door zulke diepgaande vertrouwelijke besprekingen van een deel van dat College met een deel van den Raad. Het gold hier echter een ingeroeste gewoonte en andere middelen dan die der overreding stonden den Burge meester niet ten dienste, dus moest de uitroeiing wel tijd vorderen, doch ten slotte heeft diens voort durend hameren op de onwettigheid en op de practi- sche bezwaren toch den „Voorraad" geleidelijk doen verdwijnen. Ook in vele andere opzichten bleek spoedig, dat de uiting in 's Burgemeesters intreerede 1), ,,dat aan nieuwe tijden nieuwe eischen worden gesteld, waaraan „met verstand en wijsheid voldaan moet worden" geen ijdele klank zoude blijken. Typeerend waren in dit verband de onder algemeene instemming aangehoorde woorden door Jhr. Mr. F. w. van Styrum als Oudste Raadshd bij het afscheid van Burgemeester Boreel tot dien gericht. Ik ver oorloof me daaruit een kort citaat 2). „U heeft voor nieuwe eischen een open oor en „oog gehad en zijt in vele gevallen voorgegaan. „Ook dan, wanneer de Raad niet dadelijk bereid „was met die nieuwe denkbeelden mede te gaan, „hebben ten slotte meestal Uwe denkbeelden gezege vierd. „Ik herinner in dit verband aan Uwe belangrijke „Nota betreffende minimumloon en maximumarbeids- „duur, aan Uwe bemoeiingen ten behoeve van de „totstand koming van de melkverordening, die uit „hygiënisch oogpunt voor de Gemeente van zoo groote „waarde is, aan wat door U gedaan is ter bestrijding Raadsnotulen van 5 April 1893, pag. 212. 2) Raadsnotulen van 3 Juli 1912, pag. 446.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1931 | | pagina 15