gelegen ten noordoosten tegenover den ingang van de
Iordensstraat)Daarachter lag het terrein van de
voormalige begraafplaats, het Zuider Kerkhof, aan den
Dreef uitkomend. Hier bouwde Kersten Senior zijn
woonhuis, thans No. 20. 't Was dus aldaar dat
J. H. Kersten Jr. zijn jeugd doorbracht. Het is mij
onbekend, of hij en zijn broeder Egbert, met wien hij
later de zaken dreef, tot het bloembollenbedrijf uit
eigen wensch gekomen zijn, dan wel, of de vaderlijke
wil hen daartoe dreef. Zeker is echter wel, dat Jan
Kersten, zooals hij gewoonlijk genoemd werd en zijn
broeder niet een gemaklcelijken begin-leertijd in het
vak doormaakten. Vader Kersten eischte, dat zijn
zoons, dus zijn latere opvolgers in de zaken, volkomen
bekend en vertrouwd zouden geraken, met alle voor
komende werkzaamheden in het bloembollenbedrijf en
zijn trots was, wanneer bezoekers zijn velden in oogen-
schouw kwamen nemen, hen er op opmerkzaam te
maken, dat onder het te veld zich bevindende personeel
ook zijn zoons waren. Het verhaal gaat, dat bij zoo n
bezoek, 't was een der meest bekende buitenlandsche
bloembollenimporteurs, deze ietwat afkeurend op
merkte, dat zoons van den patroon, dus aanstaande
bedrijfshoofden, toch eigenlijk meer hun passend
verantwoordelijk werk behoorden te verrichten, dan
hetgeen zonder meer aan den eersten den besten
werknemer kon worden opgedragen, 't M.ag misschien
wel aan dit voorval worden toegeschreven, dat beide
zoons spoedig daarop hun verdere opleiding in het
buitenland ontvingen.
De firma J. H. Kersten Co. had, zooals reeds
gezegd, haren zetel aan den Wagenweg alhier, bezat
ook te O verveen en Haarlem (thans Wilhelminapark)
cultuurgronden en had ook in gebruik de aan het fonds