in het prachtige Gooi, om eindelijk te Hilversum aan te
landen, waar volgens oud gebruik in het Hof van Holland
de gemeenschappelijke maaltijd werd gebruikt. Toen het
sein van vertrekken per trein naar Haarlem klonk, had
menigeen nog wel wat langer aan den vroolijken disch
willen blijven aanzitten.
Valt onze jaarlijksche excursie in den smaak,
dubbel mag dit gezegd worden van de oudheidkun
dige wandelingen binnen Haarlem. Steeds trekt het
meer de aandacht hoe weinigen onze stad eigenlijk
goed kennen, hoe vaak men langs en door allerlei
loopt, dat de opmerkzaamheid overwaard is. Doch
de gelegenheid, zooals onze Vereeniging ze zoo nu
en dan biedt, ontbreekt velen, en het is dddrom
zeker, dat een zoo groot aantal de wandeling op
23 November weer meemaakte. Er zouden dan ook
merkwaardige gebouwen en zaken bezichtigd worden.
Het museum van Stolk, welks bestaan nog menigeen
onbekend is, in de eerste plaats. De Heer van Kalcken,
de conservator, deelde eerst een en ander mede over
het ontstaan dezer oud-kerkelijke verzameling, waarop
hij een overzicht gaf van de vele prachtige preciosa,
die hier bewaard worden. Dank zij zijne deskundige
leiding, kon alles nauwkeurig worden bezichtigd. Wij
zijn er van overtuigd, dat menigeen later nog eens
is teruggekomen, om alles rustiger en met meer
kennis van zaken te kunnen bewonderen. Op de
Vleeschhal, het verblijf van den Rijks-archivaris, was