kerkramen, waarvan de schrijver Jhr. Mr. de Jonge van Ellemeet
ons een exemplaar gaf, dat in onze boekerij is opgenomen.
Bovendien schonk de heer Knappert ons een door hem voor
de Levensberichten der Maatschappij der Nederlandsche Letter
kunde geschreven biographie van Gonnet.
Deze boekerij, waarvan de door de Breuk en Gonnet geschon
ken geschriften de kern uitmaken, is evenals onze stukken en be
scheiden thans op uitstekende, overzichtelijke wijze door den heer
Kersten geordend. Met opoffering van veel tijd zijn ook door zijn
goede zorgen, waarvoor wij hem grooten dank weten, de vele foto's
van onzen ligger in portefeuilles gerangschikt. Dit alles is natuur
lijk, na voorafgaand overleg met den secretaris, voor iedereen te
bezichtigen; wellicht kunnen wij hiervan eens door een tentoon
stelling, of op een avondbijeenkomst aan onze leden laten zien.
Komen dan allen op, zoo is de groote kamer veel te klein, en
daarom is het bestuur, zooals ge weet, doende ook de groote ruimte
op de eerste verdieping tot een zaaltje in te richten, maar dat
vordert zooveel tijd en geld, dat wij voorloopig dat vertrek nog
wel niet zullen kunnen betrekken, ofschoon dit groote werk,
waarmede een inwendige verbouwing zal moeten samengaan,
toch reeds onze geheele aandacht heeft.
In de Hoofdwacht zelf organiseerde de heer Knappert een
tentoonstelling en bovendien kregen onze leden nog voor twee
andere een uitnoodiging. De eerste werd van 1 tot 6 Augustus
gehouden en bevatte fraaie gravures van Moireau naar schilderijen
van Philip Wouwermans. Een zaal vol mooie prenten naar den
Haarlemschen schilder, en samengebracht uit een der stedelijke
verzamelingen. Er was veel bezoek en menigeen zelfs van buiten
de stad trad als lid toe.
Van 28 December tot 5 Januari hield de afdeeling Haarlem van
het Nederlandsche Kunstverbond in ons vereenigingsgebouw een
tentoonstelling van door haar aangekochte kunstwerken. Onze
leden hadden tot deze verzameling vrijen toegang en menigeen