JAARVERSLAG 1929
Een verslag is een eigenaardig iets. Het moet de
leden op de hoogte stellen van wat er binnenskamers
en daarbuiten wordt verhandeld en verricht; dat komt
hun toe en spreekt vanzelf.
Het moet echter meer dan dat zijn: de band tusschen
bestuur en leden opdat de laatsten daardoor meer
kunnen meeleven. Voorts wordt het in druk gegeven,
als reclame voor de vereeniging, die daardoor niet
alleen haar bestaansrecht bewijst, ja dit zelfs als
vanzelf sprekend aantoont, doch tevens om daardoor
na lezing anderen tot het lidmaatschap op te wekken.
Vaak poover is dit resultaat evenwel en het zijn helaas
maar weinig kaarten achter in het verslag opgenomen,
die bij den geadresseerde terecht komen. En toch is
de bedoeling duidelijk genoeg; moge die dan door
allen worden verstaan, zoodat het volgende verslag
moge getuigen van een groote toename, want bij het
afdrukken bedroeg dit aantal leden slechts 453.
Beginnen wij met het voornaamste en dat zijn buiten
kijf de vele ochtenden, waarop de Haarlemsche jeugd
in de Hoofdwacht een aantal projecties op het doek
wam bezichtigen van door den Stads-archivaris den
Heer Knappert uitgezochte en dus geschikte glas
plaatjes, welke door ons naar teekeningen en prenten
uit den Stedelijken Atlas werden vervaardigd.
Het is U bekend, dat Haerlem sedert jaren bezig