5 eeniging in onze stad bespraken; zij werden in hunne overwegingen versterkt door de verschijning van een boekje, versierd met prentjes van oude gebouwen in Dordrecht en deelden hunne plannen mede aan eenige andere Haarlemmers, die waarschijnlijk voor de tot standkoming van een zoodanige vereeniging zouden gevoelen. En zoo gebeurde het, dat op eene vergadering ten huize van den Heer Enschedé op 2 November 1901 onze Vereeniging werd gesticht door de Heeren Johs. de Breuk, Voorzitter, Dr. M. C. A. Byleveld, J. W. Enschedé, Secretaris, C. J. Gonnet, Vincent Loosjes, Penningmeester, Mr. W. F. C. C. Pijnacker Hordijk, E. A. von Saher, J. A. G. van der Steur en Mr. J. de Vries van Doesburgh. Dit eerste bestuur besloot reeds dienzelfden avond tot het samenstellen van een gevel catalogus, omdat allereerst hetgeen van bouwkundig-historisch belang nog in Haarlem aanwezig was, moest worden vastgelegd. Dit veel omvattende werk kwam niet zoo spoedig gereed als men gewenscht en gedacht had en het Bestuur overwoog middelen om de Vereeniging bij de Stadgenooten inmiddels bekend te maken. Men begreep, dat men allereerst moest pogen door eigen aanschouwing en door historische mededeelingen en verklaringen, de belangstelling van de nieuwe leden gaande te maken en daarom zijn de oudheidkundige wandelingen binnen- en buiten Haarlem een uitnemende gelegenheid geweest om de liefde en waardeering voor het oude op te wekken. In de afgeloopen 25 jaren werden negen wandelingen in Haarlem gemaakt, maar ook naar Amsterdam, Alkmaar, Leiden, Enkhuizen en Hoorn, Dordrecht, Gouda, Utrecht, Delft, Edam en Volendam, Muiden en 's Gravenhage werden tochten ondernomen, onder deskundige leiding, die zéér tot de populariteit van onze Vereeniging hebben bijgedragen. Ook de winteravond-samenkomsten, waar de atlas van Haarlem werd bekeken en waarbij Gonnet ons op zulk een verdienstelijke wijze toelichtingen gaf, eerst in de Schneevoogtkamer op het Prinsenhof, later in de tuinzaal van restaurant Brinkmann en eindelijk in ons eigen tehuis op de Groote Markt (de laatste jaren onder de zéér gewaardeerde leiding van onzen archivaris Knappert) hebben velen de oogen doen opengaan voor het vele schoone, dat het oude en voorbijgegane inhoudt, wanneer het begrepen wordt. Inmiddels verscheen het monumentale werk van Prof. van der Steur in 1907 onder den titel: de oude gebouwen in Haarlem, terwijl reeds in 1904 het boekje van Dr. S. Craandijk over de Haarlemsche Hofjes het licht zag. Met beide uitgaven heeft onze Vereeniging veel succes gehad. De „Hofjes" zijn reeds lang uitverkocht en van de „Oude Gebouwen" zijn nog maar weinig exemplaren over. Andere uitgaven volgden en werden voor onze leden tegen lagen prijs beschikbaar gesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1925 | | pagina 9