z, Telephoonbriefjes en andere curiosa Kerkelijk ambt berust allereerst op de gemeente i k Bw [k Wir k r/ ZATERDAGS Bi JVOEGSEL 5 2 I F Iti I Dl BOEKMOZAÏEK UNIEKE SCHRIJFSELS VAN LODEWIJK VAN DEYSSEL MBH 1 Hartendwaas door j f d k t J „Ik b< water Nou, Econ< de cr organ oorloc Alleer werd was 1 f Pluriformiteit Kerkelijk ambt Credo Ideologische aap Paulus, de jood uit Tarsus, noemt zichzelf na Damascus de dienstknecht van Christus Jezus, door Gods roeping apostel, bestemd voor de dienst van het Evangelie dat God eertijds door zijn profeten in de heilige schriften heeft aangekondigd. Van fanatiek christenvervolger werd hij de vurige apostel der heidenen die het Evangelie wilde verkondigen tot aan het einde der aarde. Mede door Paulus kreeg de boodschap van Jezus wereldwijde bekendheid en konden de joods-christelijke gemeenten uitgroeien tot een kerk die de wereld omvat. Paulus heeft niet alleen het Evangelie verkondigd; hij heeft in belangrijke mate de inhoud van het christendom medebepaald. J. Koec^ Predikheren i rs - O lilfe I /JE Joods-christelijke studie zet Paulus in juiste licht Paulus in Ephesus Karl Marx WIM VOGEL Lodewijk van Deyssel Gelukkig heeft de uitgever wel de jonge gemeenten, Griekse brieven. Het heil voor Israel en alle volkeren werd opgesloten in een taal van een heel andere cultuur. Het gevaar van misverstanden is dan levensgroot. De tijdgenoten van Paulus hadden het er al moeilijk mee. Maar in de volgende eeuwen hebben kerkvaders, theologen, ketters en politici de woorden van Paulus en de andere apostelen misverstaan en soms omgevormd naar hun eigen opvattingen. Iedere stroming zag Paulus door zijn eigen bril. Te midden van al deze onzekerheden is het goed tot de conclusie te mogen komen dat Paulus trouw is gebleven aan de leer van Jezus. In Romeinen 9,24 schrijft hij namelijk: Het ligt nogal voor de hand om naar aanleiding van deze briefjes een pluriformiteit van denken die ons duizelig maakt. We mogen echter concluderen dat Paulus tot de dood trouw bleef aan de kern van het Evangelie, maar dat hij zeer verdraagzaam was jegens mensen in de kerk die anders dachten en handelden waar het ging om minder belangrijke zaken als ujterlijke vormen en wetten. Het gaat er om dat alle mensen gering en zondig zijn, maar allen leven in het bereik van Gods heil door het onschuldig lijden van Jezus voor alle zondaars. Dit is de universele heilswaarde van Jezus’ dood. Gods kracht komt in zwakheid tot haar recht. Dit alles komt tot uitdrukking in dit zeer verhelderende boek dat ons tracht te bevrijden van theologische krachttoeren betreffende God, de Drieëenheid en de plaats van Jezus daarin. Als voorbeeld noem ik de interpretatie van de titel Zoon Gods, geen zwevende constructie van een tweede persoon van een Drieëenheid, wel iemand in wie God zelf zijn volk wil ontmoeten, degene die Gods plaats inneemt. Schweizer zegt: ,In Jezus handelt geen andere, ontmoet ons geen andere, spreekt geen andere dan God zelf. God zelf ontmoet ons in zijn ,Zoon’ en werkt door zijn geest in ons.” Alleen in deze geest kan het mysterie van God worden omschreven. Het heil ligt niet in theologische constructies, maar in Gods handelen door Jezus Christus. De teksten van Flusser, Schillebeeckx en Schweizer geven een heldere inleiding tot Paulus en de wereld van het jonge christendom. Zij bewijzen de actualiteit van Paulus voor de gelovigen van vandaag. Hiermee worden alle gelovigen bedoeld, want het fraaie boek van Becht is door en door evangelisch en oecumenisch. wezenlijk, maar de zending en het aanvaard worden door de kerkelijke gemeenschap. Van hieruit mag men besluiten dat het huidige priestertekort slechts kunstmatig is. De moderne situatie waarin een gemeente geen eucharistie zou kunnen vieren, omdat er geen priester aanwezig is, zou in de oude kerk theologisch ondenkbaar zijn. Het boek van Schillebeeckx is van belang, daar op steeds meer plaatsen blijkt dat de bestaande (historisch bepaalde) kerkorde voor vele gelovigen geen overtuigingskracht meer bezit. Wil de kerk desondanks deze kerkorde handhaven, dan kan dit voortaan alleen nog gebeuren op autoritaire wijze, aldus Schillebeeckx.Angst en kramp dreigen niettemin de kerk in de richting te drijven van een twijfelachtige heilige rest met een sterk uitgebouwde hiërarchische top, terwijl het eigenlijke kerkelijke christelijke leven elders afvloeit of zich naar de basis verplaatst.’ Dit gevaar dreigt temeer waar de hoogste kerkeljjke leiding nog steeds weigert pastorale werkers en werksters als kerkelijke ambtsdragers te erkennen, terwijl plaatselijk het gelovige volk hen in de praktijk als feitelijke ambtsdragers beschouwt. Dit eerlijke boek zal Schillebeeckx in Rome zeker nog meer verdacht maken. Schillebeeckx is zich bewust van mogelijke kerkelijke gevolgen, maar de zaak is het waard. va N; ke in lis zit de dr is Pei berel tijd, van I Nede Prodi de d bekle speel reder de ai venth Af Az Mi is vo tie va tie 1 en scl go en ofl ’Telephoonbriefjes en andere curiosa’, door Lodewijk van Deyssel. Met een inleiding en verantwoording verzorgd door Harry G. M Prick. Uitgeverij BZZTÓH. Prijs: 14,90. Dr. David Flusser, hoogleraar in het onderzoek van het nieuwe testament aan de Hebreeuwse universiteit van Jeruzalem, schrijft over de joodse en Griekse vorming van Paulus. Mag. dr. Edward C. F. A. Schillebeeckx O. P., hoogleraar in de dogmatiek en geschiedenis van de theologie aan de katholieke universiteit te Nijmegen, behandelt Paulus en zijn nawerking. Dr. Eduard Schweizer, hoogleraar in de wetenschap en de literatuur van het nieuwe testament aan de universiteit van Zurich, schrijft over Paulus en wat er yan hem geworden is. Wij ontmoeten in en rond Paulus Helaas is de uitgave uit 1976 niet meer verkrijgbaar. Helaas, omdat de vorm van het boekje, lang en smal, helemaal aansluit bij andere telefoonklappers. De Haagse uit geverij BZZTóH heeft echter on langs een herdruk van het boekje verzorgd, zij het in een andere vorm. Gebleven is echter de inlei ding van Prick de man die vol gens Jeroen Brouwers rondom ie dere wasknijper van Van Deyssel een schitterend relikwiekastje timmert gebleven zijn ook de zesenzeventig telefoonbriefjes. Kennis nemen van de oorspronkelijke bronnen kan bevrijdend werken. Het kan de christelijke kerk zuiveren van de hardnekkige aanslibsels die haar in de loop der eeuwen zijn aangekleefd. In dit geval bestaan de bronnen in hoofdzaak uit het nieuwe testament en enige vroegchristelijke documenten over de ambten en de functies in de christelijke gemeenten. De theoloog Edward Schillebeeckx is op onderzoek gegaan en hij heeft zijn bevindingen neergelegd in het boek Kerkelijk ambt, voorgangers in de gemeente van Jezus Christus (H. Nelissen, Bloemendaal, f 27,90). Deze krant is reeds uitvoerig op dit boek ingegaan, vandaar slechts een korte behandeling. Het boek schetst de ontwikkeling van het ambt vanaf de eerste christelijke gemeenten tot en met het rooms-katholieke priesterbeeld mannelijk en celibatairzoals dat nog vandaag door Rome wordt verdedigd. De studie van Schillebeeckx levert geen eeuwig en onveranderlijk priesterbeeld op, maar ambtsopvattingen die zich in de loop van de geschiedenis kunnen en moeten wijzigen. Schillebeeckx blijkt geen voorstander van het magisch- sacramentele priesterbeeld van Trente. Hij bepleit herstel van het type voorganger dat de gemeente van God richt op het spoor van Jezus Christus, haar daarin voorgaat en bemoedigt. Dit ambt houdt tevens het voorzitterschap in de liturgie in. Niet een wijding is Als vervolg op Credo’s onderweg is bij uitgeverij Meinema te Delft Nog meer credo’s onderweg verschenen. Een exemplaar kost f4,90. Bij 25 exemplaren wordt de prijs f 3,50. Eimert Pruim heeft de credo’s of geloofsbelijdenissen verzameld. Ze tonen een zeer gevarieerd beeld. Men kan ze gebruiken in vieringen, diensten, samenkomsten, gesprekkken en voor persoonlijke meditatie. Er zijn orthodoxe en minder rechtzinnige credo’s. Ze zijn onder meer afkomstig van Edward Schillebeeckx, Jörg Zink, Leger des Heils, Quakers en andere groepen. streng beredeneerd verdedigt. Hij doet dit in een boeiende en gemakkelijk leesbare studie die is uitgegeven door Thieme (geen familie) in Zutphen voor f 27,50. De schrijver is uiteraard zeer bedroefd ove het hardnekkige ideologische kwaad. Hij toont ons echter een uitweg, want uiteindelijk is geen enkele ideologie opgewassen tegen het gezond verstand. Als iemand nuchter gaat nadenken, blijft geen ideologie overeind. Thieme beschrijft oorsprong en ontwikkeling van de ideologieën, hun opkomst en hun ondergang. Bij deze auteur is het gezond verstand een uiting van het volle bewustzijn van de normale, gezonde* rijpe en ongeremde menselijke hersenen en stelt het de hoogste vorm van de En dan beginnen de verwijten aan het adres van Paulus. Heeft juist Paulus niet de menselijke rabbi Jezus uit Nazareth vervormd tot een Christus, een Griekse god in wiens licht de eenvoud en de oorspronkelijke waarheid van het Evangelie worden verduisterd? Het is maar een van de vele misverstanden rond Paulus en daarom is het goed dat steeds opnieuw wordt geprobeerd een heldere visie te krijgen op de oorsprong van het christendom en de plaats van Paulus daarin. Dan ontdekken wij natuurlijk de joodse wortels van het christendom, maar tevens de invloed van allerlei godsdienstige en wijsgerige stromingen uit oost en west. De beïnvloeding is zo sterk dat het ónmogelijk is een chemisch zuiver jodendom of christendom af te zonderen. Er zijn onder meer hellenistische, esseense en gnostische invloeden. Paulus leefde niet zonder invloeden van buiten. Maar uiteindelijk kende hij niemand dan Jezus alleen. Diens blijde boodschap van verlossing door het kruis is de drijvende kracht geworden van zijn leven na Damascus. Dat verhaal heeft Paulus verteld aan ieder die het maar wilde horen. Hij heeft ook brieven gestuurd aan november 1935 voeren laat met „Tabakspijpenmagazijn Het An ker, Groote Houtstraat. Dr. Alber- dingk Thijm laat vragen of u zich ook met het schoonmaken van ta bakspijpen bemoeit? Zoo ja, wilt u dan Dreef 4 een pijp laten halen en die voor 5 uur, eventueel per taxi, terug bezorgen? Zoo neen, weet u dan een adres, waar men zich hiervoor toe richten kan?”. En wat vindt u van het volgende briefje van 2 april 1939: „Faber, Stuur mij, de heer Alberdingk. Thijm, vóór tien uur een blikje Haarlemmer halletjes, of anders een pond. Ik weet wel dat het Zondag is; maar ik moet ze meé- nemen naar buiten en voor dezen eenen keer kun je wel eens van den regel afwijken. Heb je geen bezorger beschikbaar zend ze mij dan per taxi en noteer den taxi voor mij. Houd je er geen Haar lemmer halletjes op na, wees dan zoo vriendelijk deze boodschap door te geven aan een adres, waar ze verkrijgbaar zijn. Is daar ook bezwaar tegen, geef mij dan even het adres op”. te veronderstellen dat Van Deys sel volstrekt wereldvreemd was. Die gedachte wordt nog versterkt als je leest dat hij op 10 mei 1940 het volgende berichtje laat door bellen: „De Heer Alberdingk Thijm verzoekt te brengen 19 ge vulde reepen Droste-chocolade, en van Dreef 4 meê terug te nemen 19 ongevulde reepen Droste, die per abuis gisteren waren besteld”. Toch laat Prick in zijn inleiding zien dat Van Deyssel in die moei lijke dagen ook heel anders en bewuster gereageerd heeft. Marx was geen marxist, Boeddha geen boeddhist en Jezus Christus geen christen. Zij hadden hun grootste en verheven idealen waaraan eenvoudige en zwakke mensen van alle tijden zich kunnen optrekkerj. Maar hun volgelingen of lieden die zich daarvoor uitgeven hebben de schoonste idealen misvormd tot ideologieën, tot gesels van de mensheid, oorzaak van onuitsprekelijk leed, van ellende, pijn en verdriet. Ideologieën, of dat nu een geloof is of een maatschappelijke orde, hebben de mensheid geteisterd vanaf haar vroegste geschiedenis. Dit is het volmaakte geloof; dit is de enig juiste maatschappelijke orde. Hier is de onfeilbare leider en het netwerk van kleinere grootheden daaronder; dit is de eeuwige en onveranderlijke waarheid; dit zijn de altijd en voor iedereen geldende dogma’s. Voor zo’n geloof en voor zo’n maatschappelijke orde moet de aanhanger bereid zijn zelfs zijn leven te geven. Een ideologie ofwel een gestructureerde overtuiging kent haar martelaren of bloedgetuigen. Zij kent ook andere slachtoffers. Het zijn degenen die niet bereid zijn te bcigel. VCA?r du lUcf.iogie Ui VUo. de grote leider. Het zijn de ontelbare soldaten en burgers die zijn gevallen in ideologische oorlogen. Het zijn de slachtoffers van Inquisitie of Nazi’s. De aanhangers zijn de gedweeë volgelingen die blindelings de leider volgen omdat zij geen eigen mening hebben, omdat zij leven en denken volgens automatismen, omdat zij te weinig gebruik maken van hun gezonde verstand. Dit klinkt allemaal een beetje plat en zeer algemeen, maar gelukkie i« er een boek De ideologische aap, waarin dr. J. G. Thieme zijn afkeer van ideologieën uiterst fijn en Een erg aardig boekje vind ik al jaren De Heer dr. Alberdingk Thijm laat vragen Het werd in 1976 door Manteau uitgegeven en bevat zesenzeventig curieuze tele- foonbriefies, die Lodewijk van Deyssel schreef, omdat hij vpn mening was „dat een met allure het herenleven leidende heer zich niet persoonlijk had in te laten met de hantering van iets zo ba naals als het instrument dat een andere en niet minder dandy- like tijdgenoot als Louis Coupe rus veelal laatdunkend de „klets- bel” noemde”, aldus Harry G. M. Prick in zijn inleiding. Opbellen deed Van Deyssel dus niet zelf. Hij vond dat gecompli ceerd, tijdrovend en afmattend. Des te meer tijd hield hij derhalve over om aandacht te besteden aan de boodschap, die anderen voor hem moesten doorgeven. Nu heeft alles, vind ik, wat Van Deyssel geschreven heeft iets geniaals en iets uitzonderlijks. Maar het is te gelijkertijd wel de genialiteit van een opgeblazen kikker, die vooral zichzelf voortreffelijk vindt. Zijn telefoonbriefjes getuigen daar van. Wat te denken immers van het gesprek dat Van Deyssel op 9 ,Het voorwerp van Zijn (Gods) erbarmen zijn wij, die Hij heeft geroepen, niet alleen de joden, maar ook uit de heidenvolkeren.’ Paulus wil zowel vasthouden aan de voorbestemde uitverkiezing van de christenen als aan de standvastige liefde van God voor zijn volk Israel. De achtergronden van Paulus’ leer en leven komen grondig aan de orde in een prachtig uitgevoerd boek van uitgever H. j. W. Becht te Amsterdam, getiteld Paulus fT28,-). De 114 kleurenfoto’s van Erich Lessing tonen ons de plaatsen waar Paulus heeft gewerkt en zij geven ons vroegchristelijke portretten van Paulus en taferelen uit zijn leven. Daarnaast bevat het boek teksten uit de Handelingen en de brieven van Paulus of van diens geestverwanten. Dan komen er drie teksten die een licht werpen op Paulus in achtereenvolgens een joodse, een rooms-katholieke en een protestants-christelijke visie. Een eenzijdig oordeel over Paulus wordt aldus vermeden. menselijke intelligentie voor. Mensen die hun gezond verstand gebruiken zijn van nature de aartsvijanden van elke ideologie en zij kunnen zeker niet worden gerangschikt onder de ideologische apen. Ik hoop dat vele mensen en nog veel meer apen dit wijze boek zullen lezen. Ideologieën zijn namelijk levensgevaarlijk en mensonwaardig. In 19' van Boeln proeft van H bliek’ beetje de oo om te schrij' veilig zitten weer dwijn eens me w de hi Nee, i daar Was d Hij d niet. 1 samer schrif over c de we gewet deerd Na d< hand „Een zijn pi schrif met nog vraagt blad S Ik he verdei mijn geloof omdai aan h waaro heeft bleem lig da werkv drage heid.” Van Neder hij he meesti natie „Op z betref zo kle kwest daarai gelege Sticht serij. iets aan de oude druk toegevoegd: zes epistolaire hoogstandjes, han delend over bizarre onderwerpen als daar zijn het nagelbijten, de mogelijke oorzaken van het kou vatten en wat daartegen wel en niet te doen, het hemelsbrede ver schil tussen de aanhef Zeer geach te Heer en Hoog geacht en een reisverslag van een uitstapje dat Van Deyssel maakte in 1930 naar Roermond en dat eindigt met de geruststellende mededeling dat hij die dag niet meer dronk dan slechts: „4 glazen sherry, 1/2 fleschje Graves; vier glazen van den geel-gouden wijn aan den lunch; drie glazen Champagne op de middagreceptie; drie glazen Champagne, twee glazen Bor deaux en 1 glas Bourgogne aan het diner. Alle glazen zeer klein. Samen wellicht een halven liter”. Hetgeen bewijst dat ook de nieu we editie van de telefoonbriefjes weer veel pittigs te bieden heeft. Tenslotte vestig ik de aandacht op een aardig boekje van Henk de Jong dat Predikheren en kerkeknechten heet. Kerkdienaars als predikanten, ouderlingen, kosters en voorzangers worden erin met een glimlach bekeken. Het boekje draagt dus een sterk anekdotisch karakter en is plezierig om te lezen, vooral voor kerkelijk georiënteerde mensen van een reformatorische levensbeschouwing. Zomer Keuning te Ede (f 16,50). Ij.1;'. ll u/> iiiuiUi'}/ hi.i, iBlji' ,n.c\

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 16