de nieuwste herkomstbepaling van het Haarlemsche stadsrecht gaf, niet meer in dit verslag- te vermelden, nu de leden der Vereeniging sinds de gansche rede voering- als uitgave van „Haerlem" toegezonden heb ben ontvangen. Het bestuur heeft de overtuiging gekregen, dat dergelijke avonden, als prof. Huizinga er toen een verschafte en hij moge hierin den nadank van zeer velen lezen bijzonder op prijs gesteld worden. Kon het maar jaarlijks ten minste eenmaal zulk een degelijken schotel aanbieden en dan als 't mocht zijn in dezelfde voor zulke lezingen bij uitstek ge schikte gehoorzaal aan het Spaarne. Het jaarverslag van „Haerlem" zou gelukkig on volledig zijn, als er ditmaal geen melding moest worden gemaakt van het oudheidkundig uitstapje, dat door de leden ieder jaar buiten de stad onzer eerste belangen gemaakt wordt. Het gold ditmaal 2 merkwaardige steden van Holland's noorderkwartier. Zaterdag 7 September, 's morgens 7 uur. Een grauwe, trieste lucht, maar gelukkig een hooge barometer- en ther mometerstand. Was het daarom jeugdige overmoed dat som mige deelnemers zonder parapluie of overjas gewapend op het appel verschenen, om zich aan te sluiten bij den tocht, door de Vereeniging „Haerlem" naar Enkhuizen en Hoorn uitgeschreven Hoe hooger de zon aan den hemel steeg, de eerste uren nog wel is waar onzichtbaar, hoe meer het bleek

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1907 | | pagina 6