De verschrikkingen van het Noorden Coby Schreijer stelt haar gaven in dienst van socialisme en feminisme Vooral door de muziek wordt het in de vrouwenbeweging een vrolijke boel I M. Nijhoffprijs voor vertalers Een Kerstcantate met provocerend karakter P Geen Amsterdamse vertoningen Film International Anton de Beer componeerde koorwerk als ,,hartekreet” Andreas Burnier: zoeken naar vrijheid l 12 13 DINSDAG 23 DECEMBER 1980 KUNST door Ko van Leeuwen 95 lW' BK t bibliotheek I Andreas Burnier (archieffoto) it- Coby Schreijer: .de zelfgebreide gitaren, nou wat zeg je me dAArvan!" Erika Dedinsky krijgt de vertaalprijs voor de wijze waarop zij Hongaarse litera tuur toegankelijk maakte voor Nederlan ders, Tom Eekman voor vertalingen uit het Russisch en Philippe Noble voor zijn vertaling in het Frans van Het Land van herkomst van E. Du Perron. De Martinus Nijhoffprijzen worden be schikbaar gesteld door het Prins Bem- hardfoncjs. Anton de Beer, componist van de cantate Pax Mundi: ,,Geen engelen in de lucht die Vrede op aarde zingen, maar straaljagers die dood en verderf zaaien". heeft hij in die compositie ook traditionele kerstliederen opgenomen, die samen met het publiek als „volkszang” worden uitge voerd; hij stelt er de schrikbarende werk elijkheid, die uit de krantekoppen tot een navrant contrasterende tekst door hem werd samengesteld, tegenover. De luisteraar, die dus ook actief aan het gebeuren deelneemt, krijgt niet de kans om zich na een harmonieus muzikale op zet, in de sussende onwerkelijkheid van „vrede op aarde” te verliezen. Voordat ook maar enig sentiment zijn beslag zou kunnen krijgen, komen de luide tegenwer- Anton de Beer laat de dreiging overi gens in de instrumentale inleiding van zijn cantate al enigszins doorklinken. Het mys terie van het heilig geloven in een brenger van het Licht en de daadwerkelijke ont kenning ervan in het dagelijks leven, zijn in de evocatieve klanken van orgel, trom petten en slagwerk, eigenlijk al in één beeld samengebracht. De aanklacht („Er kleeft bloed aan mijn handen”), die een brute verstoring in houdt van de episodes die een atmosfeer van vrede en schoonheid inademen, rela teert toch tevens weer aan de hoop die De Beer koestert en die wordt onderstreept in het als een gebed gezongen slotkoor: Dona nobis pacem; Geef ons vrede. In „De verschrikkingen van het Noor den” komen de beklemming en de een zaamheid van de hoofdfiguur, die alleen woont in Kopenhagen en worstelt met haar homofiele geaardheid, heel duide lijk tot uiting. Het is niet alleen fysiek koud in haar woning, er is ook een kilte voelbaar in haar contacten met anderen. (Van onze kunstredactie) DEN HAAG. De Martinus Nijhoff prijzen 1981 voor vertalingen zullen op 30 januari in Den Haag aan Erika Dedinsky, Tom Eekman en Philippe Noble uitge reikt worden. De prijzen bedragen zeven- duizen gulden. EN aai- '■’ll n Daarbij herinnert de componist ons er aan dat de psalmist ook zong: De recht vaardige is als een bloeiende palmboom, hij zal zich vermenigvuldigen als een ce der in de Libanon! Met andere woorden; als we onze „goede wil” werkelijk in da den kunnen omzetten, zullen deze zich vermenigvuldigen en de wereld kunnen redden van de ondergang. Waar is een plaatsje voor zo iemand? Alleen in een bar speciaal voor vrou wen?... Maar ook daar zijn de contacten van een tijdelijke en zeer oppervlakkige aard. Toch blijft ze zoeken naar een manier om haar homofilie te accepteren en ernaar te leven. In „Giovanni en de heksen” daarentegen reist de hoofdfi guur, Connie, naar Italië. Zij kiest vóór vrijheid en avontuur en tégen de regel maat en de zekerheid van een kantoor bestaan. In het zonnige zuiden wordt ze herboren, vindt ze een nieuwe vriendin en geborgenheid. Mooi is nu juist dat een Italiaans jongetje de twee vrouwen vrij end aantreft en denkt dat hij terechtge komen is bij een heksensabbat, terwijl de ik-figuur uit „De verschrikkingen van het Noorden” een vrouwenfeest ook er vaart als een bijeenkomst van heksen. Het festival vestigt in samenwerking met het Goethe Instituut tevens de aan dacht op nieuwe Duitse films van Hans Noever, Luc Bondy, Frank Ripploh, Wer ner Schroeter, Robert van Ackeren en E. Kneihsl, Peter Stein, Herbert Achtern- busch en Peter Fratscher. Een derde pro grammapunt van gewicht vormt de komst van Donald Ritchie, een gerespecteerd kenner van Japanse films, die een serie inleidingen komt geven. Aanleiding daar voor vormt het feit dat Film International een Japans filmjaar aan het voorbereiden is. De componist stelt het kerstverhaal, deels in het Nederlands, deels in Latijn aan de orde. Soms heel liturgisch en geba seerd op de oude kerktaal, maar steeds voorzien van een eigen signatuur. Een eigen kleur, met name ook in de heel effectrijke, in duet-vorm gegoten recita tieven - een vondst! Anton de Beer kwam tot het schrijven van dit in principe religieus getinte, maar van botsende structurele elementen en schrikeffecten opgebouwde werk, omdat hij het naar zijn zeggen hypocriet vindt om in deze tijd met een cantate aan te komen „die zingt van fluitspelende her dertjes die in Bethlehem met hun schaap jes in het veld lagen, met engeltjes in de lucht die zongen: Vrede op aarde”. „Want hoe is de werkelijkheid, in bijna het jaar 2000 na Christus?” zo vraagt De Beer zich af. „Geen engelen in de lucht die Vrede op aarde zingen, maar straaljagers die dood en verderf zaaien onder weerlo zen. In plaats van de herders waarvan het evangelie spreekt, zijn er nu zwaar bewa pende militairen in diezelfde velden. Waar de engelen hun boodschap zongen, wor den nu overvallen gepleegd in kibboets en vluchtelingenkampen en wordt er ge moord. Laten we naar Bathlehem gaan om te zien hetgeen geschied is! - word je niet ziek als je de krant leest?” Die gedachten over „vrede op aarde” vormen Anton de Beers uitgangspunten voor het schrijven van „Pax Mundi”. En al pingen ten aanzien van de bezongen „vre de op aarde” uit het spreekkoor te voor schijn en wordt de zoete droom door een dissonerende realiteit verstoord. vraag ik benepen, als een nieuwe af spraak gemaakt is. Lachende resonantie: „Jéééh hoor, ik heb een héééle wije jurk...” De Beers muziektaal is ten dele mild en harmonieus, om dan plotseling scherp dis- sonerend te worden. Ze is soms juichend, dan weer ingekeerd, soms desolaat schreeuwend en dan weer vervuld van vreugde en hoop. Het ging de maker van deze moderne Kerstcantate naar zijn zeg gen overigens niet om „muzikale kunstig heden”. Misschien is zijn werk nu daarom ook juist zo boeiend en overtuigend eerlijk. Anton de Beers wens dat zijn „harte- kreet” over zou komen bij het publiek is daarbij in elk geval zeker in vervulling gegaan. Want dat de met indringende kracht uitgevoerde cantate „Pax mundi” bij de première inderdaad bijzonder di rect aansprak, mag wel worden afgeleid uit het feit dat de componist - die zelf de orgelpartij voor zijn rekening had geno men - na afloop door de aanwezigen stormachtig werd toegejuicht. JOHAN VAN KEMPEN Dat vechten voor een plaats voor ho mofiele vrouwen in deze samenleving speelt in al het werk van Andreas Bru- nier een belangrijke rol. Het anders zijn, je anders voelen, je man voelen in een vrouwenlichaam, leidt wel dikwijls tot onzekerheden. En dat is niet zo verwon derlijk als we kijken naar alle identi- teitswisselingen die de ik-figuur in „Vol gend jaar in Jeruzalem” ondergaat. Via een orthodox-joodse opvoeding komt ze, in de oorlog, terecht in een zwaar calvi nistisch milieu van zonde en schuld. Na de bevrijding wordt ze beïnvloed door de internationale idealen van het com munisme en komt ze via haar studie o.a. in aanraking met Nietszche. Het ver baast dus niet dat zo iemand op zoek is naar „een moederlijke, betrouwbare vriendin als echtgenote, en een liederlij ke slet om geen affectieve risico’s te lopen. Madonna en hoer, limieten der verbeelding, allebei bestaan ze niet”. In de zes verhalen van deze herdrukte bundel komt die tegenstelling tussen het koude noorden en het warme zuiden het sterkste tot uitdrukking in het titelver haal „De verschrikkingen van het Noorden” en in „Giovanni en de hek sen”. Deze twee verhalen staan ook cen traal in de bundel. Een titel als De verschrikkingen van het Noorden suggereert ijskoude beklem ming en eenzaamheid. Zelf zegt Andreas Burnier hierover: „De verschrikkingen van het noorden, dat zijn voor mij alle dingen die een mens overkomen als hij eenmaal volwassen is. Weliswaar zijn de angsten en het verdriet van een kind erger dan die van een volwassene, maar de ellende van een kind valt als de slagregen in de tropen. De reis van geboorte naar dood is voor mij de reis naar het noorden, naar het heldere, eenzame van god verlaten bewustzijn. (Reizen naar het zuiden berust op heimwee naar de warmte en^de volte van het kinderleven en heimwee van een voorgeboortelijk bewustzijn)”. Alle verhalen in deze bundel zijn door trokken van dat zoeken naar geborgen heid, maar kennen daarnaast ook het wegvluchten, het zoeken naar vrijheid. (Van onze kunstredactie) ROTTERDAM. De nieuwste films van Jean-Luc Godard, Maurice Pialat, Otar loselliani, Wim Wenders, Michelan gelo Antonioni, Claude Farealdo, Hans Noever, Kardo Godina en Rene Alloi zullen te zien zijn tijdens de tiende editie van Film International, dat zich van 5 tot en met 16 februari afspeelt in De Lantaren te Rotterdam. Dit jaar zal de manifestatie niet zoals in andere jaren het geval was in Amsterdam te zien zijn; wel rouleert het programma van 29 fe bruari tot 16 maart on de Antwerpse filmhuizen. Hoe heeft dit kunnen gebeuren, een afspraak voor een interview gewoon ver geten, alsof zij nooit was gemaakt? En dan nog wel met Coby Schreijer, feministisch zangeres en niet voor de poes. „Mag ik iets lekkers meebrengen voor bij de thee?” Twee dagen later thuis bij Coby Schreij er bij gezellig knappend haardvuur. Thee met een stuk appeltaart die ik meebracht en die de hemel zij dank lekker is. Coby leest van een wenskaart die zij van een vriendin ontving: „...komt uit de school van de zelfgebreide gitaren van Coby Schreijer”. Coby: „Nou, wat zeg je me dóór van? Vind je ’t niet schitterend? Zelfgebreide gitóren!” Vriendin heeft het over een recensie van het door Coby sa mengestelde Vrouwenliedboek Sara, je rok zakt af, dat dit jaar bij de Feministi sche Uitgeverij Sara verscheen. Coby Schreijer: „Niks nieuws onder de zon hoor, Jaap van der Merwe heeft me eens verteld dat Jan Blokker dat eens had geschreven. Nico Scheepmaker noemde me eens de tante Leen van de volksliedjes. Dat schreef hij toen. Hij schreef er bij: „Hè, toch rffeb ik een half uur naar haar zitten kijken”, dus dat toch wel. Nog een andere is- Coby Schreijer met haar hand- weefliedjes. Ach ja, dat stamt uit een tijd dat jongeren allergisch waren voor akoes tische gitaren. Recensies, nou daar steek ik héél wat van op hoor. Daar leer ik woorden van. Zoals: onderbouwd! Goed onderbouwd. Dat stond laatste ergens over mijn Vrouwenliedboek. Ik dacht hè, gelukkig, goed onderbouwd.” De telefoon gaat. Robert Long aan de andere kant van de verbinding. Het ge sprek gaat over eventuele medewerking van de populaire en toch talentvolle schrijver/zanger aan een dubbelelpee als ruggesteun voor de Anti-kernwapenbewe- ging in Nederland. Jaap van der Merwe en Coby Schreijer zijn daarvoor benaderd. Coby: „Ze vroegen: willen jullie meewer ken? Ik zeg: jawel, maar dan moet het wel góéd gebeuren. Jaap en ik doen nu de produktie. Het is iets waar we helemaal achter staan.” Vertelt dat ook Wannes van de Velde mee wil doen en dat haar hoop ook geves tigd is op ondermeer Boudewijn de Groot en Liesbeth List. Liesbeth zal ze ontmoe ten vlak na het weekeinde, als de opna men gemaakt worden voor het radiopro gramma Kom ’ns langs op Slot Zeist met Joop den Uyl als middelpunt (is inmiddels uitgezonden). Coby: „Joop heeft drie ar tiesten gekozen: Liesbeth List, Frans Hal- sema en mij. Dat vind ik erg leuk. Maar ik ben het niet met hem eens als hij het over kernenergie heeft. Dat kan hij nooit echt verdedigen. Daar zal hij het met de Rooie Vrouwen nog behoorlijk moeilijk mee krijgen. Behoorlijk moeilijk. Den Uyl moet Vrij Nederland deze week maar eens lezen”. Staat op en pakt het weekblad van de onderzoekende journalistiek. Citeert dan Missiewerk dat zijn bekroning kreeg in het Vrouwenliedboek. Daaraan werkte Coby Schreijer met hulp van vele vrien dinnen tussen haar talloze optredens in het land door. Sara, je rok zakt af is niet alleen een boek vol strijdvaardige en strijdlustige teksten. Het bevat ook een erg boeiende uitleg op historisch gebied. In voorwoor den én teksten tussen de liederen door beschrijft Coby de herkomst of de essen tie van wat volgt. Al lezende hoor je haar praten tegen de altijd parate gitaarak koorden die haar spreken al begeleiden. Waardoor ze elk moment op zingen kan overschakelen. Niet ten onrechte zegt ze in haar voor woord: „Vooral door de muziek wordt het in de vrouwenbeweging een vrolijke boel”. Voordat haar boek uitkwam bracht Varagram al enkele elpees met vrouwen liederen door Coby gezongen uit. Dit na jaar, of eigenlijk al in de winter, ver scheen haar ode aan de Amerikaanse voorvechtster van vrouwenrecht Malvina Reynolds (gestorven in 1978). Een vrouw die haar gaven in dienst stelde van socia lisme en de glorie niet zocht, (citaat Coby Schreijer). Wie kent niet Little Boxes, zo als dat door Pete Seeger wereldberoemd werd? Malvina Reynolds was er de geeste lijke moeder van. Coby zingt het in het Nederlands. Zij vertaalde alle veertien songs op haar plaat van deze Amerikaan se zelf in het Nederlands. Wat zij van Malvina Reynolds zegt kan niet toevallig zijn. Is Coby Schreijer ook niet zelf een vrouw die haar gaven in dienst stelt van haar idealisme, zonder de glorie te zoeken? En evenals bij Malvina Reynolds tref je bij haar het feminisme binnen het socialisme. Misschien heeft het wel met elkaar te maken. De structuur van dit verhaal onder streept opnieuw het hoofdthema van de ze bundel: groei naar volwassenheid en het accepteren van je bestaan in al zijn facetten. Het zijn vier fragmenten uit het leven van de hoofdfiguur in chronologi sche volgorde. Beginnend bij een on grijpbare angst van een kind voor tove- naarstrucs wordt de weg geschilderd van pijnlijke ervaringen waarlangs je de eenzaamheid van het volwassen zijn kunt bereiken. Andreas Burhier gaf aan haar boek als motto een citaat van Lucebert: en het paard slaat radeloos dit alles gade Ik vind dit een voortreffelijke illustra tie van het gevoel dat zich bij het lezen van deze bundel onweerstaanbaar op dringt: het gevoel dat je de dingen om je heen ziet gebeuren zonder dat je zelf bij machte bent ze te veranderen. Het herdrukken van „De verschrik kingen van het Noorden” dat in 1967 voor het eerst als Reuzen Salamander verscheen, is een gelukkige beslissing geweest. Nog steeds kunnen deze verha len boeien. JOKE LINDERS-NOUWENS Andreas Burnier: De verschrikkingen van het Noorden. A’dam 1980, Querido 19,50. uit een interview dat Bibeb had met Mr. Borgerhoff Mulder, president van de Am sterdamse rechtbank. Met een stem die stellig strijdlustiger klinkt dan die van Borgerhof: „Over de kernwapens zou een refe rendum moeten worden gehouden. Wij hebben een groep gevormd van enkele tientallen mensen die tot de conclusie zijn gekomen dat we kernwapens moe ten afwijzen. Dat besluit hebben we onze hervormde kerkeraad voorge legd. Vergelijkingen met de vorige oorlog gaan niet op. Niemand was er toen op voorbereid dat ze ineens aan parachutes uit de lucht kwamen val len. En hoe het nu zal beginnen, daar heeft, niemand een flauw idee van. Men wil zich nu, zegt men, beter voor bereiden en beter beschermen. Maar er zal helemaal geen bescherming moge lijk zijn”. In dat interview drukt de rechtbankpre sident zich ook heel genuanceerd uit over de alom gehoorde waarschuwing: De Rus sen Komen. Coby Schreijer: „Dat lijkt mij een prima vent. Hij zegt daar heel goeie dingen. Die grammofoonplaat van ons moet klaar zijn voordat de verkiezingen beginnen. Ik vind dit weer iets dat de moeite waard is om aan te werken. Die Coby, zullen ze wel weer zeggen. Maar in de Verenigde Staten bestaat zo’n plaat al. Holly Near zingt daarop, in de vrouwenbeweging een heel goeie zangeres.” In de vrouwenbeweging. Coby beweegt zich daarin ook. Ze reist het hele land door. Van de voor mannen zo streng klin kende Vrouwenhuizen in onze directe om geving tot aan het zelfs voor mannen zo teder klinkende Femkes Hüs in Friesland. Eenzelfde dualisme vertonen de hoofd personen, die alhoewel wisselend per verhaal, een sterke overeenkomst verto nen, gevoed door Joodse oorlogservarin gen en een sterke autobiografische gela denheid. Burnier scnrijft geestig en intelligent. Ze gebruikt nooit meer woorden dan strikt nodig is en slaagt er toch in een heel precieze sfeer te tekenen. Haar stijl heeft soms iets staccato-achtigs en sleept de lezer meer door zijn vaart en betrok kenheid. „Ik ging naar boven, hing mijn jas in de garderobe en betrad een zeer rood verlicht hoekig vertrek. Er was veel bezoek, mannen zowel als vrouwen, en ik liep naar de bar waar ik mij tussen twee vrouwen zette”. Je krijgt als lezer de neiging snel te lezen, maar daarmee doe je de auteur onrecht, want de verhalen zitten vol symboliek en verwijzingen naar eeuwenoude vragen en klassieke litera tuur (Proust-Schakespeare-Heming- way). Zo bevat de slotscène van het eerste verhaal „Nu ga ik verdwijnen” de vraag hoe de schoonheid van de Griekse beschaving door het christendom ver dreven kon worden. HAARLEM. Voor de zoveelste vervloekte keer zoemt de telefoon op een ochtend waarop de drukte je nog net enige zelfbeheersing laat. „Met Coby”. I Stilte. Stilte van de kant van Coby, stilte van de kant van de redactionele telefoon. Verwarring bij mij. Uitvluchten bestaan hier niet: „Coby, vreselijk, afschuwelijk... het was vanochtend... hè... gewoon vergeten. Ik ben ’t vergeten. I Vreselijk. Ik ging ook pas om drie uur naar bed” (zeg ik hakkelend en zwakjes) „Ik ook”, zegt Coby kordaat. ZAANDAM. De Haarlemse musicus Anton de Boer componeerde dit najaar een Kerstcantate voor mannenkoor, die het afgelopen weekeinde in Zaandam zijn première beleefde. Dirigent Marinus Metz, aan wie het werk is opgedragen, leidde deze eerste uitvoering op een door het Koninklijk Nederlands Zangersver bond georganiseerd concert in de (aan de oostelijke oever van de Zaan gelegen) Oostzijderkerk. Het Verenigd Zaans Mannenkoor met versterking van andere koren en met be geleiding van orgel, drie trompetten en slagwerk, zorgde in de, een half uur in beslag nemende uitvoering, voor heel on gewone indrukken. Ongewoon, vooral doordat Anton de Beer aan deze „kleine cantate voor de jaren tachtig”, zoals de ondertiteling van deze „Pax Mundi” ge heten compositie luidt, een min of meer provocerend karakter heeft meegegeven. X.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 13