Econoom Swieringa nam
dieet-chaos onder handen
J
t-H
wo
ZAT E^DAGS BIJVOEGSEL
GEZONDHEID
s
ggBp
I
SEXUOLOOG VAN EMDE BOAS:
i
MA
few
ffiönrfirTo W
1
I
Vaticaan
f I
door Hein Dik
A 'G L
door Rien Klijn
de seksuologie. In een gesprek met Hein
Dik vertelt hij over de ontwikkeling van de
seksuologie in Nederland.
'W
-te-
-te.
7
M
te
F w
-
I I
JF I
teteM
I 1
I -1
I ter
I
I-
Paria
I te
s te
F
F te
Prof. dr. C. van Emde Boas heeft afscheid
genomen van de Universiteitten van Lei
den en Amsterdam, waar hij de eerste
Nederlandse bijzonder hoogleraar was in
„Op het gebied van de seksualiteit is een boel ten goede veranderd.
Jammer genoeg is het feitelijke seksuele gedrag niet gewijzigd. Er
wordt nog net zo slecht gevreeën als vroeger. Misschien met een
beetje meer techniek, maar vaak met minder gevoel. In tegenstelling
tot vroeger kan iedereen nu een boekje kopen met 40 houdingen om
de geslachtsdaad te bedrijven. Maar van werkelijke erotiek is
nauwelijks sprake. De echte terugkeer van een liefdeskunst is er
niet."
De visie van dr. C. van Emde Boas, een van de eerste seksuologen in
Nederland. Hij maakte nog de tijd mee datje als viezerd werd
behandeld als je je met seksualiteit bezig hield. Ook als je, zoals hij,
zowel psychotherapeut was als seksuoloog.
Leerstoel
ge"tete
A te *"i
F Wa j
Voorlichting
J
Liefde kan
Kunst zijn
in plaats
leving
sidooi
,X»?_ i
Joop Swieringa
jke
en
in
offreren.
aan partnerruil en groepsseks werd
•an het
leen
ieid
en
teven
boek
mpen
gedaan. Nu treedt men makkelijker naar
buiten. Kijk maar naar de
advertentiepagina’s in Vrij Nederland en
andere bladen. Ik weet niet of dat nu een
werkelijke bevrijding is.
Er zijn wel positieve veranderingen in het
huwelijk. Aan incidenteel overspel wordt
niet meer zo zwaar getild. In sommige
huwelijken wordt een derde partner vrij
goed verdragen. Paren blijven soms bij
elkaar, ook als één van de partners
lesbisch of homoseksueel blijkt te zijn.
blijven spelen in het seksuologisch
gebeuren.” Hij heeft in zijn leven veel
wetenschappelijk werk gedaan, maar was
ook actief als publicist en therapeut.
„Het werken met mensen was me het
liefste”, zegt Van Emde Boas. „Ik heb nu
nog steeds therapiegroepen. Ik ben daar
als een van de eersten mee begonnen. Ik
neem alleen geen nieuwe mensen meer
aan. Dat zou ik onbehoorlijk vinden. Als
zwaar hartpatiënt kan ik niet zeggen of ik
morgen nog leef. Dan moetje geen
mensen meer aannemen voor een
langdurige behandeling.
Het is moeilijk om te zeggen wat het
belang is geweest van je werk. Ik heb hier
in de kamer veel invloedrijke mensen
kunnen overtuigen van m’n standpunt.
Vanaf het einde van de jaren ’40 kwamen
er belangrijke katholieken en
protestanten met wie ik uren heb
gediscussieerd. Op die manier heb ik m’n
steentje bijgedragen. Die gesprekken
hebben stellig uitwerking gehad.”
De seksualiteit zit niet meer in het
verdomhoekje, maar Van Emde Boas
heeft zich als hoogleraar nooit volledig
erkend gevoeld.
1 -
»n zijn
pelijk
raat
ing.
:n de
te
st
den de
s weer
sve,
rdt
n de
et
w
X»
■te'
1.” Een
omtin
hele
sterk
mder
k
0).
ke kant
de
uit de
eurs
itie
een
ng.
lip
/ende
zijn
uiten
re.
■elatie
te*
De 35-jarige Joop Swieringa uit Nieu-
wegein studeerde economie in Rotter
dam. Na zijn studie werd hij als eco
noom verbonden aan het Nationaal Zie
kenhuisinstituut in Utrecht. Dat was
tien jaar geleden. Hij promoveerde on
langs op een proefschrift waarin hij de
chaos in de dieetsamenstelling onder
het mes neemt.
„Daar, in het ziekenhuis”, zegt Swie
ringa, „werd ik geconfronteerd met de
chaos op het gebied van dieetvoor-
schriften. Elke arts schreef zijn eigen
dieet voor. Gevolg een geweldige hoe
veelheid potjes in de keuken. Patiënten
met dezelfde kwaal kregen een ander
dieet. Dat was afhankelijk van de arts.
Het verwonderde patiënten dan ook al
tijd dat ze voor hun zelfde kwaal van de
ene arts dat dieet en van de andere arts
dat dieet kregen. Ook de samenwerking
van de arts met de diëtist of diëtiste
was soms ver te zoeken”.
i
te
bruikt wordt, zoals het ulcusdieet, het
diabetesdieet, het kichtdieet en het hepa-
titisdieet. Schiet een van deze indelingen
te kort, dan wordt er maar een fantasie-
naam verzonnen. Op de laatste wijze zijn
namen als schommeldieet, ritmedieet en
mestkuur in omloop gekomen”.
Het principe van de indeling van Swie
ringa is gebaseerd op het aanduiden van
een of meerdere voedingsstoffen (eiwit
ten, koolhydraten, vetten en mineralen)
waarin de dieetvoeding afwijkt van een
normale voeding. Van deze voedings
stoffen wordt dan vermeld of het om een
beperking, een verrijking, een totale ver
wijdering of om vervanging gaat.
Vertaling in de praktijk: de arts brengt
zijn patiënt onder in een van de vier
categorieën en geeft bovendien aan wat
de maximaal toegestane of minimaal
vereiste hoeveelheid van de desbetref
fende voedingsstoffen moet zijn. Met dit
zogenaamde dieetvoorschrift verwijst
hij zijn patiënt naar de diëtist. Die zorgt
voor de vertaling van dit voorschrift in
voedingsmiddelen. Hij gaat bijvoor
beeld na of het noodzakelijk is om zout
loos brood voor te schrijven bij een
patiënt met hoge bloeddruk, die van zijn
arts een natrium-beperkt dieetvoor
schrift heeft meegekregen. Het is tevens
de taak van de diëtist om ervoor te
zorgen dat de voeding zoveel mogelijk
aansluit bij de behoeften, de gewoontes
en de wensen van de patiënt en dat er
ruimte overblijft om zelfstandig te varië
ren. De „methode-Swieringa” werd in 28
ziekenhuizen en andere instellingen op
zijn bruikbaarheid beproefd. Tot nu toe
met succes.
„In ziekenhuizen zijn voldoende diëtis
ten”, zegt Swieringa. „daar zijn niet zo
veel problemen. Moeilijker ligt het met
de huisarts en zijn thuispatiënten. De
huisarts kan veelal niet beschikken over
diëtisten. Er zijn wel diëtisten maar ve
len daarvan zijn werkloos. Als de diëtis
ten in het ziekenfondspakket zouden
kunnen worden opgenomen, dan zou het
probleem grotendeels kunnen worden
opgelost”.
Swieringa heeft zijn opdracht vervuld.
Hij keert de dieetwereld de rug toe. „Wat
ik gedaan heb, moeten anderen maar
verder dragen. Ik word weer econoom.
Daar gaat mijn grootste voorliefde toch
naar uit”. Swieringa wordt wetenschap
pelijk medewerker bij de Stichting Be
drijfskunde Neijenrode.
Anderzijds zie je ook een reactie op de
liberalisering; een teruggrijpen naar oude
normen. Kijk bijv, naar het optreden van
de paus, kort geleden weer in Duitsland.
Een machtig instituut als het Vaticaan
maakt zich sterk om de liberalisering
terug te dringen.
Niemand houdt zich aan de regels van de
kerk, zegt u. Ik ben juist zo bang dat Rome
meer invloed heeft dan we zouden
verwachten. In elk geval veroorzaakt de
paus schuldgevoelens bij mensen die
menen dat ze hem gehoorzaam moeten
zijn. Vergeet ook niet dat we hier Gijsen
en Simonis hebben.
De reactie zit overigens niet alleen bij de
katholieke kerk. In Leeuwarden is een
weliswaar provocerende groep als „Rode
Flikkers” toch maar in elkaar getimmerd.
Er zijn felle anti-abortus-acties. Anita
Bryant is tekeer gegaan tegen homo’s. Er
zijn emigratiebeperkingen voor homo’s
die naar Amerika willen. In onze parken
worden homoseksuelen nog steeds
beroofd en ze zijn bang om aangifte te
doen bij de politie.”
Veel taboes zijn de afgelopen twintig jaar
doorbroken, maar Van Emde Boas vindt
dat er tegenwoordig een taboe is op
taboes. „Je moet een vriendje of
vriendinnetje hebben als je 17 bent,
anders tel je niet meer mee. Je mag geen
maagd zijn als je trouwt. Dat zijn de
nieuwe taboes.
Er bestaat in onze tijd een enorme
hoeveelheid consumptieseks. Mensen die
coïteren zonder dat er sprake is van een
relatie. Denk ook aan de bloei van de
seksclubs. (Op spottende toon) „Huize
Clara, zes nieuwe meisjes.” Het zijn de
ouderwetse bordelen in moderne vorm. Ik
vraag me af of het alleen een seksuele
behoefte is als je vrijt met iemand die je
nauwelijks kent. Vaak gaat het om het
versieren. De competitie tussen mannen
wie een meisje als eerste in bed zal
O..
„Ik had geen eigen kamer op de
universiteit. Ik moest alles alleen doen,
zonder medewerkers. Het was niet meer
zoals in het begin van m’n artsenbestaan.
Toen werd je als een paria behandeld.
Maar je positie was toch altijd anders dan
die van bijv, een hoogleraar ethiek. De
NVSH had me aan de universiteit veel
beter moeten ondersteunen, maar die liet
het afweten.
Ik had verschrikkelijk graag meer
onderzoek gedaan. Eén van de
onderzoeken die ik erg nuttig zou vinden,
betreft het orgasme bij de vrouw. Over
dat onderwerp is erg veel getheoretiseerd.
Maar vaak zijn die theorieën niet in
overeenstemming met wat ik heb ervaren
als arts en als minnaar.
Het is onzin dat een vrouw alleen clitoraal
een orgasme kan beleven. Net zo’n onzin
als de gedachte dat het altijd een vaginaal
orgasme is. Ik ben er trots op dat ik al in
1932 voor rehabilitatie van de clitoris heb
gepleit. De clitoris is een zeer werkzaam
instrument bij het orgasme, maar het is
niet waar dat vrouwen alleen op die
manier klaarkomen. Al die scheidingen
van clitoraal en vaginaal vind ik onzin.
Mensen moeten wel weten hoe belangrik
het gebied van de clitoris is. Dat is
schandelijk verwaarloosd door de
nuchtere Hollanders. De Fransen
bijvoorbeeld hebben altijd orale seks
gecultiveerd. Een Fransman vindt dat er
iets mis is met z’n vriendin als ze weigert
zijn penis in haar mond te nemen.
Omgekeerd likken de Franse mannen hun
vriendinnen ook bijzonder graag.”
Van Emde Boas zou verder graag
onderzoek zien naar de homoseksuele
tendens die in elke man aanwezig is. „Ik
zou willen weten wat met dat homo-aspect
gebeurt bij heteroseksuele mannen. Dat is
van belang voor een betere maatschappij.
Mannen zouden minder competief
worden als ze hun homo-erotische
gevoelens ook een kans konden geven. Zo
vind ik het prettig dat mannen elkaar
tegenwoordig ook kunnen omarmen
buiten het café en het voetbalveld.” Bij
het einde van het gesprek is Van Emde
Boas zichtbaar vermoeid. Zijn
secretaresse brengt hem een glas water.
„U vraagt me hoe een rijpe, volwassen
seksualiteit eruit zou zien. Daar kan ik
alleen een persoonlijk antwoord op geven.
Volgens mij zijn alle sensuele en
emotionele factoren daarin geïntegreerd
tot een harmonisch geheel. Bij rijpe
seksualiteit zijn orgasme en coïtus minder
belangrijk. De coïtus is maar één van de
vele vormen waarin we onszelf zinnelijk
kunnen beleven. Ik kan me een ideale
erotische realiteit voorstellen van een
volslagen impotente, maar wel liefdevolle
man. Het gaat om het niveau. Liefde kan
kunst zijn in plaats van kitsch.”
I ga, „dat de arts de medische eisen
Erotiek is in oosterse landen en
godsdiensten opgenomen in
het gewone patroon. Zo ziet
men in en op tempels vele af
beeldingen, die in vaak fraaie
lijnen de liefde uitbeelden. Zo
als dit minnend paar op de zon
netempel van Konarak, stam
mend uit 1250 (links boven).
Krishna en Radha, een minia
tuur uit de Bundi-school (mu
seum Bombay), (onderste af
beelding).
krijgen. Ik betwijfel of het tikkeltje
orgasme watje dan krijgt, zo’n
doorslaggevende factor is. Het „verslaan”
van de anderen speelt minstens zo’n
belangrijke rol.” De Amsterdamse
zenuwarts meent dat sociale
verhoudingen ons hele leefpatroon
bepalen. Daarom heeft de huidige
economische crisis volgens hem ook
gevolgen voor de beleving van
seksualiteit.
„Ik heb de vorige crisis meegemaakt als
jonge dokter. Hij heeft grote invloed
gehad op m’n politieke denken. Je zag
bijv, jonge werkloze mannen die impotent
werden, omdat ze zich zo uitgeschakeld en
machteloos voelden. Ze deden niet meer
mee. Dat uitte zich ook in hun
liefdesleven. Ik kan me niet voorstellen
dat het nu anders is.”
Ég •*-
te
I
Van Emde Boas is er niet onverdeeld
gelukkig mee dat zijn leerstoel in Leiden
is overgenomen door een niet-medicus.
„Mijn gevoelens zijn tegenstrijdig. Aan de
ene kant vind ik het jammer dat ze geen
medicus hebben gevonden die in staat
was de seksuologie verder te doceren
zoals ik het gewend was. Ik heb altijd veel
aandacht besteed aan sociale en cultuur
historische achtergronden. Aan de andere
kant vind ik het een erkenning van het feit
dat de seksuologie niet uitsluitend
medisch is.
De medische seksuologie mag niet
verdwijnen ten koste van de
gedragswetenschappen. Dat zou grote
risico’s inhouden. Er bestaat altijd het
gevaar dat men relationeel noemt wat in
feite een lichamelijke oorzaak heeft.
Ik herinner me een meisje dat langdurig
in psychotherapie was geweest voor
vaginisme (te nauwe vagina). Al bij het
eerste onderzoek vonden wij de oorzaak:
een klootje in de buurt van de clitoris.
Vaginisme kan wel degelijk een
lichamelijke oorzaak hebben. Die
medische kant speelt ook een rol bij
vrouwen met een droge vagina. Dat hoeft
niet altijd te komen door een tekort aan
libido of omdat ze niets voelen voor de
partner. Soms gaat het eenvoudig om
lokale of hormonale stoornissen die een
droog slijmvlies veroorzaken.
Ik vind dat er nooit genoeg naar de
relationele kant gekeken kan worden.
Maar het mag niet ten koste gaan van de
medische, lichamelijke aspecten. De arts
moet wel degelijk een voorname rol
Swieringa, met zijn gevoel voor orga
nisatie, dook in de materie en wilde in
die chaos wel orde op zaken stellen.
Aanvankelijk gaf dat wel wat proble
men. „Als niet-medicus”, zegt Swieringa,
„kom je toch enigszins op hun terrein”.
Aan de andere kant waren vele artsen
blij dat iemand zich om het probleem
I bekommerde.
„Laat ik voorop stellen”, zegt Swierin-
van
een dieet bepaalt. Daar torn je natuur
lijk niet aan. Het gaat erom wat er daar
na volgt”. Een van de belangrijkste uit
gangspunten van Swieringa is de zieken
huispatiënt een beter verzorgd menu te
W.
sStte te
te
w-te
tetjte
te
van Kitsch’
Hij geeft een praktisch voorbeeld. „De
arts schrijft een patiënt een zoutloos
dieet voor. Gevolg, die patiënt krijgt
alles zonder zout, moeilijk te verteren
maaltijden. Maar het gaat in wezen hele
maal niet om zout. Een zoutloos dieet is
dan ook een verkeerde term. Die patiënt
mag geen natrium gebruiken en dat
wordt dan vertaald in zout. Het pro
bleem is dat een arts vaak niet weet
I hoeveel natrium er in bepaalde produk-
ten zit. Wat zout in vlees is niet erg, als je
I daarnaast geen melk drinkt. Het gaat
om de juiste verhouding. Als je die weet,
bespaart dat de patiënt veel narigheid”.
Doel van Swieringa was vervolgens
om de enorme variëteit diëten te norma
liseren. Er kwam een studiegroep met
I Swieringa die om de tafel ging zitten met
I een aantal artsen. „Daar viel het al op”,
zegt hij, „dat sommige artsen meer eisen
I stelden dan medisch noodzakelijk was”.
I Die eerste onderzoeken mondden ten-
I slotte uit in een professionele aanpak.
I Hij werd benoemd tot waarnemend di-
I recteur van het Voorlichtingsbureau
I voor de Voeding in Den Haag en kreeg
j drie medewerkers toegewezen. Er kwam
I subsidie en ging aan de slag. Het resul-
I taat is vervat in zijn proefschrift waarop
I hij dezer dagen is gepromoveerd. Daarin
I rekent hij rigoreus af met de verwarring
I die er is rondom de diëten.
Swieringa: „Er werden verschillende
j indelingsprincipes van diëten door el
kaar gebruikt. Zo zijn het Meulengracht-
I dieet, het Sippydieet en het Snapperdi-
I eet genoemd naar de „uitvinder” er van.
I Een andere indeling is het vermelden
I van de kwaal waarvoor het dieet ge-
De kentering kwam in de jaren ’60.
Onderwerpen als homoseksualiteit,
abortus, buitenechtelijk geslachtsverkeer
ën kinderseks werden bespreekbaar. Een
ontwikkeling waaraan Van Emde Boas
I flink had bijgedragen. Tien jaar geleden
werd hij benoemd tot bijzonder
hoogleraar seksuologie in Leiden en
Amsterdam. Aan de Leidse universiteit is
hij inmiddels opgevolgd door een sociaal
psycholoog. De Amsterdamse leerstoel is
vacant.
Van Emde Boas is 76 jaar. Hij is ernstig
hartpatiënt; heeft een operatie ondergaan
in Houston. Zijn stem is zacht als gevolg
van zijn ziekte. Maar hij werpt zich met
overgave in het vraaggesprek. Af en toe
schieten er pretlichtjes in z’n ogen. Zijn
werkkamer in Amsterdam-zuid staat vol
stoelen, er zijn twee banken en drie van de
muren zijn bedekt met lange rijen boeken.
„Natuurlijk is er voortuitgang geboekt”,
vindt hij. „Maar als het gaat om vrijen, zie
ik geen verbetering. Vanmorgen had ik
hier nog een stel waarvan de vrouw
eenvoudig zat te smeken om een beetje
tederheid.
Mannen zijn in het algemeen slecht in
staat zachte, tedere, erotische gevoelens te
integreren in hun liefdesleven. Ik hoor
nog steeds dezelfde klacht als 50 jaar
geleden: „Als we gevrijd hebben, draait-ie
zich om en gaat een krant lezen of een
sigaretje roken, terwijl ik als vrouw nog
zo graag had willen naknuffelen.”
Mannen zitten erg vast aan het patroon
dat ze een stoere vent moeten zijn. Dat is
een opvoedingsprobleem en bij
opvoedingsproblemen heb je twee of drie
generaties nodig voor er iets verandert.
Als mannen wordt ons geleerd dat we
koel, kil en sterk moeten zijn. We leren
niet dat we ook zwak mogen zijn; dat we
behoefte mogen hebben aan tederheid en
sentiment; dat we mogen huilen. Dat doen
we alleen maar in het donker van de
bioscoop. En dan nog bij rotfilms ook.
Voorlichting helpt niet. Voorlichting
maakt ons technisch knapper, maar ze
maakt ons niet rijper.
f Persoonlijkheidsvorming kan alleen
f maar in de praktijk. Uit een boekje kun je
leren hoe je een condoom met glijvloeistof
kunt insmeren. Maar je leert niet hoe je
een vrouw in het voorspel zo moet
benaderen dat geen glijvloeistof nodig is,
omdat ze vanzelf vochtig is geworden.”
Van Emde Boas vindt dat er meer
vrijmoedigheid is rond seksualiteit. De
knellende banden van het puritanisme
zijn verdwenen. „Maar van een seksuele
revolutie is geen sprake”, zegt hij
gedecideerd.
„Het belangrijkste van de jaren ’60 was
1 dat er een reële scheiding kwam tussen
f voortplanting en erotiek. Men moest de
r geboortebeperking wel toestaan. Die
f maatschappelijke ontwikkeling was niet
j meer te stuiten. Maar degenen die het
toestonden, gaven zich geen rekenschap
van alle consequenties. Die waren
ingrijpend. Het had gevolgen op het
gebied van de kinderseksualiteit,
homoseksualiteit, voorechtelijke
verhoudingen etc. Zonder de ontdekking
van een honderd percent
voorbehoedsmiddel als de pil was deze
ontwikkeling niet denkbaar geweest. Nee,
van een revolutie is geen sprake. Eerder
van repressieve tolerantie. Men moest wel
meegaan onder druk van de
omstandigheden. Het kon niet anders.
Bovendien is het erg geleidelijk gegaan.
Al in 1870 was men bezig met het idee van
familyplanning.” Hij gelooft niet dat het
huwelijk ingrijpend is veranderd. „Jawel,
er zijn allerlei experimenten aan de gang.
Die had je trouwens vroeger ook. In de
provinciesteden had je sleutelclubs waar
Afin norinnmii 1 rtmanccalrc urard
A-.fr-x
s 1