8
nog aan toevoeg, dat weder drie uitgaven in voorbereiding zijn,
waarvan een „de Haarlemsche Goud- en Zilversmeden en hunne
merken door Elias Voet Jr. U reeds per circulaire is aan
geboden dan zijt ge niet vergeten en vraag ik mij af, of er wel
nog een Vereeniging, zoo typisch Haarlemsch, in onze Gemeente
bestaat, welke haren leden zooveel biedt als Haerlem. Over de
beide andere boekjes kan pas later worden gesproken. Maar voor
het belangrijke werk van den Heer Voet vraag ik toch wel Uw
bijzondere aandacht, omdat het hier een uitgaaf betreft, geschreven
door iemand van groote kennis en liefde voor zijn vak. Ge zult
in het boek het resultaat vinden van een studie, waarvoor de
schrijver, nauwkeurig als hij is en uitstekend teekenaar, bijna
heel zijn leven het materiaal verzamelde. Het bestuur vertrouwt
dan ook, dat zeer velen zich dit boek, waarvoor de Vereeniging
groote geldelijke offers bracht, zullen aanschaffen. Het behandelt
een speciaal, maar toch zoo fijn en sierlijk onderdeel der Haar
lemsche kunstnijverheid en hare beoefenaars.
Opdat men later wete, wanneer het bestuur werd uitgebreid, moge
thans nog vermeld worden dat de heeren Jhr. Mr. B. M. de Jonge
van Ellemeet en J. H. Kersten in de jaarvergadering tot bestuurs
leden werden gekozen en omdat het nazien der administratie van
den penningmeester tijdens de vergadering altijd eenig oponthoud
gaf, werd tevens besloten elk jaar een commissie van twee personen
te benoemen, om de rekening en verantwoording, vóór de samen
komst, bij den penningmeester na te zien, en van hun bevinding
op de Algemeene Vergadering rapport uit te brengen.
Hiermede zijn we aan het eind van het relaas van alle Haerlemsche
gebeurtenissen in het jaar 1927.
Met een wensch voor het welzijn van onze Vereeniging zal ik niet
sluiten, ik denk haar natuurlijk alles goeds toe, maar in de zekerheid,
dat het volgende verslag van even krachtig leven zal spreken als de
voorafgegane zes en twintig jaren in toenemende mate mochten doen.