Levendige voorstelling van Mijnheer Puntila en zijn knecht Matti Twee schrijvers in DDR vrijgelaten op niveau uitgevoerd Grote festivals in gevaar Uitstekende muziektheaterproductie De Vuyle Wasch is scherp van toon De Zeven Provinciën van Willem Breuker is s Folkloristische dans Gluurkasten Dogtroep prikkelen fantasie 3 Nieuw programma kleurig en virtuoos Israëlische auteur Gutman overleden Ontdekkingsreis langs geheimzinnige plaatsen 11' DECEMBER 1 980 MAANDAG 1 KUNST 1 AMSTERDAM. Mijnheer .ÏPuntila en zijn knecht Matti uit ‘het gelijknamige toneelspel van /Bertolt Brecht zijn in hun relatie tot elkaar te vergelijken met Heer 'Bommel en zijn jonge vriend ^Tom Poes. Bommel kan zich even spiritueel gedragen als Puntila en de knecht Matti vertoont dezelfde .saaie rechtschapenheid als Poes. Dat is waarschijnlijk het lot van de stem van het geweten. Want zoals Tom Poes wordt be schouwd als Bommels geweten, zo staat Matti voor dat van Punti la. Uit deze vergelijking valt op te maken dat de verhouding tussen Puntila en Matti niet specifiek die van meester tot knecht is. BH' Slotscène uit Mijnheer Puntila en zijn knecht Matti. Links Wim van der Grijn als Matti, rechts Gees Linnebank als Puntila. JAN BAART KO VAN LEEUWEN Jf. ene inte, ifob- In de voorstelling die het Publieksthea- ter onder regie van de Oostduitser Fritz Marquardt speelt wordt het accent op de verhouding van Puntila tot Matto vooral duidelijk gemaakt door de rol van de chauffeur (knecht) die door Wim van der Grijn op knappe monotone wijze heel afstandelijk wordt gehouden. Daardoor ontstaat er een bepaalde superioriteit van uit Matti. Maar het is in feite hetzelfde baas-boven-baas dat in vrijwel elk klas siek meester-knecht verhaal komt boven drijven. De voorstelling van het Publiekstheater zweemt naar een vrolijk blijspel. Het is vooral een triomf geworden voor het ta lent van een acteur als Gees Linnebank, die Puntila hartveroverend doet verrijzen. In houding en intonatie beheerst Linne bank de scène en dat wordt vooral duide lijk op de schaarse momenten dat hij niet op het toneel staat. Zijn rol is dan ook een heel dankbare, dat in tegenstelling tot de toch wat somber getinte Matti, die van Wim van der Grijn evenwel een bewonde- renswaardige contrastvorm krijgt. Samen zorgen Van der Grijn en Linnebank voor een grotesk uitgespeeld slot, dat door het commentaar van het dienstpersoneel een extra absurd reliëf meekrijgt. Het onmo gelijke op het toneel blijkt dan mogelijk te worden. De muiterij met het muziekinstrument als wapen vindt doorgang en telegram men van onze regering in Den Haag mo gen niet baten. Precies zoals de muiterij op De Zeven Provinciën in de jaren dertig een halt werd toegeroepen, zo grjjpt de overheid ook nu naar zware middelen om haar zelfrespect te bewaren. De Vuyle Wasch en haar bemanning worden de bodem ingeboord. Een sombere metafoor voor de mate van erkenning die de geïm proviseerde muziek in Den Haag geniet? Elk van de tien dozen is door zijn eigen bespeler zelf ontworpen en uitgevoerd. Vaak voert men gedurende het uur dat de voorstelling duurt binnen de doos ook nog een hele act op, waardoor de uitwendig zo WEST-BERLIJN (AFP). De Oostduitse autoriteiten hebben vrijdag twee Oost- duitse schrijvers, Frank-Wolf Matthies (26) en Lutz Rathenow (28) in vrijheid gesteld, zo is uit goede bron in West-Berlijn vernomen. De twee waren vorige week zonder opgaaf van redenen gearresteerd. Volgens goedingelichte kringen hield de arrestatie waarschijnlijk verband met publicatie van hun werken in het westen, die „schadelijk voor het aanzien van de DDR” kunnen zijn. In dergelijke gevallen worden auteurs ook wel berecht wegens overtreding van de deviezenbepalingen omdat ze auteursrechten innen voor illegaal uitgevoerde manuscripten. De 20-jarige dichter Thomas Erwin, die op 1 november is aangehouden, zit nog steeds gevangen. Beeld van het leven aan boord van De Vuyle Wasch. Terwijl Maartje Seyfert het zwembad beproeft, onderhoudt de minister (Frans Mulder, links met handtasje) zich met een jonge zeeschuimer (Maarten van Norden, midden gehurkt). (Foto Bob van Dantzig) durend de anderen trotseren om maar de eega van de bewindsvrouwe op het pro gramma te kunnen plaatsen. 18.20 naai, erie. rtna- und life jeel- aal. Cur- ■cial. 20.15 ipor- ima. ifor- Jeu- ram- ling. igen Se- ima. 11.55 och- n 2. 1 in i de ;ken ioor ?ven ko- han- s in gen, zijn wen >rs”, >che van dé kele i en i de om deze ■acht arige :hre- n de leeg- men ■mde kiest het Aan ■el is i het Es- slen. ver- be- ko- wor- ireet tond ledi- zou een een P- In een luchtige regie van Lodewijk de Boer en Mady Misset wordt ons niet alleen het ontspannen leven aan boord getoond, maar ook een inzicht in de verhoudingen tussen de als passagier aanwezige minis ter en het door haar aangetrokken kollek- tief gegund. Het normale leven aan boord blijkt zo zijn pleziertjes te kennen. De kapitein (Wim de Meyer) is voortdurend dronken, de freelance machinist Boy Ra- demakers zit met vet besmeurde handen voortdurend achter het danseresje Sylvia Alberts aan, terwijl de populaire zangeres Yanaika en mevrouw de minister voort- Puntila en zijn knecht maken samen geen echt sterk toneelstuk. Onder Mar quardt verbindt het Publiekstheater er dan ook geen pretenties aan die in dit geval irritant zouden werken. Het Pu bliekstheater toont er evenwel mee aan dat het in staat is goed toneel zonder overbodig pathos te spelen. De speelstijl, in deze voorstelling gehanteerd, wijst daarop. Ook het eenvoudig, maar fraai toegepaste decor van Hennie Schalier sluit daar bij aan. Een vrolijke voorstel ling met plezier waar ieder het zijne kan uithalen. Zelfs een belofte van de minister Frans Mulder zet haar met kwaadaardige scherpte als een onbenul en troelala neer om op haar ministerie een speciale ambtenaar te belasten met de problema tiek rond de subsidiëring van de geïmpro viseerde muziek mag niet baten. Nadat de kollektiefleden eerder al water in de wijn hebben moeten doen toen opgetreden werd voor de Nederlandse kolonie in Mal ta en de Unifil’ers in Libanon (aan boord blijven, want onze jongens staan stijf van de woestijnsyf”) en tal van muzikale uit stapjes als kamermuziek en disco hebben aangedaan, houdt men nu het been stijf. Onbegrip en een gebrek aan beleid ken merkt de minister zelfs aan boord. Een discussie op de ZuidpooR!) eindigt in een woordenbrij en de verzekering dat dit „gepiep” nooit uit overheidsmiddelen mag worden bedacht. Cultuur ja, maar het mag geen stuiver te veel kosten, dat is de boodschap die Breuker nog steeds wordt voorgehouden. Deze verdenkt de minister dan ook cultuur te zien „als een natuurzuivere shampoo waarmee mensen in den vreemde de bol kan worden ge wassen”! De Vuyle Wasch heeft nog steeds het onbeholpen acteergedrag dat alle muziek- theaterprodukties kenmerkt die door im proviserende musici in elkaar worden ge sleuteld, maar ditmaal lijdt het spel er nergens onder. Gemoedelijkheid, grap pigheid en een overvloed aan prachtige muzikale invallen vervolmaken De Vuyle Wasch tot een voortreffelijke persiflage op een Holland Expo. Nog even en Breu ker entert het schip van staat zelf. JOHN OOMKES wanneer de muziek van het uitstekend spelende sextet, de zang van de smaakvol le Marjolijne Rommerts en de dans van het ensemble als een geheel gepresenteerd wordt, zoals in het onderdeel uit Bretagne, geeft dat een meeslepend resultaat. Niet temin blijven ook de solo’s van de zange res, met name weer in het onderdeel Bre tagne en ook in het nummer uit Armenië, de moeite waard. Een belangrijk element van een theater voorstelling door een folkloristisch en semble bestaat uit de kostumering. In het nieuwe programma van het Folkloristisch Danstheater heeft men wat dat betreft met de aankleding van de dansen uit Sokatsko zeer hoge ogen gegooid. Variatie in kleuren, kantgamering en gouddraad- borduursel, voor elke danser en danseres in een eigen patroon, biedt een rijkdom aan kostumering die het extra jammer maakt dat de dansen zo snel uitgevoerd worden en een rustig zicht op het gebode- ne niet mogelijk is. De gejaagdheid, ook in enkele andere dansnummers, onder streept weliswaar de virtuositeit van de dansers maar komt niet altijd even au thentiek over. De Armeense suite die het programma afsluit laat echter weinig te wensen over. Dans, zang en instrumentale muziek staan zonder meer op een hoog peil en maken het enthousiaste onthaal van het gezel schap bij de première van dit nieuwe programma zeker gerechtvaardigd. JAN BAART In Brechts stuk gaat het om de Finse hereboer Puntila (Brecht schreef zijn stuk in 1940 in Finland) die een merkwaardige eigenschap heeft. Als hij dronken is en dat is hij het liefst, hij heeft zelfs een goede medicijn tegen nuchterheid dan is hij de menselijkheid zelve. Hij belooft dan dingen die hij nooit kan nakomen wanneer hij weer nuchter is. Als Puntila dronken is neemt hij een chauffeur aan waar hij eigenlijk alleen maar last van heeft. Dan trouwt hij het liefst met elke vrouw die hij bij het ochtendgloren ont moet, al zijn het er vier teglijk. Dan huwe lijkt hij zelfs zijn enige dochter uit aan zijn chauffeur, in wie hij eindelijk een méns heeft herkend. Eenmaal nuchter toont Puntila ons schril de keerzijde van dit alles. Mijnheer Puntila en zijn knecht Matti is op zich geen sterk toneelstuk. De intrige is simpel en de maatschappijkritiek blijft mager door ongeloofwaardigheid, ook al is er ruimte genoeg om er zo het een en ander omheen te filosoferen. Het heeft er alles van dat Brecht in dit stuk eens de •gelegenheid te baat wilde nemen zonder 'tegenwerping een reactionair van het vriendelijke type (dus gevaarlijk) te por tretteren. De knecht Matti lijkt dan slechts te zijn toegevoegd om ook het woord van de proletariër vlees te laten worden. Fritz Marquardt stond niet te popelen om dit stuk te gaan regisseren, zo heeft hij laten weten in een interview in de Volks krant. Maar zijn gastregie bij het Pu bliekstheater zou komen te vervallen, in dien hij Puntila niet wilde doen. En zo moest Marquardt dus aan het werk met hem onbekende spelers in een stuk waar hij niet op wachtte. Het strekt hem tot eer, en het bestempelt hem tot een integer regisseur, dat hij er een voorstelling van wist te maken, zoals zaterdag bij de pre mière te beleven viel. Marquardt heeft er terecht geen wijsgerigheden bijgesleept, maar zich gericht op wat de nuchtere tekst rond deze dronkemanspraat hem te bieden had. De regisseur wilde ook geen schrappingen in de tekst. Deze is dan ook zo integraal mogelijk aangehouden en dat leidt ondanks een over het algemeen zeer levendige voorstelling toch tot momenten van verveling. Met name de te breed uitge sponnen scène van de bruiden van Punti la, die in de (overigens mooi uitgebeelde) klaagzang la klassieke tragedie nog een vervolg krijgt, is daar een voorbeeld van. TEL AVIV (AP). In Tel Aviv is zater dag op 82-jarige leeftijd een vén Israels meest bekende schrijvers, Nahum Gut man, overleden, zo heeft de Israëlische radio bekend gemaakt. Gutman werd vooral bekend door zijn schilderijen van Tel Aviv, zoals dat in de eerste jaren was, en als schrijver van kinderboeken. Hij kreeg in 1962 de Hans Andersen-prijs van de Unesco. HAARLEM. Het nieuwe programma van het Internationaal Folkloristisch Danstheater dat zondag in het Concert gebouw in première ging biedt zoals ver wacht mag worden weer fraai tot uiterst fraai uitgevoerde muziek- en dansnum mers. Om het geheel een overzichtelijke vorm te geven levert een muzikaal zeer aantrekkelijk onderdeel een vast herken ningspunt op, tussen de grote verschei denheid aan dans- en muziekstukken. Dit ■Ritornel, als repeterend thema, laat het danselement echter aanvankelijk in het duister. Tegen het eind wordt duidelijk waarom, maar dan is de grap ervan ei genlijk al een beetje uitgewerkt door het ongenoegen dat de kop heeft opgestoken, omdat men de dansers slechts vagelijk als schimmen kon ontwaren. Roemenië, Bretagne, Joegoslavië, Grie kenland, Hongarije en Armenië leveren uit hun verschillende folkloristische bron nen het kleurrijke programma. Vooral AMSTERDAM. Zoals in vroeger eeu wen de Hollandse .handelsman met ge durfde handelsgeest zich eigen wegen naar het specerijenrijke Indië zocht, zo schuimen nu luxe cruiseschepen onder de vlag Holland Expo de wateren in het Midden- en Verre Oosten af naar nieuwe afzetgebieden. Zaterdag werd in Amster dam een nieuw schip met een vergelijkba re bestemming te water gelaten De Vuylp Wasch genaamd waarvan ik me niet kan voorstellen dat noch staatsse cretaris Beijen (Economische Zaken) noch minister Gardeniers (CRM) hun in stemming zullen betuigen met dit staal tje ondernemingslust. Het Willem Breuker Kollektief monstert uit geldgebrek bij de overheid zowel zee- vaardige bemanning aan als een Neder lands exportartikel op cultuurgebied en kiest tijdens een vlot gemonteerde voor stelling het ruime sop. De wereld wordt vervolgens op tal van plaatsen voorgehou den waarin een klein land cultureel groot kan zijn, waarna de hele onderneming schipbreuk lijdt omdat het kollektief het commando op de brug overneemt onder de dreiging van een ingelast bezoek aan Zuid-Afrika. De zo olijke voorstelling die De Vuyle Wasch blijkt te zijn eindigt als een treur mars, alsof Breuker wil zeggen dat zelfs met een degelijke mate van subsidiëring het actuele muziektheater nu niet meer te redden zal zijn. Ik heb het gevoel dat hij dan het gelijk aan zijn zijde heeft, al is het wel zo dat Breuker met De Vuyle Wasch zijn beste produktie op muziektheaterge- bied heeft gemaakt. Zowel inhoudelijk, muzikaal als toneelmatig steekt het geheel met kop en schouders uit boven wat de laatste jaren uit de geïmproviseerde mu ziekboek is voortgekomen. De organisatie maakt zich ernstig zor gen over deze ontwikkeling. De budgets staan onder zware druk. De kostenstijgin gen worden vooral veroorzaakt door uit- voeringsrechten, belastingen en andere kosten bij het uitbrengen van wereldpre mières. Zij kunnen niet worden gecom penseerd door hogere toegangsprijzen of subsidies. De festivals zijn een belangrijk onder deel van het Europese muziekleven, dat niet in gevaar mag worden gebracht door overdreven belasting van de budgets met kosten die niet rechtstreeks betrekking hebben op de uitvoering. Frans de Ruiter, directeur van het Hol land Festival, werd in het dagelijks be stuur van de Europese Associatie van Muziekfestivals gekozen. Voorstelling: Mijnheer Puntila en zijn knecht Matti. Toneelstuk van Bertolt Brecht. Regie Fritz Mar quardt. Gezelschap: Publiekstheater. Vertaling Guus Rekers (in samenwer king met Marquardt). Decor en kos tuums Henning Schaller. Muziek Paul Dessau. Belangrijkste rollen Gees Linnebank, Wim van der Grijn, Celia Nufaar, Sigrid Koetse, Pauline van Rhenen, Albert Abspoel, Chiem van Houweninge en Frans Vorstman. Pre mière 29 november 1980, Stadsschouw burg Amsterdam. Op 7 januari komt mijnheer Puntila en zijn knecht Matti in de Haarlemse Stadsschouwburg. Voor Nomadic Exhibition of the Living Humans moet het publiek net als bij Walt Disney’s Fantasyland of het spookhuis op de kermis zelf op onderzoek. Aanvanke lijk loopt iedereen wat onwennig rond tussen de neerhangende gekleurde wim pels en zwarte gluurkasten. Men bekijkt de r nddraaiende hoge stellage waarop een ombonist en een slagwerker zitten. In zwarte kleding gestoken en met glim mend geoliede armen en gezichten, vor men deze twee muzikanten op hun draai ende zitplaats het enig zichtbare mobiele element van Nomadic Exhibition. Om de Living Humans, de verschillende verschijningsvormen in de zwarte dozen, te zien via de kijkgaten in de zwarte wanden, wordt het uiteindelijk een steeds ongeduriger dringen. Het kijken door die kleine gaten levert een verscheidenheid in reacties op. Sommigen worden zich snel bewust van een zeker voyeurisme en dur ven niet langer dan enkele ogenblikken naar binnen te kijken. Anderen laten het inwendige van zo’n doos lang op zich inwerken en zien het als een groteske kijkdoos die hun verbeelding stimuleert. Opmerkingen als „Laat mij nou eens” en „She’s looking back!” verraden ook een andere instelling dan de aansporing „Moet je deze zien!” Internationaal Folkloristisch Dans theater: ABACABA folkloristisch Rondo, een programma met muziek, dans en zang uit verschillende streken van Europa met een steeds terugke rend vast programma-onderdeel als rode draad, het Ritornel. Concertgebouw Haarlem, 30 novem ber 1980. (Van onze kunstredactie) DEN HAAG. Kostenstijgingen van muziekuitvoeringen bedreigen het voort bestaan van Europese festivals, waaron der het Holland Festival. Op een onlangs gehouden vergadering van de Europese Associatie van Muziekfestivals, waarbij 40 festivals (Bayreuth, Edinburgh, Salz burg, Wenen, Bregenz, Zagreb, etc.) zijn aangesloten, is geconcludeerd dat geldge brek er nu al toe leidt dat bepaalde wer ken om louter financiële redenen niet in programma’s kunnen worden opge nomen. AMSTERDAM. De Dogtroep geeft met Nomadic Exhibition of the Living Humans in de Fonteinzaal van de Melkweg geen gebruikelijke theatervoorstelling. Het programma schotelt de bezoeker een ontdekkingsreis voor langs geheimzinnige geïsoleerde plaatsen, in de vorm van tien gluurkasten die fantasieprikkelende bezienswaardigheden bevatten. Twee muzikanten zorgen voor een in mineur gestem de omlijsting. De Dogtroep grijpt met dit programma terug naar de begintijd van zijn bestaan. Vijf jaar geleden maakte men, na een aantal straatvoorstellingen, met een soortgelijk gluurkastenproject in de Melkweg het eerste binnenoptreden. Muziektheater: De Vuyle Wasch. Idee en verwerkelijking: Willem Breu ker Kollektief. Spelers: Sylvia Alberts, Walter van Canoy, Wim de Meyer, Frans Mulder, Yanaika Lempers en Maartje Seyfert. Spelers/Musici: Andy Altenfelder en Boy Raaymakers (trompetten), Bernard Hunnekink en Willem van Manen (trombones), Willem Breuker, Bob Driessen en Maarten van Norden (saxofoons), Henk de Jonge (piano), Arjen Gorter (bas), Rob Verdurmen (drums). Regie: Lodewijk de Boer en Mady Misset. Choreografie: Fransjes Gel- derblom. Decor: Frank Raven. Pro duktie: Theaterunie. Première: 29 november in Theater De Balie Amsterdam. De Vuyle Wasch is daar nog tot en met 6 december te zien. Daarna nog onder meer in Stads schouwburg Amsterdam (9/12), Schouwburg Het Park te Hoorn (11/ 12), Cultureel Centrum Amstelveen (20/12) en Koninklijke Schouwburg Den Haag (22/12). ram- luse- tueel tv- Jcht statisch lijkende opstelling een verras send beweeglijk en kleurrijk contrast laat zien. Morbide acts, sprookjesachtige tafere len, groteske uitwassen van onze samenle ving of futuristische fantasieën: elke zwarte doos levert een ander beeld op, dat bij een tweede beschouwing vaak nog gewijzigd blijkt. De verrassingstocht roept een zo verwachtingsvolle spanning op dat na het bekijken van de tien dozen het publiek blijft wachten op wat er nog meer gaat gebeuren. Luide mededelingen dat het afgelopen is, veroorzaken een maar langzaam op gang komende uit tocht. Net als vroeger bij de kermis, je hebt alles al gezien maar wilt toch wach ten op het wonder dat toch niet zal ge beuren. Vrolijke Brecht bij Publiekstheater Dogtroep: Monadic Exhibition of the Living Humans, een miniatuurker mis met tien gluurkasten. Muzikanten Joep Maessen en Jos Zandvliet. Spreekstalmeesters Catrien Bos. Gluurkastbespelers Hans Belleman, Cynthia Bender, Jeroen Determan, Martien Groeneveld, Lino Hellings, Hein de Kort, Paul Nygaard, Walter Tjon, Marjan Voogd en Warner van Wely. Melkweg, Amsterdam, 28 november 1980.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 11