9 Die dank komt ook den Heeren Gratama en Dr. de Gelder toe, welke ons op 21 Augustus van hetzelfde jaar op de beroemde Jan Steen tentoonstelling te Leiden rondleidden. Tienduizenden hebben die tentoonstelling van onzen, ik mag wel haast zeggen meest-populairen schilder bezocht en het bevreemdde ons niet, dat ook van Haerlem een dertigtal leden aan het uitstapje deel nam. Beide bezoeken hebben den deelnemers heel wat geleerd en allen keerden voldaan huiswaarts. Twee wandelingen in de natuur maakten we, en wel op 10 October 1925 in Elswout en 16 October van het volgend jaar in Lindenheuvel. Er waren er weder bij dozijnen opgekomen, om beide dagen, begunstigd door prachtig weer, te kunnen genieten van die mooie buitens in onze onmiddellijke omgeving. Het was de laatste wandeling op Elswout, die Gonnet nog meemaak te, even opgewekt en flink, als weleer. Op de hem zoo ken merkende wijze heeft hij na afloop van den tocht nog een woord van dank gesproken. Dit eerwaardige landgoed is aan velen onzer bekend, want reeds menige wandeling werd daarin gemaakt. In Lindenheuvel, dat voor het publiek ontoegankelijk is, waren wij nog nimmer geweestte meer waardeerden wij het, dat de Heer Burdet en Mevrouw BurdetVan der Vliet, wel zoo vriendelijk waren, het hek voor ons te ontsluiten. Zij hebben ons een heer lijken namiddag verschaft. „Kunst zij ons doel", dat ons, wij weten het uit ervaring, zoo goed gezind is, noodigde de leden van Haerlem uit tot het bijwonen van een voordracht met lichtbeelden over Chineesche kunst, die de Heer T. B. Roorda op 10 October 1925 in de gehoorzaal van Teyler's Stichting hield. Ook hier maakten velen gaarne gebruik van, omdat men wist, dat iemand zou spreken, in verzorgde taal, over een onderwerp, dat hij volkomen beheerscht. Een winter zonder „prenten kijken" is voor Haerlem onbestaan baar en zoo richtte het bestuur weder een uitnoodiging tot de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1925 | | pagina 13