26
zijn eendagsvliegen. Het leek mij goed die m. i. juiste
woorden hier te herhalen en ze aldus een ietwat
langer leven te verzekeren.
Wat maakte VAN Styrum eigenlijk zoo gezien en
tegelijkertijd, wat iets anders is, zoo eerbiedwaardig?
Gezien is al gauw iemand, die een toongevende
positie, een titel of een praedicaat bezit, gestudeerd
heeft of met succes in de maatschappij praktisch
werkzaam is.
Maar had men nu bepaald eerbied voor hem, omdat
men wist, dat de openbare meening in Haarlem e. o.
jarenlang, met groot doorzicht in de behoeften van zijn
stad en omgeving, door hem was beheerscht? Was
het zijn liberalisme, zijn doorkneed zijn in het gemeente
recht en zijn tegelijkertijd waken tegen te grooten
druk, die tegenwoordig zoo licht van Staatsorganen
kan uitgaan op het economische leven? Was het
zijn welbewust behooren tot de heerschende maat
schappelijke klasse en ter zelfder tijd zelf niet gefortu
neerd zijn? Was het zijn afkeer van de beroeps-
politiek, een afkeer die hem, den bewonderaar evengoed
van den ouden De Savornin Lohman en de Beaufort
als van Sam. van Houten, bijbleef, ook toen hij
aan eigen lijf ondervond, dat politiek wel degelijk is
,,een hoofdberoep voor specialisten" en niet „iets
voor uren van overwerk"? Was het zijn aan zooveel
advocaten eigen flair om snel te lezen en snel de kern
van maatschappelijke vraagstukken te bevatten? Was
het omdat van de menschelijke kwaliteiten het verstand
voor hem en in hem op den eersten rang stond? Was
het omdat hij, de geboren hoffelijke mensch, die hof
gunst gemakkelijk had kunnen verwerven, deze juist
niet beoogde, en evenmin populariteit? Was het
omdat hij de advocatie opvatte als zijn roeping, meer