Huighens, H. van Brussel, Bemme, A. van den Bergh Cz., J. Reekers, H. Schwegman, W. Moll en P. Daams. 't Ligt voor de hand, dat de meeste bijdragen, waardoor deze personen in het Aibum Akendamierue zijn vertegenwoordigd, in een of ander opzicht be trekking hebben op hun verhouding tot de bewoners van de „Landhoeve Akendam". Herhaalde malen ontmoeten wij afbeeldingen van het huis zelf en zijn naaste omgeving, of voorstellingen van eenvoudige festijntjes die daar werden gevierd. In dit laatste geval worden de teekeningen soms toegelicht in vers maat. Dan lezen wij b.v., met een toespeling op de vroegere bestemming van dit terrein waar een kroeg had gestaan: Waar eer lijdt werd gekolfd, geplukhaard en gedronken, Maar waar than,) voor de deur Pictura' t leden pronken, Omdat de Ku/ut-Vriend Hoofd hier zijnen woning nam, Daar ótaat hij bij de groep, en wacht reedó op de gatten, Zj gaane naar hem toe en komen van de tlad. Een andere teekening, van P. J. Severeinse, brengt haar „verklaring" mee in een er aan toegevoegde rebus, welke, met den noodigen uitleg op blz. 70 wordt afgedrukt. En bij dit avond-tafereeltje van J. P. Visser Bender, („Directeur der Teekenacademie") heet het: „Dit zet tal draaft nu naar de étad, JVant 't heeft zijn tijd verkeken. Zie hoe zij tpoeden langt het pad, Door plat en natte ttreken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1931 | | pagina 100