enz
enz
enz.
l
)S
VROUWE VAN T LOO
)S
1
[I
Fft
I
i
Ka
i Z
41
1
F i JI
o
n
pp
'5
TOERISME
9
Lippe-
i
IÉ
i
r.
j&fl
riij
Beatrix, koningin der
Nederlanden, prinses
van Oranje-Nassau,
prinses van
Biesterfeld,
P
F.
M
F
1
JÉU: Ba
HOE DROMERIG OOK, Het
Prins Claus als autobouwer
«VT
Brunswijk-Wolfenbüttel met haar kinderen Hendrik Casimir I,
ALS ER EEN NAAM met pa
leis Het Loo verbonden is, is het
wel die van koningin Wilhelmi
na. Ze bracht in het paleis haar
jeugd door, werd er, na het
overlijden van haar vader ko-
ning Willem III, op tienjarige
leeftijd koningin, vertoefde er
tijdens haar huwelijk veelvul
dig met prins Hendrik en vestig
de er zich voorgoed na haar
troonsafstand, ten gunste van
haar dochter Juliana, in 1948. Ze
schreef er het ontroerende boek
„Eenzaam, maar niet alleen” en
stierf binnen de paleismuren op
28 november 1962.
acht-
ur via
ntsme-
afleve-
ge me-
ouden
mster-
1 door
1 door
omini-
er lei-
oianist
Fannet
is een
joods-
is dat
Aaria.
avond
In dit
lassie-
i hoor-
iea” is
80-406
'8 dra-
d ble-
roning
net de
vluch-
>n het
ses en
Medea
r haar
!t één
en de
armee
et vol-
Medea
Leddy
18.20
imaal.
forma-
21.20
enten-
Held
00.55
30 In-
matief
20.00
serie,
j’olter-
•e gar-
Jour-
OOK AAN DE TUINEN wordt
hard gewerkt. De tuinarchitec
ten van toen zaten trouwens met
grotere moeilijkheden dan hun
collega’s van vandaag. De fontei
nen werden gevoed door bron
nen in Hoog-Soeren, zowat het
hoogste punt van de Veluwe. Het
water werd via loden buizen
aangevoerd. Napoleon sloopte ze
en liet ze omsmelten tot kanons
kogels. Nog een paar jaar, dan is
Konti-
igram-
z-serie.
matie-
5 Trt-
Cultu-
iten.
18.20
-serie.
19.37
19.45
20.15
tonale
e drie
atieve
maal.
- -
HET WAS IN 1747, vijftien
jaar later, dat Willem IV de eer
ste erfstadhouder van alle zeven
gewesten wordt. De Staten van
Gelderland verheffen Het Loo
daarop weer tot hoge heerlijk
heid. Willem was toen dus weer
Heer van ’t Loo, een titel die
sindsdien weer gevoerd wordt.
Tot op de dag van vandaag
maakt hij deel uit van de titels
die de regerende Oranjevorsten
samenvatten in het enz., enz.,
enz. Een vorm van aanduiding
die al door prins Willem V (tot
em met 1806) werd gebruikt en
later door koning Willem I werd
overgenomen.
hage. Voordat de Van Ulfts Het
Oude Loo door vererving ver
kregen, had het huis al geschie
denis gemaakt. De hertog van
Gelre gaf het in leen aan zijn
raad- en rekenmeester Udo Tal
hout, de Bentincks woonde er
zeer lange tijd en de beruchte
veldheer Maarten van Rossum
had het in handen. Hij liet het
verbouwen, de datum daarvan,
1538, is nog te zien boven de
ingang.
gebieden waar je normaal niet
kunt komen. Je ziet dan veel
wild, hoofdzakelijk grof wild,
herten, reeën, wilde zwijnen en
mouflons. Op de bussen reage
ren ze niet meer, daar zijn ze al
aan gewend. We gaan er ook niet
uit, dan ruiken ze je en zijn ze zo
weg.”
EEN ANDERE bezienswaar
digheid bij Apeldoorn - ik laat de
Apenheul, het park Berg en
Bosch en zo meer hier buiten
beschouwing, is zonder meer het
paleis het Loo, tegenwoordig of
ficieel Rijksmuseum Paleis Het
Loo” in 1694 toen de Staten van
Gelderland het Loo tot een
„hooge heerlijkheid” verheven,
genaamd „Het Loo en Noord-
Apeldoorn”.
VOLGENDE KEER NEEM IK
u weer mee over de grens en
maken we een uitstapje naar
Detmold, waar de vorsten van
Lippe resideerden. Prins Bern-
hard stamt uit dat geslacht,
waarmee de Nassau’s, door ver
schillende huwelijken, al eeu
wen mee te maken hebben. Mee
naar het Loo trok ook ditmaal
fotograaf Paul Vreeken. Kees
Kolenbrander zorgde wederom
voor de vormgeving van deze
pagina. (BRONNEN: Koninklijk
Huisarchief in Het Loo en zijn
bewoners van dra. M. G. Schenk
en J. B. Th. Spaan)
2. Een onderdeel van het kostbare Meissenservies van Willem IV:
het lusthuis Weltevreden bij Batavia van voren gezien.
1. Meubels uit de vertrekken van koningin Emma sieren de salon in
het museum die aan haar is gewijd.
EN ZO DWAALT HIJ verder,
noteert een groeiende eenzaam
heid, een woest en groots land-
schap, kloek en verwaarloosd
hout van het Soerense bos. Een
dichterlijk heer, die Craandijk,
die ooit doopsgezind predikant
in Rotterdam was en ook van de
kansel boeiend moet hebben ge
preekt, aan zijn schrijftafel af te
lezen tenminste.
DAT HET LANDSCHAP van
de Veluwe groots is, is buiten
kijf. Eenzaam is het gebied niet
altijd, zeker niet in de zomerse
maanden wanneer tienduizen
den mensen de paden op en de
lanen in trekken. Dan zijn er nog
genoeg stille plekken te vinden,
maar die blijven gereserveerd
voor de doorzetters, die zich ver
der weg durven wagen van toe
ristencentra en pannekoeken-
huizen. Die stilte is ook vereist
op de overbekende wildspeur-
tochten, die ’s zomers en in de
herfst worden georganiseerd
door de Apeldoornse VW en
door het Kroondomein voeren.
Adjunct-directeur Thijs Geurts
van zowel die als de Streek-
VW: „We rijden dan door rust-
id om
Wim
’enda-
ig uit
is de
terug-
lachts-
door
s, Sto-
in de
te me
estem
raarbij
feyers
zorg-
iocino
iet Sir
im te
le hij
David
Fooder
eonist
HET HEEFT ER NOG even
naar uit gezien dat die titel aan
de loop zou gaan. Dat was in
,1702 bij het kinderloos overlij
den van Willem III. In 1695 al
had hij de toen achtjarige Jan
Willem Friso van de Friese tak
van de Nassau’s tot zijn erfge
naam benoemd. Maar de koning-
stadhouder had het hoofd nog
niet te ruste gelegd of het testa
ment werd aangevochten door
Frederik I, die zichzelf een jaar
eerder tot koning van Pruisen
had uitgeroepen en nu meende
dat de erfenis hem toekwam op
grond van een bepaling in het
testament van stededwinger
Frederik Hendrik, zijn grootva
der van moederszijde.
OP WEG NAAR HET LOO,
naar Apeldoorn dus. Het gemak
van de snelwegen dient de
mens, tenminste wat snelheid
betreft, niet als het om inter
menselijk contact gaat. Of
draait u, tijdens een haastige
inhaalmanoeuvre, misschien
wel eens het raampje open voor
een ontspannen en gezellige
kout met een medeweggebrui
ker. Nee toch. Trouwens, nu we
het daar toch over hebben, die
auto’s van ons zijn eigenlijk al
lemaal isoleercelletjes. Veilig
tussen de raampjes van huis
naar het werk. Geen boe of bah
tegen die man, twee meter ver
derop voor het stoplicht achter
glas in zijn eigen eemnanscel.
JAREN VAN TOUWTREK
KEN volgde. De Staten-Gene-
raal, als uitvoerder van zowel
het testament van Willem III als
dat van Frederik Hendrik, leid
de de onderhandelingen, die uit
eindelijk pas in 1732 werden af
gerond. In 1711 waren ze ook al
eens ver gevorderd, maar toen
verdronk Jan Willem Friso, op
weg naar Den Haag, in het Hol
lands Diep. Vierentwintig jaar
oud. Zijn echtgenote, Maria
Louisa van Hessen-Kassel,
schonk twee maanden later het
leven aan een zoon, de latere
Willem IV. Pas in mei 1732 kwam
er een regeling tot stand en bleef
het leeuwedeel van de bezittin
gen van Willem III aan de Nas
sau’s.
ACHTERIN DE STALLEN
staat nog een opvallend mu
seumstuk. Uit de allerjongste ge
schiedenis. Achter twee deftige
Limousines Landoulette, een Mi
nerva 1925 van prins Hendrik en
een Winston Six 1924 van konin
gin Emma, staan twee Nassau-
blauw gelakte anti-gas kinder
wagens, die uit 1940 dateren en
werden gemaakt voor Beatrix en
Irene. Ze zijn nimmer gebruikt.
Maar nóg meer in het oog sprin
gend is het bouwwerk tussen de
beide Limousines, een
speelgoedauto die prins Claus in
1969 bouwde voor zijn zoons.
Wie had dat ooit gedacht, prins
Claus als autobouwer....
■4. De historische schilderswagen van koningin Wilhelmina, links
vooraan, neemt een belangrijke plaats in tussen de koetsen en
karossen in een van de stallengebouwen.
5. Tussen twee limousines staat het bouwwerk van prins Claus,
Anno 1969, dat hij bouwde als speelgoedauto voor zijn zoons.
Loo geheten. In de Tweede Ka
mer is nog al wat te doen ge
weest om het miljoenen verslin
dende plan het paleis in zijn ou
de hoedanigheid te herstellen.
Zoals koning-stadhouder Willem
III het er liet neerzetten, mèt de
prachtige Franse tuinen. Het la
waai van de discussie is al lang
verstomd. De extra verdieping
die door koningin Wilhelmina
werd bijgebouwd is gesloopt -
daarvoormoest het gehele dak
worden gelicht - en de muren
zijn weer in het originele bakste
nenrood. We kennen die muren
Oude Loo, voldeed niet aan de
wensen van Willem III. Er moest
een nieuw groter lustslot komen
en dat werd wat wij tegenwoor
dig kennen als Rijksmuseum Pa
leis Het Loo. In 1686 werd met de
bouw begonnen. Twee jaar later
waren het hoofdgebouw en aan
sluitende paviljoens gereed. Om
dat stadhouder Willem III ook
koning van Engeland was werd
het nieuwe Loo wel aangeduid
als het „lusthof van Zijne Brit-
tannische Majesteit”. De koning-
stadhouder werd „Heer van ’t
3. Sophia Hedwig (1592-1642) gravin van Nassau-Dietz, hertogin
van Brunswijk-Wolfenbüttel met haar kinderen Hendrik Casimir I,
Willem Frederik en Maurits. Het doek hangt in Rijksmuseum Paleis
Het Loo en werd geschilderd door Paul Moreelse. Sophia Hedwig
was getrouwd met Ernst Casimir graaf van Nassau, de overgrootva
der van Johan Willem Friso, die de erfgenaam werd van koning-
stadhouder Willem III, en daarmee de eerste „Fries" op Het Loo
werd.
DE GESCHIEDENIS van de
Oranjes op Het Loo was toen, op
één dag na, precies 278 jaar oud.
Op 27 november 1684 kocht
prins Willem III Het Oude Loo,
het sprookjesachtige kasteeltje
met solide verdedigingstorens
en een slotgracht, dat nog steeds
particulier eigendom is van de
Oranjes. In de koopbrief werd
de transactie als volgt omschre
ven. Het ging om de koop van ,,’t
olde adelshuijs en alle nieuwe
ende olde daertoe gehorenden
getimmerten, grachten, hoven,
boomgaerden, bouw- en weijlan-
den, holtgewas, plantagien, wa
teren neffens een half ofte twee
vierendeelen holts in Hoogh-Su-
erder bosch end die conijn-wa-
rande” voor de som van 90.000
carolus gulden ad 20 stuiver Hol
lands.
WILLEM, DIE DE BUURT
kende, hij had al een jaar of wat
een jachtgebied bij Hoog-Soe-
ren, kocht Het Oude Loo van
Johan Carselius van Ulft, ge
naamd Doornick heer van
Laeckhuijsen. De koopactie is
nog terug te vinden in het Alge
meen Rjjksarchief te ’s-Graven-
DAT MOET VROEGER an
ders zijn geweest. Tenminste,
het lijkt me toch dat je minstens
even „heu” zegt, wanneer je op
je paard en wagen op een mul
zandpad een zwaar bepakte
voetganger passeert. Je bent,
lijkt me zo, ook sneller geneigd
om te zeggen: spring maar op de
bok. Sneller dan dat je nu stopt
bij een tochtige bushalte om die
aardige mevrouw of meneer een
lift aan te bieden. Trouwens, als
je dat doet loop je ook nog het
gevaar voor een grijnzende aan
rander versleten te worden.
„Mot je zo nodig joh”, ik hoor het
me al in het gezicht waaien. Niet
gestopt dus en maar doorgere
den, hoewel ze er toch aardig
uitzag bij die bekraste halte in
die betonkolos die de Bijlmer
heet.
HOE SNEL EN MAKKELIJK
Apeldoorn vandaag de dag be
reikbaar is, zo moeilijk moet dat
in vroeger jaren zijn geweest. In
„Het Loo en zijn bewoners”
vond ik een aardige beschrijving
daarvan, van de hand van J.
Craandijk, die in „Wandelingen
door Nederland” verhaalt over
een zeventiende eeuwse reis
naar Het loo. Bij Utrecht begint
wat hem betreft het afzien, dat
ligt als aan de grenzen van de
bewoonde wereld. Een zwoe
gend vierspan.
„EENZAAM IS de lijngerichte
weg. Nauwelijks een enkele hut
vertoont zich op de schrale hei
de, in het stille bos. Binnen de
hoge sterke wallen van het dood
se Amersfoort strekt hij de ver
moeide leden op het donzen rust
bed uit en als de morgen aan
breekt, neemt hij afscheid van
deze uiterste voorpost der be
schaving. Eerst enige tabaksvel
den en schuren, straks wederom
zand en heide en eenzaamheid,
alleen afgebroken door het nede
rige Hoevelaken met zijn heren
huis en de hofstad Ter Schueren,
totdat aan de zoom der Veluwse
heuvelen het oude tamelijk grote
Voorthuizen zijn hijgend vier
span een tijd van rust en hem de
gelegenheid tot een boerde maal
tijd aanbiedt.”
EEN AARDIGE BIJZON
DERHEID bij die verdeling was
dat zowel de Nassau’s als de Ho-
henzollerns de titel Prins van
Oranje mochten voeren. Een ti
tel zonder bezit, want Lodewijk
XIV had bij het overlijden van
Willem III het prinsdom zonder
meer geannexeerd. De laatste
Duitse keizer, Wilhelm II, wees
graag op die Oranje-titel, vooral
tijdens zijn jaren van balling
schap in Doorn.
Het Loo weer de oude en wordt
het officieel als museum in ge
bruik genomen.
OP HET MOMENT dienen de
bijbehorende stallen als mu
seumruimte en is er een prachti
ge verzameling in onderge
bracht. Een schitterende portret
tengalerij bijvoorbeeld en het
twee eeuwen oude prachtige
Meissenservies van Willem IV.
Borden en schalen vol geschie
denis, met afbeeldingen van het
stadhuis van Middelburg en het
Huis Elswout bij Overveen, van
het eiland Onrust, maar ook van
Batavia, van Fort Philippina bij
Buitenzorg en van Sigt-ryk, de
buitenplaats van de gouverneur-
generaal te Semarang op Java.
Net zoals het Lusthuis Weltevre
den bij Batavia. Je hoort ze nog
aan de dis, hé is dat Buitenzorg
niet of de Drift te Utrecht. Dat
laatste bordje is trouwens in
bruikleen gegeven door prins
Bemhard, veel van het andere
door de koningin.
OOK DE JAPON die Wilhel
mina 6 september 1898 droeg bij
haar inhuldiging is er te zien en
het costuum van Willem I tijdens
diens inhuldiging als soeverein
vorst. Dat was op 30 maart 1814.
Heel mooi is de salon, die deels
werd ingericht met laat negen-
tiende-eeuwse tafels en stoelen
uit de vertrekken van koningin
Emma op Het Loo. Het is of ze er
elk ogenblik kan terugkeren.
Een portret van een jonge Wil
helmina, een statig schilderij
van haarzelf, familieportretten
op de salontafeltjes.
OOK RIJTUIGEN staan in het
museum opgesteld. Zoals de
schilderwagen van kongingin
Wilhelmina - de trouwste be
woonster van Het Loo. De wagen
stamt uit 1901 en de inrichting
bestaat uit een potkachel, een
tafel, twee stoelen, een krukje en
een schildersezel. Het moet een
prachtig tafereel zijn geweest, de
vorstin schilderend in die wa
gen. Een plaatje waar fotografen
hun lippen bij zouden aflikken.
Andere koetsen, karossen, de
slede van koningin Emma uit de
tweede helft van de vorige eeuw.
allemaal nog wel van de foto, wit
bepleisterd, maar die kleur
kreeg het pas in 1806.
6. Het witte pleisterwerk is verdwenen en een verdieping werd
afgebroken, waardoor Het Loo het gezicht terug kreeg waarmee het
in opdracht van koning-stadhouder Willem III werd gebouwd.
w
-
L.
:-A..