Wethouder der Bedrijven en bleef dit tot 1913 toen hij wegens drukke bezigheden dit ambt moest neer leggen. Raadslid bleef hij tot 1915, in welk jaar hij bij de periodieke verkiezing niet herkozen werd. Het is zeker te betreuren dat ons tegenwoordig kiesstelsel onafhankelijke mannen als Hulswit uit een Gemeente bestuur weert, want zoo iemand dan was hij met zijn groote werkkracht hier op zijn plaats. Als wethouder regelde hij de splitsing van het oorspronkelijk ver- eenigde gas- en electriciteitsbedrijf en werd de kleine electrische centrale omgezet in het groote bedrijf, dat wij thans kennen. Ook de havenplannen hadden zijn aandacht en tot zijn dood was hij lid van de Gemeentelijke Haven commissie. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland maakten van zijn kennis gebruik en verzochten hem in 1914 en 1916 om te zamen met Ir. H. Lohr rapporten uit te brengen over de overname van de Kennemer Electrici- teits Maatschappij en de Hollandsche Electriciteits Maatschappij. Op grond dezer rapporten besloot de provincie destijds tot de overname en is het Provinciale Electriciteitsbedrijf gesticht. Jarenlang was Hulswit een zeer gezien lid van het Departement Haarlem der Maatschappij van Nijver heid en in 1916 werd hij tot lid van het Hoofdbestuur gekozen. In deze functie bewerkte hij, dat in samen werking met het Kon. Inst. v. Ingenieurs de Neder- landsche Normalisatie Commissie werd gevormd. Ge durende den oorlog met zijn zorgen voor den regel- matigen gang van het bedrijf en het meest economische gebruik van materiaal en arbeidskrachten, kwam dit vraagstuk ook hier naar voren. Hulswit voelde, dat ook ons land niet mocht achterblijven en gedurende

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1931 | | pagina 64