en lawaai reden van bestaan heeft. Marktgeschreeuw en onrust hebben wij niet van noode, integendeel, wij moeten kalm ons weegs gaan, niet aan den weg timmeren, al wordt er thans ook in ons Vereenigings- gebouw in het midden der stad veel gehamerd en geslagen. Ons doel is ideëel en wij streven naar intimiteit en bezinning, zij het door liefde te wekken voor het schoone, wat onze stad nog biedt op bouw kundig gebied uit vroeger tijden, of door het opwek ken van belangstelling voor de geschiedenis onzer gemeente of de personen die hier een rol hebben gespeeld. Naast de tallooze vereenigingen, die Haarlem rijk is en die zeker haar redenen van bestaan zullen hebben, is de onze er een met een bijzonder karakter en dat bijzondere bestaat, wonderlijk voor thans, in haar neutraliteit niet alleen, zij heeft noch godsdien stige, noch politieke kleur, maar ook in haar streven naar behoud, al wil zij niet reactionnair zijn. Haarlem heeft nog steeds den roep van een onzer schilder achtigste steden te zijn. Oh, zeker ook door haar Hout en omstreken, haar Frans Halsmuseum en meer, maar een groote aantrekkelijkheid biedt toch zeker het geheel eigen karakter, dat de tijd haar heeft nagelaten in plein, gracht en gebouwen. De burgerij moet zich dat kostbare bezit waard toonen en een Vereeniging-, die tot het behoud daarvan opwekt en belangstelling voor haar geschiedenis vraagt, steunen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1920 | | pagina 8