400-jarigen geboortedag. Er was buitengemeen veel
belangstelling, zoodat onze Vereenigingszaal geheel
gevuld was. Van de hand van den Heer S. Kalff
ontvingen wij toestemming zijn artikel „Coornhert-
herdenking" in ons verslag op te nemen. Gaarne
geven wij het een plaatsje aan het slot van hetgeen
wij zelf te zeggen hebben. 14 en 21 Februari hield
de Heer Gonnet weder een kunstbeschouwing uit den
stedelijken atlas eveneens voor een groot aantal leden.
28 Februari waren wij in de gelegenheid Dr. Wil
helm Fraenger, Hoogleeraar te Heidelberg een voor
dracht met lichtbeelden te doen houden over het
spreekwoordenschilderij van Pieter Bruegel. Door de
groote voorkomendheid van de Directeuren van Teyler's
Stichting, die hun gehoorzaal daartoe aanboden, waren
wij hiertoe in staat gesteld. Het deed ons genoegen
hiervoor eveneens de leden van de Nederlandsch-
Duitsche Vereeniging en van Kunst zij ons Doel te
kunnen uitnoodigen. Ten slotte hield Mevrouw J. M.
Sterck—Proot nog een voordracht in de Hoofdwacht,
waarin zij een sprekend beeld gaf van Haarlem in
de i3e eeuw.
Voorwaar aan afwisseling heeft het niet ontbroken
en in dit opzicht zullen de leden zich zeker niet te
beklagen hebben.
Vele geschenken, zoo in prent- als in boekvorm,
mochten wij weder van onze leden ontvangen, waar
onder zeer merkwaardige. Verrijking aldus van onze