24
Ik heb het voorrecht gehad, als lid der hoofdredactie,
jaren lang met hem te mogen samenwerken aan den
inhoud van het blad. En ik kan getuigen dat hij in
zijn leiding streng was, maar rechtvaardig; hij werkte
stimuleerend op allen en wakkerde het plichtsbesef aan.
Toewijding en ijver beantwoordde hij met een groote
mate van vertrouwen en zelfstandigheid.
Zelf arbeidzaam en onvermoeid actief had hij grooten
eerbied en waardeering voor den arbeidslust van ande
ren. En als maatstaf van dezen eerbied gold bij hem
enkel persoonlijke verdienste. Tot zelfs in de laagste
kringen der samenleving kon hij deze verdienste onder
scheiden en daardoor had hij zoowel onder de nederig-
sten als de hooggeplaatsten zijn vrienden en vereerders.
Bij den kleinen man trachtte hij het goede op te
wekken en te cultiveeren; van wie sociaal op één
hoogte met hem stond verlangde hij, dat ze hem in
die taak zouden helpen.
Ook hierin is hij tot de laatste levensure een voor
beeld geweest.
Het schoon en welbesteed leven van dezen opge-
wekten, blijmoedigen man was voor velen in en buiten
Haarlem een warmkoesterende zonnestraal die, helaas,
maar al te spoedig is ondergegaan.
Haarlem, 1 Mei 1931. F. Pbimo.