beoordeeld en als er één soort is, waarop dit van toepassing is, dan de bouwmeester, zoo moet men de Key ook naar zijn bouwwerken beoordeelen. De Key dan stond in den aanvang onder den invloed van den Vlaam de Vriend. Later vertoonde zijn werk eenige overeenkomst met Vredeman de Vries, zoodat de Key bij beiden ter scbole ging. Wat heeft hij meest in Vlaamsche renaissance stijl gebouwd en waarop heeft hij zijn eigen stempel gedrukt? Allereerst het thans afgebrande Stadhuis en Gemeenelandshuis te Leiden. In Haarlem was hij de ontwerper in 1601 van onzen onvolprezen Vleeschhal. Voorts zijn waar schijnlijk het statige Waaggebouw aan het Spaarne en de Kapel aan de St. Bavo zijn werk; in 1613 de prachtige toren van de Nieuwe Kerk waarop Saenre- dam zich inspireerde, hetgeen uit de onvergelijkelijke fraaie teekening, welke in den stedelijken atlas berust, blijkt. Ook het poortje van het Barbara gasthuis in de Jansstraat met zijn diepe relief-kalf zal wel van zijn hand zijn. De heer Vermeulen noemt dan nog de brug van het Slot te Heemstede en zoo zullen er zeker vele woonhuizen zijn geweest, die hij bouwde. Mis schien zijn enkele daarvan nog over: De Vergulde Druyf in de Koningstraat, het perceel Ged. Oude Gracht hoek Zuiderstraat, met zijn Tudorbogen (de Key leefde eenige jaren in Engeland, waar hij ook bouwde), de beide huizen in de Jansstraat tegenover het vroegere Gouvernementsgebouw, het wijnpakhuis van de firma Rozenkrans op het Spaarne en wellicht nog een paar. Ge ziet, dat de mooiste gevels door hem werden ontworpen, en Haarlem trotsch op hem mag gaan. Veel invloed zoowel in binnen- als buitenland ging van hem uit en zooals de heer Vermeulen zeide,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1931 | | pagina 37