„Oud-Leiden", die reeds vele dergelijke oudheid kundige, zeer leerrijke uitstapjes hield, mag zich steeds in een goede opkomst verheugen. Een ver slag over dien tocht, opgenomen in de Stads-Editie van 3 October moge ook hier een plaats vinden. Aan de drukte op het nog oude station was het gemakkelijk te zien, dat de Vereeniging „Haerlem" haar eerste oudheidkundige excursie hield. Daar op het perron was het een jagen en heen en weer loopen van de deelnemers om elkaar te vinden en te begroeten, om nog een plaatsbiljet aan het „bureau voor doorgaande reizigers" machtig te wor den en eindelijk na veel strijd in een eivolle coupé geduwd te worden. In Leiden, waar de officiëele ontvangst door het Bestuur van „Oud-Leiden" aan het station plaats had, waren de deelnemers weer tot kalmte gekomen en hadden gelegenheid de koppen te tellen. Dat was een teleurstelling bij den aanblik van de geringe quantiteit, maar nog grooter een medelijden met de velen, die waren achterge bleven. Immers wie zou niet gaarne eens onder voortreffelijke leiding een ommegang door die klassieke, historische stad hebben gedaanwie zou niet met trots de geboorteplek van Neerland's groot sten schilder willen aanschouwd hebben en een groet gebracht hebben aan dien koperen pot in de Lakenhal, een groet, die weldra voor velen een bedevaart zou zijn? Aan belangstelling voor van Leyden's triptieken,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1904 | | pagina 5