geopenbaard. Door deze warme, duidelijke voordracht kregen wij wel een diepen indruk van het buiten gewone kunnen der vroegere Belgische bouwmeesters. Van deze monumenten naar het huisje hoek Jacobijnestraat-Ged. Oude Gracht is wel een groote sprong, maar ook hier geldt het een bouwwerk, zij het ook in veel bescheidener vorm. Te herstellen bleek het gebouwtje niet meer, doch toen de tegen woordige eigenares, de Haarlemsche Brood- en Meel fabriek, het plan opvatte een gebouwtje geheel in den ouden stijl weder te doen bouwen, waren wij van oordeel onze eenmaal gedane subsidie-toezegging te moeten gestand doen. Om in de kunst-terminologie te blijven, mogen wij zeggen dat het aardige geveltje het zeer goed doet in dit stadsgedeelte. De Directie van evengenoemde fabriek bood ons drie photo- graphieën in lijst aan, voorstellende de bakkerij van het bakkersgilde, den toestand vóór de afbraak in 1914 en den tegenwoordigen toestand. Een andere schenking gewerd ons door het legaat van Mejuffrouw C. van Assendelft de Coningh waar bij twee waterverfteekeningen in lijst vermaakt werden, van E. Koster, voorstellende, naar een ons verstrekte opgaaf, den tuin van het paviljoen, hetgeen evenwel niet in overeenstemming met de werkelijkheid is en een kijkje op de Turfmarkt, waarschijnlijk ongeveer 1870. Dit is de eerste maal, dat „Haerlem" een legaat ontvangt, waarover wij ons ten hoogste ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1914 | | pagina 16