zien, zijn de beste Burgemeesters. Op de korte baan mogen zij het soms schijnen, doch in werkelijkheid heeft de Gemeente noodig de Bestuurders die meer op toekomstige Gemeentebelangen dan op direct succes letten, de hoekige karakters, de mannen van overtui ging, van durf, voor wie plicht een hooger begrip, voor wie volksgunst een futiliteit is. Dat is het hout voor goede Burgemeesters vereischt en uit een zeer gaaf stuk daarvan was Burgemeester Boreel gesneden! Als man van traditie, waardigheid en hoofsche vormen, als zoon van een van oudsher met regeeren vertrouwd geslacht, was hij de bij uitstek geschikte persoon om zijn Ambt op hooge wijze te vervullen. Allerminst conservatief echter. Dat stond wel dade lijk vast. Het bestuur van zijn Ambtsvoorganger, hoewel in vele opzichten terecht geprezen, was min of meer autocratisch geweest en reeds de uitnoodiging aan de tot dusver in de Raadzaal verspreid zittende et- houders, om voortaan met den Voorzitter plaats te nemen aan dezelfde tafel, als een te zamen hoorend Dagelijksch Bestuur, werd gehoord als een nieuw geluid. Door dezen maatregel kwam de wettelijke positie van de Wethouders tegenover den Raad duidelijker uit en won het College van B. en W. aan innerlijke kracht, 's Burgemeesters ernstige levens opvatting, welke hem in iedere gezagsfunctie een van Hoogerhand opgelegde taak deed zien, noopte hem nauwgezet te waken, dat de Machten in de Gemeente zich binnen de wettelijke grenzen hielden. De Raad moest hebben wat des Raads was, het Dagelijksch Bestuur wat tot het werk van dat College behoorde,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1931 | | pagina 13