zijn positie boven personen en partijen, doch vooral
door zijn prestige, de teugels wist strak te houden.
Voor de Ambtenaren was hij een streng maar
rechtvaardig Chef, zoo noodig een warm behartiger
van hunne belangen, doch ook daarbij het Gemeente
belang steeds in het oog houdende. Hij eischte, dat
men zich geheel aan het werk gaf. Van slap dienen,
wilde hij niet weten. Daar stond echter tegenover,
dat hij, mits de vormen werden in acht genomen,
groote vrijheid liet, zich tegenover hem te uiten. Met
mannen wenschte hij te werken, niet met marionetten.
Vandaar ook zijn strenge eisch, dat de ambtelijke
rapporten uitsluitend zouden weergeven de meening
van den onderteekenaar en niet beïnvloed zijn door
boven dien gestelde machten of daar veronderstelde
invloeden. Daargelaten de voor de hand liggende
andere bezwaren keurde hij af in die cooked reports
zooals hij dergelijke stukken placht te noemen, dat
daarbij de onderteekenaar niet tot ontplooiing van
zijn krachten kon komen en slechts formeel -
door zijn onderteekening aansprakelijk was. De
werkelijke, zelfstandige verantwoordelijkheid, een der
hoeksteenen van elk goed bestuur, werd daardoor
ondergraven.
De Burgemeester evenmin als de Wethouders,
mochten zich te ver begeven op het terrein der Ambte
naren. Zij moesten zich niet verliezen in details, doch
moesten zich bepalen tot de groote lijnen. Waarom
zich zoo groote uitgaven te getroosten en zooveel
moeite te doen om de knapste Ambtenaren te krijgen,
als men hunne krachten slechts ten deele zou benutten?
Bestuurders mochten niet vergeten, dat bij hunne keuze
geheel andere overwegingen hadden voorgezeten dan
bij de benoeming der Ambtenaren, waarbij naar de