met valse romantiek Hoe kon Fastnetrace uit de hand lopen? zo Reddingbootgeschiedenis i Jacht op walvissen Muiterij” rekent af n VOEGSEL zklARITIE/1/l Atlantische s Berging van de eeuw De slag om de Visserij door eeuwen heen 'ZATERDAGS Oceaan ONDERZOEK NAAR OPSTANDEN OP ZEE VERSLAG VAN GRUWELIJKE ZEILRACE BOEKEN VAN' DE ZEE besproken door EUVlessing r - J» 1 22 Verenigde Oostindische Compagnie”, kortweg VOC, De naam Rusteloze ontdekkingsreizigers zochten naar onbekende oorden 7 Ronselen Onervarenheid b I •J SCHEEPVAART 1981 Werkcollege De naam „Verenigde Oostindische Compagnie”, kortweg VOC, lijkt behangen met de romantiek van Nederland als zeevarende natie. L achter de horizon. Nijvere kooplieden verschaften de duiten om de Oostindiëvaarders te bouwen en uit te rusten. Vermetele zeelieden bezeilden de fluiten, jachten en andere schepen die de verbindingen onderhielden met de vestigingen van de compagnie in Azië en het Moederland. Tussen 1602 en 1795 werden niet minder dan 4722 reizen „naar den vreemde” ondernomen. In diezelfde periode werden 3359 thuisreizen geregistreerd. „Halen en brengen” A ■A* - - -'..JA nis tie. John Rousmaniere, die zelf aan boord van het 14 Over een periode van honderd jaar heeft de zeezell- I waren de werkelijke moordenaars. D-' t 310 van De Brandaria mat hulpzeilen I I d. f hêt dal Een eeuwigdurende strijd tegen de zee. Dat is de strijd die door de eeuwen heen is gevoerd door bemanningen van redding boten in hun pogen met verdrinkingsdood bedreigde schepelingen te redden. De me thoden die daartoe werden aangewend doen eigenlijk niet veel ter zake. Natuur lijk waren er technische verbeteringen. De roeireddingsboten werden verdreven door de gemotoriseerde schepen. De zee waardigheid met betrekking tot de stabili teit en de mogelijkheden van de zichzelf- richtende schepen vergrootten de weer stand tegen extreme stormcondities. Maar de spanning bleef. De spanning van het „op-tijd-zijn”, van het vinden van de onheilsplek en het welslagen van de reddingsoperatie. In 1824 werd opgericht de Noord- en Zuid-hollandse Redding- Maatscnappij tot Redding van Schipbreu kelingen. In 1909 werd op Terschelling de reddingboot Brandaris gestationeerd. Maar natuurlijk zijn er door tallozen veronderstellin gen geventileerd die een kleine kern van waarheid bevatten. Zeezeilen wordt door onervaren zeilers als sport nog wel eens onderschat. Sommige deelnemers achten het winnen van een dergelijke race zo belangrijk Hij komt niet tot een bevredigend antwoord. Dat wil zeggen er blijkt niet één uitgesproken boosdoener als „oorzaak” van de catastrofe aan te wijzen. „Fastnet Windkracht 10” door John Rousmaniere. Uitg. Hol- landifl. Prijs: 34,90. Scheepstimmerman, met een bijl aan het hakken. de kok in een houten vat op het voor dek is gezet. Een ets uit 1846 Peter Gerritse verzorgde de begeleidende teksten bij het vele fotomateriaal en laat als een rode draad „het verhaal van de berging” tussen de illustraties doorlopen. De pers heeft zich na de ramp van 1979 op tal van manieren uiterst kritisch opgesteld ten aanzien van deze vorm van sportbeoefening waarvan in ieder geval wel kon worden vastgesteld dat met de reddingsoperatie een bedrag van 1.500.000 gulden was gemoeid. Vierduizend mensen waren daarbij in touw. Onder hen de beman ning van het Nederlandse fregat Overijssel dat de stoffe lijke resten van twee omgekomen zeilers in Plymouth aan wal bracht. Helicopters van de Royal Navy voerden 62 vluchten uit van in totaal ruim 216 vlieguren. Dertien stations van de Royal National Life-boat Institution werden ingezet en opereerden ruim 169 uur. Hoe het toeging aan boord van de ongeluksschepen wist Rousmaniere onder meer te achterhalen door ge sprekken met overlevenden. Het zijn boeiende relazen. Geladen met goede hoop die in veel gevallen plaats maakt voor angst, paniek en vertwijfeling. Zelfs bij degenen die de dans ontsprongen en wilden doen gelo ven dat zij er in geslaagd waren de elementen te ver slaan. Zij namelijk hadden het geluk zich niet in het hart van de draaikolk van wind en water te bevinden toen de ramp zich voltrok. gevestigd waren in de havenkwar tieren van de grote steden. Avontu riers en mensen met een uitzichtlo ze schuldenlast bevolkten steeds meer en meer de handelsschepen van de Compagnie. Orde en tucht waren nodig om de reizen zo ongestoord mogelijk te doen verlopen. Maar de handha ving daarvan leek nauwelijks vol doende gegarandeerd door in het vooruitzicht gestelde straffen voor degenen die al of niet vrijwillig de compagnieschepen bevolkten. Tot die straffen behoorden het verlies van gages, boetes, lijfstraffen, op sluiting, kielhalen en de doodstraf. En vrijwel iedere vorm van versto ring van de orde aan boord kon op de één of andere manier worden beschouwd als muiterij. Werkwei- gering als gevolg van onbillijke be- van 45 gevallen werden er 16 gese lecteerd en te boek gesteld. Het merendeel van de beschreven gevallen van muiterij vond plaats in de 18e eeuw. Van die periode wer den de meest komplete admiraliteit- sarchieven aangetroffen in het Al gemeen Rijksarchief in Den Haag. Met uitzondering van die op de „Nijenburg” in 1763, werd naar geen der nader omschreven muite rijen eerder een onderzoek inge- Berging van de eeuw! Een fotografisch verslag van de ondergang en berging van de Betelgeuse. Een supertan ker van 121.430 ton met een lengte van 286 meter. Op 8 januari 1979 ligt deze ramptanker afgemeerd aan de Bantry-bay in Zuid-Ierland. Een enorme explosie kost vijftig mensen het leven en veroorzaakt een gigantische schade aan milieu en materiaal. Het Rotterdamse ber gingsbedrijf Smlt-Tak krijgt de bergingsopdracht van het inmiddels gezonken en nog gedeeltelijk geladen casco en haalt daarmee de grootste order sinds haar bestaan binnen. De Betelgeuse wordt gedrieëndeeld en geborgen. Op 1 juli 1980 wordt het laatste gedeelte van de klus voltooid. Een vloot van sleep, bergings- en hijswerktuigen heeft anderhalf jaar Bantry-bay be heerst. In die tijd zijn de bewoners van Whiddy Island de Rotterdamse bergers gaan beschouwen als welkome gasten. Het VOC-embleëm dat het merk was op de vuurwapens die door de VOC gebruikt werden. terij op het Engelse transportschip Bounty in 1789 de nodige publici teit. Het verschijnsel heeft zich ech ter gemanifesteerd op alle soorten schepen waar min of meer grote groepen mensen gedurende langere tijd gedwongen waren in elkanders gezelschap te vertoeven. In het studiejaar 1978-1979 werd „muiterij” het onderwerp van een doctoraal werkcollege aan de Rijk suniversiteit in Leiden. Onder lei ding van professor dr. J. R. Bruijn en Drs. E. S. van Eyck van Heslinga werd een onderzoek ingesteld naar muiterijen die gedurende de 17e en 18e eeuw plaatsvonden. Die beper king was noodzakelijk in verband met het grote aantal gevallen van muiterij dat men op het spoor kwam. Vrijwel kompleet konden die gevallen gereconstrueerd wor den waarvan de daders gearres teerd en berecht waren. Uit de oogst „De Walvisvaarders” van A. B. C. Whipple. Een uitgave van Time-Life-boe- ken, Amsterdam. Prijs: 39,90. Iwedstrijdsport ongeveer veertig doden geëist. Bijna de meter lange Amerikaanse jacht Toscana de race tot een helft daarvan, 15 mensen, verloren het leven tijdens de goed einde bracht, heeft veel tijd besteed aan het ant- Fastnetrace van 1979. Een race over een afstand van 605 woord op de vraag „hoe kon dit gebeuren?” 1 zeemijlen. Ruim driehonderd jachten namen er aan deel. Aan boord bevonden zich circa 2700 mannen en vrouwen. Tussen de start nabij het Engelse kanaaleiland Wight l7’en de finish bij het meer westwaarts gelegen Plymouth Niet de windkracht zelf - die overigens opliep tot 10 - jj maar de golven die door de wind werden opgezweept w Bemanningsleden vechten om alle maal een deel van het pekelvlees of varkensvlees te bemachtigen dat door Tussen 1910 en 1967 werden in totaal 330.000 blauwe vinvissen, de grootste walvissen behorende tot de orde der cetacea, slachtoffer van de moderne techniek waarmee de jacht op deze dieren werd bedre ven. Aan het einde van diezelfde periode kon bij benadering worden vastgesteld dat nog slechts 14.000 exemplaren het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan bevolk ten. Het kwijnende restant van een dier waarvan er ooit 400.000 tot 500.000 de zee bevolkten. De gelede ren van de gewone vinvissen, de baardwalvissen, de Groenlandse walvissen, de grijze walvissen en de potvissen waren in gelijksoortige „Berging van de eeuw”, door Pieter Gerritse met foto’s van The van Houts, Pim Körber, Ian Vickery en anderen. Uitg. De Boer Maritiem. Prijs: 24,90. Het Scheepvaartjaarboek 1981 bevat een schat aan gegevens over schepen die deel uitmaken van de Nederlandse en Belgische koop vaardij- en bergings- en bevoorra- dingsvloot. Namen en adressen van rederijen, scheepswerven, carga doors en statistieken van de scheep vaart. Een uitgave van De Alk te Alkmaar. De Terschellinger Hille van Dieren heeft de geschiedenis van dat schip te boek gesteld. Het is tevens een stuk ge schiedenis van de Terschellingers die met „hun” Brandaris vergroeid leken. Het Waddeneiland was dan ook in rouw ge dompeld toen de Brandaris op 23 oktober 1923 werd gelanceerd voor de redding van de bemanning van de Duitse schoener Liesbeth die op de Eierlandse Gronden ten zuid-westen van Terschelling was ver daagd, en van die tocht nimmer terug keerde. „Muiterij, oproer en berechting op schepen van de VOC,” door J. R. Bruijn en E. S. van Eyck van Heslinga. Uitgave Unieboek. Prijs 49,50. verhoudingen uitgedund. Niet min der dan anderhalf miljoen walvis sen werden tussen 1925 en 1975 ge offerd aan de industrie die zich be zig hield met de fabricage van vee voer, kunstmest, margarine, cosme tica, smeermiddelen en voer voor huisdieren. De Basken waren de eersten die in de 7e eeuw deze enorme in zee levende zoogdieren te lijf gingen. Verondersteld wordt dat het ging om exemplaren die gestrand waren In de ondiepe kustwateren langs de Golf van Biskaje. Aanvankelijk met kleine bootjes maar later gebruik makend van grote zeilschepen voe ren de Basken tot ver in de Noord- atlantische wateren. Maar ook de Engelsen en de Hollanders kregen het lucratieve bedrijf van de walvis vangst snel onder de knie. Hero ïsche verhalen maken melding van de onverschrokkenheid der walvis vaarders in hun strijd tegen „de grote Leviathan”. Amerikaanse walvisvaarders opereerden vanuit Nantucket en bouwden een imperi um op dat tussen 1842 en 1846 zijn hoogtepunt bereikte. In die periode keerden de walvisvaarders huis- „In Storm en Mijnenveld", de geschiedenis van de reddingboot Brandaris, door Hille van Dieren. Een uitgave van De Boer Maritiem. Haarlem. Winkelprijs: 37,90. „De Slag om de Atlantische Oce aan”, door Terry Hughes en John Costello. Uitg. Unieboek. Prijs: 52,80. In een rijk geïllustreerde uit gave van ruim 120 pagina’s be steedt Dick Schaap in „Halen en Brengen” uitvoerig aan dacht aan vrijwel alle aspecten van de zeevisserij. Eens onze nationale trots. Momenteel een zorgenkind als gevolg van het verengde idee over het begrip De Vrije Zee. Schaap weet, als geboren IJ- muidenaar en gesteund door uitstekende informanten, waarover hij schrijft. Duidelijk belicht hij de Walvisvaart, de Zuiderzeevisserij, de Haring visserij, de Trawlvisserij, de verwerking, de historie en al datgene wat met deze bedrijfs tak te maken heeft. Bij Ro nald Timmermans en Max Kis- man was Schaap voor de vorm geving aan het juiste adres. Het veelomvattende illustratiema teriaal is door beiden op uiter mate smaakvolle en vakbe kwame wijze „verpakt”. waarts met traan van circa 20.000 walvissen. Cijfers die natuurlijk in de schaduw blijven van de resulta ten die werden bereikt met de meer gemechaniseerde vangstmethoden van de moderne walvisvaart. Het leven aan boord van de schepen waarvan de bemanning zich bezig hield met het spek snijden (flensen), koken en verwerken van de vanuit roeibootjes geharpoeneerde walvis sen, staat centraal in „De Walvis vaarders”. Aan de gesel, die de gelederen van het grootste zoogdier, dat sinds mensenheugenis zeeën en oceanen bewoonde, zo sterk decimeerde, zijn bijzonder illustratieve aquatin- ten gewijd. De kleine mens gewik keld in zijn strijd tegen het grote monster. Wie waren de mannen die de elementen trotseerden, de bloe derige en met traan doordrenkte scheepsdekken bevolkten, klippen en ijsbergen omzeilden en roem vergaarden met hun heilloze jacht? De Walvisvaarders! A. B. C. Whipple, nazaat van een stoer zeevaardérsgeslacht uit Nieuw Engeland en zelf een fervent zeezeiler, geeft het antwoord in een goed gedocumenteerd en rijk geïl lustreerd Time-Lifeboek. „Halen en Brengen”, door Dick Schaap. Uitg. Sijthoff. handeling of als een vorm van pro test tegen de slechte kwaliteit van het eten, de zeewaardigheid van het schip die in twijfel werd getrokken of tegen het soort werk dat moest worden gedaan. Dergelijke acties konden spon taan uitbreken maar werden ook vaak van te voren beraamd. In het laatste geval was er meestal sprake van heden die wilden deserteren of het gemunt hadden op de lading van het schip. Een machtsgreep werd meestal gewapenderhand uit gevoerd en evenzo bestreden. Bij die bestrijding werd vaak de hulp van derden ingeroepen. In buiten landse havens waren dat de daar gezagdragende autoriteiten. In de Republiek en op de Europese wate ren waren het Nederlandse oorlogs schepen die zich in de vete mengden en de zaak vrijwel altijd in hun voordeel beslechtten. De zeekrijgsraden die zich in de meeste gevallen bezig hielden met de berechting van de voornaamste „complotteurs” hadden nooit veel tijd nodig om vonnis te wijzen. Het kielhalen en „laarzen” (onderdom peling aan een verzwaard stuk touw) alsmede roede-lopen en brandmerken werden vaak nog ge volgd door een dwangarbeid in een tuchthuis op de wal. Bij de ten uit voerlegging van de lijfstraffen moesten alle opvarenden aanwezig zijn omdat die ook bedoeld waren „ten afschrik voor den omstan ders”. De zeegeschiedschrijving is in Ne derland nooit erg informatief ge weest over het verschijnsel „muite rij”. In het buitenland kreeg de mui- T Onder de passagiers bevonden zich kooplieden, onderkooplieden, ambtenaren van de compagnie met hun familieleden, soldaten die voor l vijf jaar Azië hadden „getekend” en 1.' handwerkslieden die hun geluk in een nederzetting (factorij) wilden beproeven. Om de meer dan goed L draaiende kantoren in het verre oosten te bemannen en de floreren- de handelsvaart op peil te houden ontstond er een groeiende behoefte aan zeelieden en soldaten. Deze mannen werden voor het meren- deel geronseld in logementen die Gr Bemanningsleden van de Morningtown proberen mensen op het reddingsvlot aan boord te krijgen. Kielhalen: strafoefening aan boord van een oorlogsschip. steld. Los van de authentieke waar de van het werk van dr. Bruijn, drs. Van Eyck van Heslinga en de overi ge leden van het universitaire colle ge, rekent „Muiterij” af met be staande romantiek over de omstan digheden aan boord van de schepen van Nederland als toonaangevende zeevarende natie in de Gouden Eeuw. Niet zelden lagen vijandelijke schepen op de loer om de rijkbela- den koopvaarders te overmeeste- ren. Een gevaar dat werd bestreden door de schepen in konvooi te laten j, varen en uit te rusten met stukken geschut. De vloot van de VOC was - een zwaar bewapende handels- vloot. De „constabel” en Zijn „bus- schieters” maakten deel uit van de j. bemanning aan boord. Het aantal opvarenden werd echter niet in de j eerste plaats bepaald door de vaste bemanning. M opgepikt door helicopters of gaven de voorkeur aan J VciWUJX „„11 1 ...„.1 1 V - S herhaalde malen was gekenterd. Want één ding is zeker, dat te grote concessies worden gedaan aan uitrusting In de loop der zeventiger ja- ren werden de laatste zoge noemde geheime Ultradocu- menten van de Britse en Ame rikaanse Marine aan de open baarheid prijsgegeven. Toen werd pas volledig duidelijk welk „rollenspel” tijdens de tweede wereldoorlog op de At lantische Oceaan was opge voerd. In 1974 werd reeds be schreven welke invloed de Duitse codeermachine „Enig- ma” op het verloop der ge vechtshandelingen heeft uitge oefend. Of misschien is het juister te stellen dat „het door gronden” van die machine dat heeft gedaan. Tot aan het mo ment dat een team briljante geheimschrlftdeskundigen, mathematici en ingenieurs daar in 1942 in slaagden, waren de Duitsers heer en meester op de Atlantische verbindings- hoofdslagader. Alleen al in 1940 werd door Duitse aanvallen op Britse zee verbindingen 4 miljoen ton scheepsruimte vernietigd. Van de 23.922 mensen die gedwori- gen waren hun schip te veria- 1 ten, kwamen er in dat jaar 5.622 om het leven. Het mag I dan ook wel als vaststaand worden verondersteld dat En- geland zonder de economische en politieke steun van Amerika de strijd „om de Atlantische Oceaan” had moeten opgeven. Na een spoor van vernieling onder de Engelse marinevloot te hebben achtergelaten werd op 27 mei 1941 het Duitse slag- schip de Bismarck ten westen - van Brest vernietigd. Het was 7 slechts een klein lichtpunt in een strijd in een strijd waarbij aan geallieerde zijde enorme 7 slagen moesten worden gein- casseerd. Daarin kwam duide lijk verandering toen in Ameri ka het scheepsbouwprogram- ma „Ships for Britain” werd gelanceerd. Na Pearl Harbour sloten de Amerikaanse troepen zich aan bij de geallieerde strijdkrachten. Het zou nog drie jaar duren voor de Duitse tegenstand volledig was gebro- - ken. Daarin vormde de strijd om „het bezit” van de Atlanti- sche Oceaan een hoofdstuk apart. „De Slag om de Atlantische Oceaan” geeft een duidelijk beeld van die strijd. Niet alleen het militair strijdtoneel, maar evenzeer de inspanningen van de mannen en vrouwen op scheepswerven en in fabriek ken, de angsten van de schip breukelingen, het lijden van de gewonden, de drenkelingen en de stervenden. Want uiteinde lijk kostte de strijd tussen kon vooien en U-boten aan 40.000 geallieerden het leven. 2600 koopvaardijschepen en 175 marinevaartuigen gingen ten onder. „De Slag om de Atlanti sche Oceaan” geeft een indru kwekkend beeld van die strijd. van het schip. Onervarenheid blijkt „in geval van” tot paniek te leiden; met alle gevolgen van dien. moest een traject worden afgelegd waarbij de Fastnet f Rock, ten zuiden van Ierland moest worden gerond. In C dat gebied ontwikkelde zich in de nacht van de 13e op de M 14e augustus een storm die danig huishield onder de vloot van zeezeilers. Van vijf schepen Is bekend dat zij zonken. Meer dan twintig jachten werden voortijdig 5 door hun bemanningen verlaten. De zeilers werden opgepikt door helicopters of gaven de voorkeur aan 'j. verblijf in hun reddingsvlot boven hun schip nadat dat tü f 7slO I -- ..Zf4&38SSf>. .v aA.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 23