9
kamer had geleid, waar de stoelen al eenige aantrekkings
kracht op het gezelschap begonnen te oefenen. Gelukkig
behoefden de ledematen niet langer vermoeid te worden,
want om half één werd men door den kastelein van de Poort
van Cleef verwacht.
Na een verdiende rust, een vluchtigen blik op den gevel
van de Snouck van Loosen-Stichting, een laatsten groet uit
den trein aan de Koepoort, die te ver uit den koers lag,
ging het nu naar Hoorn.
Van nieuwe krachten voorzien en zoo frisch, als of de dag
eerst was begonnen, werd allereerst een bezoek aan het St.
Pietershof gebracht, met zijn 17de eeuwsche binnenplaats en
prachtige regentenkamer met goudleder behang, geheel in
den stijl van Lodewijk XV. Sinds enkele jaren is het Pie
tershof vergroot door een grooten nieuwbouw, die voor leden
van „Haerlem" natuurlijk niet van zooveel belang is.
Langs vriendelijke grachtjes en het mooie bolwerk, waar
een brug in herstelling het gezelschap bijna weer op zijn
schreden had doen terugkeeren, werd de Oosterpoort bereikt,
vóór welke de deelnemers door een der leden gekiekt werden.
Op het havenhoofd voor den Hoofdtoren of waterpoort,
werden de leden nog eens gestrekt en werd genoten van het
heerlijke uitzicht op zee, waar de oorlogsschepen, zoo rustig
den komst van den vijand afwachtten. Allerminst deed die
kalme zee dan ook denken aan zeeslagen, waarvan de gevel-
steenen in drie huizen op een der grachtjes een voorstelling
geven; van den slag op de Zuiderzee in 1573, toen ook de
merkwaardige beker van Bossu werd buitgemaakt, die op
het raadhuis berust. Doch verder, naar het West-Friesch-
Museum, een der meest belangwekkende, waarop Holland
kan bogen. Eertijds hielden de Gecommitteerde Raden van
West-Friesland hier hunne vergaderingen, doch thans is dit
oude „Proostenhuis" met uitzondering van de Lodewijk XVI-