verdwenen het vriendelijke geveltje en de hooge
lessenaars met de hooge kantoorkrukken, om plaats
te maken voor een weidsch modern kantoorgebouw
met fraaie betimmeringen en deftige bureaux-ministre.
Toen in 1925 de heer Uitenbosch zich wegens
hoogen leeftijd uit zaken terug trok, bleef de leiding
van het kantoor in handen van Broos tot aan zijn
verscheiden op 7 December 1.1.
Buiten zijn zaken bewoog Broos zich weinig in
het publieke leven, maar hij zou geen goed zoon van
zijn vader geweest zijn, indien de zaak der Doops
gezinden hem niet ter harte ware gegaan. In 1889
tot lid van den Kerkeraad der Vereenigde Doops
gezinde Gemeente benoemd, werd hij, uit erkenning
zijner administratieve talenten, reeds spoedig gekozen,
eerst tot boekhouder en later tot directeur van het
Fonds tot den Predikdienst van genoemd kerkgenoot
schap, terwijl hij ook deel uitmaakte van het college
van executeuren en administrateuren van het Fonds
van wijlen Dr. Jacobus van Zanten, een fonds bestemd
tot verstrekking van brood en brandstoffen aan de
gealimenteerden der Doopsgezinde Gemeente.
Bovendien was Broos een kunstzinnig man met
fijnen smaak en veel liefde voor het antieke. Naar
buiten kon hij die tot uiting brengen door zijn adviezen
als bestuurslid der Vereeniging Haerlem en de Ver-
eeniging tot uitbreiding der Verzameling van Kunst en
Oudheden op het Gemeentelijk Museum te Haarlem,
doch ook voor zichzelf verzamelde hij in den loop
der jaren tal van mooie dingen, die zijn woning tot
sieraad strekten. Niet onbegaafd als teekenaar nam
hij steeds een schetsboek mede op de vele reizen,
O