uit de verhouding tusschen Beets en Joseph Alberdingk
Thijm, een verhouding, die in de jonge jaren en
later in den grijzen ouderdom bleek van intiemen
aard te zijn geweest. Merkwaardig kwam uit de
voorlezing van een paar brieven het voornemen aan
't licht, om in samenwerking te probeeren Bilderdijk
te doen waardeeren en huldigen, welk plan echter
eerst in 1906 zou ten uitvoer gebracht worden. Tot
slot van dien avond, bijwijze van dessert, gaf Dr. H.
Bitter te Bloemendaal, U bekend door zijn studie
over den Hortus medicus of Stads Kruidtuin van het
Collegium medico-pharmaceuticum, nog een kenschet
sing van Beets' vader, den bekenden Haarlemschen
apotheker Martinus Nicolaas, als bestuurslid van ge
noemd college, waartoe de oude notulen boeken den
onderzoeker stof hadden gegeven. Bij zijn dankwoord
aan de sprekers toonde de voorzitter twee tabaks
kistjes, vervaardigd van het hout van het vroegere
„Klokhuis", waarin Martinus Beets in 1868 een
eigenhandig geschreven versje plakte, dat op de
herkomst duidt. De vele bijzonderheden dien avond
gehoord kunnen zeker beschouwd worden als zoovele
bijdragen tot nadere kenschetsing van Beets, al hebben
zij ook geen nieuw licht op hem geworpen, wat, na
hetgeen zijn biographen reeds mededeelden, ook niet
verwacht mag worden. Een geslaagde avond.
Op 8 en 13 April maakten wij opnieuw een
oudheidkundige wandeling, doch gezeten aan de lange
IO