het beroemde Universiteitsgebouw, waarbij ook de
herinnering aan den Zuid-Afrikaanschen strijd weer
in het leven zou geroepen wordende Romeinsche
Burgt en het statige Gemeentehuis met zijn heerlijke
gobelins mocht het toch niet ontbreken bij cle
Haarlemmers
Edochopgewekt en vol goeden moed onder
den gouden najaarszon werd de tocht aanvaard.
Op het voorplein van de Lakenhal gaven de oude
gevelsteenen reeds wrijving van gedachten, zoo ook
de aanblik van Pieneman's groot doek. Bewonderd
werden de altaarstukken van Lucas van Leyden,
de nieuwe van Goyen, zoo vol van toon en cle
schalksche Jan Steen. Van de intieme commissie-
verg'aderzaal met haar eenige tegel-tableaux naar
de Van der Werffkamer, die onder meer het kruit
schipfragment, den fraai geëmailleerden zegelring en
den vermaarden hutspotpot van 3 Oct. 1574 herbergt.
Er stond nog veel op het program, dus verder.
Langs stille, intieme grachtjes en de plaats, waar
daags te voren het vee te loeien stond, nu naar de
Morschpoort van 1669, zooals de inscriptie duidelijk
aangaf. Een der twee poorten, waarop Leiden nog
kan bogen. De Stadstimmerwerf met den gevel uit
het begin der zestiende eeuw, bracht de Haarlem-
sche Vleeschhal in gedachte, maar zonder haar rijk
dom. Daar is ook de plaats, waar een prijs op den
kop van iedere omgebrachte rat wordt gesteld.