ZATERDAGS 3ÜVOEGSEL Van Agt er niet meer gezeten’ Zonder ons had ZIJN KATHOLIEKEN WEL TE VERTROUWEN? ■Te BOEKMOZAÏEK 't Gerrit Jan Schutte fractieleider GPV Hartendwaas door 0 i s l' Vervuilde ik Godsdienst: R.K. Denkende dokter door Bert van Nieuwen huizen 1 Hetb het Ir schrlj Herk, door woed het ontke te no< boek, deun Het v onze zich I lazen mede uiteir „Noi want J zullei De te vanc Sche I konir I veror behc Het is alsof iemand nieuwe vonken heeft geslagen uit de oude Bijbel. Het lijkt of er opnieuw fris water is gevloeid uit de rots van onwrikbare rechtzinnigheid die de Bijbel voor de meeste mensen is. De Bijbel mag worden gelezen met verbeeldingskracht, ja zelfs met fantasie, met alle zintuigen paraat. Dan ontdekken wij geluiden, kleuren en geuren, zien wij God en mensen werkelijk bewegen en afgodsbeelden In het stof bijten. Heilige koeien worden bloederig geslacht en even heilige huisjes worden fundamenteel gesloopt. Dat alles is mogelijk met de heilige schriften die zelfs voor wat luie mensen uit de periode van de kleurentelevisie vandaag heel veel te zeggen hebben, mits zij de moeite nemen een beroep te doen op de verbeeldingskracht die In iedereen aanwezig Is. J. Koec^ Bo 1 !i t t Bijbelse verbeelding* doet f kleurentelevisie verbleken 1 c f IJ I I Jezus in de Hof van Getsemane. i, i Gerrit Jan Schutte. .Er wordt niet geleefd naar Gods woord' derdak bij de SGP. Die bestond toen toch al ruimschoots? t i i Er is een Haarlemse huisarts met een stevige dosis gezond verstand en een heel gezonde argwaan tegen alles wat de medische wetenschap zoal kan aanrichten. Hij wendt zich tot vakgenoten en verder tot iedereen die maar wil luisteren. Zijn voornaamste boodschap is een beroep op het gezond verstand èh op het gevoel. Wetenschap kent geen tranen, maar een wetenschapsman (vrouw) die meeleeft met cliënt of patiënt durft wel te huilen. De arts J. H. Moolenburgh vraagt zich in het boek De wetenschap kent geen tranen af waarom de meeste mensen wel het goede willen, maar het verkeerde doen. Hoe komt het dat de mensheid zich door alle eeuwen heen heeft laten leiden door starre overtuigingen en niet door feiten? Hoe komt het in vredesnaam dat in 1979 een arts kon worden veroordeeld wegens overtreding van de wet op de geregistreerde geneesmiddelen? Zijn patiënten hadden het echter beter getroffen met deze vrijzinnige arts dan met de rechtzinnige medicijnmannen die alleen „wetenschappelijk” handelen, uitsluitend volgens het boekje en volgens de regels van orde en wet. Zoiets is toch vanzelfsprekend. De wetenschap laat zich toch niet uitgetild, maar zij richten zich wel tot mensen in een bepaalde cultuur. „En onze uitleg van hun woorden staat niet los van onze bepaaldheden. Wij houden onze theologie voor universeel, maar zij is In feite de Westeuropese theologie van blanke mannen. Daar moeten wij doorheen leren kijken. Dat is letterlijk een kwestie van kijken." Ik hoop van harte dat velen dit aan de hand van dit boek gaan proberen. Een schoolse bijbelkennis is daarvoor niet nodig, wel veel aandacht en even veel verbeelding. Voor artsen als Moolenburgh spreekt niets vanzelf. Een bewust levend arts, schilder of politicus doet niets alleen maar omdat „men nu eenmaal zo doet”. Moolenburgh tracht dit ingebouwde automatisme in de meeste mensen los te wrikken. Hij pleit vurig en bewogen voor een open geesteshouding, voor een mentaliteit die de mens met steeds opnieuw opkomende verwondering en met oorspronkelijke blik naar de wereld, medemens en zichzelf doet kijken. Daarom ben ik heel blij met boeken als het onderhavige. Vervolgens gaat Lusseyran in op zijn blind-zijn dat hem geenszins maakt tot een invalide, maar dat hem daarentegen het optimale gebruik geeft Van zijn andere zintuigen. Bovendien leeft Lusseyran vanuit een innerlijk licht dat zijn omgeving als het ware in een nieuwe gloed zet. Hij leeft niet in duisternis, maar in een nieuw licht dat bepalend wordt voor zijn relatie met de mensen en de dingen om hem heen. Dit boek moet onmiddellijk in braille worden omgezet, want blinden kunnen er Uit leren dat blindheid in zekere zin wel een beperking is, maar dat de omgeving pas de echte hulpeloze invalide maakt. En dat is helemaal niet nodig, als wij blinden ruime kansen geven. leeft. Hij heeft behoefte aan liefde, aandacht en belangstelling. De mens verdient in geval van ziekte een arts die hem niet volstopt met gevaarlijke chemische preparaten, maar die liever de natuur ook de menselijke een kans geeft. Moolenburgh zet ons aan tot een voortdurende strijd met open oog en hart. Niet tot de strijd tegen de dood van het lichaam maar de strijd tegen de dood van de geest. Verder volsta ik met de opmerking dat het boek een antroposofische geest ademt en dat de kosmische opvattingen van deze arts te veel verbeeldingskracht verraden. Zo mag hij gerust denken. Het gaat maar om de basisgedachte, om zijn pleidooi voor de integere mens. Ik ondersteun van harte zijn oproep als mens zo te leven dat de gesloten (geautomatiseerde) mensen in je omgeving beschermd worden tegen de rampen die ze mee helpen oproepen. „Omdat ze niet beter weten en toch, behalve hun onhebbelijkheden, verrukkelijke mensenkinderen zijn”. Uitgeverij Ankh-Hermes te Deventer 19,50). Dr. Moolenburgh logos (het woord) en de wereld van het Oude Testament. Naar mijn gevoel hebben dergelijke werkjes weinig van doen met de werkelijke betekenis van Jezus, de mens in wie Qod ons het meest nabij is geworden. Een derde Christofoor-boek 23,50) in dit genre heeft als titel De jaarfeesten als kringloop door het jaar. De auteur Emil Bock schrijft over advent, Kerstmis, Driekoningen, lijdenstijd, Pasen, Hemelvaart, Pinksteren, Johannes- en Michaëlstijd. Deze christelijke feesten worden geacht het ritmische verloop der seizoenen te begeleiden. Bock behandelt de jaarfeesten In direct verband met de natuur. I I Daarnaast moeten zij bereid zijn afstand te doen van verstarde begrippen, van een kleurloze leerstelligheid, waaruit kerkelijke dogma’s als levensgevaarlijke afgoden kunnen opdoemen. Dan blijkt dat de Mammon of de hebzucht met alle onrecht van dien bedreigender is dan Astarte of Venus. Verder blijkt dat mensen het geluk niet met argwaan behoeven te ondergaan, omdat God hen wel op een andere manier zal pakken. Mensen mogen liefhebben met huid en hart; mensen mogen zich toevertrouwen aan een God die reëel Immanuël (God met ons) wil zijn, die wil delen in onze angst en die uiteindelijk vaste grond zal zijn onder de voeten van zoekers en twijfelaars. God is niet die almachtige onpersoonlijke man; hij (zij) is ook de eeuwig liefdevolle moeder. Zijn grootste kracht blijkt in de onmacht van zijn zoon in de duisternis van Getsemane. Vandaar Beeld van Venus uit de vierde eeuw voor Christus. misleiden door feitelijke genezingen anders dan door toedienen van chemische preparaten die meer de handel dienen dan de mens, fluor bijvoorbeeld. Jacques Lusseyran heeft een boek geschreven dat maar veel moet worden gelezen, want het is vreselijk actueel. Het heet Tegen de vervuiling van het ik. Deze uitgave van Christofoor te Rotterdam 11,50) bevat tevens Blindheid, een nieuwe manier van zien. Lusseyran, op achtjarige leeftijd blind geworden, ziet de vervulling van het ik de kern van de mens als de grootste bedreiging van onze tijd. Het wezenlijke menszijn wordt bedreigd door voortdurende invloeden van bulten, gewoonte, dwang, menselijk opzicht, ideologische dwaalleren en commercie. Deze verweven zich zo sterk met het eigen ik van de mens dat deze dreigt te worden verstikt, dat de individuele mens zijn eigenheid verliest. De mens wordt een verwisselbaar massa-artikel dat zijn eigen vrijheid en verantwoordelijkheid niet meer kent. Dit boek is daartegen een heldere en indringende waarschuwing. Het vormt tevens een aanklacht tegen de dictatuur van de zwijgende meerderheid. De genezing kan worden gevonden in ons innerlijke licht dat wordt gevoed door God die evenmin kan sterven als het ik van de mens. ZEIST. „Wat zo’n kleine frac tie in de Tweede Kamer nu hele maal betekenen kan? Wel, als Van Agt deze zomer bij die roem ruchte motie over het kernwa- penbeleid de steun van onder an dere het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) niet had gekre gen, dan had het kabinet Van Agt er nu simpelweg niet meer geze ten. Want Van Agt moest bij dat belangrijke debat de steun van enkele van zijn eigen CDA’ers missen en kreeg toen wel de steun van het GPV. Dat is een voor beeld van wat de invloed van een kleine fractie kan zijn" „Bij de SGP wilden we niet on der dak omdat de SGP ons te weinig geestelijke vrijheid bood”, aldus Schutte, „kijk, die SGP’ers die vereenzelvigen Kerk en Staat weer teveel. Wij willen dat de Staat zich naar bijbelse normen voegt en niet naar kerkelijke wet ten. De SGP wil de kerk een te sterk stempel op de Staat laten drukken”. -En waarom kunnen we naast de SGP en het GPV nu waar schijnlijk ook nog de RPF in de Kamer tegemoet zien? „Tja”, zegt Schutte, „dat zullen we eerst nog in de praktijk moeten zien want de RPF zit nog niet in de Kamer. Maar naar mijn gevoel is die RPF een soort verbeterde ARP en daar hebben wij ons nu juist tegen afgezet”. - Welke politiek wil het GPV - en dus Schutte - praktisch in de Kamer gaan bedrijven? uit: van was van net i 1 besl i jaar J vine han Oral is ni „On leve zoel aan den aanl die star stro boe ged het i besl De i naa met Desondanks is Van Agt nog mi nister-president dank zij juist het GPV, zo heeft Schutte ons in het begin van het gesprek duidelijk gemaakt. „Ja”, zegt hij, „we Voe len ons verantwoordelijk voor dit kabinet. Bij de formatie heeft for mateur Van der Grinten de steun van GPV-fractievoorzitter Ver- brugh gevraagd en die heeft die steun toegezegd”. „Er wordt niet geleefd naar Gods woord”, zo stelt hij. „Een bijbeltekst zegt: „Zoek eëfst het Koninkrijk Gods en Zijn Gerech tigheid en al het andere zal u bo vendien geschonken worden”. Die tekst heeft Van Agt ook gebruikt op het CDA-congres. Maar toen ons kamerlid Verbrugh hem in de Tweede Kamer vroeg om die tekst ook daar eens te gebruiken, toen zei Van Agt dat hij dat als minis ter-president niet kon doen. Wel als privé-persoon dus, niet als mi nister-president. Nou, dat wil er bij mij niet in, volgens mij kan en mag je dat nooit scheiden. Als je in de bijbeltekst privé gelooft, dan dien je er ook als minister-presi dent voor te staan”, zo stelt de vriendelijke Schutte nu voor het eerst met enige verontwaardigd heid in zijn stem. Schutte: „In morele zin zullen de strijd voor de handhaving van het gezin en tegen zaken als abortus en euthanasie hoog in het vaandel staan. Maar daarnaast heeft het GPV ook een visie op de sociaal- economische problematiek van dit moment. Er is ook bij het kabi- net-Van Agt een gebrek aan visie te bespeuren bij de aanpak van de economische problemen. Er wordt teveel in de marge gemor reld. Men zou moeten zeggen: mensen, zo staan we ervoor en laten we ferm met elkaar aanpak ken. En de overheid zou daarbij het goede voorbeeld moeten ge ven. Wij huldigen niet het liberale principe dat de overheid terug houdend zou moeten zijn. De overheid zou ons bij een uitweg uit de huidige economische proble men juist duidelijk voor moeten gaan”. -Maar GPV’er is het licht gaan schijnen voor iedereen. De bijbellezer moet wel bereid zijn hiervoor zijn ogen te openen. Hij krijgt daarvoor een bezielend hulpmiddel in het boek van dr. Okke Jager Opklaring, bijbellezen met verbeeldingskracht, dat is verschenen bij Zomer Keuning te Ede 28,50). Het is een bijbels dagboek met 365 dagen, dat niet systematisch maar meer fragmentarisch dwars door Oude en Nieuwe Testament heengaat. Bijna steeds is er een korte bijbeltekst naar aanleiding waarvan Okke Jager commentaar geeft. Hij zegt te schrijven voor de moderne mens die meer visueel dan auditief is ingesteld en die daardoor licht de aansluiting mist op een hoor-religie met een woora- theologie. Tegenover een kleurloze leerstelligheid zonder gestalten en visioenen brengt hij de oerbijbelse verbeeldingskracht in stelling. Hij wil opnieuw zichtbaar maken wat achter de eenzijdig-manlijke, intellectualistische benadering van de Bijbel is afgezwakt tot een bundeling van beeldloze denkbeelden. Dr. Okke Jager probeert niet met alle geweld de Bijbel actueel te maken op de manier van vele preken en kinderbijbels. De bijbelwoorden wil hij allereerst laten spreken In de concrete situatie waarin zij zijn ontstaan. „Lezen wat er staat, is kijken wat er gebeurt”. Verder zegt hij dat profeten en apostelen visionair boven hun nationale, historische en geslachtelijke beperkingen kunnen worden We tekenen deze woorden op uit de mond van Gerrit Jan Schutte (41 jaar), plaatsvervangend ge meentesecretaris van Zeist. Als de kiezers in mei 1981 stemmen zoals zij sinds 1963 gestemd hebben dan zal Schutte - deo volente (als God het wil) uiteraard - in de zomer van 1981 zijn bureau met uitzicht op het Zeister Rond verwisselen voor een bureau met uitzicht op het Haagse Binnenhof. Want zijn partij, het Gereformeerd Politiek Verbond heeft hem met ruime meerderheid benoemd tot lijst trekker bij de komende kamerver kiezingen. Schutte treedt hiermee in de voetsporen van illustere voorgangers als Jongeling en Ver brugh. -Wat bezielt iemand met een glanzende ambtelijke bliksem carrière - na de basisschool en de mulo op 17-jarige leeftijd leer- ling-ambtenaar en op 31-jarige leeftijd waarnemend gemeentese cretaris en docent aan de be- stuursacademie - om zich te stor ten in de energiesiopende Haagse politieke wereld? Schutte: „Politiek, dat is nu een maal Van huls Uit en van jongsaf mijn voorbestemming geweest. Ik 1 me nemen omdat ik vast geloof dat dit de taak is waartoe ik Nu wij met ons allen bezig zijn deze mooie aarde steeds meer te verknoeien en nu steeds meer medicijnmannen en sociale instellingen steeds meer mensen steeds zieker maken, is het bittere noodzaak dat de mens zich niet langer gedraagt als een krankzinnig geworden aap, maar wel als de mens die naar Gods evenbeeld is geschapen. „De redelijke mens gedraagt zich zo onredelijk, omdat hij mechanisch of automatisch handelt.” Dat is het probleem en daartegenover stelt Moolenburgh een oorspronkelijke blik en openheid voor feiten. Als zieken genezen met minder orthodoxe methoden (van Moerman bijvoorbeeld) of met geneesmiddelen die niet officieel staan geregistreerd, dan geschiedt er wezenlijk recht, ook al wordt formeel de wet overtreden. De mens is geen machine. De mens ga dit op geloof da geroepen ben. Ik ben op de weg naar Den Haag geplaatst en ik heb gewoon geen argumenten om dat te weigeren”. Schutte is vast van plan om met zijn gezin (zes kinderen) in Zeist te blijven wonen. „Zeist ligt zo mak kelijk centraal en mijn gezin staat volledig achter me. We hebben af gesproken dat we het als gezin samen zullen gaan doen. Ze zijn natuurlijk ook wel sinds 1977 met de gedachte vertrouwd geraakt”. -Schutte zal na de verkiezin gen van 1931 in de rechterflank van de Tweede Kamer plaatsne men, waar de protestants-christe- lijke fracties als SGP en GPV huizen en wellicht straks ook nog de RPF. Waarom zóveel verschil len op het vaderlandse protes- tants-christelijke erf? Schutte: „Het GPV is in 1948 opgericht, eigenlijk als afsplitsing van de ARP. Wij vonden dat de AR teveel de kerkelijke en de maatschappelijk politieke lijn splitste. Wij beschouwen het leven als een eenheid, als je kerkelijk volgens de bijbel leeft, dan moet je ook maatschappelijk volgens de bijbel leven”. *- Waarom kon men dan niet on- Onder redactie van dr. Walter Goddijn hebben enige geschiedkundigen, sociologen en andere lieden van wetenschap een boek volgeschreven over een mogelijk herlevend antipapisme. Godsdienst: R.K. is de titel en in de ondertitel worden de vragen gesteld of het antipapisme herleeft en of de katholieken wel te vertrouwen zijn. Nu, wat dit laatste betreft: katholieken zijn even (on)betrouwbaar als protestanten en islamieten. Natuurlijk zijn er „andersdenkenden” die katholieken niet vertrouwen, gewoon omdat ze niet tot hun eigen groep behoren. Maar goed, het boek is er en het is geschreven naar aanleiding van een vermeend antipapisme in een televisie uitzending van de VPRO op 18 februari 1979. Het was een soort documentaire over de rooms katholieken in ons land met Netty Rosenfeld, Ireen van Dltshuyzen en Jan Blokker als samenstellers. Dit programma heeft even wat stof doen opdwarrelen, maar is verder een aardigheidje apart gebleven van een handjevol sociologen en journalisten die kennelijk geen belangrijker zaken aan hun hoofd hebben. Desalniettemin, voor de geïnteresseerden vermeld Ik dat zeer- en hooggeleerde heren In dit boek aan het woord komen over zaken als antipapisme en de media, paapse stoutigheid en zelfe een „interpretatieve analyse van het verschijnsel antipapisme”. Vanzelfsprekend komt het antipapisme In het verleden, met name in reformatorische kringen, uitgebreid aan de orde. Dr. H. D. de Loor schrijft hierover een voortreffelijke godsdienstsociologische studie. Voor het overige, wat moeten eventuele protestantse antipapisten met het CDA en hoe krijg je als antipapist vandaag de dag nog een poot aan de grond als de „papen” zelf nauwelijks meer als Zodanig herkenbaar zijn? Mijn zeer onwetenschappelijke conclusie luidt dat de felste antipapisten onder de katholieken zelf worden gevonden. Wie meer wil weten kan het lezen in Godsdienst: R.K. dat is uitgegeven bij Ambo te Baarn 19,50). In een tweede boek, Het teruggevonden licht (Christofoor 24,50) komt dit thema in een helder licht te staan. Lusseyran geeft hierin een autobiografie van zijn eerste twintig levensjaren. Het is een meeslepend boek door zijn eenvoud en eerlijkheid. We kunnen meeleven met de ervaringen van de jonge Jacques als schooljongen, geslaagd gymnasiast, student en als leider van een Franse verzetsbeweging in de tweede wereldoorlog. Hij wordt werkelijk een licht voor zijn omgeving tot in de duistere nacht van Buchenwald waar hij als verzetsstrijder terecht komt. Het boek geeft ook een goede kijk op het huiselijk leven van een blinde en van de belangrijke positie die de ouders hierin innemen. Ook dit is een zeer bemoedigend boek, gelukkig zonder de quasie- diepzinnigheden over mens en kosmos die zovele Christofoor- boeken ontsieren. Wie er enig idee van wil krijgen hoe al in de eerste eeuwen van het christendom de eenvoud en de kracht van Jezus van Nazareth en het bijbelse christendom is verduisterd door het oosterse denken, kan zich een boekje aanschaffen waarin alle ketterijen over God en Jezus welig tieten. Auteurs zijn Ida Stümcke en Gerard Klockenbring. De titel luidt De impuls van Lêrins en uitgever is Christofoor 12,-). Lérins is een eilandje bij Provence. De ondertitel geeft aan dat het handelt over het Johanneïsch christendom in Galliê en Keltendom. Om de gedachten enigszins te bepalen: de opvattingen van figuren als Origenes, Mani, Arius, Athanasius, Augustinus en Pelagius worden aangeroerd. Dan is het nog Het logos-begrip in de joodse wijsheid door Wilhelm Kelber. Deze Christofoor-uitgave kost 10,25. Kelber beoogt iets te zeggen over de verhouding tussen de voorchristelijke filosofie van de ■o- Schutte ziet - als toch ook een andere oorzaak voor de malaise waarin wé ons bevinden. Nog' naast ontst De a< stelli: I de G: „Aan exen I „Raz deze kran’ tallo; schri J niet i ook 1 I omdi vani Nog een c 1980 I gebe wat I de L zulk( wat mog< blijk boek een I schr< volk: van s koni vervi gees: j rake: I Niet maai boek Van Dej< r eige: i radii boel 1 een actu i daar vera dat 1 maa maa gesp 4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 18