heeft daarvan gebruik gemaakt. Bovendien hadden de Haerlemmers
een uitnoodiging van den kring Haarlem van den Bond van Neder-
landsche Architecten tot het bezichtigen van de architectuur
tentoonstelling, die van 23—30 October in de Raadszaal van het
Prinsenhof gehouden werd en tot het bijwonen van de lezing,
welke de Heer J. Gratama op 24 October in de bovenzaal van
de Gemeentelijke Concertzaal uitsprak. Als onderwerp had de
spreker gekozen: Over de ontwikkeling der hedendaagsche bouw
kunst in Nederland". Zoowel van het luisteren naar de interessante
lezing, als van een bezoek aan de tentoonstelling is druk gebruik
gemaakt. Tot dekking van de kosten voor deze tentoonstelling
heeft het bestuur een bijdrage beschikbaar gesteld.
Van het bevriende teekencollege „Kunst zij ons Doel" ontvingt
ge eveneens een uitnoodiging voor de voordracht van Prof. Dr.
P. H. van Moerkerken over oude beeldhouw- en schilderwerken
in ons land en wat zij voorstellen. Deze lezing werd 10 Januari
in de aula van Teyler's stichting gehouden.
Een belangrijke voordracht, opgeluisterd door een groot aantal
lichtbeelden, hield op ons verzoek de architect A. A. Kok, de
secretaris van den Bond Heemschut op 2 December over de
middelen tot verheffing van het stedeschoon. De spreker stelde
vast, dat daartoe behoudens het maken van nieuwe plannen drie
dingen noodig zijn: het behoud van wat aan schoon nog aanwezig
is, de strijd tegen de schoonheidsvernieling en het herstellen
van wat uit onwetendheid of winstbejag bedorven is. Van alles
kwam hierbij ter sprake, o. a. ontsierende reclame, goede en slechte
restauratie en vooral het instellen en werken van een schoonheids
commissie. Dank zij ook onze medewerking en ons aandringen
besloot de Raad onlangs daartoe, zoodat het volgende verslag hier
van meer zal zeggen. Dat dit wijze besluit ons bijzonder verheugt,
zult ge met mij eens zijn. De onderhoudende, vaak geestige en
schalksche causerie van den heer Kok werd door een aandachtig
gehoor gevolgd.