Drummer Dave Houghton verlaat band op hoogtepunt Joe Jackson neemt in alle glorie voorlopig afscheid uw vakblad voor thuis Zorgvuldige regie en goed spel in stuk over onverwerkt oorlogsleed Haagse Comedie speelt tweeslachtige Revisor Geen receptengids 1980 in üwTIP? Globe genuanceerd in Het Atelier Expressieve liedkunst bij Elisabeth Harwood Harteloze atmosfeer bij pianist Kocsis Sophia Loren in film met Muhammed Ali 17 DINSDAG 16 DECEMBER Regisseur Pierre Laroche duister in bedoelingen Toneelstuk Johannes Paulus heeft succes Zangrecital moest koorconcert vervangen Hongaarse virtuoos maakt reputatie met waar KUNST 1980 In een klem gedeelte van de oplage van TIP nummer 13 (Kerst 1980) is door een technische, storing de receptengids 1980 met bijgevoegd. Wellicht is dit in üw exemplaar het geval. U kunt dan bellen met 023 -33 9040 toestel 451 en wij zenden u deze gids omgaand toe. UTRECHT. Eind 1978 liep John Telfer een opmerkelijke band tegen het lijf, waarvan een weinig esthetisch ogende jonge- man het middelpunt uitmaakte. Joe Jackson had zich tot dan toe in het leven gehouden door de piano te beroeren in de Playboy club in zijn woonplaats. Eind 1980, twee jaar later dus, geldt I Jackson als £en van de weinige songschrijvers die bij voortdu- ring probeert platgetreden paden I te vermijden. En anderzijds bij concerten alleen maar een per formance te geven waarbij het I clichématige achterwege wordt gelaten. Die houding leverde tot dusverre drie voortreffelijke al bums op en talrijke concerten waarbij het publiek optimaal be- trokken wordt bij de ontlading. Vredenburg ADVERTENTIE) (Foto Patrick Meis) KO VAN LEEUWEN ALMA POST Wil Laroche de inhoud van De Revisor Scène uit Het Atelier met v.l.n.r. Liesbeth Coops, Guusje van Tilborgh, Nora Kretz, Josée Ruiter en Nettie Blanken. AMSTERDAM. „Als gevolg pan een beschamend slechte voorbereiding waren de koorwerken Frieden auf Erden vanSchönberg, de Soldatenmis van Martinu en Canti di Prigonia van Dallapiccola nog zo ver af van een weergave die recht zou doen aan de geestelijke en muzikale inhoud van deze composities, dat in de loop van deze week annulering van het programma onvermijdelijk bleek. Met nadruk willen wij hier verklaren dat noch de dirigent (Miklos Erdelyi) noch de musici (het Groot Omroep- koor) noch de solist (John Bröcheler) noch de Vara Muziekafdeling hiervoor verant- I woordelijk zijn; maar dit is slechts een zeer schrale troost. Tot zover enkele alinea’s uit het stencil dat aan de bezoekers van de Vara Matinee van afgelopen zaterdag werd uitgereikt. De gang van zaken wordt hier duidelijk uit de doeken gedaan: de lezer trekke zelf zijn conclusies. John Telfer, die Jackson tijdens zijn korte, maar opzienbarende carrière zo veel mogelijk afgeschermd heeft van de bezwaarlijke kanten van de showbusi ness, liep gisteren evenals Jackson, voor en na het concert waarmee de voorlopig MEXICO (DPA). Sofia Loren en Mu hammed Ali zullen de hoofdrolspelers zijn in een nieuwe film die Lorens echtge noot, filmproducent Carlo Ponti, in de Mexicaanse stad Puerto Vallarta wil opnemen. wisseldmet botte lol, want de spelers slaan óf naar de ene óf naar de andere kant door. Slechts enkele slagen er in het juiste midden te behouden, en dat levert een paar boeiende scènes op: Lies Fran ken, met een uitstekend gevoel voor ritme en timing als de burgemeestervrouw, ge secondeerd door Rick Nicolet als haar dochter, en Eric van Ingen in de kleine rol van rechter. Noch Kees Collen als de Burgemeester, noch Jules Royaards als de Revisor gaven hun rol het eigene mee dat de figuur boeiend zou maken. Een lange avond, die op zijn hoogst intrigeerde door de vele onopgeloste raad sels waar je mee blijft zitten. De muziek bijvoorbeeld, die sommige scènes in be- feet van tot leven gebrachte herinnering en als zodanig geeft het duidelijkheid met betrekking tot het tijdsbeeld. Het gaat om mensen van toen, gespeeld door mensen van nu, omdat we het nu pas door hebben, die verborgen ellende van toen. Er wordt in Het Atelier met zorg geac teerd. De scènes tussen de naaisters on derling zijn van een verrassende nauw keurigheid en worden slagvaardig inge vuld. Nettie Blanken is een aandoénlijk zuivere Simone, die langzaam begrijpt dat haar man nooit meer terugkomt en ten- I Voorstelling: De Revisor van Niko- laj Gogolj. Vertaling: Charles B. Tim mer. Gezelschap: Haagse Comedie. Regie: Pierre Laroche. Dramaturgie: Joanna Bilska. Dekor en Kostuums: Harry Wich. Muziek: Jurriaan An- driessen. Met: Kees Coolen, Lies Fran ken, Rick Nicolet, Jules Royaards, E- ric van Ingen, Hans Royaards, Wim van Rooy, Gaston van Erven, Wim van den Heuvel, Pieter Lutz en anderen. Première 13 december 1980 Ko ninklijke Schouwburg, Den Haag. Oudere songs past hij keer op keer in nieuwe arrangementen aan om de spel vreugde te kunnen bewaren of om op zoek te gaan naar nieuwe mogelijkheden. Vooral de reggaedub met fris geëxperi- menteer met de mogelijkheden die echo slotte betekent het voor haar een klein feestje als ze aan een getekend overlij- densbewijs kan komen voor een pensioen uitkering. Nora Kretz is de geplaagde me vrouw Laurence en zij weet haar kwets baarheid ook te verklaren. Josée Ruiter is een heerlijk brutale Mimi, een ruwe bol ster met blanke pit. Bij haar zie je het duidelijkst hoe ze in haar rol met de tijd meegroeit en hoe overmoedige uitbundig heid met de jaren slijtageplekken gaat vertonen. Guusje van Tilborgh en Lies beth Coops weten elk het eigen karakter Grumberg schreef zijn stuk voor een deel autobiografisch. De vrouw Simone in Het Atelier staat voor zijn eigen moeder, die eveneens als afwerkster in een atelier voor herenconfectie de kost moest verdie nen, omdat haar man gedeporteerd was. Ook Grumbergs moeder wachtte vergeefs op terugkeer zoals Simone dat doet. Het joodse echtpaar Leon en Hélène, de eige naars van het confectiebedrijfje, hebben zich op hun manier door de oorlogsjaren geworsteld. In deze naoorlogse jaren gaat het hen aanvankelijk redelijk, maar al heel gauw voelen ze de dreiging van de ondergang vanwege de industrialisatie in de textielbranche. Mensenhanden zullen het gaan afleggen tegen machines, ook al lijkt het atelier van Leon en Hélène voor de vijf naaisters een hechte burcht van besloten zekerheid. Een eilandje, waar in elk geval altijd werk is, voor Simone de Joe Jackson: balancerend tussen teleur stelling en berusting. (Foto Lex van Rossen) laatste tournee besloten werd, verdwaasd rond. Drummer Dave Houghton stapt om wille van een vrouw uit de Joe Jackson Band op het moment dat maar weinig acts over een betere podiumprestatie kunnen pochen. In de laatste toegift uit Joe zijn teleurstelling in Fats Domino’s Ain’t that a Shame, nadat eerder het hele optreden griezelig balanceert tussen de gevoelens over het afscheid en het sentiment dat het nu eenmaal voorbij is. Tragisch omdat de als een metronoom tikkende Houghton heel belangrijk was. TILBURG. In de textielstad Tilburg gaf Globe het achterliggende weekeinde de première van Het Atelier, een toneelstuk van Jean-Claude Grumberg. Deze Franse auteur, die aanvankelijk zelf toneelspeler was, heeft al met tal van eerdere stukken aangetoond hoezeer hij in staat is een avond lang te boeien met in wezen tragische zaken, zonder dat het publiek van droefenis vroeg naar bed wil. Het Atelier gaat over eenvoudige sappelaars, die in een klein confectieatelier werken. Het zijn de jaren vlak na de tweede wereldoorlog en naast de materiële beschadigingen blijkt eerst nu hoeveel psychisch onverwerkt leed de Duitse brandhaard veroorzaakte. enige plaats waar zij toch nog een klein beetje haar zorgen kan vergeten. Globe speelt Het Atelier onder een ge slaagde genuanceerde regie van toneel groep Saters artistieke leider Peter de Baan. Als een kijkdoos zette decorontwer per Paul Gallis zijn confectieatelier neer, een aparte eenheid, los in de ruimte. Daar achter reusachtige projectiebeelden van puin en wederopbouw in grauw zwartwit gehouden. Het in wezen sombere bestaan van de personages in Het Atelier krijgt bij Globe onder De Baans messcherpe regie realis tisch gestalte. Dat wil zeggen: de spelers maken het publiek duidelijk dat zij met elkaar de groep zijn die Grumbergs stuk zijn verhaal laat doen: per scène zien we dan ook een soort spelstart vanuit een even verstilde houding. Dat heeft het ef- biedt, klinkt de laatste tijd sterk door. Ditmaal blijkt bijvoorbeeld Sunday Pa pers opnieuw een behandeling te hebben gekregen. In een verbijsterend hoog tempo raast de Joe Jackson Band door een set die zo’n anderhalf uur uiterst plezierig en diepgra vend entertainment biedt in de weten schap dat het laatste concert met Hough ton een monument moet worden, opge trokken voor de mate waarin het samen spel met name het afgelopen jaar ge groeid is. Telkens worden de songs tot het uiterste bewerkt, aangepast in tempo of toonaard. Voortdurend wordt tot op het mes van de snede geopereerd. Van de indringende start met One to One, I’m the Man, Biology, Different for Girls tot het steeds snellere einde waarin Sunday Papers, Pretty Boys, On Your Radio, Beat Crazy, Friday, Fit (voortreffe lijk), Is she really going out with him (waarin de zaal het nieuwe arrangement machtig blijkt te zijn), I don’t wanna be like that en Take it in my hair groeit een concert dat als Jacksons beste mag gel den. Met een hoogtepunt, in alle glorie neemt Joe Jackson („Ik ben in de war. Het kan wel even duren voordat ik terug ben”) voorlopig afscheid. Misschien dat een live- elpee de tijd wat zal korten. JOHN OOMKES WARSCHAU. Het toneelstuk Onze broeder in god, geschreven door paus Johannes Paulus II in de tijd dat hij nog niet het hoofd van de R.K. Kerk was, belooft een succes te worden. Zondag ging het in première bij het Warschause Thea ter. Bij voorverkoop zijn er al tienduizen den kaarten verkocht. Het stuk gaat over een kunstschilder die zijn carrière opgaf om zich aan de armen en eenzamen te gaan wijden. Als deze Hongaarse musicus zich met virtuoos gemak in de technische hoog standjes van de laatromantiek stort, ver bindt zijn, op het pianistische trapeze- werk gerichte geest zich op een bepaalde manier wel met de instelling van de be treffende componisten, die tenslotte bij de conceptie van hun muziek eveneens uit waren op imponeren met effectieve uiter lijkheden. Bewerkingen die Liszt maakte van or keststukken, vallen vanzelfsprekend ook onder die categorie. En het is geen wonder dat de nu 28-jarige Kocsis die deze zondagavond opnieuw in Amsterdam te horen was met de spanning oproepende aartslastige pianistiek van Liszts arrange ment van Liebestod uit Wagners Tristan und Isolde (waaraan - Kocsis een eigen transcriptie van het Vorspiel uit de betref fende opera had toegevoegd) veel indruk op het publiek maakte. Zoltan Kocsis heeft in korte tijd al zo’n naam gekregen dat concertdirectie De Koos, die de pianist tussen wereldbefaam- de collega’s als Pollini en Brendel in een zogenoemde Internationale pianoserie stopte, er de recettes van een heel goed gevulde grote zaal aan over hield. Of dat in een volgend seizoen wéér het geval zal zijn, is de vraag, aangezien er voor het Vara Matinee door Elisabeth Har wood, sopraan en David Lloyd, piano. Programma: Handel, Haydn, R. Strauss, Verdi, Britten, Delius, Hage man. Grote Zaal Concertgebouw Am sterdam, 13 december 1980. van hun rol perfect in te vullen. Alle vijf laten de actrices veel méér zien dan alleen maar rake typeringen. Rose Thesing weet Hélène precies daar te plaatsen waar zij hoort: in een soort niemandsland tussen haar echtgenoot en het personeel. Theu Boermans speelt de ateliereigenaar Leon aanvankelijk met bewonderenswaardige nuances, maar weet dat niet de hele voorstelling vol te houden. Later werkt zijn stemvolume een geforceerde vervlakking in de hand. De vertaling van Janine Brogt klinkt uitstekend en in de atelierscènes tussen de naaisters zelfs aanstekelijk. Daardoor ontstaan humoristische taferelen, zonder dat de achterliggende tragiek het veld ruimt. Paul Gallis decor werkt illustratief en zijn kostuums geven zorgvuldig het tijdsbeeld weer. Om de bezoekers niet onverrichterzake naar huis te sturen was er voor deze matinee naar een alternatief gezocht, met als resultaat een liederenrecital van de befaamde Engelse operazangeres Elisabeth Harwood. Dat recital viel dermate goed uit dat niemand zich bekocht zal hebben gevoeld, al bood het programma van Harwood een ander idioom dan dat van het oorspronkelijk geplande concert. Nergens in Europa voelt het publiek zo goed de essentie van de tussen gemaakte agressie en speelse plagerigheid heen en weer slingerende Joe Jackson aan als in Nederland. Weinig entertainers be naderen hun publiek ook zo intelligent als hij. Zijn songs zijn indringende observa ties van verwrongen ideeën over de rela ties tussen man en vrouw (Biology, One to One), het afgeven op minderheden (Fit) of simpelweg liefdesbetuigingen (Kind a Cute). De personages zijn karikaturaal aange zet in hun slechte eigenschappen: ijdel heid, hebzucht, angst voor gezag, maar Gogolj maakt ze niet onsympathiek. Ze blijven duidelijk slachtoffers van een veel grotere macht, die van de regering. Gogolj laat dat op één plek heel mooi zien, name lijk als Bobtsjinski, een landeigenaar, aan de Revisor vraagt om aan de Tsaar te vertellen dat er ergens op de wereld ene Bobtsjinski leeft. Pieter Lutz speelt dat ook mooi. Wie het stuk ensceneert zal moeten kie zen tussen realistisch of karikaturaal spel, maar Laroche blijft daar ergens tussenin hangen. Hierdoor ontstaan ellenlange (er is nauwelijks geschrapt) onderkoelde dia logen over de meest absurde zaken, afge- Concert: Joe Jackson Band. Bezet ting: Joe Jackson (zang, melodica, toetsen), Gary Sanford (gitaar, koor zang), Graham Maby (basgitaar, Koorzang) en Dave Houghton (drums, koorzang). Muziekcentrum Utrecht, 15 december 1980. vlogen dagdromen doet overgaan, door ze opzwepend te onderlijnen. Of de onder- helft van het gezicht van Kees Coolen (Burgemeester), die wit is, in tegenstelling tot de bovenhelft waar niets mee aan de hand is. Is de burgemeester een halve clown? Is hem honing om de mond ge smeerd? Veel vragen, die evenals het hel- le-dekor op een nadrukkelijk doel wijzen, maar die ik geen van alle heb kunnen plaatsen. abstraheren? Groter maken? Maar ab straheren van wat dan? En groter maken dan wat? Want de Revisor is op zich al een abstractie van het leven, van de maat schappij. Dit veelgespeelde stuk van Go golj (uit 1836) gaat, zoals misschien be kend, over de bewoners van een Russisch dorp, die in hun angst voor de komst van een Revisor (controleur van de regering) een armlastige jongeman voor de revisor aanzien, hem met steekpenningen verrij ken, en passant al hun corruptie opbiech ten, en tenslotte, na zijn vlucht en hun ontdekking van het misverstand, arm en beschaamd achterblijven. Het stuk tekent de fouten van de maatschappij in een notedop. DEN HAAG. Regisseur Pierre Laro che zet de eerste scènes van De Revisor bij de Haagse Comedie in een opvallend decor, dat een speciale bedoeling sugge reert. Wat die bedoeling is heb ik echter niet kunnen achterhalen. Het achterdoek is in grijstinten beschilderd. Je ziet ab stracte vegen, waarin hier en daar groot- ogige gezichten met open monden. Het lijkt nog het meest op De Hel, geschilderd door een expressionist. Door die grijze blikken gadegeslagen bouwen de acteurs een huiskamerdecortje voor de eerste scè ne op, bestaande uit de meest ordinaire zetstukken, kennelijk met opzet- uit de kelder gehaald. Voorstelling: Het Atelier. Auteur Jean-Claude Grumberg. Vertaling uit het Frans: Janine Brogt. Regie: Peter de Baan. Decor en kostuums: Paul Gallis. Spelers: Theu Boermans, Huib Rooymans, Gerardjan Rijnders, Kees Hulst, Bert Edelenbos, Peter Fluit- man, Rose Thesing, Nettie Blanken, Nora Kretz, Guusje van Tilborgh, Liesbeth Coops en Josée Ruiter. Pre mière 12 december 1980, Stadsschouw burg Tilburg. Het Atelier komt op 8 januari in de Velsense Stads schouwburg en op 10 januari naar de Stadsschouwburg van Haarlem Over het optreden van deze Engelse sopraan valt niets dan goeds te zeggen: een prachtig uitgebalanceerde stem met een gezond-muzikale expressie en een moeiteloze techniek. Toch bleef me de vraag door het hoofd spelen of er niet een Nederlandse solist of desnoods een en semble had kunnen worden gevonden met een programma dat meer aansluiting zou hebben gehad met het oorspronkelijke. Het programma dat Elisabeth Harwood in zo’n korte tijd in elkaar had moeten knut selen droeg namelijk het karakter van I „van alles wat”. If God be for us uit The Messiah van Handel, She never told her love en My mother bids me bind my hair van Haydn, vijf liederen van Richard Strauss, een Ave Maria van Verdi, voorts liederen van Benjamin Britten, Frederick Delius en Richard Hageman. In de wer ken van de drie laatstgenoemde compo nisten was Harwood op haar best: gaaf tot in de details en met levendige voordracht. Htadel werd volkomen 19e eeuws aange pakt, Strauss kwam wat bleekjes uit de verf, bovendien was hierin de overigens voortreffelijk begeleidende David Lloyd door wat overdadig pedaalgebruik niet altijd goed te volgen. Maar al met al bewees Harwood (Kathleen Ferrier me morial Prize in 1960, daarna geëngageerd door de Glyndeborne Opera Company, grote successen in allerlei operarollen, onder andere die van de Gravin in Le Nozze di Figaro tijdens de Salzburger Festspiele van 1972) veel affiniteit te heb ben met de liedkunst. Zij is het zeker waard om in een minder overhaaste sfeer op het Amsterdamse podium te kunnen worden beluisterd. GEMMA COEBERGH Internationale Pianoserie van con certdirectie De Koos: recital door Zol tan Kocsis. Programma: Mozart, Grieg, Chopin, WagnerILiszt, Wagner/ LisztIKocsis. Grote Zaal Concertgebouw Amster dam, 14 december 1980. artistieke oor ditmaal erg weinig te bele ven viel. Behalve het genoemde Wagner-Liszt- Kocsis arrangement, klonk er op het laat ste programmagedeelte van Kocsis’ reci tal een soortgelijke Listz-bewerking van Elsa’s Brautzug zum Munster uit Lohen grin, welk werk evenals een als toegift gespeelde Reger-achtige fuga, in de prak tijk nogal aan de artistieke vermogens van de concertgever deden twijfelen. Dat was dan overigens niet voor het eerst dat men op deze avond dubieuze indrukken omtrent Kocsis’ smaak en interpretatie te verwerken kreeg. Dat de eigenlijke elegantie ontbrak aan de drie voorgaand gespeelde walsen van Chopin, waarbij een merkwaardig soort bedachtzaamheid de vloeiende gang van de driekwartsmaat in opus 69 nr 1 in As groot zelfs weleens deed verstijven; daar over viel misschien nog wel heen te ko men. En in Griegs Sonate was het best mogelijk om je te verenigen met Kocsis’ pianistisch uitpakken, dat deze composi tie op een tijdgebonden maar eerlijke en soms ook enigszins naïeve manier, in prin cipe immers al in zich herbergt. Het effect werd imponerend uitgebuit en de, de vir tuositeit aanvullende romantische zoetig heid, werd in de geconcentreerde voor dracht smeuïg verwerkt. Kocsis’ wildheid en zijn eigenzinnigheid in tempo-opvattingen waren echter on aanvaardbaar in Mozarts Fantasie in c- klein en de Sonate in A-groot. respectieve lijk KV 475 en KV 331, waarmee het programma in een haast harteloze atmos feer werd ingezet. Overdreven accenten, anti-klassièk pedaalgebruik en flinke por tie 19de eeuwse pianistenglamour, ver leende Mozarts muziek in het algemeen een uitgesproken veiyelend en onnatuur lijk karakter. Daarbij viel op, dat de zeker niet geraffineerde maar wél geaffecteerde expressie van elke frase bij Kocsis op zichzelf staat en nooit leidt tot een door ademende continuïteit of sfeeropbouw. Wie zich alsnog een eigen oordeel over het spel van deze pianist wil vormen, kan de opnamen van dit concert beluisteren op 28 december vanaf 10 uur *s morgens, via de NOS op Hilversum-4. JOHAN VAN KEMPEN AMSTERDAM. Toen de pianist Zoltan Kocsis ruim een jaar geleden voor het eerst in ons land te beluisteren was, diende zich een talent aan dat weliswaar een uitgesproken predispositie voor het instrument bleek te bezitten, maar waarbij de artistieke interpretaties onloochenbaar steeds iets onrijps verrieden. >-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 17