Engelse kwaliteit bieden: dege
lijkheid, fantasie en boeiende verhaal
stof. Het betreft twee boeken van Rose
mary Sutcliff: „Zonnepaard, maanp-
iard” en „Ochtendwind” en „Henriët
te’s Droomhuis” van Elisabeth Goudge.
Van Goudge verscheen eerder in Ne
derlandse vertaling „de kerstnovelle”
,,Ik zag drie schepen" en vorig jaar
bracht uitgeverij Leopold „Het witte
paardje” op de markt, dat net als Hen
riëtte’s droomhuis een bijna sprookje
sachtig karakter heeft. Trouwens alle
boeken van Goudge hebben dat typisch
romantische sfeertje met ouderwetse
jpvattingen over goed en kwaad. Het
boze wordt in dit soort verhalen ook
altijd door het goede overwonnen.
Zo is het droomhuis van Henriëtte een
huis als van een plaatje, oud en wit met
klimop en mos tussen de dakpannen en
met heel veel bloemen er omheen. Het is
sen huis met een grote voordeur die
altijd openstaat voor al die mensen waar
Henriëtte van houdt; en dat zijn er een
heleboel. Henriëtte zelf, een meisje van
9 jaar, wil er de gastvrouw zijn en ieder
een gelukkig maken. Dat is haar droom.
Henriëtte is ervan overtuigd dat zij dat
droomhuis en dan liefst met haar altijd
afwezige, maar o zo lieve vader erin,
eens zal vinden. En dat gebeurt dan ook
op de onvergetelijke middag van het
verjaardagspartijtje van haar broertje,
die op zijn avontuurlijke tocht door on
deraardse grotten ook de nodige wijs
heid en levenservaring opdoet.
1) Afneembare koudwaterbak 2) Filter met koffie in het 3>) Even wachten enu